Page 25 of 113

Radio25
Let op
De momenteel beluisterde radiozen‐ der wordt aangeduid door het sym‐
bool l naast de naam van de zen‐
der.
Categorielijsten Talloze RDS 3 27 en DAB 3 29
zenders zenden een PTY-code uit, die het uitgezonden programmatype
aangeeft (bijv. nieuws). Sommige
zenders wijzigen afhankelijk van de inhoud die op dat moment wordt uit‐
gezonden ook de PTY-code.
Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de desbetreffende categorie‐
lijst op.
Let op
De submenuoptie categorielijst is al‐
leen beschikbaar voor de frequen‐
tiebereiken FM en DAB.
Zoeken op een programmatype dat
door de zenders wordt opgegeven:
selecteer de specifieke categorielij‐
stoptie van het frequentiebereik.
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmatypes.
Let op
Bij het frequentiebereik DAB ver‐
schijnen alleen de geselecteerde ca‐ tegorieën 3 29 in de categorielijst.
Selecteer het gewenste programma‐
type. Er verschijnt een lijst met zen‐
ders die een programma van het ge‐
selecteerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
De momenteel beluisterde radiozen‐ der wordt aangeduid door het sym‐bool l naast de naam van de zen‐
der.
DAB-berichten
Naast hun muziekprogramma's zen‐
den veel DAB-zenders ook diverse
categorieën berichten uit. Als u som‐
mige of alle categorieën activeert,
wordt de momenteel ontvangen DAB- service bij een bericht uit deze cate‐
gorieën onderbroken.
Het activeren van berichtcategorieën Selecteer DAB-aankondigingen in
het DAB-frequentiebereikmenu. Er verschijnt een lijst met categorieën.
Page 26 of 113

26Radio
Activeer alle of alleen de gewenste
berichtcategorieën. Er kunnen ver‐
schillende berichtcategorieën tegelijk
worden geselecteerd.
Let op
DAB-berichten kunnen alleen ont‐
vangen worden als de DAB-
golfband geactiveerd is.
Zenderlijsten bijwerken Als de in een frequentiebereikspeci‐
fieke zenderlijst opgeslagen zenders
niet meer kunnen worden ontvangen,
selecteer dan afhankelijk van het fre‐
quentiebereik FM-zenderlijst
updaten , AM-zenderlijst updaten of
DAB-zenderlijst updaten .
Let op
Bij de update van een lijst van een
station op een specifieke golfband
wordt de overeenkomstige catego‐
rielijst (indien beschikbaar) ook ge‐
updatet.
Het toestel zoekt naar zenders en er verschijnt een bijbehorend bericht.
Na het zoeken verschijnt de betref‐
fende zenderlijst.
Let op
De momenteel beluisterde radiozen‐ der wordt aangeduid door het sym‐
bool l naast de naam van de zen‐
der.
EPG huidig programma
Een elektronische programmagids
(EPG) voorziet u van voortdurend bij‐ gewerkte informatie over huidige en
komende programma's.
Let op
De submenuoptie is alleen beschik‐
baar in het DAB-frequentiebereik‐
menu.Selecteer EPG huidig programma in
het DAB-frequentiebereikmenu voor
informatie over het momenteel ac‐
tieve programma.
EPG zenderlijst De EPG stationlijst bevat de zenders
met een elektronische programma‐ gids.
Page 27 of 113

Radio27
Let op
De submenuoptie is alleen beschik‐
baar in het DAB-frequentiebereik‐
menu.
Selecteer de knop Info op het scherm
om de huidige en komende program‐ ma's van de respectievelijke zender
weer te geven.
Intellitext
Met de functie Intellitext kunt u extra
informatie zoals berichten, financiële
informatie, sport, nieuws, enz. ont‐
vangen.
Let op
De submenuoptie is alleen beschik‐
baar in het DAB-frequentiebereik‐
menu.
Selecteer één van de categorieën en
kies een specifieke optie om gedetail‐
leerde informatie weer te geven.
Info
Selecteer de menuoptie Info voor ge‐
detailleerde informatie over de mo‐
menteel actieve DAB-zender.Let op
De submenuoptie is alleen beschik‐
baar in het DAB-frequentiebereik‐
menu.
Geluidsinstellingen
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het menu Geluidsinstellingen
3 16.
Radio Data System (RDS)
Is een dienst voor FM-zenders die er‐
voor zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en zonder problemen wordt ontvangen.
Voordelen van RDS ■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de zender in
plaats van de frequentie.
■ Bij het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteem alleen af
op RDS-zenders.■ Het Infotainmentsysteem stemt al‐ tijd af op de zendfrequentie van deingestelde zender met de beste
ontvangst via AF (alternatieve fre‐
quentie).
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der geeft het Infotainmentsysteem
radioteksten weer die bijv. informa‐
tie over het actuele programma
kunnen bevatten.
Menu RDS-optie
Om het menu voor de RDS-
configuratie op te roepen:
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Radio-instellingen en dan
RDS-optie om het betreffende menu
weer te geven.
Page 28 of 113

