Type A
Type B
Het rijsnelheidalarm kan worden ingesteld
met behulp van de INFO schakelaar.
OPMERKING
lStel de rijsnelheid altijd in
overeenkomstig de wetgeving van
het land/de stad waarin de auto wordt
gebruikt. Controleer daarnaast altijd
de rijsnelheid door naar de
snelheidsmeter te kijken.
lDe rijsnelheidsalarmfunctie kan
ingesteld worden tussen 30 en 250
km/h.Het rijsnelheidalarm kan worden
ingesteld aan de hand van
onderstaande procedure.
(Type A)
1. Druk op het omhoog
of omlaag
gedeelte van de INFO schakelaar en
selecteer Instellingen en druk
vervolgens op de INFO toets.
2. Druk op het omhoog
of omlaag
gedeelte van de INFO schakelaar en
selecteer Snelheidsalarm en druk
vervolgens op de INFO toets.
3. Selecteer ON en druk op de INFO
toets.
4. Druk op het omhoog
of omlaag
gedeelte van de INFO schakelaar voor
het selecteren van de gewenste
rijsnelheid en druk vervolgens op de
INFO toets.
(Type B)
1. Houd de INFO toets gedurende 1,5
seconde of langer ingedrukt. De
rijsnelheid gaat knipperen.
2. Druk op het omhoog
of omlaag
gedeelte van de INFO schakelaar voor
het selecteren van de gewenste
rijsnelheid.
3. Houd de INFO toets gedurende 1,5
seconde of langer ingedrukt. De
rijsnelheid gaat branden.
Het rijsnelheidalarm kan worden
geannuleerd aan de hand van
onderstaande procedure.
(Type A)
1. Druk op het omhoog
of omlaag
gedeelte van de INFO schakelaar en
selecteer Instellingen en druk
vervolgens op de INFO toets.
4-38
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
2. Druk op het omhoogof omlaag
gedeelte van de INFO schakelaar en
selecteer Snelheidsalarm en druk
vervolgens op de INFO toets.
3. Selecteer UIT en druk op de INFO
toets.
(Type B)
1. Houd de INFO toets gedurende 1,5
seconde of langer ingedrukt. De
rijsnelheid gaat knipperen.
2. Druk op het omhoog
of omlaag
gedeelte van de INFO schakelaar voor
het selecteren van - - - km/h.
3. Houd de INFO toets gedurende 1,5
seconde of langer ingedrukt. - - - gaat
branden.
Tijd onder i-stop display (Type A
instrumentengroep)
Toont de hoeveelheid tijd dat de i-stop
functie in werking is geweest.
Toont de hoeveelheid tijd voor de totale
afgelegde afstand, de huidige afgelegde
afstand en de huidige i-stop tijd.
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) display (Type A
instrumentengroep)
Informatie betreffende het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) wordt getoond.
Instellingen (Type A
instrumentengroep)
De volgende instellingen kunnen
gewijzigd worden (Instellingen kunnen
niet tijdens het rijden gewijzigd worden,
omdat de instellingen niet getoond
worden.):
lSysteemomgeving (Snelheidsalarm,
stadsverkeer-remassistent (SCBS),
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS), onderhoudsmonitor)
lDisplay aan/uit (Tijd onder i-stop
display, LDWS display)
lZoemervolume (Waarschuwing voor
niet-uitgeschakelde verlichting, RVM
waarschuwingspieptoon, LDWS
waarschuwingspieptoon, toetspieptoon)
lVolume van werkingsgeluid van
richtingaanwijzerhendel
lAfstandeenheid
lTemperatuureenheid
lDisplaytaal
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-39
2. Druk op de programmatype
informatietoets (
,) totdat de
pieptoon klinkt.
De installatie begint met het opsporen
van uitzendingen en zal als er geen
worden gevonden“Nothing”tonen en
vervolgens terugkeren naar de
voorheen ingestelde golfband.
(Opslaan van programmatypen onder
de zendervoorkeuzetoetsen:)
1. Druk op de programmatype
informatietoets (
,) wanneer de
programmatype code wordt getoond.
2. Druk op de programmatype
informatietoets (
,) of draai de
audioregelknop en selecteer het
programmatype.
3. Houd terwijl het programmatype op de
display wordt aangegeven een
zendervoorkeuzetoets gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt.
Ingelaste uitzendingen
Als een ingelaste uitzending wordt
ontvangen, krijgt de ingelaste uitzending
voorrang, ook wanneer andere functies
(FM, CD, USB, iPod of AUX) gebruikt
worden en wordt“Alarm!”getoond.
