Page 110 of 151

110InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............110
Antidiefstalfunctie ......................111
Overzicht bedieningselementen 112
Gebruik ...................................... 115Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op diverse favorietenpagi‐
na's een groot aantal zenders op‐
slaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het Infotainmentsysteem aansluiten,
bv. een iPod, USB-apparaten of an‐
dere randapparatuur; via een kabel of
via Bluetooth.
Het digitale geluidssysteem heeft di‐
verse vooraf ingestelde equaliser-
modi, waarmee u het geluid kunt op‐
timaliseren.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een Telefoonportaal waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.
Daarnaast kan het Infotainmentsys‐ teem worden bediend met behulp van het bedieningspaneel of de knoppenop het stuur.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
Page 111 of 151
Inleiding111kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐
systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet wor‐
den. Hier moet u in het bijzonder
letten op eenrichtingsstraten, we‐
gen en inritten waar u niet mag in‐ rijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Antidiefstalfunctie Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 113 of 151

Inleiding113
1X-knop ................................ 115
Indien uitgeschakeld: druk
kort op: inschakelen
Indien ingeschakeld: druk
kort op: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 N-toets
Druk op: naar de vorige
favorietenpagina bladeren
3 Beeldscherm
4 Softkeys
Favorieten: druk op:
selecteer favorieten;
indrukken en vasthouden:
zenders als favoriet
opslaan ............................... 124
Interactieve selectiebalk:
druk op: selecteer
corresponderende
schermtoets ........................ 1175O-toets
Druk op: naar de volgende
favorietenpagina bladeren
6 MENU -knop
Centrale bediening voor
selectie en navigatie in
menu's ................................ 117
7 ;-toets
Druk op: Startscherm
weergeven .......................... 117
8 BACK -toets
Menu: één niveau terug ......117
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ........117
9 v-toets
Radio: druk kort op: naar
volgende station;
indrukken en vasthouden:
omhoog zoeken ..................123
Externe apparaten: druk
kort op: naar volgende
nummer; indrukken en
vasthouden: snel vooruit .....13510 d-knop (indien uitgerust
met cd-speler)
Druk op: schijf uitwerpen
TONE -knop (indien niet
voorzien van cd-speler)
Druk op: geluidsinstellin‐
genmenu weergeven ..........130
11 t-toets
Radio: druk kort op: naar
vorige station; druk lang
op: omlaag zoeken ............123
Externe apparaten: druk
kort op: naar vorige
nummer; indrukken en
vasthouden: snel achteruit ..135
12 MEDIA -toets
Media activeren of naar
andere mediabron gaan ......135
13 RADIO -toets
Activeren radio of wijzigen
golfband .............................. 123
14 Cd-sleuf (indien uitgerust
met cd-speler)
Page 114 of 151
114Inleiding
Stuurbedieningsknop links
1s-toets
Druk op: telefoongesprek
aannemen ........................... 142
2 n-toets
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........142
of mutefunctie activeren/
deactiveren ......................... 142
Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor een beschrijving van alle overige
knoppen.
Stuurbedieningsknop rechts
1 Vijfstandenknop ..................117
Druk op de knoppen:
menu's in het Driver
Information Center
bedienen (zie
onderstaande afbeeldingen)
i -knop - weergeven menu
voor toepassingskeuze;
terug naar hoger menuniveau
j -knop - weergeven toe‐
passingspecifiek hoofdmenu
Knoppen P / Q -
selecteer menuoptie
9 -knop - bevestig selectie
2 Toets ! / #
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
3 Knoppen k / l
Als de radio actief is: druk
op volgende / vorige
favoriet kiezen .....................124
Als de mediabron actief is:
druk op volgende / vorige
nummer kiezen ...................133
Page 115 of 151

Inleiding115
Bestuurdersinformatiecentrum
Het Driver Information Center geeft
aan Infotainment gerelateerde infor‐
matie en menu's weer.
De menu's in het Driver Information
Center worden bediend via de vijf‐ standenknop rechts op het stuur.
Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU en menu's op het
display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ het bedieningspaneel op het Info‐ tainmentsysteem 3 112
■ audioknoppen op het stuurwiel 3 112.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk de X-knop kort in. Na het in‐
schakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk op de knop X en houd deze in‐
gedrukt om het systeem uit te scha‐
kelen.
Automatisch uitschakelen
Wordt het Infotainmentsysteem inge‐
schakeld met de knop X terwijl het
contact uitgeschakeld is, dan scha‐ kelt deze na 1 uur automatisch weer
uit.
Volume instellen
Draai aan de m-knop. De actuele in‐
stelling wordt weergegeven op het
display.Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 119.
Automatische volumeregeling
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 119
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op de m-knop voor het dempen
van de audiobronnen.
Druk op de m-knop om de mute-func‐
tie te annuleren.
Bedieningsmodi
Radio
Druk herhaaldelijk op RADIO om de
radiomodus te activeren of om tussen
de verschillende golfbanden te wis‐
selen.
Vind een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 123.
Page 119 of 151

