hoeft de afstandsbediening niet op de
auto te richten om het systeem te ac-
tiveren.
OPMERKING: Vanaf een rijsnel-
heid van 8 km/u reageert het sys-
teem op geen enkele knop van geen
enkele afstandsbediening meer.
PORTIEREN
ONTGRENDELEN
Druk eenmaal kort op de ontgrendel-
knop op de afstandsbediening om het
portier aan de bestuurderszijde te
ontgrendelen of druk tweemaal bin-
nen vijf seconden om alle portieren te
ontgrendelen, wanneer de instelling
1st Press Of Key Fob Unlocks (ont-
grendelen met één druk op de ont-
grendelknop) is geselecteerd in hetUconnect Touch™ systeem. Raad-
pleeg "Customer Programmable Fea-
tures — Uconnect Touch™ System
8.4 Settings" (door de klant te pro-
grammeren functies — instellingen
Uconnect Touch™ systeem 8.4) in
"Het instrumentenpaneel". De rich-
tingaanwijzers knipperen om aan te
geven dat het ontgrendelsignaal is
ontvangen. Ook de instapverlichting
wordt ingeschakeld.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless EnterNGo™" in het
hoofdstuk "Uw auto" voor meer in-
formatie hierover.
Afstandsbediening van
portiersloten -
bestuurdersportier/alle portieren
ontgrendelen met eerste druk op
ontgrendelknop
U kunt het afstandsbedieningssys-
teem zodanig programmeren dat na
één keer drukken op de ontgrendel-
knop van de afstandsbediening uit-
sluitend het bestuurdersportier of alle
portieren worden ontgrendeld. Wan-
neer u de huidige instelling wilt wijzi-
gen, raadpleeg dan de paragraaf "In-
stellingen van Uconnect Touch™" in
het hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie hierover.
Lichten laten knipperen bij
ontgrendelen/vergrendelen
Met deze functie knipperen de rich-
tingaanwijzers wanneer u de portie-
ren vergrendelt of ontgrendelt met de
afstandsbediening. U kunt deze func-
tie in- en uitschakelen. Wanneer u de
huidige instelling wilt wijzigen, raad-
pleeg dan de paragraaf "Instellingen
van Uconnect Touch™" in het hoofd-
stuk "Het instrumentenpaneel" voor
meer informatie hierover.
Koplampen inschakelen bij
ontgrendelen met
afstandsbediening
Met deze functie worden de koplam-
pen ingeschakeld zodra u de portieren
ontgrendelt met de afstandsbedie-
ning. De koplampen blijven vervol-
gens maximaal 90 seconden branden.
De tijd van deze functie kan worden
geprogrammeerd bij
auto's metSleutelhouder met afstandsbediening
19
Uconnect Touch™. Wanneer u de hui-
dige instelling wilt wijzigen, raad-
pleeg dan de paragraaf "Instellingen
van Uconnect Touch™" in het hoofd-
stuk "Het instrumentenpaneel" voor
meer informatie hierover.
PORTIEREN
VERGRENDELEN
Druk kort op de vergrendeltoets van
de afstandsbediening om alle portie-
ren te vergrendelen. De richtingaan-
wijzers knipperen om aan te geven dat
het vergrendelsignaal is ontvangen.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go" in het hoofd-
stuk "Uw auto" voor meer informatie
hierover.
BAGAGERUIMTE
ONTGRENDELEN
Druk tweemaal binnen vijf seconden
op de bagageruimteknop van de af-
standsbediening om de bagageruimte
te ontgrendelen.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan de paragraaf"Keyless Enter-N-Go" in het hoofd-
stuk "Uw auto" voor meer informatie
hierover.
BATTERIJ VAN
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
Als vervangende batterij wordt een
CR2032-batterij aanbevolen.
OPMERKING:
Perchloraatmateriaal — vereist
mogelijk een speciale behande-
ling. Batterijen kunnen gevaar-
lijke stoffen bevatten. Lever ze
in bij een inzamelpunt voor che-
misch afval.
Raak de batterijklemmen op de achterzijde of de printplaat niet
aan.
1. Verwijder de noodsleutel door de
mechanische vergrendeling aan de
achterzijde van de afstandsbediening
met uw duim opzij te schuiven en
vervolgens met uw andere hand de
sleutel eruit te trekken. 2. Steek het uiteinde van de nood-
sleutel of een platte schroevendraaier,
maat 2, in de sleuf en wrik de twee
helften van de afstandsbediening
voorzichtig los. Let erop dat u de af-
dichting tijdens het openen niet be-
schadigt.