28Radio
Let op
Als RDS op Uit wordt gezet, worden
niet alle bovenstaand getoonde me‐
nuopties weergegeven.
Verkeersberichten (TA)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS-
zenders die verkeersinformatie uit‐
zenden. Als verkeersinformatie is in‐ geschakeld, wordt de momenteel ac‐
tieve functie voor de duur van het ver‐
keersbericht onderbroken.
Verkeersberichten in- en
uitschakelen
Zet de menuoptie TA op Aan of Uit.
Als de verkeersinformatie geacti‐
veerd is, verschijnt [TP] op de boven‐
ste regel van alle menu's. Als de ac‐
tuele zender geen verkeersinforma‐
tiezender is, wordt TP uitgegrijsd en
wordt er automatisch naar de vol‐
gende verkeersinformatiezender ge‐
zocht. Zodra er een verkeersinforma‐
tiezender wordt gevonden, wordt TP
gemarkeerd. Als er geen verkeersin‐
formatiezender wordt gevonden, blijft
TP uitgegrijsd.
Als er een verkeersbericht op de be‐
treffende zender wordt uitgezonden,
verschijnt er een bericht.
Bericht onderbreken en terugaan
naar de eerder geactiveerde functie:
selecteer de knop Annuleren op het
scherm in het bericht.
TP-volume
Het volume van verkeersberichten kan vooraf worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 63.
RDS-configuratie
Zet RDS op Aan of Uit.Radiotekst
Als de RDS-functie wordt geactiveerd en er momenteel een RDS-zender
wordt ontvangen, verschijnt er infor‐
matie over het huidige programma en
de momenteel beluisterde muzeik‐
track onder de naam van het pro‐
gramma.
Toon of verberg deze informatie door
Radiotekst op Aan of Uit te zetten.
Regio-instelling
Soms zenden RDS-zenders regio‐
naal verschillende programma's op
verschillende frequenties uit.
Zet Regionaal op Aan of Uit.
Als de regio-instelling ingeschakeld
is, worden er zo nodig andere fre‐ quenties met dezelfde regionale pro‐gramma's geselecteerd. Is de regio-
instelling uitgeschakeld, worden al‐
ternatieve frequenties voor de zen‐
ders geselecteerd zonder rekening te houden met regionale programma's.
Page 29 of 113

Radio29
PSN bladeren blokkeren
Sommige RDS-zenders geven niet alleen de programmaservicenaam
(PSN) weer op het display, maar to‐
nen ook extra informatie over de hui‐
dige zender. Als er extra informatie
verschijnt, is de programmanaam
verborgen.
Zet om te voorkomen dat er extra in‐ formatie verschijnt Bevries PSN-
scrollen op Aan .
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene aanwijzingen ■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma's (diensten) op dezelfdefrequentie worden uitgezonden(ensemble).■ Naast hoogwaardige diensten voor
digitale audio is DAB ook in staat
om programmagerelateerde gege‐
vens en een veelheid aan andere
dataservices uit te zenden, inclusief
reis - en verkeersinformatie.
■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐ ger een signaal van een zender op
kan vangen (ook al is het signaal
erg zwak), is de geluidsweergave
gewaarborgd.
■ Er is fading (zwakker worden van het geluid dat typerend is voor AM-of FM-ontvangst). Het DAB-signaalwordt op een constant volume
weergegeven.
Als het DAB-signaal te zwak is om
door de radio te worden opgevan‐
gen, wordt de weergave geheel on‐
derbroken. Dit probleem kan wor‐ den vermeden door in het optie‐menu DAB Service koppelt DAB
en/of Service koppelt FM te active‐
ren (zie onderstaand).
■ Interferentie door zenders op nabu‐
rige frequenties (een verschijnsel
dat typisch is voor AM- en FM-ont‐
vangst) doet zich bij DAB niet voor.■ Als het DAB-signaal door natuur‐ lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verzwakt.
■ Na het inschakelen van DAB-ont‐ vangst blijft de FM-tuner van het In‐fotainmentsysteem op de achter‐
grond actief en zoekt continu naar
de FM-zenders met de beste ont‐
vangst. Als TP 3 27 geactiveerd is,
worden de verkeersberichten van
de FM-zender met de op dat mo‐
ment beste ontvangst doorgege‐
ven. Deactiveer TP, als DAB-ont‐
vangst niet door FM-verkeersbe‐
richten moet worden onderbroken.
Menu DAB-optie
Om het menu voor de DAB-configu‐
ratie op te roepen:
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Radio-instellingen en dan
DAB-optie om het betreffende menu
weer te geven.
Page 30 of 113