Wanneer de ingelaste uitzending eindigt,
zal het systeem naar de voorheen
ingestelde functie terugkeren.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-37
(Selecteren van Programmatype (PTY))
1. Raak de
schermtoets aan op
het zenderlijstscherm om het Wijzig
PTY scherm te tonen.
2. Raak de categorienaam aan die u wilt
selecteren.
3. Raak de
schermtoets aan om
terug te keren naar het
zenderlijstscherm.
OPMERKING
lEr kunnen meerdere categorieën
geselecteerd worden.
lRaak de geselecteerde categorie op
het Wijzig PTY scherm aan om de
PTY te annuleren.
lRaak terwijl een categorie wordt
geselecteerd de
schermtoets op het Wijzig PTY
scherm aan om alle geselecteerde
categorieën te annuleren.
Radiozenders die corresponderen
met RDS die niet op een PTY zijn
geprogrammeerd kunnen getoond
worden door de
schermtoets aan te raken terwijl geen
categorie is geselecteerd.
De PTY status wordt als volgt op het
zenderlijstscherm getoond:
Display Getoonde radiozender
PTY filter uit Toont RDS zenders
Filter aan Toont RDS radiozenders die niet
op een PTY zijn geprogrammeerd.
PTY filter aan Toont radiozenders uit de
geselecteerde categorie
Ingelaste uitzendingen
Als een ingelaste uitzending wordt
ontvangen, krijgt de ingelaste uitzending
voorrang, ook wanneer andere functies
(radio, CD, USB, iPod of AUX) gebruikt
worden en wordt“Alarm”getoond.
Wanneer de ingelaste uitzending eindigt,
zal het systeem naar de voorheen
ingestelde functie terugkeren.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-53
qSleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als een sleutel in het interieur van de auto
is achtergelaten en alle portieren en de
achterklep met een afzonderlijke sleutel
worden vergrendeld, wordt er gedurende
ongeveer 10 seconden een pieptoon
gegeven om de bestuurder er op attent te
maken dat de sleutel in het interieur van
de auto is achtergelaten.
Als dit gebeurt, worden de portieren en de
achterklep vergrendeld, maar zullen de
functies van de sleutel die in het interieur
van de auto is achtergelaten tijdelijk
geannuleerd worden.
Voer voor het herstellen van de
sleutelfuncties de procedure van
toepassing uit (pagina 3-9).
qi-stop waarschuwingszoemerí
lAls het bestuurdersportier geopend
wordt terwijl de i-stop functie in
werking is en de motor automatisch is
stopgezet, gaat het i-stop
indikatielampje (groen) knipperen
(Europese modellen) en klinkt
tegelijkertijd de zoemer om de
bestuurder op de hoogte te stellen dat
de motor is stopgezet. Wanneer het
bestuurdersportier gesloten wordt, stopt
de zoemer.
lAls één van de volgende handelingen
wordt uitgevoerd nadat de motor
automatisch is stopgezet, gaat het i-
stop waarschuwingslampje (oranje)
branden en klinkt er tegelijkertijd een
pieptoon. In dit geval wordt de motor
om veiligheidsredenen niet automatisch
opnieuw gestart, alhoewel het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
(handgeschakelde versnellingsbak) of
het rempedaal wordt losgelaten
(automatische transmissie). Gebruik de
standaard motorstartprocedure voor het
starten van de motor.
lDe motorkap geopend wordt.lDe bestuurder staat op het punt uit te
stappen terwijl de keuzehendel in de
stand D/M staat (niet in
blokkeermodus voor tweede
versnelling) (behalve Europese
modellen) (de veiligheidsgordel van
de bestuurder is losgemaakt en het
bestuurdersportier is geopend).
qRijsnelheidsalarmí
De functie van het rijsnelheidsalarm is
bestemd om de bestuurder via een enkele
pieptoon en een waarschuwingsindicatie
in de instrumentengroep te waarschuwen
dat de tevoren ingestelde rijsnelheid is
overschreden.
U kunt de instelling van de rijsnelheid
waarbij de waarschuwing wordt gegeven
veranderen (pagina 4-34).
qWaarschuwingszoemer voor
bandenspanning
De waarschuwingszoemer klinkt
gedurende ongeveer 3 seconden wanneer
er een afwijking is in de bandenspanning
(pagina 4-141).
