Page 73 of 113

Inleiding73Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU-TUNE en menu's op
het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ het bedieningspaneel op het Info‐ tainmentsysteem 3 68
■ audioknoppen op het stuurwiel 3 68.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen Druk de X VOL -knop kort in. Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op de knop X VOL om
het systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uit staat, met be‐
hulp van de knop X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen Draai aan de m VOL -knop. De actuele
instelling verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐ schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
■ het maximale inschakelvolume 3 77
■ het volume van verkeersberichten 3 77.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid gecompenseerd volume 3 77 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.Stiltefunctie
Druk op de toets y / @ of de toets @
(als telefoonportal beschikbaar is: en‐
kele seconden indrukken) om het ge‐
luid van de audiobronnen te onder‐
drukken.
Geluidsonderdrukkingsfunctie annu‐
leren: draai aan de knop m VOL of
druk op de toets y / @ (wanneer tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele se‐
conden indrukken) of weer op de
toets @.
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij zeer hoge interieurtemperaturen
begrenst het Infotainmentsysteem
het maximaal instelbare volume. In‐
dien nodig wordt het maximale vo‐
lume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden Radio
Druk op de RADIO-toets om het ra‐
diohoofdmenu te openen of om tus‐
sen verschillende frequentiebereiken
te wisselen.
Page 74 of 113

74Inleiding
Druk op de knop MENU-TUNE om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 79.
Audiospelers
CD 3.0 BT: druk één of meerdere ke‐ ren op de toets MEDIA om naar het
hoofdmenu CD, USB, iPod of AUX
(indien beschikbaar) te gaan of om
tussen deze menu's te schakelen.
R 3.0: druk op de toets AUX om naar
het hoofdmenu AUX te gaan.
Druk op de knop MENU-TUNE om
naar de betreffende menu's met op‐
ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
■ CD-spelerfuncties 3 88
■ AUX-functies 3 91
■ USB-poortfuncties 3 92
■ Bluetooth-muziekfuncties 3 95.
Telefoon
Druk kort op de toets y / @ om naar
het telefoonmenu te gaan.Druk op de knop MENU-TUNE om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 97.
Systeeminstellingen De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐
baar in diverse talen.
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer de menuoptie Talen
(Languages) in het menu
Instellingen om het betreffende menu
weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Een gedetailleerde beschrijving voor
de menubediening vinden 3 75.
Tijd- en datuminstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Voertuiginstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Andere instellingen
U vindt een gedetailleerde beschrij‐
ving voor alle andere instellingen in
de betreffende hoofdstukken.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle instellingen, bijv. de volume- en
geluidsinstellingen, de favorietenlijs‐
ten of de Bluetooth-apparatenlijst,
kunnen op de fabriekswaarden wor‐
den teruggezet.
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen. Se‐
lecteer Auto-instellingen en vervol‐
gens Fabrieksinstellingen herstellen .
Page 75 of 113

Inleiding75
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Basisbediening
MENU-TUNE-knop
De knop MENU-TUNE is het centrale
bedieningselement voor de menu's.
Draai aan de MENU-TUNE-knop:
■ een menuoptie markeren
■ een numerieke waarde instellen.
Druk de toets MENU-TUNE in:
■ de gemarkeerde optie selecteren of
inschakelen
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen.Knop P BACK
Druk de P BACK -toets kort in om:
■ een menu te verlaten
■ van een submenu naar het naast‐ hoger gelegen menuniveau te gaan
■ het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen.
Houd de P BACK -toets enkele se‐
conden ingedrukt om de hele invoer
te wissen.
Voorbeelden van de
menubediening
Een optie selecteren
Draai aan de knop MENU-TUNE om
de cursor (= gekleurde achtergrond) naar de gewenste optie te verplaat‐
sen.
Druk op de knop MENU-TUNE om de
gemarkeerde optie te selecteren.
Submenu's
Een pijltje aan de rechterkant van het menu geeft aan dat na er na het se‐
lecteren van die optie een submenu
met verdere opties verschijnt.
Een instelling activeren
Draai aan de knop MENU-TUNE om
de gewenste instelling te markeren.
Druk op de knop MENU-TUNE om de
instelling te activeren.
Een waarde instellen
Page 76 of 113

76Inleiding
Draai aan de knop MENU-TUNE om
de actuele waarde van de instelling te wijzigen.
Druk op de knop MENU-TUNE om de
ingestelde waarde te bevestigen.
De cursor gaat daarna naar de vol‐
gende waarde. Als alle waarden zijn
ingesteld, gaat u automatisch terug
naar het naasthogere menuniveau.
Een instelling aanpassen
Draai aan de knop MENU-TUNE om
de instelling aan te passen.
Druk op de knop MENU-TUNE om de
instelling te bevestigen.
Een functie in- of uitschakelen
Draai aan de knop MENU-TUNE om
de functie die u in of uit wilt schakelen te markeren.
Druk op de knop MENU-TUNE om
tussen de instellingen Aan en Uit te
wisselen.
Een tekenreeks invoeren
Tekenreeksen invoeren, bijv. pinco‐
des of telefoonnummers:
Draai aan de knop MENU-TUNE om
het gewenste teken te markeren.
Druk op de knop MENU-TUNE om
het gemarkeerde teken te bevesti‐
gen.
Het laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist met de optie k op
het display of door op de toets
P BACK te drukken. Door de
P BACK -toets ingedrukt te houden,
wordt de complete invoer verwijderd.
Wijzig de positie van de cursor in de
al ingevoerde tekenreeks door ◀ of ▶
op het display te selecteren.
Geluidsinstellingen In het geluidsinstellingenmenu kunt uvoor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler afzonderlijk de
geluidskarakteristieken instellen.
Druk op de toets TONE om het menu
Geluidsinstellingen op te roepen.
Page 77 of 113

Inleiding77
Lage, middelhoge en hoge
tonen instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Volumeverdeling voor en achter instellen
Blader door de lijst en selecteer
Fader .
Stel de gewenste waarde in.
Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Stel de gewenste waarde in.
Een geluidsstijl selecteren
Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer). Het menu EQ-
instellingen wordt weergegeven.
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeursinstellingen voor
de lage, middelhoge en hoge tonen
Selecteer de gewenste optie.
Eén instelling op "0" zetten Selecteer de gewenste optie en druk
enkele seconden op de knop
MENU-TUNE .
De waarde wordt teruggezet op "0".
Alle instellingen op "0" of "UIT"
zetten
Houd de TONE-toets enkele secon‐
den ingedrukt.
Alle waarden worden op "0" terugge‐
zet, de EQ-voorkeuzeinstelling wordt
op " UIT" gezet.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Autom. volumeregeling .
Page 78 of 113
78Inleiding
De functie Autom. volumeregeling
kan worden gedeactiveerd of de mate van volumeaanpassing kan worden
geselecteerd in het getoonde menu.
Selecteer de gewenste optie.
Maximaal inschakelvolume
aanpassen Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Maximaal startvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Volume van verkeersberichten
aanpassen Het volume van verkeersberichtenkan zodanig vooraf worden ingestelddat het met het normale audiovolume toe- of afneemt.
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen , RDS-
opties en vervolgens TA-volume.
Stel de gewenste waarde in.
Volume van de beltoon
aanpassen
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Belvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Page 79 of 113

Radio79RadioGebruik........................................ 79
Zender zoeken ............................. 79
Autostore-lijsten ........................... 80
Favorietenlijst ............................... 81
Frequentiebereikmenu's ..............81
Radio Data System (RDS) ...........83
Digital Audio Broadcasting ..........85Gebruik
Radio activeren
Druk op de RADIO-toets om het ra‐
diohoofdmenu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der wordt weergegeven.
Frequentiebereik selecteren Druk een of meerdere malen op de
RADIO -toets om het gewenste fre‐
quentiebereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van dat frequentiebereik wordt
weergegeven.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op de toetsen s of u
om de volgende zender in het zen‐
dergeheugen weer te geven.
Handmatig zender zoekenHoud de toetsen s of u inge‐
drukt. Laat de betreffende toets los zodra de gewenste frequentie op de
getoonde frequentieweergave bijna is
bereikt.
De volgende ontvangbare zender wordt opgezocht en automatisch af‐
gespeeld.
Let op
Handmatig zender zoeken: Als de
radio geen station vindt, schakelt hij
automatisch naar een gevoeliger
zoekniveau. Als er dan nog geen
station wordt gevonden, zal de laatst
actieve frequentie weer worden ge‐
kozen.
Page 80 of 113

80Radio
Let op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er al‐
leen naar RDS-zenders 3 83 ge‐
zocht en als verkeersinformatie TP is ingeschakeld, wordt er alleen naar
zenders met verkeersinformatie
3 83 gezocht.
Handmatig zenders afstemmen Druk in het hoofdmenu radio op de
knop MENU-TUNE om naar het be‐
treffende frequentiebereikmenu te
gaan en selecteer Handmatig
afstemmen FM , Handmatig
afstemmen AM of Handmatig
afstemmen DAB .
Draai op het frequentiedisplay dat
verschijnt aan de knop MENU-TUNE
om de optimale ontvangstfrequentie
in te stellen.
Autostore-lijsten
De best ontvangen zenders in een
bepaald frequentiebereik kunnen met de Autostore-functie automatisch
worden opgezocht en opgeslagen.Elk frequentiebereik heeft 2 Auto‐
store-lijsten ( AS-zenders 1 , AS-
zenders 2 ), waarin elk 6 zenders kun‐
nen worden opgeslagen.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Automatische zenderopslag Houd de FAV 1-2-3 -toets ingedrukt
tot een autostore-bericht wordt weer‐
gegeven. De 12 sterkste zenders in
het actuele frequentiebereik worden
in de 2 autostorelijsten opgeslagen.
Druk op de knop MENU-TUNE om de
Autostore-functie te annuleren.
Zenders met de hand opslaan
Zenders kunnen ook handmatig in de autostorelijsten worden opgeslagen.
Selecteer de zenders die u wilt op‐
slaan.
Druk één of meerdere keren op de
toets FAV 1-2-3 om naar de gewenste
lijst over te schakelen.
De zender opslaan in een lijstpositie:
druk op de desbetreffende zender‐
knop 1... 6 tot een bevestigingsbericht
wordt weergegeven.
Let op
Handmatig opgeslagen zenders
worden bij het automatisch zenders
opslaan overschreven.
Let op
Voor het werken met deze functie
moet de functie AS-zenders geacti‐
veerd zijn (zie onderstaand).
Een zender oproepen
Druk één of meerdere keren op de
toets FAV 1-2-3 om naar de gewenste
lijst over te schakelen.
Druk kort op één van de voorkeur‐ toetsen 1... 6 om de zender in de bij‐
behorende lijstpositie op te roepen.
Let op
Voor het werken met deze functie
moet de functie AS-zenders geacti‐
veerd zijn (zie onderstaand).