Basisbediening119Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kun‐
nen de toonkarakteristieken worden
ingesteld. Stelt u deze in een van de
menu's in, dan wordt dit automatisch
ook voor alle overige bronmodi over‐
genomen. Het menu is toegankelijk
vanuit elk specifiek hoofdmenu audio.
Druk op de MENU-knop, blader door
de lijst en selecteer Tooninstellingen.
Lage, middelhoge en hoge
tonen instellen
Blader door de lijst en druk op de
MENU -knop om Laag, Mid. of Hoog
te activeren.
Draai aan de MENU-knop om de in‐
stelling te regelen.
Druk op de knop MENU om de instel‐
ling te bevestigen.
Volumeverdeling voor en achter instellenBlader door de lijst en druk op de
MENU -knop om fade te activeren.
Draai aan de MENU-knop om de in‐
stelling te regelen.
Druk op de knop MENU om de instel‐
ling te bevestigen.
Volumeverdeling rechts en links
instellen Blader door de lijst en druk op de
MENU -knop om Bal. te activeren.
Draai aan de MENU-knop om de in‐
stelling te regelen.
Druk op de knop MENU om de instel‐
ling te bevestigen.
Een geluidsstijl selecteren
Blader door de lijst en druk op de
MENU -knop om EQ (equaliser) te ac‐
tiveren.Deze opties bieden voor de muziek‐
stijl geoptimaliseerde voorkeurinstel‐
lingen voor lage, midden en hoge to‐
nen.
Draai de knop MENU om door de ver‐
schillende opties te bladeren.
Druk op de knop MENU om de keuze
te bevestigen.
Let op
Staat EQ ingesteld op Aangepast,
dan kunnen Laag, Mid. en Hoog
handmatig worden ingesteld.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL..
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens
Maximumvolume bij starten .
Draai aan de MENU-knop om het vo‐
lume te regelen.
Page 120 of 151

120Basisbediening
Automatische
volumeaanpassing Het volume kan automatisch wordenafgestemd op de snelheid van de
auto.
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL.. Blader door
de lijst en selecteer Radio en vervol‐
gens Volume autom. .
Druk op de MENU-knop, blader door
de lijst en selecteer Volume autom.
om de instellingen vanuit een audio-
hoofdmenu te benaderen.
Stel Volume autom. in op een van de
beschikbare opties om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.
Uit : geen harder volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Systeeminstellingen
Er kunnen diverse instellingen en aanpassingen voor het Infotainment‐
systeem via INSTELL. worden ge‐
configureerd.
Tijd
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL..
Selecteer het Tijd-menupunt.
Tijd instellen
Selecteer de menuoptie Tijd
instellen om het betreffende submenu
te openen.
Selecteer schermtoets AUTOSET
onder in het scherm. Activeer Aan -
RDS of Uit - handmatig .
Selecteer Uit - handmatig en stel de
uren en minuten in.
Selecteer herhaaldelijk de scherm‐
toets 12-24 u. onderin het scherm om
een tijdmodus te kiezen.
Is de 12-uursmodus geselecteerd,
dan verschijnt er een derde kolom
voor AM- en PM-keuze. Selecteer de
gewenste optie.
Klokdisplay
Selecteer de menuoptie
Klokweergave om het betreffende
submenu te openen.
Selecteer menuoptie Uit om de digi‐
tale klokdisplay in de menu's uit te
schakelen.
Taal
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL..
Selecteer het Taal-menupunt.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste taal.
Valetmodus Is de valetmodus geactiveerd, danzijn alle voertuigdisplays vergrendeld
en kunnen er in het systeem geen
veranderingen worden doorgevoerd.
Page 122 of 151
122Basisbediening
Selecteer de knop Hervatt. op het
scherm. De instellingen zijn terugge‐
zet.
Alle persoonlijke gegevens wissen
Selecteer Alle privégegevens wissen
om gekoppelde Bluetooth-apparaten, telefoonlijsten of favorieten te verwij‐deren.
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer de knop WISSEN op het
scherm. De gegevens zijn gewist.
Radio-instellingen herstellen
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om Infotainmentinstellin‐
gen (bv. geluidsinstellingen) te reset‐
ten.
Er verschijnt een waarschuwing. Selecteer de knop Hervatt. op het
scherm. De instellingen zijn terugge‐ zet.
Software-informatie
Druk op de knop ; en selecteer het
pictogram INSTELL..
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie Software-informatie .Dit menu bevat specifieke informatie
over de software.