7-54
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Installatie van niet-originele onderdelen en accessoires
Het aanbrengen van technische wijzigingen aan de originele staat van uw Mazda kan van
invloed zijn op de veiligheid van uw auto. Dergelijke technische wijzigingen omvatten niet
alleen het gebruik van niet geschikte onderdelen, maar ook accessoires, uitrusting of
hulpstukken, zoals velgen en banden.
Originele Mazda onderdelen en originele Mazda accessoires zijn specifiek ontworpen voor
Mazda automobielen.
Andere dan de hierboven vermelde onderdelen en accessoires zijn niet door Mazda
geïnspecteerd en goedgekeurd tenzij dit door Mazda uitdrukkelijk wordt vermeld. Wij
kunnen niet garant staan voor de geschiktheid van dergelijke producten. Mazda kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor enigerlei schade veroorzaakt door het gebruik van
dergelijke producten.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het kiezen en installeren van aanvullende elektrische apparatuur,
zoals mobiele telefoons, zend- en ontvanginstallaties, stereo-systemen en auto-
alarmsystemen:
Een simpele fout bij het kiezen of het installeren van verkeerde aanvullende
apparatuur of het kiezen van een verkeerde installateur is gevaarlijk. Essentiële
systemen kunnen beschadigd worden, hetgeen het afslaan van de motor, activering
van de airbag (SRS), buiten werking treden van het ABS/TCS/DSC systeem of brand
in de wagen kan veroorzaken.
Mazda kan niet aansprakelijk gesteld worden voor dood, letsel of onkosten die het gevolg
kunnen zijn van het installeren van aanvullende niet-originele onderdelen of accessoires.
Informatie voor de eigenaar
Garantie
8-3
Onderwerp BijzonderheidFabrieksinstellingBeschikbare
instellingen
Drie-knipperingen
richtingaanwijzerDe functie van de drie-knipperingen
richtingaanwijzer kan veranderd worden.
Zie Instellen op pagina 5-58.Aan of UitAan/
Uit
Automatische
ruitenwisserregelingDe regelfunctie van de automatische
ruitenwisser kan veranderd worden.
Zie Instellen op pagina 5-58.Aan
(regensensor)Aan (regensensor)/
Uit (interval)
*1
Automatische
verlichtingsregelingHet aan/uit tijdstip van de koplampverlichting
kan gewijzigd worden op basis van de
lichtheid/donkerte van de omgeving.
Zie Instellen op pagina 5-58.GemiddeldLicht/
Gemiddeld licht/
Gemiddeld/
Gemiddeld donker/
Donker
Koplampregelsys-
teem (HBC)De functie van het koplampregelsysteem
(HBC) kan veranderd worden.
*2
Zie Instellen op pagina 5-58.AanAan/
Uit
Richtingaanwijzerindikator
Het volumeniveau van de pieptoon van de
richtingaanwijzerindikator kan veranderd
worden.
Zie Boordcomputer en INFO schakelaar op
pagina 4-34.HoogHoog/
Laag
Waarschuwing voor
niet-uitgeschakelde
verlichtingHet volume van het waarschuwingsalarm voor
niet-uitgeschakelde verlichting kan gewijzigd
worden.
Zie Boordcomputer en INFO schakelaar op
pagina 4-34.HoogHoog/
Laag/
UIT
Rijbaanverandering-
controlesysteem
(RVM)Het volume van de RVM
waarschuwingszoemer kan veranderd worden.
Zie Boordcomputer en INFO schakelaar op
pagina 4-34.HoogHoog/
Laag/
UIT
Gebruikersinstellingen
9-15
Z
Zoemers
120 km/h waarschuwing ............ 7-55
Buitentemperatuurwaarschuwing....... 7-55
i-stop waarschuwing .................. 7-54
Rijbaanveranderingcontrolesysteem
(RVM) waarschuwing
......................... 7-55
Rijsnelheidsalarm ....................... 7-54
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) waarschuwing
........................... 7-55
Sleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwing ............................ 7-54
Sleutel-in-bagageruimte-achtergelaten
waarschuwing ............................ 7-53
Sleutel-uit-auto-verwijderd
waarschuwing ............................ 7-53
Verzoekschakelaar niet bruikbaar
waarschuwing ............................ 7-53
Waarschuwing elektronische
stuurvergrendeling ..................... 7-55
Waarschuwing voor
bandenspanning ......................... 7-54
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) .... 7-52
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting .......... 7-51
Waarschuwing voor systeem van
airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels ...................... 7-51
Waarschuwing voor
veiligheidsgordel ........................ 7-52
Zonnekleppen ................................. 5-114
Zonnescherm ..................................... 3-46
Index
10-9