24Sleutels, portieren en ruitenHandzender
Wordt gebruikt voor:■ Centrale vergrendeling
■ Vergrendelingssysteem
■ Diefstalalarmsysteem
■ Elektrisch bediende ruiten
■ Zonnedak
De afstandsbediening heeft een be‐ reik van ca. 20 meter. Dit kan beperkt worden door invloeden van buitenaf.
Brandende alarmknipperlichten die‐
nen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig ge‐
bruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het ge‐
volg zijn van het volgende:
■ Bereik overschreden
■ Batterijspanning te laag
■ Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten het be‐
reik, waardoor er opnieuw gesyn‐
chroniseerd moet worden
■ Overbelasting van de centrale ver‐ grendeling door herhaalde, snel op‐
eenvolgende activering van de
handzender, waardoor de stroom‐
voorziening voor korte tijd wordt on‐ derbroken
■ Storing door radiogolven afkomstig
van externe zenders met een hoog
vermogen
Ontgrendelen 3 25.Basisinstellingen
Sommige instellingen kunt u veran‐
deren in het menu Instellingen op het
Info-display . Persoonlijke instellingen
3 138.
Batterij van de handzender
vervangen Zodra de reikwijdte afneemt, de bat‐terij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Instrumenten en bedieningsorganen139
De volgende instellingen kunnen wor‐
den geselecteerd door draaien van
en indrukken van de multifunctionele
toets:
■ Instellingen sportmodus
■ Talen (Languages)
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstellingen
■ Auto-instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Instellingen sportmodus
U kunt de functies kiezen die in de
sportmodus worden geactiveerd
3 184.
■ Sportieve vering : Demping wordt
stugger.
■ Sportieve prestaties aandrijflijn :
Gasaanname en schakelkarakte‐
ristieken worden sneller.■ Sportieve besturing : Stuurbekrach‐
tiging is verminderd.
■ Andere kleur verlichting
hoofdinstr. : Verandert de kleur van
de instrumentenverlichting.
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie klok 3 110.
Radio-instellingen
Zie de beschrijving in de handleiding
Infotainmentsysteem voor nadere in‐
formatie.
Telefooninstellingen
Zie de beschrijving in de handleiding
Infotainmentsysteem voor nadere in‐ formatie.Auto-instellingen
■ Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Veran‐
dert het niveau van het luchtdebiet
van de klimaatregeling in het interi‐
eur in automatische modus.
Klimaatregelingsmodus : Regelt de
toestand van de koelcompressor wanneer de auto wordt gestart.
Laatste instelling (aanbevolen) of
bij starten van auto altijd AAN of al‐
tijd UIT.
Autom. achterruitverwarming : Acti‐
veert de automatische achterruit‐
verwarming.
Instrumenten en bedieningsorganen141
Druk op de toets CONFIG op de con‐
sole van het Infotainmentsysteem om
naar het menu Configuratie te gaan.
Draai aan de multifunctionele knop
om in de lijst omhoog of omlaag te
scrollen. Druk op de multifunctionele
knop (Navi 950 / Navi 650: druk op de buitenste ring) om een menuoptie te
selecteren.
■ Profiel sportmodus
■ Talen (Languages)
■ Tijd en datum
■ Radio-instellingen
■ Telefooninstelling
■Navigatie-instellingen
■ Displayinstellingen
■ Voertuig instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Profiel sportmodus ■ Sportprestaties motor :
Gasaanname en schakelkarakte‐
ristieken worden sneller.
■ Achtergrondverlichting
sportmodus :
Verandert de kleur van de instru‐
mentenverlichting.
■ Sportieve vering : Demping wordt
stugger.
■ Sportieve besturing : Stuurbekrach‐
tiging is verminderd.
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Telefooninstelling
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Navigatie-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Displayinstellingen ■ Menu startpagina :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Optie camera achter :
Druk hierop om de opties voor de
achteruitcamera aan te passen
3 212.
■ Display Uit :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
■ Kaartinstellingen :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
324KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 324
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 326Klantinformatie
Conformiteitsverklaring
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC
verzenden en/of ontvangen. Deze
systemen voldoen aan de essentiële
vereisten en alle andere relevante be‐
palingen van Richtlijn 1999/5/EC. Exemplaren van de originele Confor‐
miteitsverklaringen vindt u op onze
website.
Radarsystemen
Landspecifieke conformiteitsverkla‐
ringen voor radarsystemen staan op
de volgende pagina:
Klantinformatie327Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals ra‐ diogestuurde afstandsbedieningen
voor het vergrendelen/ontgrendelen
van de deuren en starten en zenders
in de auto voor het openen van gara‐ gedeuren. RFID-technologie in Opel-
voertuigen gebruikt geen persoonlijke
informatie, houdt ze niet bij of koppelt deze niet aan andere Opel-systemen
die persoonlijke informatie bevatten.
331
O
Olie, motor .......................... 294, 298
Ontlaadbeveiliging accu ............156
Opbergruimte................................ 63
Opbergruimte achter..................... 90
Opbergruimte voorin .....................64
Opbergvakken .............................. 63
Opbergvak middenconsole ..........66
Opbergvak onder passagiersstoel 65
Opgeslagen instellingen ...............25
Opschakelen............................... 120
Overzicht instrumentenpaneel .....12
P Panoramadak .............................. 40
Parkeerhulp ............................... 204
Parkeerlichten ............................ 153
Parkeren .............................. 21, 173
Park pilot met ultrasoonsensoren 204
Partikelfilter ................................. 174
Pech ........................................... 287
Pedaal intrappen ........................119
Persoonlijke instellingen ............138
Pollenfilter .................................. 167
Portieren ....................................... 28
Portier open ............................... 124
Prestaties ................................... 304
Profieldiepte ............................... 271Q
Quickheat ................................... 166
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) .................................... 327
Regelbare instrumentenverlichting ...........153
Regeleenheid smartphone .........131
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 326
Remassistentie .......................... 182
Rem- en koppelingssysteem .....119
Rem- en koppelingsvloeistof ......294
Remmen ............................ 179, 236
Remvloeistof .............................. 236
Reservewiel ............................... 281
Richtingaanwijzer ......................118
Richtingaanwijzers ..................... 151
Richtingaanwijzers vooraan ......246
Roetfilter ............................. 122, 174
Rugleuning neerklappen .............46
Ruiten ........................................... 35
Rijgedrag en aanhangertips ......226
Rijverlichting ................14, 123, 144
S Service ............................... 167, 293
Service-display .......................... 115
Service-indicatie ........................119Service-informatie ...................... 293
Sjorogen ...................................... 95
Slepen ................................ 226, 287
Sleutel, opgeslagen instellingen ...25
Sleutels ........................................ 23
Sleutels, sloten ............................. 23
Sneeuwkettingen .......................273
Snelheidsbegrenzer ...................189
Snelheidsmeter .......................... 112
Spiegelverstelling ........................10
Sproeiervloeistof ........................236
Startbeveiliging ....................33, 123
Starten en bediening ..................169
Starthulp gebruiken ...................285
Stoelpositie .................................. 43
Stoelverstelling ........................7, 43
Stop/Start-systeem .....................171
Storing ....................................... 177
Storing elektrische handrem .......120
Storingsindicatielamp ................119
Stroomonderbreking ..................178
Sturen ......................................... 168
Stuurbedieningsknoppen ...........105
Stuurbekrachtiging .....................121
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......235
Stuurwiel instellen ........................ 11
Stuurwielverstelling .................... 105
Symbolen ....................................... 4