Preset 6 – Podcasts
Als u op een van de PRESET-knoppen drukt, wordt de huidige
lijst op de bovenste regel weerge-
geven en het eerste item in de lijst
op de tweede regel.
Als u de List-modus wilt verlaten zonder een nummer te kiezen,
drukt u nogmaals op dezelfde
PRESET-knop om terug te gaan
naar de afspeel modus.
LIST-knop: als u op de LIST-knop
drukt, wordt het hoofdmenu van de
iPod® of het externe USB-apparaat
weergegeven. Draai aan de TUNE-
regelknop om het onderdeel van het
hoofdmenu weer te geven dat u wilt
selecteren, en druk op de TUNE-
regelknop. Op deze manier wordt
de volgende optie in het submenu
van het audio-apparaat weergege-
ven. U kunt nu via dezelfde stappen
naar het gewenste nummer in deze
lijst gaan. Niet alle niveaus van
submenu van de iPod® of het ex-
terne USB-apparaat zijn op dit sys-
teem beschikbaar.
MUSIC TYPE-knop: de MUSIC
TYPE-knop is ook een sneltoets
voor de lijst van gengers op het
audio-apparaat.
LET OP!
Wanneer u de iPod® of het ex- terne USB-apparaat (of een ander
ondersteund apparaat) bij uit-
zonderlijk hoge of lage tempera-
turen in de auto laat liggen, kan
de werking negatief worden beïn
vloed en het apparaat beschadigd
raken. Volg de aanwijzingen van
de fabrikant van het apparaat.
Het plaatsen van voorwerpen op de iPod® of het externe USB-
apparaat en aansluitingen voor
de iPod® of het externe USB-
apparaat in de auto kan leiden tot
beschadiging van het apparaat
en/of de aansluitingen.
WAARSCHUWING!
U mag de iPod® of het externe
USB-apparaat niet aansluiten of
loskoppelen tijdens het rijden. Het
negeren van deze waarschuwing
kan leiden tot ongevallen.
Bluetooth Streaming Audio
(BTSA)
U kunt muziek uit uw mobiele tele-
foon streamen naar het Uconnect™
telefoonsysteem.
BTSA bedienen met de
radioknoppen
Om de BTSA-modus te activeren
drukt u op de knop “AUX” op de
radio. U kunt ook op de knop VR
drukken en dan “Bluetooth Strea-
ming Audio” zeggen.
Afspeelmodus
Door te schakelen naar de BTSA-
modus, kunnen bepaalde audio-
apparaten direct muziek afspelen via
het audiosysteem van het voertuig. Bij
sommige apparaten moet de muziek
219
worden gereset om weer alle vooruit-
versnellingen te kunnen gebruiken:
1. Stop de auto.
2. Schakel naar PARK.
3. Zet de motor af.
4. Wacht ongeveer 10 seconden.
5. Start de motor opnieuw.
6. Schakel naar de gewenste versnel-
ling. Als het probleem niet langer
wordt gedetecteerd, werkt de versnel-
lingsbak weer op de normale manier.
OPMERKING: Ook al kan de ver-
snellingsbak worden gereset, we
raden u toch aan zo spoedig moge-
lijk een bezoek te brengen aan uw
erkende dealer. Uw erkende dea-
ler kan met speciale diagnoseap-
paratuur vaststellen of het pro-
bleem zich nogmaals kan
voordoen.
Als geen reset van de versnellingsbak
mogelijk is, is service door de erkende
dealer noodzakelijk.Bediening Electronic Range
Select (ERS, elektronisch
schakelen)
Met Electronic Range Select (ERS)
(elektronisch schakelen) kan de be-
stuurder instellen welke versnelling
de hoogst beschikbare is wanneer de
keuzehendel in de stand DRIVE staat.
Als u de schakelhendel bijvoorbeeld
in de derde versnelling zet, zal er niet
worden opgeschakeld naar een hogere
versnelling, maar wel normaal wor-
den teruggeschakeld naar de tweede
en eerste versnelling.
U kunt bij elke rijsnelheid schakelen
tussen de stand DRIVE en de ERS-
modus. Wanneer de keuzehendel in de
stand DRIVE staat, werkt de versnel-
lingsbak automatisch en wordt er ge-
schakeld tussen alle beschikbare ver-
snellingen. Als u de keuzehendel kort
naar links (-) duwt, wordt de ERS-
modus geactiveerd, waarna de hui-
dige versnelling wordt getoond in de
instrumentengroep en deze versnel-
ling wordt ingesteld als hoogste be-
schikbare versnelling. Als u in de
ERS-modus de keuzehendel kort naar
links (-) of rechts (+) duwt, wordt een
andere versnelling ingesteld als hoog-
ste beschikbare versnelling.
