148Radio
3 149 zoekt of wanneer het systeem
met de autostorefunctie (AS) 3 148
automatisch zenders opslaat.
RDS-zenders 3 149 worden in de
zenderlijst op omroep gesorteerd
(Radio 1, Radio 2...)
Autostore-lijsten Activeren/deactiveren van hetAS-niveau
Tip de toets AS aan.
Als het AS-niveau geactiveerd is,
wordt AS weergegeven.
U kunt het AS-niveau ook met de
knop FM/AM activeren en deactive‐
ren 3 146.
Automatisch opslaan (AS) Automatisch opslaan (AS) van elke
ontvangbare zender is in alle golfbe‐
reiken mogelijk. Deze zenders wor‐
den in een afzonderlijk AS-geheugen opgeslagen.Ga als volgt te werk om zenders au‐
tomatisch op te slaan:
1. Selecteer de gewenste frequen‐ tie.
2. Standby voor verkeersberichten indien gewenst activeren/deacti‐
veren 3 149.
3. Houd de toets AS ingedrukt totdat
u de bevestigingstoon hoort.
De radio wisselt evt. naar het AS-ni‐
veau van het gekozen golfbereik (FM- AS of AM-AS).
De zender wordt automatisch opge‐
slagen.
De 9 best ontvangbare zenders in het geselecteerde golfbereik worden op‐
geslagen op geheugenposities
1 t/m 9.
Na het opslaan van de zenders kunt
u de gewenste zender met de betref‐
fende zenderknop selecteren.
Na het activeren van automatisch op‐
slaan wordt RDS automatisch inge‐
schakeld. Eerst worden alle ontvang‐
bare RDS-zenders opgeslagen.Als standby voor verkeersberichten
voorafgaand of tijdens automatisch
opslaan wordt ingeschakeld, selec‐
teert de radio na het automatisch zen‐ der zoeken een geheugenpositie met
een verkeersberichtenzender.
Als standby voor verkeersberichten
tijdens automatisch opslaan wordt in‐
geschakeld, blijft het automatisch
zender zoeken actief totdat er ten
minste een keer verkeersinformatie
gevonden is.
Nieuwe zenders met behulp van AS opslaanAls u buiten bereik van een zender
raakt, moeten er nieuwe zenders wor‐
den opgeslagen.
Zender opvragen
Het gewenste golfbereik en de ge‐
wenste modus moeten actief zijn
3 146.
Druk op de AS-toets om het AS-ni‐
veau in te schakelen.
Selecteer de opslaglocatie met de op‐ slagknoppen.
Radio149Radio Data System (RDS)
RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste zen‐
der en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk vereenvoudigt.Voordelen van RDS ■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de ingestelde
zender in plaats van de frequentie.
■ Bij het zoeken naar zenders stemt het infotainmentsysteem allee af op
RDS-zenders.
■ Het infotainmentsysteem stem al‐ tijd af op de zendfrequentie van deingestelde zender met de beste
ontvangst via AF (alternatieve fre‐
quentie).
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der geeft het infotainmentsysteem
radiotekst op het display die bij‐
voorbeeld informatie over het hui‐
dige programma kan bevatten.
RDS is alleen in het frequentiebereik FM mogelijk.
RDS in-/uitschakelen
Bij het inschakelen van RDS worden de RDS-functies geactiveerd en
wordt er bij het automatisch zoeken alleen naar RDS-zenders gezocht.
Bij het uitschakelen van RDS worden
de RDS-functies uitgeschakeld en
zoekt het systeem bij automatisch
zoeken niet alleen naar RDS-zen‐
ders.
Druk op de RDS-toets om RDS te ac‐
tiveren.
Na het inschakelen van de RDS-func‐
tie verschijnen RDS en de program‐
manaam van een RDS-zender.
Als de momenteel ingestelde zender
geen RDS-zender is, dan zoekt de ra‐ dio automatisch naar de volgende
ontvangbare RDS-zender.
Druk opnieuw op de RDS-toets om
RDS te deactiveren.
