Wat u moet weten over uw
Uconnect™ Phone
Gebruiksaanwijzing Uconnect™
PhoneAls u een korte beschrijving van de
functies van Uconnect™ Phone wilt
horen, drukt u op de toets
en zegt
u "Uconnect™ Tutorial"
(Uconnect™ gebruiksaanwijzing).
Stemtraining
Als u bij het herkennen van uw ge-
sproken opdrachten of telefoonnum-
mers door Uconnect™ Phone proble-
men ondervindt, kunt u de functie
Stemtraining van Uconnect™ Phone
gebruiken. Om deze training te acti-
veren, volgt u een van de volgende
twee procedures:
Wanneer de Uconnect™ Phone mo-
dus niet actief is (maar bijvoorbeeld
de radiomodus)
Houd de toets
vijf seconden
lang ingedrukt tot de trainingsessie
begint of Druk op de toets
en spreek de
volgende opdracht in: "Voice Trai-
ning", "System Training", "Start
Voice Training" (Stemtraining,
Systeemtraining, Start stemtrai-
ning).
Herhaal de woorden en zinnen als
Uconnect™ Phone daarom vraagt. U
bereikt de beste resultaten wanneer de
stemtraining plaatsvindt terwijl de
auto is geparkeerd, de motor draait,
alle ramen zijn gesloten en de aanja-
ger is uitgeschakeld.
Deze procedure kan herhaald worden
met een nieuwe gebruiker. Het sys-
teem past zich alleen aan aan de laatst
getrainde stem.
Om de fabrieksinstellingen van het
spraakbedieningssysteem te herstel-
len, activeert u de stemtrainingssessie
via de bovenstaande procedure en
volgt u de aanwijzingen.
Resetten
Druk op de toets. Na de prompt "Ready" (Gereed) en
de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup" (Instellen) en vervolgens
"Reset".
Hiermee verwijdert u alle telefoon-
koppelingen, telefoonboekvermeldin-
gen en overige instellingen in alle ta-
len. Het systeem zal u om een
bevestiging vragen voordat de fa-
brieksinstellingen worden hersteld.
Gesproken opdrachten
Voor de beste prestatie stelt u de achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen het
dakpaneel (indien aanwezig) en de
spiegel.
Wacht altijd op de pieptoon voor u begint spreken.
Spreek gewoon zonder te pauzeren, net alsof u een gesprek voert met
iemand die een meter of twee van u
vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de
spraakherkenningstraining.
88
SPRAAKHERKENNING
WERKING VAN HET
SPRAAKBEDIENINGSSYS-
TEEM
Met dit spraakbedieningssys-
teem kunt u de AM- en FM-
radio, cd/dvd-speler en een
memorecorder bedienen.
OPMERKING: Spreek zo rustig
en normaal mogelijk tegen het
Voice Interface systeem. De moge-
lijkheid voor het Voice Interface
systeem om opdrachten met de
stem van de gebruiker te herken-
nen kan negatief beïnvloed wor-
den als u snel spreekt of luider dan
normaal.
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag
alleen worden gebruikt als de
rijomstandigheden dit toelaten en
het gebruik in overeenstemming is
met de verkeersregels. Blijf altijd op
de weg letten. Anders bestaat er een
risico op een ongeluk en ernstig of
zelfs dodelijk letsel.
Wanneer u op de Voice Command-
toets
drukt, hoort u een piep-
toon. De pieptoon is het teken dat u
een opdracht kunt geven.
OPMERKING: Indien u niet bin-
nen enkele seconden een opdracht
uitspreekt, geeft het systeem u een
lijst met mogelijkheden.
Als u het systeem wilt onderbreken
terwijl de lijst met mogelijkheden
wordt weergegeven, drukt u op de
Voice Command-toets
, wacht u
tot de pieptoon heeft geklonken en
spreekt u uw opdracht in.
Het drukken op de Voice Command-
toets
terwijl het systeem spreekt,
wordt "inbreken" genoemd. Het sys-
teem wordt in dat geval onderbroken en na de pieptoon kunt u opdrachten
toevoegen of wijzigen. Dit is handig
naarmate u de opties kent.
OPMERKING: U kunt op elk
ogenblik de woorden "Annule-
ren", "Help", of "Hoofdmenu" in-
spreken.
Deze opdrachten zijn universeel en
kunnen vanuit elk menu gebruikt
worden. Alle andere opdrachten kun-
nen gebruikt worden afhankelijk van
de actieve toepassing.
Bij het gebruiken van dit systeem
moet u duidelijk en met een normaal
volume spreken.
Het systeem zal uw opdrachten het
best begrijpen als de ramen gesloten
zijn en de ventilator van de
verwarming/airconditioning in een
lage stand staat.
Als het systeem een van uw opdrach-
ten niet begrijpt, wordt u gevraagd de
opdracht te herhalen.
Als u het eerste beschikbare menu wilt
horen, drukt u op de Voice Command-
toets
en zegt u "Help" of "Main
Menu" (Hoofdmenu).