3. Verwijder de batterij door het dek-
sel aan de achterzijde te draaien (bat-
terij naar beneden gekeerd). Tik met
de afstandsbediening op een stevig
oppervlak zoals een tafel o.i.d. en ver-
vang vervolgens de batterij. Let bij
het vervangen van de batterij op dat
het + teken op de batterij overeen-
komt met het + teken aan de binnen-
zijde van de batterijhouder op het
deksel aan de achterzijde. Raak de
De twee helften van de
afstandsbediening van elkaar losmaken
20
WAARSCHUWING!
Voor uw veiligheid bij een ongeval
dient u de portieren te vergrende-
len voordat u gaat rijden en wan-
neer u de auto parkeert en verlaat. Verwijder altijd uw sleutelhouderbij het uitstappen en sluit de auto
af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten.
Het achterlaten van kinderen zon-
der toezicht in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk. Kin-
deren of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Waarschuw kinderen dat ze niet
aan de handrem, het rempedaal of
de schakelhendel mogen komen. Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go niet in
de stand ACC of ON/RUN staan.
Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kun-
nen zetten. CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Op het bekledingspaneel van beide
voorportieren bevindt zich u een
schakelaar voor de centrale portier-
vergrendeling. Met deze schakelaar
kunt u de portieren vergrendelen en
ontgrendelen.
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met Keyless
Enter-N-Go (Passive Entry). Raad-
pleeg de paragraaf "Keyless Enter-N-
Go" in het hoofdstuk "Uw auto" voor
meer informatie hierover.
Als u op de schakelaar van de centrale
portiervergrendeling drukt wanneer
de contactschakelaar in de stand ACC
of ON/RUN staat en een voorportier is geopend, zal de centrale portierver-
grendeling niet werken. Hierdoor
wordt voorkomen dat u per ongeluk
de sleutelhouder insluit in de auto. De
centrale portiervergrendeling wordt
weer ingeschakeld door de contact-
schakelaar naar de stand OFF te
draaien of het portier te sluiten. Als
een portier is geopend en de contact-
schakelaar in de stand ACC of ON/
RUN staat, klinkt een geluidssignaal
om u eraan te herinneren dat u de
sleutelhouder moet verwijderen.
Automatische
portiervergrendelingen
Wanneer deze ingeschakeld is, wor-
den de portieren automatisch ver-
grendeld zodra de rijsnelheid hoger is
dan 24 km/u. De automatische por-
tiervergrendeling kan door de er-
kende dealer in of buiten werking
worden gesteld op schriftelijk verzoek
van de klant. Bezoek uw erkende dea-
ler voor service.
Schakelaar centrale
portiervergrendeling
22
KEYLESS ENTER-N-
GO™
Het Passive Entry-systeem is een uit-
breiding van het afstandsbediening-
systeem van de auto en een functie
van Keyless EnterNGo™. Met deze
functie kunt u portieren van uw auto
vergrendelen en ontgrendelen zonder
dat u op de vergrendel- en ontgrendel-
knoppen van de afstandsbediening
hoeft te drukken.
OPMERKING:
Passive Entry kan door middelvan programmeren worden in-
en uitgeschakeld. Raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van
Uconnect Touch™" in het
hoofdstuk "Het instrumenten-
paneel" voor meer informatie
hierover.
Als u handschoenen draagt of als de portiergreep met Passive
Entry is natgeregend, is het mo-
gelijk dat de vergrendeling min-
der gevoelig wordt en daardoor
langzamer reageert. Als de auto wordt ontgrendeld
met de afstandsbediening of
Passive Entry en er binnen 60
seconden geen portier wordt ge-
opend, worden de portieren
weer vergrendeld en het alarm-
systeem ingeschakeld.
Ontgrendelen vanaf de bestuur-
derszijde:
Houd een geldige afstandsbediening
met Passive Entry binnen 1,5 m van
de handgreep van het bestuurderspor-
tier en pak deze handgreep vast om
het bestuurdersportier automatisch te
ontgrendelen. De vergrendelknop aan
de binnenzijde van het portier komt
omhoog wanneer het portier wordt
ontgrendeld. OPMERKING: Als "alle portieren
ontgrendelen met eerste druk op
de ontgrendelknop" is geprogram-
meerd, worden alle portieren ont-
grendeld wanneer u de handgreep
van het bestuurdersportier vast-
pakt. Raadpleeg de paragraaf "In-
stellingen van Uconnect Touch™"
in het hoofdstuk "Het instrumen-
tenpaneel" voor meer informatie
over de keuze tussen "bestuur-
dersportier ontgrendelen met eer-
ste druk op de ontgrendelknop" en
"alle portieren ontgrendelen met
eerste druk op de ontgrendel-
knop".