Als u de ERS-modus wilt beëindigen,
houdt u de keuzehendel naar rechts
(+) gedrukt totdat de indicator van de
keuzehendel in de instrumentengroep
opnieuw de letter "D" weergeeft.
WAARSCHUWING!
Schakel op gladde wegen niet terug
om te remmen op de motor. Hier-
door kunnen de aangedreven wie-
len hun grip verliezen, waardoor de
auto in een slip kan raken, wat op
zijn beurt kan leiden tot een onge-
val en letsel.
266
ONDERHOUDSSCHEMA
ONDERHOUDSSCHEMA —
BENZINEMOTOR
De geplande onderhoudsbeurten in
deze handleiding moeten op de aan-
geduide tijdstippen of kilometerstan-
den worden uitgevoerd om uw garan-
tie te behouden en optimale
betrouwbaarheid en prestaties van de
auto te garanderen. Bij veeleisend ge-
bruik, bijvoorbeeld door het rijden in
stoffige omgevingen of veel korte rit-
ten, is mogelijk meer onderhoud ver-
eist. Laat ook telkens inspectie en on-
derhoud uitvoeren wanneer u een
defect vermoedt.
De indicator voor olieverversing her-
innert u eraan dat uw auto een onder-
houdsbeurt nodig heeft.Op auto's met elektronisch voertuig-
informatiecentrum (EVIC) wordt het
bericht "Oil Change Required" (olie
verversen) weergegeven op het EVIC
en er klinkt een geluidssignaal om aan
te geven dat de olie ververst moet
worden.
OPMERKING:
Het systeem houdt geen rekening
met de tijd die is verstreken
sinds de laatste olieverversing.
Ververs de olie van uw auto als
de laatste verversingsbeurt lan-
ger dan twaalf maanden geleden
is, ook wanneer het bericht voor
olieverversing NIET wordt weer-
gegeven. Onder geen beding mogen de in-
tervaltermijnen voor olieverver-
sing groter zijn dan 12.000 km of
12 maanden, afhankelijk van
wat eerst komt.
De erkende dealer reset de indicator
voor olieverversing nadat de geplande
olieverversing is uitgevoerd.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud ach-
terwege wordt gelaten, kan dit lei-
den tot schade aan uw auto.
In duizenden kilometers 24 48 72 96 120 144 168 192 Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96
PCV-klep controleren en zo nodig vervangen.
Accustatus controleren en zo nodig bijladen.
Banden op conditie/slijtage controleren en bandenspanning
indien nodig corrigeren.
374
Contactsleutel. . . . . . . . . . . .12, 13
Contactsleutel verwijderen . . . . . . .13
Corrosiebescherming . . . . . . . . . .355
Dagkilometerteller . . . . . . . . . . .186
Dakconsole . . . . . . . . . . . . . . . .156
Dakdrager (imperiaal) . . . . . . . .175
Dashboardbekleding . . . . . . . . . .356
Datarecorder . . . . . . . . . . . . . . . .60
Datarecorder, gebeurtenis . . . . . . .60
Derde remlicht . . . . . . . . . . . . . .366
Diagnosesysteem . . . . . . . . . . . .339
Diagnosesysteem, onboard . . . . . .339
Dieselbrandstof . . . . . . . . . .302, 368
Dieselbrandstof, vereisten . . . . . .302
Disselgewicht / Gewicht aanhangwagen . . . . . . . . . . . .306
Dodehoekbewaking . . . . . . . . . . .88
Driepuntsgordels . . . . . . . . . . . . .38
Elektrisch bediende achterklep . . . .35
Elektrisch bediende buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . .86
Elektrisch bediende ramen . . . . . . .27
Elektrisch bediende ramen, automatisch openen . . . . . . . . .28
Elektrisch bediende ramen, automatisch sluiten . . . . . . . . . .28
Elektrisch bediende stoelen . . . . .117Elektrische aansluitingen
. . . . . . .161
Elektrische bediende spiegels . . . . .86
Elektrische portiervergrendeling . . .23
Elektrische schuifdeur . . . . . . . . . .30
Elektrische spiegels, buiten . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
Elektronische snelheidsregeling (cruisecontrol) . . . . . . . . . . . .146
Elektronisch remregelsysteem . . . .274
Elektronisch remregelsysteem, rembekrachtiging . . . . . . . . .274
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . . .275
Elektronisch voertuiginformatiecen- trum (EVIC) . . . . . . . . . .154, 197
Enter-N-Go sleutelloze toegang . . . . . . . . . . . . . .24, 256
Ethanol . . . . . . . . . . . . . . . . . .300
Filters, airco . . . . . . . . . . . . . .250, 345
luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . .341
motorolie . . . . . . . . . . .341, 368
oliefilter afvoeren . . . . . . . . .341
Gebruiksaanwijzing (instructieboekje) . . . . . . . . . . . .6
Geheugen (stoel met geheugenfunctie) . . . . . . . . . .133
