Verzorging van de auto157
De voorgeschreven bandenspanning
geldt bij koude banden. De waarde
geldt voor zowel zomer- als winter‐
banden.
Reservewiel altijd oppompen tot de
bandenspanning bij maximale bela‐
ding.
Een onjuiste bandenspanning beïn‐
vloedt de veiligheid, het weggedrag,
het rijcomfort en het brandstofver‐
bruik negatief en verhoogt de ban‐
denslijtage.
De bandenspanningswaardetabellen
vermelden alle mogelijke banden‐
combinaties 3 187.
Voor de voor uw auto goedgekeurde
banden kunt u de EEG-conformiteits‐
verklaring die bij uw auto is geleverd, of andere landelijke registratiedocu‐
menten raadplegen.
De bestuurder is verantwoordelijk
voor het juist instellen van de ban‐
denspanning.9 Waarschuwing
Een te lage bandenspanning kan
aanleiding geven tot oververhitting van de banden en interne bescha‐
digingen, wat bij hoge snelheden
loslatende loopvlakken en zelfs
klapbanden kan veroorzaken.
Bandenspanningscontro‐
lesysteem Het bandenspanningscontrolesys‐
teem controleert vanaf een bepaalde
snelheid eenmaal per minuut de ban‐
denspanning van alle vier de banden.
Voorzichtig
Het bandenspanningscontrole‐
systeem waarschuwt alleen bij
een te lage bandenspanning en
treedt niet in de plaats van regulier onderhoud van de banden door de
bestuurder.
Alle wielen moeten zijn voorzien van
een druksensor en de banden moe‐
ten de voorgeschreven bandenspan‐
ning hebben.
Let op
In landen waar het bandenspan‐
ningscontrolesysteem wettelijk ver‐
eist is, wordt de typegoedkeuring
van het voertuig bij het gebruik van
wielen zonder druksensoren nietig.
Bandenspanningswaarden op
display
U kunt de actuele bandenspannings‐
waarden bekijken op het Driver Infor‐
mation Center 3 90.
172Verzorging van de auto
Trekhaak
Kogelstang niet met een stoom- of hogedrukreiniger reinigen.
Verzorging interieur Interieur en bekleding
Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig lederen bekleding met zuiver
water en een zachte doek. Gebruik
een reinigingsmiddel voor leder als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays al‐
leen met een zachte, vochtige doek
reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet
kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name oplichtgekleurde bekleding. Reinig ver‐
wijderbare vlekken en verkleuringen
zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten om‐
dat geopende klittenbandsluitin‐
gen schade aan de stoelbekleding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen wor‐
den gereinigd als de carrosserie. Zo nodig een interieurreiniger gebruiken.
Geen andere middelen gebruiken.
Vooral geen oplosmiddelen of brand‐ stof. Niet schoonmaken met hoge‐
drukreinigers.
Service en onderhoud173Service en onderhoudAlgemene informatie..................173
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............174Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐
veiligheid en voor het behoud van de waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar
in de werkplaats.
Service-display 3 82.
Motoraanduiding 3 178.
Europese service-intervallen Onderhoud van uw auto is nodig om
de 40.000 km of na 2 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:
Andorra, België, Denemarken, Duits‐
land, Estland, Finland, Frankrijk,
Griekenland, Hongarije, Ierland, IJs‐
land, Italië, Kroatië, Letland, Liech‐tenstein, Litouwen, Luxemburg, Ne‐
derland, Noorwegen, Oostenrijk, Po‐
len, Portugal, Slovenië, Slowakije,
Spanje, Tsjechische Republiek, Ver‐
enigd Koninkrijk, Zweden, Zwitser‐
land.
Internationale service-
intervallen
Israël:
Onderhoud van uw auto is nodig om de 40.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Roemenië, Bulgarije:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 30.000 km of na 1 jaar, afhankelijk
van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Turkije:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 20.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
174Service en onderhoud
Internationaal:
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 15.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
Internationaal+:
Onderhoud van uw auto is nodig om de 10.000 km of na 1 jaar, afhankelijk
van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
De internationale onderhoudsinter‐
vallen gelden voor: Australië, Wit- Rusland, Cyprus, Moldavië, Marokko, Nieuw-Zeeland, Rusland, Zuid-
Afrika, V.A.E., Oekraïne.
De internationale+ onderhoudsinter‐
vallen gelden voor: Albanië, Algerije,
Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Mace‐
donië, Malta, Montenegro, Servië,
Singapore, Tunesië.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Serviceboekje. De da‐
tum en afgelezen kilometerstand wor‐den bevestigd met stempel en hand‐
tekening van de uitvoerende werk‐
plaats.
Zorg ervoor dat het Serviceboekje
correct wordt ingevuld, omdat een
sluitend bewijs van service essentieel
is bij aanspraken op garantie of good‐ will en tevens een pluspunt is bij ver‐
koop van de auto.
Servicedisplay
Het onderhoudsinterval is gebaseerd
op diverse parameters afhankelijk
van het gebruik.