Als de RDS-functie niet ingeschakeld
is, verschijnt de frequentie van een
RDS-zender, RDS verschijnt niet.
RDS automatisch
Schakel automatische RDS in
RDS Auto On om te verzekeren dat
de RDS-functie geactiveerd is, zelfs
wanneer RDS gedeactiveerd is. Het
automatisch zender zoeken reageert echter ook op zenders zonder RDS.
Deze functie werkt alleen als RDS uit‐ geschakeld is.
Automatische RDS in-/uitschakelen:
Druk op de toets RDS totdat
RDS Auto On of Off verschijnt, wat de
huidige toestand van automatische
RDS aangeeft.
Laat de toets RDS los om de huidige
toestand te veranderen.
150Radio
Programmatype (PTY)
Veel RDS-zenders verzenden een PTY-code die aangeeft welk type pro‐
gramma u thans beluistert
(bijv.nieuws). Met de PTY-code kunt
u zenders op basis van het program‐
matype selecteren.
Programmatype selecteren 1. Druk op de SETTINGS-toets om
het Settings -menu weer te geven.
2. Druk meerdere malen op de toets
SETTINGS totdat de betreffende
functie verschijnt.
3. Selecteer een van de 29 program‐
matypes, bijv. News of
Entertainment met m of n .
4. Houd m of n ingedrukt tot de
zender begint te zoeken.
Na het begin van het zender zoeken
verschijnt het radiodisplay.
Vindt de radio geen passende zen‐
der, dan hoort u de laatst ingestelde
zender.Regionale programma's
Op bepaalde tijden zenden een aan‐
tal RDS-zenders op diverse frequen‐
ties programma's uit die per regio ver‐
schillen.
Regionalisering in-/uitschakelen
De RDS-functie moet ingeschakeld
zijn.
Druk even op de toets REG om re‐
gionalisering in of uit te schakelen.
Als regionalisering ingeschakeld
wordt, wordt REG op het display ge‐
toond.
De radio blijft afgestemd op het regio‐ nale programma en zoekt naar de
best ontvangbare zenderfrequentie.
Als regionalisering uitgeschakeld
wordt (geen REG op het display),
maakt de radio overschakelen naar
een ander regionaal programma mo‐
gelijk.
Regionalisering automatiseren
Als regionalisering automatiseren in‐
geschakeld is ( REG Auto On), blijft de
radio afgestemd op het regionale pro‐
gramma en zoekt naar de zendfre‐quentie met de sterkste ontvangst
(AF) voor een radioprogramma totdat het programma niet meer zonder sto‐
ring kan worden ontvangen.
Als de ontvangstkwaliteit van het re‐
gionale programma niet meer vol‐
staat voor storingsvrije ontvangst,
schakelt de radio over op een ander
regionaal programma.
Regionalisering automatiseren in-/
uitschakelen:
Druk op de toets REG totdat
REG Auto On of Off verschijnt, wat de
huidige toestand van regionalisering
automatiseren aangeeft.
Laat de toets REG los om de huidige
toestand te veranderen.
Verkeersinformatie (TP)
Verkeersinformatiezenders zijn FM
RDS-zenders die verkeersberichten
uitzenden.
Zenders met verkeersinformatie kunt
u herkennen aan het TP-symbool in
de display.
Radio151
Verkeersinformatie in-/uitschakelen■ Na het activeren van radiover‐ keersberichten verschijnt [TP] of [ ].
■ Als de huidige zender een ver‐ keersinformatiezender is, ver‐
schijnt [TP] op het display.
■ Is de huidige zender geen ver‐ keersinformatiezender, dan zoekt
de radio automatisch de verkeers‐
informatiezender met de sterkste
ontvangst.
[ ] verschijnt niet op het display.
Druk tweemaal op de TP-knop om
TP in te schakelen.
[ ] verschijnt op het display.
■ Bij het automatisch zoeken van een
zender worden uitsluitend ver‐
keersinformatiezenders gezocht.
