lWMA bestanden die geschreven zijn
onder andere dan de aangegeven
specificaties worden mogelijk niet
normaal weergegeven of de
bestandsnamen of mapnamen worden
mogelijk niet correct getoond.
lDe bestandsextensie is mogelijk niet
aanwezig, afhankelijk van het
besturingssysteem van de computer,
versie, software of instellingen. Voeg in
dit geval de bestandsextensie“.wma”
toe aan het einde van de bestandsnaam
en schrijf deze vervolgens op de disc.
qBedieningstips voor AAC
AAC staat voor Geavanceerde
Audiocodering, een gestandaardiseerde
stemcompressie, zoals bepaald door de
ISO
*1werkgroep (MPEG).
Audiogegevens kunnen gecreëerd en
opgeslagen worden met een hogere
compressieverhouding dan MP3.
*1 Internationale Organisatie voor
Standaardisering
Afspeelbare AAC bestandspecificaties
Dit apparaat ondersteunt weergave van
AAC bestanden die opgenomen zijn in
CD-R en CD-RW.
Afspeelbare AAC bestanden zijn als
volgt:
Onderwerp Inhoud
Technische
gegevensMPEG-4 AAC
Bemonsteringssnelheid8/11,025/12 kHz
16/22,05/24 kHz
32/44,1/48 kHz
Bitsnelheid 24―320 kbps
OPGELET
Dit apparaat geeft bestanden met de
(m4a) bestandsextensie weer als een
AAC bestand. Gebruik de AAC
bestandsextensie niet voor andere
bestanden dan AAC bestanden. Anders
kan dit storing of defecten veroorzaken.
lMuziekstuk-, artiest- en
albumnaaminformatie in het AAC
bestand wordt opgenomen als
zogenoemde“iTunes, m4a, Meta-Data
van toepassing”gegevens en deze
informatie is toonbaar.
lAAC bestanden die geschreven zijn
onder andere dan de aangegeven
specificaties worden mogelijk niet
normaal weergegeven of de
bestandsnamen of mapnamen worden
mogelijk niet correct getoond.
lDe bestandsextensie is mogelijk niet
aanwezig, afhankelijk van het
besturingssysteem van de computer,
versie, software of instellingen. Voeg in
dit geval de bestandsextensie“.m4a”
toe aan het einde van de bestandsnaam
en schrijf deze vervolgens op de disc.
5-24
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
qBedieningstips voor USB apparaat
Dit apparaat ondersteunt weergave van
MP3/WMA/AAC bestanden die zijn
opgenomen op een USB apparaat.
OPMERKING
lMuziekgegevens (MP3/WMA/AAC
(.m4a) formaat) die zijn opgeslagen
in een apparaat dat werkt volgens de
norm voor USB massaopslag (zoals
een USB flash-geheugen) kunnen
worden afgespeeld.
lOok al voldoet het audiobestand aan
bovenstaande norm, bestaat de kans
dat weergave niet mogelijk is,
afhankelijk van het type en de
toestand van het USB flash-
geheugen.
lEen door auteursrecht beschermd
WMA/AAC bestand kan in deze
installatie niet worden afgespeeld.
lDe volgorde van de muziekgegevens
die zijn opgeslagen in het apparaat
kunnen verschillen van de
weergavevolgorde.
lOm verlies of beschadiging van
opgeslagen gegevens te voorkomen
wordt het aangeraden altijd een
reservekopie van uw gegevens te
maken.
lAls een apparaat de maximale
waarde voor elektrische
stroomverbruik van 500 mA
overschrijdt, bestaat de kans dat het
apparaat niet werkt of oplaadt
wanneer dit wordt aangesloten.
lIn de USB modus het USB apparaat
niet uittrekken (trek dit enkel uit in
de FM/AM radio of CD modus).
OPMERKING
lHet apparaat zal niet functioneren als
de gegevens door een wachtwoord
beveiligd zijn.