Ontgrendelen vanaf de passagiers-
zijde:
Houd een geldige afstandsbediening
met Passive Entry binnen 1,5 m van
de handgreep van de passagierspor-
tier en pak de handgreep van het
voorste passagiersportier vast om alle
vier de portieren automatisch te ont-
grendelen. De vergrendelknop aan de
binnenzijde van het portier komt om-
hoog wanneer het portier wordt ont-
grendeld.
Handgreep van het
bestuurdersportier vastpakken
24
BAGAGERUIMTE
AFSLUITEN EN OPENEN
Het kofferdeksel kan vanuit de auto
worden geopend door op de ontgren-
delknop voor de bagageruimte te
drukken. Deze bevindt zich op het
instrumentenpaneel, links naast het
stuurwiel.
OPMERKING: De knop werkt al-
leen als de versnellingsbak in de
stand PARK staat.Het kofferdek-
sel kan van
buitenaf wor-
den ontgren-
deld door twee
keer binnen
vijf seconden
op de bagage-
ruimteknopvan de afstandsbediening te drukken,
of door gebruik te maken van de ont-
grendelschakelaar aan de buitenkant
van het kofferdeksel. Deze functie
werkt alleen als de auto niet is
vergrendeld.
Met de contactschakelaar in de stand
ON/RUN verschijnt een symbool in de
instrumentengroep om aan te geven
dat de bagageruimte geopend is. Na-
dat het bagageruimte is gesloten ver-
schijnt de kilometerteller weer.
Als de contactschakelaar in de stand
OFF staat, blijft het symbool voor ge-
opende bagageruimte zichtbaar tot-
dat de bagageruimte is gesloten.
Raadpleeg de paragraaf "Keyless
EnterNGo™" in het hoofdstuk "Uw
auto" voor meer informatie over de
bediening van de bagageruimte met
de functie Passive Entry. WAARSCHUWING
BAGAGERUIMTE
WAARSCHUWING!
Zorg dat kinderen niet in de baga-
geruimte kunnen komen. Zij mo-
gen niet van buitenaf naar binnen
kunnen klimmen of zich vanuit het
interieur toegang kunnen verschaf-
fen. Sluit het kofferdeksel altijd af
wanneer u de auto onbeheerd ach-
terlaat. Eenmaal in de bagage-
ruimte zullen kleine kinderen niet
altijd weer zelf kunnen ontsnappen,
ook niet als ze via de achterbank
waren binnengekomen. Kinderen
die in de bagageruimte vastzitten,
kunnen sterven door verstikking of
door extreme hitte.
Ontgrendelknop voor
bagageruimte
29
Auto Dim High Beams (grootlicht
automatisch dimmen) "Smart-
Beam™" (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Wanneer u deze functie selecteert, zal
het grootlicht onder bepaalde om-
standigheden automatisch uitgescha-
keld worden. Kies de schermtoets
Auto High Beams (automatisch groot-
licht) tot een vinkje naast de instelling
verschijnt, dat aangeeft dat de instel-
ling is gekozen. Kies de schermtoets
met de pijl naar links om naar het
vorige menu terug te keren. Raad-
pleeg de paragraaf "Verlichting/
SmartBeam™(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)" in het hoofd-
stuk "De functies van uw auto" voor
meer informatie hierover.
Daytime Running Lights (dag-
lichtlampen) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
worden bij draaiende motor de dag-
lichtlampen ingeschakeld. Kies de
schermtoets Daytime Running Lights
(daglichtlampen) tot een vinkje naast
de instelling verschijnt, dat aangeeftdat de instelling is gekozen. Kies de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Steering Directed Lights (bocht-
verlichting) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
draaien de koplampen mee met het
stuur. Kies de schermtoets Steering
Directed Lights (bochtverlichting) tot
een vinkje naast de instelling ver-
schijnt, dat aangeeft dat de instelling
is gekozen. Kies de schermtoets met
de pijl naar links om naar het vorige
menu terug te keren.
Headlight Dipped Beam (Traffic
Changeover) (Koplampafstelling
(links-/rechtsrijdend verkeer))
(voor bepaalde uitvoeringen/
landen)
De lichtbundels van het dimlicht wor-
den aan de bovenzijde afgeschermd.
De lichtbundels zijn voornamelijk
naar beneden gericht en worden afge-
stemd op links- of rechtsrijdend ver-
keer om verblinding zoveel mogelijk
te voorkomen.
Doors & Locks (portieren en
sloten)
Nadat u de schermtoets Doors &
Locks (portieren en sloten) hebt ge-
kozen, zijn de volgende instellingen
mogelijk.
Automatisch portieren ontgren-
delen bij uitstappen
Wanneer u deze functie selecteert,
worden alle portieren ontgrendeld
wanneer de auto stilstaat, de schakel-
hendel in de stand PARK of NEU-
TRAL staat en het bestuurdersportier
wordt geopend. Kies de schermtoets
Auto Unlock On Exit (portieren ont-
grendelen bij uitstappen) tot een
vinkje naast de instelling verschijnt,
dat aangeeft dat de instelling is geko-
zen. Kies de schermtoets met de pijl
naar links om naar het vorige menu
terug te keren.
1st Press of Key Fob Unlocks
(Ontgrendelen door eenmaal te
drukken op de sleutelhouder)
Wanneer de optie 1st Press Of Key
Fob Unlocks (ontgrendelen met één
206
druk op de ontgrendelknop) is gese-
lecteerd, wordt alleen het bestuur-
dersportier ontgrendeld bij de eerste
druk op de ontgrendelknop van de
afstandsbediening. Wanneer de optie
1st Press Of Key Fob Unlocks (ont-
grendelen met één druk op de ont-
grendelknop) is geselecteerd, moet u
twee keer op ontgrendelknop van de
afstandsbediening drukken om de an-
dere portieren te ontgrendelen. Wan-
neer de optie Unlock All Doors On 1st
Press (alle portieren ontgrendelen bij
eerste keer drukken) is geselecteerd,
wordt alle portieren ontgrendeld bij
de eerste druk op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening.
OPMERKING: Als de instelling
1st Press Of Key Fob Unlocks (ont-
grendelen met één druk op de ont-
grendelknop) is geprogrammeerd,
worden alle portieren ontgren-
deld, ongeacht welke portiergreep
met Passive Entry wordt vastge-
pakt. Als de instelling 1st Press Of
Key Fob Unlocks (ontgrendelenmet één druk op de ontgrendel-
knop) is geprogrammeerd, wordt
alleen het bestuurdersportier ont-
grendeld wanneer de greep van
deze portier wordt vastgepakt.
Wanneer de instelling 1st Press Of
Key Fob Unlocks (ontgrendelen
met één druk op de ontgrendel-
knop) met Passive Entry is gepro-
grammeerd en de portiergreep
meer dan één keer wordt aange-
raakt, wordt alleen het bestuur-
dersportier geopend. Als eerst de
bestuurdersportier is geopend,
dan kunnen de overige portieren
ontgrendeld worden met behulp
van de ontgrendel-/
vergrendelschakelaar in de auto
(of met de afstandsbediening).
Passive Entry
Met deze functie kunt u portieren van
uw auto vergrendelen en ontgrende-
len zonder dat u op de vergrendel- en
ontgrendelknoppen van de afstands-
bediening hoeft te drukken. Kies de
schermtoets Passive Entry tot eenvinkje naast de instelling verschijnt,
dat aangeeft dat de instelling is geko-
zen. Kies de schermtoets met de pijl
naar links om naar het vorige menu
terug te keren. Raadpleeg de para-
graaf "Keyless Enter-N-Go" in het
hoofdstuk "Uw auto" voor meer in-
formatie hierover.
Personal Settings Linked To FOB
(persoonlijke instellingen koppelen
aan sleutelhouder) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Deze functie verstelt automatisch de
bestuurdersstoel, zodat de bestuurder
gemakkelijker kan in- en uitstappen.
Kies de schermtoets Personal Settings
Linked To FOB (persoonlijke instel-
lingen koppelen aan sleutelhouder)
tot een vinkje naast de instelling ver-
schijnt, dat aangeeft dat de instelling
is gekozen. Kies de schermtoets met
de pijl naar links om naar het vorige
menu terug te keren.
207
5
STARTEN EN RIJDEN
STARTPROCEDURES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .227 KEYLESS ENTERNGO™ . . . . . . . . . . . . . . .227
NORMAAL STARTEN — BENZINEMOTOR . . . .227
EXTREEM LAGE TEMPERATUREN(LAGER DAN 29°C) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .228
ALS DE MOTOR NIET START . . . . . . . . . . . . .229
Na het starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .229
NORMAAL STARTEN — DIESELMOTOR . . . . .229
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK . . . . . . . .231
SLEUTELBLOKKERING . . . . . . . . . . . . . . . . .232
BLOKKEERSYSTEEM REM/TRANSMISSIE . .233
ACHTTRAPS AUTOMATISCHEVERSNELLINGSBAK – 3,6-LITER MOTOR . . .233
VERSNELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .234
VIJFTRAPS AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK – 3,0-LITER
DIESELMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .238
VERSNELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .239
AUTOSTICK® (voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .243
BEDIENING – 3,6-LITER MOTOR . . . . . . . . . .243
BEDIENING – 3,0-LITER DIESELMOTOR . . . .244
223