96
OPDRACHTEN
Het spraakbedieningssysteem be-
grijpt twee soorten opdrachten. De al-
gemene opdrachten zijn altijd be-
schikbaar. Lokale opdrachten zijn
beschikbaar als de ondersteunde ra-
diomodus actief is.
Het volume wijzigen.
1. Start een dialoog door op de Voice
Command-toets
te drukken.
2. Spreek een opdracht in (bijvoor-
beeld "Help").
3. Gebruik de draaiknop ON/OFF
VOLUME om het volume in te stellen
op een aangenaam niveau terwijl het
spraakbedieningssysteem spreekt.
Let op: het volume voor het spraakbe-
dieningssysteem wordt apart inge-
steld van het audiosysteem.
Hoofdmenu
Start een dialoog door op de Voice
Command-toetste drukken. Als
u naar het hoofdmenu wilt gaan, zegt
u "Main Menu" (Hoofdmenu). In deze modus kunt u de volgende
opdrachten inspreken:
"Radio" (als u naar de radiomodus
wilt schakelen)
"Disc" (als u naar de disc-modus wilt schakelen)
"Memo" (als u naar de
memorecorder-modus wilt schakelen) "Settings" (Instellingen) (als u naar de systeeminstellingen wilt schake-
len)
Radiofrequentie AM (of lange golf
of middengolf radio)
Als u wilt schakelen naar AM-
ontvangst, zegt u "AM" of "radio
AM". In deze modus kunt u de vol-
gende opdrachten inspreken:
"Frequentie nr." (als u de frequen- tie wilt wijzigen)
"Volgende zender" (als u de vol- gende zender wilt kiezen)
"Vorige zender" (als u de vorige zender wilt kiezen)
"Menu radio" (als u naar het radi- omenu wilt schakelen) "Hoofdmenu" (als u naar het
hoofdmenu wilt schakelen)
Radio FM
Als u wilt schakelen naar FM-
ontvangst, zegt u "FM" of "radio
FM". In deze modus kunt u de vol-
gende opdrachten inspreken:
"Frequentie nr." (als u de frequen- tie wilt wijzigen)
"Volgende zender" (als u de vol- gende zender wilt kiezen)
"Vorige zender" (als u de vorige zender wilt kiezen)
"Menu radio" (als u naar het radi- omenu wilt schakelen)
"Hoofdmenu" (als u naar het hoofdmenu wilt schakelen)
Disc
Als u wilt overschakelen naar de disc-
modus, zegt u "disc". In deze modus
kunt u de volgende opdrachten in-
spreken:
"Nummer" (#) (als u een ander nummer wilt kiezen)
97
UITSCHAKELVERTRAGING
VAN DE KOPLAMPEN
Deze functie is met name handig wan-
neer u uitstapt in een onverlichte
ruimte. Nadat u de contactschakelaar
in de stand LOCK heeft gezet, blijven
de koplampen nog maximaal 90 se-
conden veilig branden.
Om de vertraging in te schakelen
draait u de contactschakelaar naar de
stand LOCK terwijl de koplampen
nog zijn ingeschakeld. Schakel ver-
volgens binnen 45 seconden de kop-
lampen uit. De vertraging begint na-
dat u de koplampen heeft
uitgeschakeld. Gedurende deze peri-
ode branden alleen de koplampen.
Het systeem heft de vertraging op zo-
dra u de koplampen, de parkeerlich-
ten of de contactschakelaar weer in-
schakelt.
Wanneer u de koplampen uitschakelt
voordat u de contactschakelaar in de
stand OFF zet, gaan de koplampen op
de normale manier uit.De vertragingsduur van de koplamp-
verlichting is programmeerbaar op
auto's die zijn uitgerust met het elek-
tronisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC). Raadpleeg de paragraaf
"Elektronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC)/Door de klant te pro-
grammeren functies" in het hoofdstuk
"Het instrumentenpaneel" voor meer
informatie hierover.
DIMMER
INSTRUMENTENPANEEL
Draai het middendeel van de hendel
geheel naar beneden om de verlich-
ting van het instrumentenpaneel vol-
ledig te dimmen en om te voorkomen
dat de interieurverlichting bij het ope-
nen van een portier gaat branden.
Draai het middendeel van de hendel
omhoog om de sterkte van de verlich-
ting van het instrumentenpaneel te
verhogen wanneer de parkeerlich-
tenof de koplampen zijn ingescha-
keld.
Draai het middendeel van de hendel
in de volgende klikstand naar boven
om de kilometerteller en de radio ster-
ker te verlichten wanneer de parkeer-
lichten of de koplampen zijn inge-
schakeld.
Draai het middendeel van de hendel
in de laatste klikstand naar boven om
de interieurverlichting in te schake-
len.
Dimschakelaar
107
LICHTSIGNAAL
U kunt met uw koplampen een licht-
signaal geven aan een ander voertuig
door de multifunctionele hendel kort
naar u toe te trekken. Hiermee scha-
kelt u het grootlicht in. U schakelt dit
weer uit door de hendel los te laten.
