118Radio
Zet het volume geheel uit door de
knop e linksom te draaien.
Verkeersinformatie onderdrukken
Ga als volgt te werk om verkeersbe‐
richten uit te schakelen.bv. tijdens het
beluisteren van een audiobron:
Druk op de TP-toets.
De verkeersinformatie wordt gestopt.
Standby voor verkeersberichten blijft ingeschakeld.
Verkeersbericht terwijl er een externe
bron actief is
De externe bron (bijv. mobiele tele‐
foon) heeft een hogere prioriteit dan
verkeersberichten. Zo nodig kunt u
echter verkeersberichten beluisteren.
Activeer hiervoor standby voor ver‐
keersberichten.
Tijdens het telefoongesprek wordt het geluid van de radio of audiobron on‐
derdrukt.
Extern in en [TP] verschijnen op het
display.
Informatie over verkeersberichten in
de DAB-modus 3 118.Tijdens verkeersberichten ziet u het
bericht Er wordt momenteel een
verkeersbericht ontvangen .
Het telefoongesprek wordt niet onder‐
broken.
Selecteer menuoptie Weigeren om
het verkeersbericht af te wijzen.
Selecteer menuoptie Aannemen om
het verkeersbericht te beluisteren.
Digital Audio Broadcasting Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam in plaats van de
zendfrequentie.
Algemene informatie ■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma’s (diensten) op dezelfde
frequentie worden uitgezonden (ensemble).■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐ ger een signaal van een zender kan
opvangen (ook al is het signaal erg
zwak), is de geluidsweergave ge‐
waarborgd.
■ Er is geen sprake van fading (zwak‐
ker worden van het geluid), het‐
geen bij AM- en FM-ontvangst re‐
gelmatig voorkomt. Het DAB-sig‐
naal wordt met een constant vo‐
lume weergegeven.
■ Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden opgevan‐
gen, wordt de weergave geheel on‐
derbroken. Dit kan worden verme‐ den door in het menu DAB-instel‐
lingen DAB AF en/of DABFM te ac‐
tiveren.
■ Interferentie door zenders op nabu‐
rige frequenties (een verschijnseldat typisch is voor AM- en FM-ont‐
vangst) doet zich bij DAB niet voor.
■ Als het DAB-signaal door natuur‐ lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
Radio119
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verslechtert.
■ De radio is ook geschikt voor het ontvangen van DAB+ en DMB-au‐
dio.
Ensembles In een frequentie worden steeds ver‐
schillende programma's gecombi‐ neerd in een zogenaamd ensemble.
Door ensembles scrollen
U kunt door ensembles scrollen die u
al één keer hebt ontvangen (de en‐ sembles moeten ontvangen kunnen
worden).
Druk op de kruistuimelschakelaar c of
d .
Het vorige of volgende bezette ge‐
heugenniveau verschijnt kort in de
display.
Daarna worden het opgeslagen en‐
semble in het geheugenniveau en zijn
eerst beschikbare programma weer‐
gegeven.
Het eerst beschikbare programma
van het ensemble wordt afgespeeld.Een ensemble selecteren
U kunt direct ensembles selecteren
die u al één keer hebt ontvangen (de
ensembles moeten ontvangen kun‐
nen worden).
Deze functie wordt ingesteld in het ra‐
diomenu.
Selecteer de pijl naast de naam van
het ensemble.
Selecteer het gewenste ensemble.
Het radiomenu verschijnt.
Het gewenste ensemble en zijn eerst
beschikbare programma worden af‐
gespeeld.
Het eerst beschikbare programma
van het ensemble wordt afgespeeld.
Automatisch ensembles zoeken
Houd de kruistuimelschakelaar c of
d ingedrukt tot het zoeken naar en‐
sembles start.
De radio wordt uitgeschakeld tot een ensemble gevonden wordt.
Het eerst beschikbare programma
van het ensemble wordt afgespeeld.
of:Deze functie wordt ingesteld in het ra‐ diomenu.
Selecteer de pijl naast de naam van
het ensemble.
Selecteer menu-item Beschikb.
ensembles zoeken .
Het DAB-ensemble -menu verschijnt.
De volledige frequentie wordt ge‐ toond.
Het automatisch zoeken naar ensem‐ bles begint.
Nadat u een frequentie hebt doorlo‐
pen, gaat het systeem terug naar de ensemblelijst.
U beluistert het beschikbare pro‐
gramma uit het eerste ensemble. Dit
wordt gemarkeerd met een pijl.
DAB-menu
DAB-menufuncties worden in het ra‐
diomenu ingesteld.
Druk op de SETTINGS-toets.
Het audio-instelmenu verschijnt.
120Radio
De volgende menuopties functies zijnbeschikbaar in het DAB-menu:
DABFM
U kunt bepalen dat het systeem over‐
schakelt naar een bijbehorende FM-
zender (indien beschikbaar) van het
actieve DAB-programma wanneer
het DAB-signaal te zwak is om door
de ontvanger te worden opgevangen.
Selecteer menu-item DAB.
Zet het DABFM -tikvak aan of uit om
de instelling te wijzigen.
DAB AF
U kunt bepalen dat u dezelfde zender
ontvangt als in de vorige ensemble‐
zone wanneer u een andere ensem‐
blezone binnenrijdt.
Deze functie kan alleen worden uit‐
gevoerd wanneer de zender in het
nieuwe ensemble is opgenomen.
Selecteer menu-item DAB.
Zet het DAB AF -tikvak aan of uit om
de instelling te wijzigen.
Radiotekst
Sommige DAB-zenders zenden ook
informatie (bijv. nieuws) als tekst op
het display uit.
■ Radiotekst is alleen beschikbaar op
het DAB-golfbereik.
■ Niet alle zenders zenden voortdu‐ rend radiotekst uit.9 Waarschuwing
Gebruik de tekstfunctie voor DAB-
radio alleen als de auto stilstaat,
omdat radioteksten u onderweg
van het verkeer zouden kunnen
afleiden.
Selecteer menu-item DAB.
Zet het vereiste tikvak Radiotekst
aan/uit.
Om de eerste 20 tot 25 tekens van de
radiotekst weer te geven drukt u op de
toets INFO.
122Cd-speler
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnende lens van de cd-speler binnen in
het apparaat vies maken en storin‐
gen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op een
MP3-CD zijn opgeslagen:
Wanneer u albums en tracks een naam geeft, mag u geen umlauts of speciale tekens gebruiken.
Toepasbare afspeellijstextensies:
"m3u" of "pls".
Wanneer u de MP3-bestanden
vanuit audiobestanden genereert
(codeert), moet u een bitrate van
max. 256 kbit/s gebruiken.
Om MP3-bestanden te gebruiken in het Infotainmentsysteem moetende MP3-bestanden de bestandsex‐ tensie .mp3 hebben.■ Op één CD kunnen in totaal 65535 afspeelbare tracks worden opge‐
slagen. Het is niet mogelijk om bij‐
komende tracks af te spelen.
■ Op een MP3-CD kunt u maximaal 253 albums bewaren om met het
Infotainmentsysteem te gebruiken.
De albums kunnen afzonderlijk
worden geselecteerd met het Info‐
tainmentsysteem.
Gebruik
Cd plaatsen
Plaats de cd in de cd-sleuf.
De CD wordt automatisch naar bin‐
nen getrokken.
Houd de CD niet tegen of help niet
wanneer de CD naar binnen getrok‐
ken wordt.
Bovenaan het display verschijnt CD
in voor audio-cd's. Bij mp3 cd's ver‐
schijnt ook nog MP3 en bij tekst-cd's
de naam van de cd.CD-weergave
Schakel als volgt van een andere au‐
diomodus of de radiomodus over
naar de CD-modus:
Er wordt een cd geplaatst.
Druk eenmaal of meerdere malen op
de toets MEDIA totdat het menu CD
verschijnt.
U luistert nu naar de cd.