30Radio
DAB categorie-instellingen
Om te kiezen welke categorieën in
DAB-categorieënlijst in DAB-menu
3 24 worden weergegeven selecteert
u DAB categorie-instellingen . Het be‐
treffende menu verschijnt.Selecteer Alle of selecteer en dese‐
lecteer alleen bepaalde categorieën
uit de beschikbare opties.
Selecteer de knop OK op het scherm
om uw keuze te bevestigen.
DAB-configuratie
In het menu DAB-optie kunt u functies
met betrekking tot de DAB-radio-ont‐
vangst instellen.
Servicekoppeling DAB
Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op dezelfde ser‐
vice van een ander DAB-ensemble
(frequentie indien beschikbaar) als
het DAB-signaal te zwak is om door
de radio te worden opgevangen.
Zet Service koppelt DAB op Aan of
Uit .
Servicekoppeling FM
Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op eenzelfde
FM-zender van de actieve DAB-ser‐
vice (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Zet Service koppelt FM op Aan of Uit.
Dynamische bereikcompressie Als deze functie geactiveerd is, wordt
het dynamische bereik van het DAB-
signaal gereduceerd. Dit betekent dat
het niveau harde geluiden wordt ge‐
reduceerd en dat het niveau van rus‐
tige geluiden wordt verhoogd. Daar‐
door kan het volume van het Infotain‐ ment zo worden afgesteld dat zacht
geluid goed hoorbaar is zonder dat
hard geluid te hard klinkt.
Zet Dyn. bereikregeling op Aan of Uit.
Page 31 of 113
Radio31
Frequentiebereik selecteren
Via deze functie kunt u definiëren welke DAB-frequentiebereiken door
het Infotainmentsysteem moeten
worden ontvangen.
Kies Alleen L-band
( 1452 - 1492 MHz, grond- en satellie‐
tradio) Alleen Band III
(174 - 240 MHz, grondradio) of
Allebei .
Radiotekst
Als deze functie geactiveerd is, ver‐
schijnt er extra informatie over het
momenteel ontvangen programma of
de momenteel ten gehore gebrachte
muziektrack, zoals titel, artiest, genre, nieuws of verkeersberichten.
Toon of verberg deze informatie door
Radiotekst op Aan of Uit te zetten.
Diavoorstelling
Als deze functie geactiveerd is, ver‐ schijnt er extra informatie over het
momenteel ontvangen programma of
de momenteel ten gehore gebrachte
muziektrack in de vorm van afbeel‐
dingen, grafische vormgeving of korte videoclips.Toon of verberg deze afbeeldingen,
grafische vormgeving of videoclips
door Diavoorstelling op Aan of Uit te
zetten.
Page 32 of 113

32Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie....................32
Audio afspelen ............................. 35
Afbeeldingen weergeven .............39
Films afspelen .............................. 41
Smartphone-applicaties
gebruiken ..................................... 44Algemene informatie
In de middenconsole onder de knop‐
pen voor de klimaatregeling bevindt
zich een AUX-poort en een USB-aan‐ sluiting voor het aansluiten van ex‐
terne audiogegevensbronnen.
Voorzichtig
Laad via de USB-aansluiting geen toebehoren met USB-stekker op.
Door de warmteontwikkeling kan
het systeem minder goed gaan
werken of kan het Infotainment‐
systeem beschadigd raken.
Wijzig indien configurabel de in‐
stellingen van de apparatuur, bijv.
smartphones, zodanig dat de
USB-verbinding alleen wordt ge‐
bruikt voor gegevensoverdracht
en niet voor opladen.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
AUX-ingang
U kunt bijvoorbeeld een iPod of een ander randapparaat op de AUX-in‐
gang aansluiten.
Na het aansluiten op de AUX-ingang
wordt het audiosignaal van het rand‐
apparaat via de luidsprekers van het
Infotainmentsysteem verzonden.
Het volume en de geluidsinstellingen
kunnen via het Infotainmentsysteem
worden aangepast. Alle andere be‐
dieningsfuncties werken via het rand‐
apparaat zelf.