OPMERKING: Als de multifunc-
tionele hendel langer dan 15 se-
conden in de stand voor het licht-
signaal wordt gehouden, wordt het
grootlicht uitgeschakeld. Als hier-
van sprake is, wacht dan 30 secon-
den met het geven van het volgende
lichtsignaal.
INTERIEURVERLICHTING
Onder aan de binnenspiegel bevinden
zich twee interieurlampen/
leeslampen. U kunt deze lampen in en
uit schakelen met behulp van de scha-
kelaars in de spiegel of met de dim-
schakelaar in de multifunctionele
hendel. Deze lampen worden boven-
dien automatisch bediend door het
instapverlichtingsysteem.
Aan de achterzijde van de middencon-
sole bevindt zich ook een interieur-
lamp. U kunt deze lamp in en uit scha-
kelen met de dimschakelaar in de
multifunctionele hendel. Deze lamp
wordt bovendien automatisch bediend
door het instapverlichtingsysteem.Hoogteverstelling
koplampen
Met dit systeem zijn de koplampen
altijd correct afgesteld, ongeacht de
belading van de auto.
De schakelaar voor de hoogteverstelling
van de koplampen bevindt zichonder de
radio op het instrumentenpaneel.Bediening: duw op de scha-
kelaar voor de hoogteverstel-
ling van de koplampen totdat
het nummer dat overeen-
stemt met de belasting in onderstaande
tabel oplicht op de schakelaar.0 Alleen bestuurder, of be-
stuurder plus voorpassagier.
1 Alle zitplaatsen bezet.
2 Alle zitplaatsen bezet, plus een gelijkmatig verdeelde
lading in de bagageruimte.
Het totale gewicht van pas-
sagiers plus lading blijft on-
der het maximale laadge-
wicht van de auto.
3 Bestuurder, plus een gelijk- matig verdeelde lading in de
bagageruimte. Het totale
gewicht van bestuurder plus
lading blijft beneden het
maximale laadgewicht van
de auto.
Berekeningen gebaseerd op een persoonsgewicht van 75 kg.
Schakelaars voor
interieurverlichting/leeslampen
109
AUDIOBEDIENINGSELEMENTEN OP STUUR . . .140 BEDIENING VAN DE RADIO . . . . . . . . . . . . . .141
CD-SPELER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .141
WERKING VAN DE RADIO EN MOBIELE TELEFOONS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .141
KLIMAATREGELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .141 AUTOMATISCHE TEMPERATUURREGELING(ATC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .142
AANWIJZINGEN VOOR BEDIENING . . . . . . . .147
120
FUNCTIES VAN HET INSTRUMENTENPANEEL1 — Luchtrooster6 — Radio11 — Opbergvak
2 — Opening voor zijraamontwaseming 7 — Airbag passagierszijde 12 — Klimaatregeling
3 — Instrumentengroep 8 — Handschoenenkastje13 — Ontgrendelknop voor bagage-
ruimte
4 — Contactschakelaar 9 — Schakelaar stoelverwarming 14 — Aansluitcontact
5 — Analoge klok 10 — Schakelaar waarschuwingsknip-
perlichten
121
ELEKTRONISCH VOER-
TUIGINFORMATIECEN-
TRUM (EVIC)
Het elektronische voertuiginformatie-
centrum (EVIC) heeft een interactief
scherm dat zich in de instrumenten-
groep bevindt.
Het EVIC bestaat uit de volgende on-
derdelen:
Kompas (N, S, E, W, NE, NW, SE,SW)
Average Fuel Economy (Gemiddeld brandstofverbruik)
Bereik tot lege tank
Bandenspanningscontrolesysteem Elapsed Time (Verstreken tijd)
Display Units (maateenheden)
Systeemwaarschuwingen (portier
open, enz.)
Persoonlijke instellingen (door de klant te programmeren functies)
Weergave buitentemperatuur (°F of °C)
Weergave audiomodus – 12 vor- keuzestations of cd-titel en
-nummer tijdens afspelen
Met dit systeem kan de bestuurder
informatie selecteren door op de vol-
gende knoppen op het stuur te druk-
ken: Knop MENU
Druk de knop MENU kort
in om alle functies van het
EVIC hoofdmenu weer te
geven. Wanneer de laatste
functie in het hoofdmenu is bereikt,
gaat het EVIC naar de eerste functie
in het hoofdmenu wanneer opnieuw
kort op de knop MENU wordt ge-
drukt. Druk kort op de knop MENU
om terug te keren naar het hoofd-
menu vanuit een submenu.
OMLAAG-knop
Druk kort op de OMLAAG-
knop om de verschillende
ritfuncties of persoonlijke
instellingen op het scherm
te laten weergeven.
Kompasknop
Druk kort op de kompas-
knop om het kompas, de
buitentemperatuur en de
audio-info (bij ingescha-
kelde radio) weer te laten geven, wan-
neer het huidige scherm niet het kom-
pas, de buitentemperatuur en de
audio-info weergeeft.
Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
Stuurwielknoppen voor EVIC
132