Geluidsinstallatie (radio) . . . . . . .215Geluidsinstallaties
. . . . . . . . . . .215
Gevaar, rijden door stromend, opkomend,
of ondiep stilstaand water . . . .268
Gevarenknipperlichten . . . . . . . .317
Geïntegreerde voedingsmodule (zekeringen) . . . . . . . . . . . . . .358
Gordelsystemen . . . . . . . .37, 54, 58
Gordelsystemen (sedan) . . .53, 54, 57
Gordelverankering, kinderzitje . . . .67
Grip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .268
Grootlichtschakelaar/ dimlichtschakelaar . . . . . . . . .141
Handleiding voor het trekken van een aanhangwagen . . . . . . . . .306
Handrem . . . . . . . . . . . . . . . . .271
Handsfree telefoon (Uconnect™) . .93
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . .122
Huisdieren vervoeren . . . . . . . . . .72
Indicatielampje, Elektronisch Stabiliteitsprogramma
(ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . .277
tractiecontrole . . . . . . . . . . .277
wachten met starten . . . . . . .202
Indicatielampje Olie verversen . . . . . . . .187, 188, 204
Indicatielampje Olie verversen, resetten . . . . . . . . .187, 188, 204
384
Opbergruimte. . . . . . . . . . . . . .363
Opbergvak . . . . . . . . . . . . . . . .166
Opname, gebeurtenisgegevens . . . .60
Opslag van het voertuig . . . .249, 363
Oververhitting van de motor . . . . . . . . . . . . . .193, 317
Parapluhouder . . . . . . . . . . . . . .167
Parkeerhulp achter . . . . . . . . . . .148
Pedalen, verstelbaar . . . . . . . . . .145
Peilstokken, automatische transaxle . . . . . .354
(motor)olie . . . . . . . . . . . . . .340
stuurbekrachtiging . . . . . . . .270
Persoonlijke instellingen . . . . . . .210
Portierontgrendeling met afstandsbediening . . . . . . . . . . .17
Portiersloten . . . . . . . . . . . . . . . .22
Portiersloten, automatisch . . . . . . .23
Programmeerbare elektronische onderdelen . . . . . . . . . . . . . . .210
Radiaalbanden . . . . . . . . . . . . . .280
Radio, afstandsbediening . . . . . . .239
Radio (geluidssystemen) . . . . . . .215
Ramen, elektrisch bediend . . . . . . . . . .27
Reinigen van glasoppervlakken . . .357Reiniging,
wielen . . . . . . . . . . . . . . . . .356
Rembekrachtiging . . . . . . . . . . .274
Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . .351
Remregelsysteem, elektronisch . . .274
Remsysteem . . . . . . . . . . . . . . .351
Remsysteem, handrem . . . . . . . . . . . . . . .271
remvloeistofpeil controleren . .352
waarschuwingslampje . . . . . .192
Reserveonderdelen . . . . . . . . . . .339
Reservewiel . . . . . . . .280, 281, 318
Resetten controlelampje olie verversen . . . . . . . .187, 188, 204
Richtingaanwijzers . . . .75, 140, 186,
365, 366
Rijden, door stromend, opkomend, of
ondiep stilstaand water . . . . .268
Rijden bij lage temperaturen . . . .257
Rijden met caravan . . . . . . . . . . .313
Rotatie, banden . . . . . . . . . . . . .292
Ruitensproeier, reservoir vullen . . . . . . . . . . .347
Ruitensproeiers . . . . . . . . . . . . .347
Ruitenwisserbladen . . . . . . . . . . .346
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . . . . . . . . . . . . . .346 Ruitontdooier
. . . . . . . . . . . . . . .74
Schakelhendel ontgrendelen . . . . .333
Schema, onderhoud . . . . . . .374, 377
Schone benzine . . . . . . . . . . . . .301
Schone brandstof . . . . . . . . . . . .301
Schoudergordels . . . . . . . . . . . . . .38
Schuifdeur . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Sentry Key, programmeren . . . . . .15
Sentry Key (startonderbreker) . . . .14
Sentry Key, vervangen . . . . . . . . . .15
Slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .303
Slepen, handleiding . . . . . . . . . . . . .306
voertuig met pech . . . . . . . . .332
vouwwagen of caravan . . . . . .313
Slepen van een voertuig met pech . . . . . . . . . . . . . . . . . . .332
Sleutel, programmering . . . . . . . . .15
Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Sleutels, Sentry Key (startonderbreking) . . . . . . . . . .14
Sleutel, vervanging . . . . . . . . . . . .15
Slijtagemarkeringen . . . . . . . . . .282
Sloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
Sloten, automatische portiersloten . . . .23
Sloten Stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . .14
387