Afspeelbare MP3 bestand specificaties
Afspeelbare MP3 bestanden zijn als volgt:
Onderwerp Inhoud
Technische
gegevensMPEG1 AUDIO LAYER III
MPEG2 AUDIO LAYER III
MPEG2.5
Bemonsteringssnelheid44,1/48/32 kHz (MPEG1)
22,05/24/16 kHz (MPEG2)
11,025/12/8 kHz (MPEG2.5)
Bitsnelheid32―320 kbps (MPEG1)
8―160 kbps (MPEG2)
8―160 kbps (MPEG2.5)
OPGELET
Dit apparaat geeft bestanden met de
bestandsextensie (mp3) weer als een
MP3 bestand. Gebruik de MP3
bestandsextensie niet voor andere
bestanden dan MP3 bestanden. Anders
kan dit storing of defecten veroorzaken.
lMP3 bestanden die geschreven zijn
onder andere dan de aangegeven
specificaties worden mogelijk niet
normaal weergegeven of de
bestandsnamen of mapnamen worden
mogelijk niet correct getoond.
lDe bestandsextensie is mogelijk niet
aanwezig, afhankelijk van het
besturingssysteem van de computer,
versie, software of instellingen. Voeg in
dit geval de bestandsextensie“.mp3”
toe aan het einde van de bestandsnaam
en schrijf deze vervolgens in het
geheugen.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-25
Afspeelbaar WMA bestand specificatie
Afspeelbare WMA bestanden zijn als
volgt:
Onderwerp Inhoud
Technische
gegevensWindows Media Audio Versie
7.0, 8.0, 9.0 (standaard)
Bemonsteringssnelheid8/11,025 kHz (LOW)
16/22,05 kHz (MID)
44,1/48/32 kHz (HI)
Bitsnelheid 32―320 kbps
OPGELET
Dit apparaat geeft bestanden met de
bestandsextensie (wma) weer als een
WMA bestand. Gebruik de WMA
bestandsextensie niet voor andere
bestanden dan WMA bestanden.
Anders kan dit storing of defecten
veroorzaken.
lWMA bestanden die geschreven zijn
onder andere dan de aangegeven
specificaties worden mogelijk niet
normaal weergegeven of de
bestandsnamen of mapnamen worden
mogelijk niet correct getoond.
lDe bestandsextensie is mogelijk niet
aanwezig, afhankelijk van het
besturingssysteem van de computer,
versie, software of instellingen. Voeg in
dit geval de bestandsextensie“.wma”
toe aan het einde van de bestandsnaam
en schrijf deze vervolgens in het
geheugen.
Afspeelbaar AAC bestand specificatie
Afspeelbare AAC bestanden zijn als
volgt:
Onderwerp Inhoud
Technische
gegevensMPEG4 AAC-LC
Bemonsteringssnelheid8/11,025/12 kHz
16/22,05/24 kHz
32/44,1/48 kHz
Bitsnelheid 16―320 kbps
OPGELET
Dit apparaat geeft bestanden met de
extensie (.aac*1/.m4a) weer als een
AAC bestand. Gebruik de AAC
bestandsextensie niet voor andere
bestanden dan AAC bestanden. Anders
kan dit storing of defecten veroorzaken.
*1 Type C/Type D
Zie Audio instellen (Type C/Type
D) op pagina 5-43.
lAAC bestanden die geschreven zijn
onder andere dan de aangegeven
specificaties worden mogelijk niet
normaal weergegeven of de
bestandsnamen of mapnamen worden
mogelijk niet correct getoond.
lDe bestandsextensie is mogelijk niet
aanwezig, afhankelijk van het
besturingssysteem van de computer,
versie, software of instellingen. Voeg in
dit geval de bestandsextensie“.aac
*1”
of“.m4a”toe aan het einde van de
bestandsnaam en schrijf deze
vervolgens in het geheugen.
*1 Type C/Type D
Zie Audio instellen (Type C/Type
D) op pagina 5-43.
