717
Onderhoud
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK (VERVOLG)
180.000 km of 144 maanden
❑ Controleer koudemiddel airconditioning/aircocompressor
(indien van toepassing)
❑ Controleer accutoestand
❑ Controleer remleidingen, -slangen en aansluitingen
❑ Controleer alle elektrische systemen
❑ Controleer remschijven en remblokken
❑ Controleer aandrijfassen en aandrijfashoezen
❑ Controleer uitlaatsysteem
❑ Controleer fuseekogels voorwielophanging
❑ Controleer brandstoffilter (benzine) * 7
❑ Controle luchtfilter brandstoftank
(benzine, indien van toepassing)
❑ Controleer brandstofleidingen, -slangen en aansluitingen
(benzine, diesel)
❑ Controleer transmissievloeistof (indien van toepassing) * 8
❑ Controleer parkeerrem (voetbediend/handbediend type)
❑ Controleer stuurbekrachtigingsvloeistof en -slangen
(indien van toepassing)
❑ Controleer cardanas (indien van toepassing)
❑ Controleer stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen
❑ Controleer olie verdeelbak (4WD) * 8
❑ Controleer olie achterasdifferentieel (4WD) * 8
(Vervolg)
(Vervolg)
❑
Controleer banden (spanning en profiel)
❑ Controleer vacuümslang (voor EGR en smoorklephuis) (benzine)
❑ Controleer klepspeling (benzine) * 11
❑ Controleer ontluchtingsslang en tankdop
❑ Vervang luchtfilter
❑ Vervang rem-/koppelingsvloeistof (indien van toepassing)
❑ Vervang interieurfilter
❑ Vervang motorolie en filter (diesel-R) * 1
*2
*3
*5
❑ Vervang motorolie en filter (benzine-Theta) * 1
*4
*5
❑ Vervang brandstoffilterelement (diesel) * 6
❑ Controleer koelsysteem
(eerste 60.000 km of 48 maanden,
daarna iedere 30.000 km of 24 maanden)
❑ Controleer aandrijfriem (diesel) * 9
(eerste 90.000 km of 48 maanden, daarna iedere 30.000 km of 24 maanden)
❑ Controleer aandrijfriem (benzine) * 9
(eerste 90.000 km of 72 maanden, daarna iedere 30.000 km of 24 maanden)
❑ Toevoegen brandstofadditieven (benzine) * 12
(iedere 15.000 km of 12 maanden)
❈ Controle: Controleren en indien nodig af- of bijstellen,
reinigen of vervangen.
Onderhoud
18
7
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK (VERVOLG)
210.000 km of 168 maanden
❑ Controleer luchtfilter
❑ Controleer koudemiddel airconditioning/aircocompressor
(indien van toepassing)
❑ Controleer accutoestand
❑ Controleer remleidingen, -slangen en aansluitingen
❑ Controleer alle elektrische systemen
❑ Controleer remschijven en remblokken
❑ Controleer aandrijfassen en aandrijfashoezen
❑ Controleer uitlaatsysteem
❑ Controleer fuseekogels voorwielophanging
❑ Controleer brandstofleidingen, -slangen en aansluitingen(diesel)
❑ Controleer parkeerrem (voetbediend/handbediend type)
❑ Controleer stuurbekrachtigingsvloeistof en -slangen
(indien van toepassing)
❑ Controleer stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen
❑ Controleer banden (spanning en profiel)
❑ Controleer brandstoffilterelement (diesel) * 6
❑ Controleer cardanas (indien van toepassing)
❑ Controleer vacuümslang (voor EGR en smoorklephuis)(benzine)
(Vervolg)
(Vervolg)
❑ Controleer koelsysteem
(eerste 60.000 km of 48 maanden,
daarna iedere 30.000 km of 24 maanden)
❑ Controleer aandrijfriem (diesel) * 9
(eerste 90.000 km of 48 maanden, daarna iedere 30.000 km of 24 maanden)
❑ Controleer aandrijfriem (benzine) * 9
(eerste 90.000 km of 72 maanden, daarna iedere 30.000 km of 24 maanden)
❑ Vervang rem-/koppelingsvloeistof (indien van toepassing)
❑ Vervang interieurfilter
❑ Vervang motorolie en filter (diesel-R) * 1
*2
*3
*5
❑ Vervang motorolie en filter (benzine-Theta) * 1
*4
*5
❑ Vervang koelvloeistof * 10
(Eerste 210.000 km of 120 maanden, daarna iedere 30.000 km of 24 maanden)
❑ Toevoegen brandstofadditieven (benzine) * 12
(iedere 15.000 km of 12 maanden)
❈ Controle: Controleren en indien nodig af- of bijstellen,
reinigen of vervangen.
719
Onderhoud
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK (VERVOLG)
Geen controle of onderhoud noodzakelijk
❑Automatische-transmissievloeistof
240.000 km of 192 maanden
❑ Controleer koudemiddel airconditioning/aircocompressor
(indien van toepassing)
❑ Controleer accutoestand
❑ Controleer remleidingen, -slangen en aansluitingen
❑ Controleer alle elektrische systemen
❑ Controleer remschijven en remblokken
❑ Controleer aandrijfassen en aandrijfashoezen
❑ Controleer uitlaatsysteem
❑ Controleer fuseekogels voorwielophanging
❑ Controleer brandstoffilter (benzine) * 7
❑ Controle luchtfilter brandstoftank
(benzine, indien van toepassing)
❑ Controleer brandstofleidingen, -slangen en aansluitingen
(benzine, diesel)
❑ Controleer transmissievloeistof (indien van toepassing) * 8
❑ Controleer parkeerrem (voetbediend/handbediend type)
❑ Controleer stuurbekrachtigingsvloeistof en -slangen
(indien van toepassing)
❑ Controleer stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen
❑ Controleer olie verdeelbak (4WD) * 8
❑ Controleer olie achterasdifferentieel (4WD) * 8
❑ Controleer cardanas (indien van toepassing)
❑ Controleer vacuümslang (voor EGR en smoorklephuis)(benzine)
(Vervolg)
(Vervolg)
❑ Controleer banden (spanning en profiel)
❑ Controleer ontluchtingsslang en tankdop
❑ Vervang luchtfilter
❑ Vervang rem-/koppelingsvloeistof (indien van toepassing)
❑ Vervang interieurfilter
❑ Vervang motorolie en filter (diesel-R) * 1
*2
*3
*5
❑ Vervang motorolie en filter (benzine-Theta) * 1
*4
*5
❑ Vervang brandstoffilterelement (diesel) * 6
❑ Controleer koelsysteem
(eerste 60.000 km of 48 maanden,
daarna iedere 30.000 km of 24 maanden)
❑ Controleer aandrijfriem (diesel) * 9
(eerste 90.000 km of 48 maanden, daarna iedere 30.000 km of 24 maanden)
❑ Controleer aandrijfriem (benzine) * 9
(eerste 90.000 km of 72 maanden, daarna iedere 30.000 km of 24 maanden)
❑ Toevoegen brandstofadditieven (benzine) * 12
(iedere 15.000 km of 12 maanden)
❈ Controle: Controleren en indien nodig af- of bijstellen,
reinigen of vervangen.
725
Onderhoud
Schijfremmen, remblokken,
remklauwen en remschijven
Controleer de remblokken op overmatige
slijtage, de schijfremmen op slingering
en slijtage en de remklauwen op
vloeistoflekkage.
Zie de website van HYUNDAI voor meer
informatie over het controleren van de
remblokken en remvoeringen. (http://brakeman
ual.hmc.co.kr)
Bevestigingsbouten wielophanging
Controleer of de bouten van de
wielophanging goed vastzitten en niet
beschadigd zijn. Draai ze met het
voorgeschreven aanhaalmoment vast. Stuurhuis, stuurstangen en
stofhoezen/onderste fuseekogel
Breng de auto tot stilstand, zet de motor
uit en controleer op overmatige speling inhet stuurwiel.
Controleer de stuurstangen op knikken of
beschadigingen. Controleer de
stofhoezen en fuseekogel op
veroudering, scheurtjes of
beschadigingen. Vervang beschadigdeonderdelen.
Stuurbekrachtigingspomp,
aandrijfriem en slangen
Controleer de stuurbekrachtigingspomp en slangen op lekkage en
beschadigingen. Vervang beschadigde of
lekkende onderdelen direct. Controleer
de aandrijfriem op sneetjes, scheurtjes,
overmatige slijtage en controleer of hij
goed geolied is en de spanning juist is.
Vervang of stel indien nodig af.Aandrijfassen en
aandrijfashoezen
Controleer de aandrijfassen, -hoezen en
klemmen op scheurtjes, veroudering of
beschadigingen. Vervang beschadigdeonderdelen en breng indien nodig nieuw
vet aan.
Koudemiddel airconditioning/
aircocompressor
(indien van toepassing) Controleer de leidingen en aansluitingen
van de airconditioning op lekkage enbeschadigingen.
763
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterktezekeringBeveiligd onderdeel
A/BAG IND10AInstrumentenpaneel
A/BAG10AAirbagmodule, module klimaatregeling
MODULE 57.5A
Regensensor, schuif-/kanteldak, Smart Key-module, BCM, parkeerhulpsysteem,
airconditioning, invertermodule, relaiskast interieur (relais bochtverlichting links/rechts,
aanjagerrelais achter), stoelverwarming achter links/rechts,
controlemodule stoelklimaatregeling bestuurder/passagier,
stoelverwarmingsmodule bestuurder/passagier
MODULE 17.5ASchakelaar sportmodus, sleutelsolenoid, consoleschakelaar links/rechts,
schakelaar console voor, schakelaar ruitbediening achter links/rechts
REAR FOG LAMP10ARelaiskast interieur (relais mistachterlicht)
MEMORY 210ABCM, bandenspanningscontrolemodule, IMS-module bestuurder, module bestuurders-
/passagiersportier, automatische verlichting en lichtsensor, diagnosestekker,
module klimaatregeling, instrumentenpaneel
SMART KEY 27.5ASmart Key-module, startblokkeringsmodule
MODULE 310A
BCM, instrumentenpaneel, bandenspanningscontrolemodule, intelligente
parkeerhulpmodule, elektrochromatische spiegel, Lane Departure Warning-module,
stuurhoeksensor, module klimaatregeling, audiosysteem, hoofdunit A/V- en
navigatiesysteem, 4WD motor-ECU, positie-indicator, sensor parkeerhup achter
links/rechts, stoelverwarming achter links/rechts, controlemodule stoelklimaatregeling
bestuurder/passagier, verwarmingsmodule stoel bestuurder/passagier,
IMS module bestuurderszijde, consoleschakelaar links/rechts, schakelaar
achterconsole, parkeerhulpsensor links/rechts achter (midden),
deurmodule bestuurders-/passagierszijde, module elektrisch bedienbare parkeerrem
SMART KEY 410AStart/stoptoets, startblokkeringsmodule
Rijden met uw auto
72
5
Werking Actief ECO-systeem
Het Active ECO-systeem helpt het
brandstofverbruik te verlagen door de
werking van de motor en de transmissie
te regelen. Het brandstofverbruik is
afhankelijk van de rijgewoonten van de
bestuurder en de toestand van de weg. Wanneer de toets Active ECO wordt
ingedrukt, gaat het controlelampje
ECO (groen) branden om aan te geven
dat het Active ECO-systeem in werking
is.
Het Active ECO-systeem blijft ingeschakeld tot nogmaals op de toets
Active ECO wordt gedrukt. Als het
Active ECO-systeem is ingeschakeld,
zal het systeem niet worden
uitgeschakeld, zelfs niet als de motor
opnieuw wordt gestart.
Druk nogmaals op de toets Active
ECO om het systeem uit te schakelen.
Wanneer het Active ECO-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de normale
modus weer ingeschakeld.
Wanneer het Active ECO-systeem
wordt ingeschakeld:
Het motorgeluid kan sterker worden.
Kan de auto even iets inhouden.
Kan de werking van de airconditioning worden beïnvloed. Begrenzing werking actief ECO- systeem: Indien onderstaande situaties zich
voordoen terwijl het actieve ECO-
systeem in werking is, wordt de werking
van het systeem begrensd, ook al wijzigthet controlelampje ECO niet.
Wanneer de koelvloeistoftemperatuur
laag is:
Het systeem wordt begrensd totdat de
motor weer naar behoren presteert.
Bij het oprijden van een helling: Het systeem wordt begrensd voor
meer vermogen bij het oprijden van de
helling, doordat het motorkoppel
beperkt is.
In de sportstand: Het systeem wordt begrensd
overeenkomstig de ingeschakelde
versnelling.
Wanneer het gaspedaal gedurende een paar seconden diep wordt
ingetrapt: het systeem wordt begrensd
omdat het vaststelt dat de bestuurder
de snelheid wil verhogen.(Benzinemotor)
ACTIEF ECO-SYSTEEM
ODM052050
Rijden met uw auto
74
5
Houd uw auto schoon. Om optimaal
service aan uw auto te kunnen laten
uitvoeren, moet uw auto schoon zijn en
moeten materialen die corrosie
kunnen veroorzaken, verwijderd
worden. Het is vooral belangrijk
opeenhopingen van modder, vuil, ijs,
enz. aan de onderzijde van de auto te
voorkomen. Het extra gewicht van
dergelijke opeenhopingen verhoogt
het brandstofverbruik en het materiaal
kan corrosie veroorzaken omdat het
lang vochtig kan blijven.
Houd uw auto zo licht mogelijk. Vervoer geen onnodig gewicht in uw auto. Hoe
zwaarder de auto, hoe hoger het
brandstofverbruik.
Laat de motor niet langer stationair draaien dan nodig is. Als u ergens
moet wachten (en niet aan het verkeer
deelneemt), zet dan de motor uit en
start de motor pas weer als u weg wilt
rijden.
Denk eraan dat u uw auto niet langdurig warm hoeft te laten draaien.
Laat de motor na het starten 10 - 20
seconden stationair draaien voordat u
een versnelling inschakelt. Bij zeer
lage buitentemperaturen kunt u deze
periode iets verlengen. Laat de motor niet “bokken” of met een
hoog toerental draaien. Bokken is het
verschijnsel dat de motor onregelmatig
gaat draaien als u met een te lage
snelheid in een te hoge versnelling
gaat rijden. Schakel als dat gebeurt
terug naar een lagere versnelling. Bij
een te hoog toerental draait de motor
meer toeren dan goed voor hem is. Dat
kan worden voorkomen door te
schakelen bij de aanbevolensnelheden.
Maak met beleid gebruik van de airconditioning. De airconditioning
wordt aangedreven door de motor,
waardoor het brandstofverbruiktoeneemt als de airconditioning
gebruikt wordt.
Geopende ruiten verhogen bij hoge snelheid het brandstofverbruik.
Het brandstofverbruik neemt toe bij zij- en tegenwind. Verminder onder dezeomstandigheden snelheid om het
brandstofverbruik enigszins te
beperken. Het in goede staat houden van uw auto is
van groot belang voor zowel de veiligheid
als het brandstofverbruik. Daarom
adviseren we u het systeem te laten
repareren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
WAARSCHUWING
- Rijden met uitgezette
motor
Zet nooit de motor tijdens af om een helling af te rijden of tijdens het
rijden. Als de motor niet draait,
werken de stuurbekrachtiging en
de rembekrachtiging niet. Laat de
motor draaien en schakel terug
naar de juiste versnelling omoptimaal op de motor te kunnen
afremmen. Daarnaast kan het
uitzetten van de motor tijdens het
rijden het stuurslot (indien van
toepassing) inschakelen waardoor
de auto onbestuurbaar wordt,
hetgeen tot ernstig letsel kanleiden.
593
Rijden met uw auto
Onderhoud bij het rijden met een
aanhanger
Uw auto heeft vaker onderhoud nodig
wanneer u regelmatig met een
aanhanger rijdt. Belangrijke zaken die
speciale aandacht verdienen zijn: de
motorolie, de automatische-
transmissievloeistof, de smering van de
aandrijfassen en de koelvloeistof. De
toestand van de remmen moet ook
regelmatig gecontroleerd worden. Alle
zaken staan in dit instructieboekje
beschreven. De index is hierbij een
handig hulpmiddel. Het is verstandig
deze gedeeltes te lezen voordat u meteen aanhanger op pad gaat.
Vergeet ook niet de aanhanger en de
trekhaak te onderhouden. Volg het
onderhoudsschema van de aanhangeren controleer de aanhanger regelmatig.
Voer de controle bij voorkeur ieder keer
uit wanneer u gaat rijden. Het is van het
grootste belang dat de trekhaakmoeren
en -bouten vastzitten.Als u gaat rijden met een
aanhanger
Let op de volgende punten als u gaat
rijden met een aanhanger:
Overweeg de aanschaf van
stabilisatorkoppeling. Raadpleeg de
leverancier van de trekhaak voor meer
informatie.
Trek tijdens de inrijperiode van uw auto, gedurende de eerste 2.000 km
geen aanhanger.
Als u dat wel doet, kan schade aan de
motor of de transmissie ontstaan.
Als u van plan bent met uw auto een aanhanger te gaan trekken, adviseren
we u contact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer over de
benodigde zaken zoals een trekhaak,enz.
Rijd met een aanhanger niet harder dan wettelijk is toegestaan.
Rijd bij het oprijden van een lange helling niet harder dan 70 km/h of de
voorgeschreven maximum snelheid.
De tabel bevat belangrijke gegevens met betrekking tot gewicht.OPMERKING
Vanwege de hogere belasting
tijdens het rijden met een
aanhanger, kan bij warm weer ofbij bergop rijden de motoroververhit raken. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter
aangeeft dat de motor oververhitdreigt te raken, schakel dan deairconditioning uit en breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand om de motor af te latenkoelen.
Als met de auto een aanhanger getrokken wordt, moet de
transmissievloeistof vaker worden gecontroleerd.