De Service-display, in het Driver In‐
formation Center, geeft de volgende
onderhoudsbeurt aan. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Service-display 3 82.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen
en smeermiddelen Gebruik alleen producten die voldoen
aan de aanbevolen specificaties. Schade als gevolg van het gebruik
van producten die niet voldoen aan
deze specificaties, wordt niet gedekt
door de garantie.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
192
Gordelverklikker ........................... 85
Gordijnairbagsysteem .................. 58
Grootlicht ............................... 89, 96
H Handgeschakelde versnellingsbak ......................122
Handmatige dimfunctie ................40
Handmatig verstellen ...................38
Handrem .................................... 123
Handschoenenkastje ...................68
Handzender .................................. 21
Hellingrem ................................. 124
Hoofdsteunen .............................. 43
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 106
I Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 62
Indicator luchtstroom motor ........140
Infodisplay .................................... 90
Info-Displays ................................. 90
Inhouden ................................... 186
Inklapbare spiegels .....................39
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ........................... 99
Instrumentenverlichting .............150Interieurverlichting ........................98
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........67
K Katalysator ................................. 121
Kentekenverlichting ...................148
Kilometerteller .............................. 80
Kindersloten ................................. 31
Kinderveiligheidssystemen ...........60
Klimaatregeling ............................ 16
Klimaatregelsystemen ................101
Klok .............................................. 78
Knoppen op stuurkolom ...............76
Knoppen op stuurwiel ...................75
Koelvloeistof .............................. 141
Koelvloeistof en antivries ............174
Koelvloeistoftemperatuur .............88
Koelvloeistofverwarming............. 106
Koplampen ................................ 145
Koplampinstelling in het buitenland ................................ 96
Koplampverstelling ......................96
Krik ............................................. 155
L Laadsysteem ............................... 86
Lampenkappen, beslagen ............98
Lekke band ................................. 164
Lichtschakelaar ............................ 95Lichtsignaal .................................. 96
Luchtinlaat ................................. 111
M
Meldingen ..................................... 91
Meters........................................... 80
Mistachterlicht ................ 89, 98, 149
Mistlamp ...................................... 89
Mistlampen ........................... 97, 146
Mistlampen voor .......................... 97
Modus ECO ................................ 113
Momentsleutel ............................ 155
Motoraanduiding .........................178
Motor afzetten ............................ 117
Motorgegevens .......................... 181
Motor-ID...................................... 178
Motorkap .................................... 138
Motorluchtfilter ............................ 140
Motorolie .................... 139, 174, 180
Motoroliedruk ............................... 88
Motoroliepeil ................................ 92
Motor starten ............................. 116
N Nieuwe auto inrijden ..................114
O Obstakeldetectiesystemen .........130
Octaangetal ................................ 181
Olie ............................................. 139
193
Oliedruk........................................ 88
Olie, motor .......................... 174, 180
Opbergruimte................................ 68
Opbergruimte plafond ..................70
Opbergruimte voor........................ 69
Opbergvakken .............................. 68
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................68
Opbergvak onder passagiersstoel 69
Opschakelen................................. 87 Overzicht instrumentenpaneel .....11
P
Panne ......................................... 169
Parkeerhulp ............................... 130
Parkeerrem - zie Handrem .........123
Parkeren .............................. 19, 120
Park pilot met ultrasoonsensoren 130
Partikelfilter ................................. 121
Pollenfilter .................................. 111
Portieren ....................................... 32
Portier open ................................. 90
Portiersloten ................................. 25
Profieldiepte ............................... 159
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 189
Rails en haken bagageruimte ......71Regelbare
instrumentenverlichting .............98
Regeling stationair toerental .......117
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 188
Remassistentie .......................... 124
Rem- en koppelingsvloeistof ......174
Remmen ............................ 122, 142
Remsysteem ................................ 87
Remvloeistof .............................. 142
Reservewiel ............................... 166
Reservewielbevestiging ..............155
Richtingaanwijzer ........................85
Richtingaanwijzers ....................... 97
Richtingaanwijzers vooraan ......146
Roetfilter .................................... 121
Ruiten ..................................... 40, 41
Rijgedrag en aanhangertips ......135
Rijverlichting .......................... 13, 89
S Schakel motor uit ..........................87
Schuifdeur ................................... 32
Service ............................... 112, 173
Service-display ............................ 82
Service-indicatie ..........................86
Service-informatie ...................... 173
Sjorogen ...................................... 72
Sleepoog ............................ 155, 169
Sleutels ........................................ 21Sleutels, sloten............................. 21
Sneeuwkettingen .......................161
Snelheidsbegrenzer ...................129
Snelheidsmeter ............................ 80
Spiegels .................................. 38, 40
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................142
Startbeveiliging ............................ 38
Starten en bediening ..................114
Starthulp gebruiken ...................167
Stoelpositie .................................. 44
Stoelverstelling ........................7, 45
Stoelverwarming ........................... 47
Stop/Start-systeem .....................118
Storingsindicatielamp ..................86
Storingsmeldingen ........................91
Sturen ......................................... 114
Stuurbedieningsknoppen .............75
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......141
Stuurwiel instellen ........................ 10
Stuurwielverstelling ...................... 75
Symbolen ....................................... 4
T
Tachograaf ................................... 94
Tanken ....................................... 133
Technische gegevens ................181
Te laag brandstofpeil ...................89
Toerenteller ................................. 81
Top-Tether-bevestigingsogen ......67