Afhankelijk van het type cd ziet u ver‐
schillende cd-informatie in het CD-
menu. Tekstinformatie verschijnt al‐
leen als Titel tonen in het Extra's -
menu wordt ingeschakeld, zie "Cd-
tekst activeren/deactiveren" onder‐
staand.
130TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......122
Algemene aanwijzingen ............
.......................... 94, 121, 126, 127
AM .............................................. 109
Antidiefstalfunctie ........................95
AS ............................................... 113
Autostore-lijsten .......................... 113
AUX-ingang contactdoos ............................. 126
gebruik .................................... 126
B Balance....................................... 106Bass............................................ 106
Bediening ..................................... 99
C
Cd extra's ................................... 122
CD, invoeren............................... 122
CD-speler activeren ....................122
CD-speler gebruiken................... 122
Cd-tekst ...................................... 122
CD, uitwerpen ............................. 122
D DAB .................................... 109, 118
DAB-menu .................................. 118
DAB-radiotekst ........................... 118
De AUX-ingang gebruiken ..........126De USB-poort gebruiken ............127
Digital Audio Broadcasting .........118
E Ensemble.................................... 118
Extern in ..................................... 107
F
Fader .......................................... 106
FM .............................................. 109
G Gebruik ....................... 109, 122, 126
Gebruiker .................................... 106
Geluidsinstellingen .....................106
H
Handmatig zender zoeken .........109
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 99
Hoofdscherm ................................ 99
I
Infotainmentsysteem gebruiken ...99
Inschakelautomaat .......................99
K
Klankinstellingen ........................106
131
M
Menubediening ............................. 99
Multifunctionele knop ....................99
N Nummer herhalen .......................122
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 128
Opslaan ...................................... 109
Overzicht ..................................... 96
P
Pop-up menu ................................ 99
Programmatype .......................... 114
PTY............................................. 114
R
Radio Data System (RDS) ......... 114 Radiotekst................................... 118
Random ...................................... 122
Random album ........................... 122
Regionale programma's .............114
S SDVC.......................................... 107Stand .......................................... 106
Startvolume ................................ 107
Subwoofer .................................. 106T
TA-volume .................................. 107
Titel even laten horen .................122
Titel tonen ................................... 122
TP ............................................... 114
Treble ......................................... 106
U Uitschakelautomaat ......................99
USB-poort belangrijke informatie ..............127
bewaarde audiobestanden
afspelen................................... 128
V Verkeersberichten ......................114
Verkeersinformatie .....................114
Verlaten van een menu ................99
Volume ......................................... 99
Volume instellen ........................... 99
Volume-instellingen ....................107
Voor snelheid gecompenseerde volumebediening (SDVC) .......107
Z
Zendergeheugen ........................109
Zenderlijst ................................... 109
Zendermenu ............................... 109
Zenders bijwerken ......................109
Zenders opvragen ......................109Zenders zoeken via doorloop .....109
Zender zoeken............................ 109
Inleiding..................................... 134
Radio ......................................... 146
Cd-speler ................................... 154
AUX-ingang ............................... 158
Trefwoordenlijst ......................... 160CD 30 / CD 30 MP3
134InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............134
Antidiefstalfunctie ......................135
Overzicht .................................... 136
Bediening ................................... 139
Geluidsinstellingen ....................142
Volume-instellingen ...................143Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio heeft negen geheugenposi‐
ties voor het automatisch opslaan van zenders voor elk frequentiebereik:
FM, AM en DAB (indien beschikbaar).
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u zowel met audio-cd's als met
mp3-cd's.
Ook kan er op het Infotainmentsys‐
teem een externe bron, bijv. een mo‐
biele telefoon, worden aangesloten.
Het geluid van een op de AUX-ingang van uw auto aangesloten audiobron,
bijv. een draagbare cd-speler of een
mp3-speler, kan via de luidsprekers
van het Infotainmentsysteem worden
weergegeven.
Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobiele te‐ lefoonportaal.Eventueel kunt u het Infotainmentsys‐
teem met de knoppen op het stuur‐
wiel bedienen.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐
makkelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het infotainment-systeem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel uw auto aan