5-26
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
qBedieningstips voor iPod
Dit apparaat ondersteunt weergave van
muziekbestanden die zijn opgenomen op
een iPod.
liPod is een handelsmerk van Apple
Inc., gedeponeerd in de VS en overige
landen.
liPod classic is een handelsmerk van
Apple Inc., gedeponeerd in de VS en
overige landen.
liPod nano is een handelsmerk van
Apple Inc., gedeponeerd in de VS en
overige landen.
liPod touch is een handelsmerk van
Apple Inc., gedeponeerd in de VS en
overige landen.
liPhone is een handelsmerk van Apple
Inc., gedeponeerd in de VS en overige
landen.
Aansluitbare iPods zijn als volgt:
(Type A/Type B)
liPod: 5G
liPod classic
liPod nano: 1/2/3/4/5G
liPod touch*1: 1/2G
liPhone*1: 3G/3GS
*1 Enkel iPod functie
(Type C/Type D)
liPod classic
liPod nano: 4/5/6G
liPod touch*1: 2/3/4G
liPhone*1: 3GS/4/4S
*1 Enkel iPod functie
OPGELET
lVerwijder de iPod wanneer deze niet
wordt gebruikt. Aangezien de iPod
niet bestand is tegen grote
temperatuurswisselingen in de
cabine, bestaat de kans dat deze als
gevolg van de extreme temperaturen
of vochtigheid in de cabine
beschadigd raakt of dat de
batterijprestaties verminderen als de
iPod in de auto wordt achtergelaten.
lAls gegevens in de iPod verloren
gaan terwijl deze op de installatie is
aangesloten, kan Mazda voor herstel
van verloren gegevens geen garantie
bieden.
lAls de iPod batterijprestaties
verminderd zijn, bestaat de kans dat
de iPod niet oplaadt en dat afspelen
niet mogelijk is wanneer deze op de
installatie wordt aangesloten. De
iPod batterij onmiddellijk vervangen.
lWees voorzichtig dat bij het openen/
sluiten van de middenconsole de
aansluitkabel van de iPod niet
beklemd raakt.
lZie de gebruikershandleiding van de
iPod voor bijzonderheden
betreffende het gebruik van de iPod.
lWanneer de iPod op een USB poort
wordt aangesloten, vindt alle
bediening plaats via de audio-
installatie. Bediening van de iPod is
niet mogelijk.
OPMERKING
De audio-installatie kan de beelden of
video's die op een iPod zijn opgeslagen
niet weergeven.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-27
Audioset (Type A/Type B)í
Type B (RDS* compatibel) Type A (RDS* niet-compatibel)
*Radio data systeem
De illustratie geeft een typisch voorbeeld.
Aan/uit/Volume/Geluidsregelaars ................................................................... pagina 5-30
Bediening van de radio (Type A) ................................................................... pagina 5-32
Bediening van de radio (Type B) .................................................................... pagina 5-34
Bediening van de compact disc (CD) speler ................................................... pagina 5-38
Gebruik van de ingang voor extra apparatuur/USB poort .............................. pagina 5-42
Foutaanduidingen ........................................................................................... pagina 5-42
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-29íBepaalde modellen.
qAan/uit/Volume/Geluidsregelaars
AudioregelknopAan/uit/volumeknop
De afbeelding toont als voorbeeld de type A eenheid.
Installatie AAN/UIT
Zet het contact op ACC of ON. Druk op
de aan/uit/volumeknop om de audio-
installatie in te schakelen. Druk nogmaals
op de aan/uit/volumeknop om de audio-
installatie uit te schakelen.
Afstelling van het volume
Draai de aan/uit/volumeknop om het
volume af te stellen. Draai de aan/uit/
volumeknop rechtsom om het volume te
verhogen en linksom om het volume te
verlagen.