■ Tijdens het automatisch zoeken of als de ontvangst van een verkeers‐informatiezender niet mogelijk is,
verschijnt [ ] op het display.■ Als standby voor verkeersberichten
ingeschakeld is, wordt het afspelen van een cd of DAB-ontvangst tij‐
dens verkeersberichten onderbro‐
ken.
■ Verkeersberichten worden op het van tevoren ingestelde verkeersbe‐
richtenvolume 3 143 weergegeven.
Druk opnieuw op de toets TP om de
verkeersinformatie uit te schakelen.
[ ] verdwijnt van het display.
Verkeersinformatiezender zoeken
Deze functie is alleen beschikbaar
binnen het FM-golfbereik.
Houd m of n gedurende ongeveer
1 seconde ingedrukt.
De radio zoekt nu alleen naar zenders
met verkeersinformatie.
Alleen naar verkeersinformatie
luisteren
Activeer standby voor verkeersbe‐ richten.
Zet het volume geheel uit door de
knop o linksom te draaien.Verkeersberichten worden afge‐
speeld op het speciaal daarvoor in‐
gestelde volume 3 143.
Verkeersinformatie onderdrukken
Ga als volgt te werk om verkeersbe‐
richten uit te schakelen.bijv. tijdens
het beluisteren van een CD:
Druk op de TP-toets.
De verkeersinformatie wordt gestopt.
U hoort het laatste gespeelde cd-/
mp3-nummer.
Standby voor verkeersberichten blijft ingeschakeld.
Verkeersbericht terwijl er een externe
bron actief is
De externe bron (bijv.mobiele tele‐
foon) heeft een hogere prioriteit dan
verkeersberichten.
Tijdens het telefoongesprek hoort of
ziet u geen verkeersberichten.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
152Radio
DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam in plaats van de
zendfrequentie.Algemene informatie ■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma’s (diensten) op dezelfde
frequentie worden uitgezonden (ensemble).
■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐ ger een signaal van een zender kan
opvangen (ook al is het signaal erg
zwak), is de geluidsweergave ge‐
waarborgd.
■ Er is geen sprake van fading (zwak‐
ker worden van het geluid), het‐
geen bij AM- en FM-ontvangst re‐
gelmatig voorkomt. Het DAB-sig‐
naal wordt met een constant vo‐
lume weergegeven.
■ Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden opgevan‐
gen, wordt de weergave geheel on‐
derbroken. Dit kan worden verme‐ den door in het menu Audio-instel‐
lingen DAB AF en/of DAB FM te ac‐
tiveren.■ Interferentie door zenders op nabu‐
rige frequenties (een verschijnsel
dat typisch is voor AM- en FM-ont‐
vangst) doet zich bij DAB niet voor.
■ Als het DAB-signaal door natuur‐ lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verslechtert.
■ De radio is ook geschikt voor het ontvangen van DAB+ en DMB-au‐
dio.
Ensemble
In een frequentie worden steeds ver‐
schillende programma's gecombi‐ neerd in een zogenaamd ensemble.
Door ensembles scrollen
U kunt door ensembles scrollen die u
al één keer hebt ontvangen (de en‐ sembles moeten ontvangen kunnen
worden).
Het DAB-frequentiebereik moet wor‐
den geselecteerd.
Houd de kruistuimelschakelaar m of
n ingedrukt.Het eerst beschikbare programma
van het ensemble wordt afgespeeld.
DAB AF
Door DAB AF op On in te stellen kunt
u bepalen dat u dezelfde zender ont‐
vangt als in de vorige ensemblezone
wanneer u een andere ensemble‐
zone binnenrijdt.
Deze functie kan alleen worden uit‐
gevoerd wanneer de zender in het
nieuwe ensemble is opgenomen.
Het DAB-frequentiebereik moet wor‐ den geselecteerd.
Druk op de SETTINGS-toets om het
Settings -menu weer te geven.
Druk nogmaals op de toets
SETTINGS om DAB AF On of Off
weer te geven, wat de huidige toe‐ stand van de instelling aangeeft.
Druk op de kruistuimelschakelaar
m of n om de instelling te veran‐
deren.
Druk op de toets TUNER om terug te
keren naar het radiomenu.
Radio153
DAB FM
Door DAB FM in te stellen op On kunt
u bepalen dat het systeem overscha‐
kelt naar een bijbehorende FM-zen‐
der (indien beschikbaar) van het ac‐
tieve DAB-programma wanneer het
DAB-signaal te zwak is om door de
ontvanger te worden opgevangen.
Het DAB-frequentiebereik moet wor‐
den geselecteerd.
Druk op de SETTINGS-toets om het
Settings -menu weer te geven.
Druk tweemaal op de toets
SETTINGS om DAB FM On of Off
weer te geven, wat de huidige toe‐ stand van de instelling aangeeft.
Druk op de kruistuimelschakelaar
m of n om de instelling te veran‐
deren.
Druk op de toets TUNER om terug te
keren naar het radiomenu.
Cd-speler155
■Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op een
MP3-CD zijn opgeslagen:
Wanneer u albums en tracks een
naam geeft, mag u geen umlauts of speciale tekens gebruiken.
Toepasbare afspeellijstextensies:
"m3u" of "pls".
Wanneer u de MP3-bestanden
vanuit audiobestanden genereert
(codeert), moet u een bitrate van
max. 256 kbit/s gebruiken.
Om MP3-bestanden te gebruiken in het Infotainmentsysteem moetende MP3-bestanden de bestandsex‐ tensie .mp3 hebben.
■ Op één CD kunnen in totaal 367 af‐
speelbare tracks worden opgesla‐
gen. Het is niet mogelijk om bijko‐
mende tracks af te spelen.
■ Op een MP3-CD kunt u maximaal 99 albums bewaren om met het In‐
fotainmentsysteem te gebruiken.De albums kunnen afzonderlijk
worden geselecteerd met het Info‐
tainmentsysteem.
Gebruik
Cd plaatsen Plaats de CD met de bedrukte zijde
naar boven in de CD-lade.
De CD wordt automatisch naar bin‐
nen getrokken.
Houd de CD niet tegen of help niet wanneer de CD naar binnen getrok‐
ken wordt.
Read CD en CD in verschijnen op het
display. Daarna wordt het aantal cd-
tracks weergegeven.
Zodra de eerste track begint te spe‐
len, verschijnt Track 1 en de afspeel‐
tijd of informatie over de track (titel,
artiest) in de display.
Bij MP3-CD verschijnt MP3 op het
display en verschijnt de eerste album‐
naam.
Informatie over de track (titelnaam,
naam uitvoerder...) wordt weergege‐
ven zodra de eerste track afgespeeld wordt.
CD-weergave
U wisselt als volgt van radio- naar CD- modus:
Druk op de MEDIA-toets.
De laatst afgespeelde CD-track wordt getoond en begint te spelen.
Titelselectie
Om een track te selecteren terwijl een
CD wordt afgespeeld, moet u her‐
haaldelijk op m of n drukken tot de
gewenste track wordt weergegeven.
De track wordt afgespeeld.
Snel zoeken vooruit/achteruit Zoekt u een bepaald punt op een CD, ga dan als volgt te werk:
U hoort een titel.
Houd m of n ingedrukt tot u het
gewenste punt bereikt.
Cd-speler157
Verkeersbericht in de CD-modus
Terwijl een CD wordt afgespeeld,
kunt u verkeersberichten ontvangen.
Verkeersinformatie (TP) 3 149.
U kunt een verkeersbericht beëindi‐
gen met de TP-knop en de huidige
CD blijft verder afgespeeld worden.
Een cd verwijderen Druk op de j-toets.
Eject CD verschijnt in de display.
Als er een CD wordt uitgeworpen,
wordt de laatst gebruikte radiozender
automatisch afgespeeld.
U kunt zelfs een CD uitwerpen als het toestel uitstaat. Het toestel wordt uit‐
geschakeld nadat de CD verwij‐
derd is.
Wanneer de CD niet wordt weggeno‐
men, wordt hij na enige tijd automa‐
tisch weer ingetrokken.