Afstelling van het audiogeluid
1. Druk op de audioregelknop voor het
kiezen van de functie. De gekozen
functie zal op de display worden
aangegeven.2. Draai de audioregelknop om de
gekozen functies als volgt af te stellen:
5-30
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
AanduidingInstelwaarde
Linksom
draaienRechtsom
draaien
(Automatische afstelling
van het volume)Niveau
verlagenNiveau
verhogen
(Lage tonen)Afname van
de lage
tonenToename
van de lage
tonen
(Hoge tonen)Afname van
de hoge
tonenToename
van de hoge
tonen
(Volumebalans
voor/achter)Verplaatsing
van het
geluid naar
vorenVerplaatsing
van het
geluid naar
achteren
(Volumebalans
links/rechts)Verplaatsing
van het
geluid naar
linksVerplaatsing
van het
geluid naar
rechts
(Audiobedieningsgeluid)Uit Aan
(Instellen van de
alternatieve frequentie
(AF))
*1
Uit Aan
(Instellen van het
regionaal programma
(REG))
*1
Uit Aan
*1 Type B
OPMERKING
Ongeveer 5 seconden na het kiezen van
een willekeurige modus, zal de
volumefunctie automatisch worden
gekozen. Voor het terugstellen van de
lage tonen, hoge tonen, fade en balans,
de audioregelknop gedurende 2
seconden ingedrukt houden. Het
apparaat geeft een pieptoon en
“CLEAR”wordt getoond.Automatische niveauregeling (ALC)
De automatische niveauregeling (ALC)
regelt automatisch het audiovolume
overeenkomstig de rijsnelheid. Naarmate
de rijsnelheid hoger wordt, neemt het
volume toe. ALC heeft ALC OFF en
modi ALC LEVEL 1 tot 7. ALC LEVEL
7 is het maximale niveau tot waarbij het
volume kan toenemen. Selecteer de
modus al naargelang de
rijomstandigheden.
Instellen van de alternatieve frequentie
(AF) (Type B)
De AF functie van het Radio Data
Systeem (RDS) kan op aan of uit worden
ingesteld.
Zie Bediening van de radio (Type B) op
pagina 5-34.
Instellen van het regionaal programma
(REG) (Type B)
De REG functie van het Radio Data
Systeem (RDS) kan op aan of uit worden
ingesteld.
Zie Bediening van de radio (Type B) op
pagina 5-34.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-31
qBediening van de radio (Type A)
Handbediende afstemmingScan-toets
BandkeuzetoetsenAutomatische geheugenopslagtoets
Zenderaftasttoetsen
Voorkeuzezendertoetsen
Radio AAN
Druk voor het inschakelen van de radio
op een bandkeuzetoets (
).
Bandkeuze
Door de bandkeuzetoets (
)
herhaalde malen in te drukken worden de
golfbanden als volgt overgeschakeld:
FM1→FM2→AM.
De geselecteerde modus wordt
aangegeven. Bij de ontvangst van FM
stereo, wordt“ST”getoond.
OPMERKING
Als het FM signaal zwak wordt,
verandert de ontvangst automatisch van
STEREO naar MONO om storing te
verminderen. De“ST”indikator gaat
dan uit.
Afstemmen
De radio beschikt over de volgende
afstemmingsmethoden: Afstemming door
middel van handbediening,
zenderaftasting, scan, voorkeuzekanalen
en automatische geheugenopslag. De
gemakkelijkste manier voor het
afstemmen op zenders is om deze op de
voorkeuzekanalen te programmeren.
OPMERKING
Als de stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgesmolten of de accu is
losgekoppeld), zullen de
voorkeuzezenders worden gewist.
Handbediende afstemming
Door het draaien van de handbediende
afstemtoets kan naar een hogere of lagere
frequentie overgeschakeld worden.
Afstemming door middel van
zenderaftasting
Door de zenderaftasttoets (
,)inte
drukken zal de tuner automatisch een
hogere of lagere frequentie zoeken.
5-32
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie