Page 214 of 443

162
4
Kenmerken van uw auto
✽✽
AANWIJZING voor het
gebruik van de iPod
Sommige iPod-modellen ondersteunen het
communicatieprotocol mogelijk niet
waardoor de bestanden niet
afgespeeld kunnen worden.
Ondersteunde iPod-modellen:
- iPod Mini
- iPod 4e (Photo) t/m 6e (Classic)generatie
- iPod Nano 1e t/m 4e generatie
- iPod Touch 1e en 2e generatie
De zoekvolgorde of de afspeelvolgorde van muziekstukken kan bij de iPod
verschillen van die van het
audiosysteem.
Als de iPod vanwege een interne storing wordt uitgeschakeld, moet de
iPod worden gereset. (Resetten:
Raadpleeg de handleiding van de
iPod)
Wanneer de batterij zwak is, werkt de
iPod mogelijk niet goed. (Vervolg)(Vervolg)
Sommige iPods, zoals de iPhone,
kunnen niet via de Bluetooth®
Wireless Technology-interface
worden aangesloten. Het apparaat
moet een Bluetooth®
Wireless
Technology-audiofunctie hebben
(zoals voor Bluetooth®
Wireless
Technology-stereohoofdtelefoon). Het
apparaat kan worden afgespeeld,
maar niet via het audiosysteem
worden bediend.OPMERKING BIJ
GEBRUIK VAN iPod
Sluit de iPod aan met het iPod-
voedingskabeltje van HYUNDAI
om hem via de audiotoetsen vanhet audiosysteem te kunnenbedienen. De USB-kabel vanApple kan storingen veroorzaken
en dient niet te worden gebruiktin een HYUNDAI .
❋
❋ Een iPod-voedingskabeltje van
HYUNDAI is verkrijgbaar bij uw
HYUNDAI Erkend Reparateur.
Steek de stekker van het iPod- voedingskabeltje bij hetaansluiten van de iPod volledig inde multimedia-aansluiting. Als u
dat niet doet, wordt decommunicatie tussen de iPod enhet audiosysteem mogelijk onderbroken.
Wanneer u de geluidseffecten van de iPod en het audiosysteemaanpast, zullen de effecten vanbeide apparaten elkaar
overlappen en kan degeluidskwaliteit afnemen of verstoord raken.
(Vervolg)
Page 215 of 443
4163
Kenmerken van uw auto
(Vervolg) Schakel de equalizerfunctie van de iPod uit wanneer u degeluidssterkte van hetaudiosysteem aanpast en zet de
equalizer van het audiosysteemuit wanneer u die van de iPodgebruikt.
Wanneer alleen het iPod-kabeltje is aangesloten, kan het systeemin de stand AUX worden gezet enruis veroorzaken. Neem het iPod- kabeltje los wanneer u de iPod
niet langer gebruikt.
Haal het iPod-kabeltje los van de iPod wanneer u de iPod niet methet audiosysteem van de autogebruikt. Als u dit niet doet, blijft
de iPod mogelijk in deaccessoire-modus en werktmogelijk niet goed.
(Vervolg)(Vervolg)
Gebruik voor het aansluiten vande iPod de USB/AUX-aansluitingen.
Neem wanneer u de iPod losneemt beide USB/AUX-aansluitingen los.
De iPod-kabel dient te worden aangesloten op beide USB/AUX-aansluitingen voor het opladenen bedienen.
Afzonderlijke
USB/AUX-aansluitingAll-in-one USB/AUX- aansluiting
Page 220 of 443

Kenmerken van uw auto
168
4
■■
Telefoongesprek ontvangen
Zodra u een telefoongesprek ontvangt, is er een beltoon hoorbaar uit de
luidsprekers en gaat het audiosysteem
over naar de telefoonstand.
Als u een telefoongesprek ontvangt,
wordt de melding "Incoming" (inkomend)
in combinatie met het telefoonnummer
van de ontvangen oproep (indien
mogelijk) weergegeven op hetaudiosysteem.
- Druk op de toets op het stuurwiel.
- Druk op de toets op het stuurwiel.
stellen:
- Gebruik de VOLUME-toetsen op het stuurwiel.
naar de telefoon (privé-oproep):
- Houd de toets op het stuurwiel ingedrukt tot het audiosysteem het
gesprek doorschakelt naar de telefoon. ■
Telefoongesprek voeren
Wanneer u een telefoongesprek voert,
wordt de melding "Active Calls" (actieve
gesprekken) in combinatie met het
telefoonnummer van uw gesprekspartner
(indien mogelijk) weergegeven op hetaudiosysteem.
- Druk op de toets op het stuurwiel.
- Druk op de toets op het stuurwiel. ■■
Bellen
U kunt iemand terugbellen door op de
toets op het stuurwiel te drukken.
- Dit werkt hetzelfde als wanneer u iemand via de toets op de mobiele
telefoon terugbelt.
AANWIJZING :
Bij sommige telefoons moet u
tweemaal op de toets drukkenom te bellen.
MUTE
Page 226 of 443

174
4
Kenmerken van uw auto
Naam wijzigen
De geregistreerde namen kunnen
worden gewijzigd.
1. Druk op de toets .
2. Zeg "Phonebook".
3. Zeg "Change name".
4. Zeg de naam van het telefoonboek [spraaklabel].
5. Zeg "Yes".
6. Zeg de naam van het telefoonboek dat u wilt wijzigen.
Naam verwijderen
De geregistreerde namen kunnen
worden verwijderd.
1. Druk op de toets .
2. Zeg "Phonebook".
3. Zeg "Delete name".
4. Zeg de naam van de contactpersoon.
5. Zeg "Yes". ■■
Bellen
Telefoongesprek starten met een naam
Het systeem belt het nummer dat
overeenkomt met de gesproken naamdie is geregistreerd in het systeem.
1. Druk op de toets .
2. Zeg "Call".
3. Zeg "Name".
4. Zeg "".
6. Zeg "".
7. Zeg "Yes".
✽✽ Tip
Er is een snelle manier voor elk van de
volgende functies beschikbaar.
1. Zeg "Call name".
2. Zeg "Call ".
3. Zeg "Call ".
Telefoongesprek starten met een
nummer
Het systeem belt het nummer dat
overeenkomt met het gesproken
nummer.
Het systeem kan getallen van nul tot
negen herkennen.
1. Druk op de toets .
2. Zeg "Call".
3. Zeg "Number".
4. Zeg "".
5. Zeg "".
6. Zeg "Dial".
✽✽ Tip
Er is een snelle manier voor elk van de
volgende functies beschikbaar.
1. Zeg "Dial number".
2. Zeg "Dial ".
Page 227 of 443

4175
Kenmerken van uw auto
■ Telefoongesprek ontvangen
Zodra u een telefoongesprek ontvangt, is er een beltoon hoorbaar en gaat het
systeem over naar de telefoonstand.
Zodra u een telefoongesprek ontvangt,
worden het telefoonnummer en de
melding "Incoming" (inkomend)
weergegeven.
uit:
Druk op de toets Verzenden om het gesprek aan te nemen.
stuurwiel om het volume van de beltoonin te stellen.
Het volume kan niet worden ingesteldvia het audiosysteem.
naar de telefoon
Het gesprek kan worden
doorgeschakeld van het handsfree-
systeem naar de mobiele telefoon die is
verbonden met
Bluetooth®Wireless
Technology.
Raadpleeg het instructieboekje van uw
mobiele telefoon of ga naar het schema
in dit instructieboekje (volgendepagina). ■
■
Telefoongesprek voeren
Wanneer u een telefoongesprek voert,
wijzigt het scherm afhankelijk van het feit
of de auto in beweging is of niet.
Het nummer en de melding "Active call"
(actief gesprek) worden weergegeven.
Druk op de toets Beëindigen om het gesprek te beëindigen.✽✽ AANWIJZING
In de volgende gevallen kan uw
gesprekspartner u mogelijk niet
verstaan:
1. Wanneer u beurtelings spreekt met uw gesprekspartner. Als er
tegelijkertijd wordt gesproken,
bereikt uw stem uw gesprekspartner
mogelijk niet. (Dit duidt niet op een
storing.)
2. Wanneer het volume van het binnenkomende gesprek laag is. Een
hoog volume kan echter een echo
veroorzaken. Spreek duidelijk in de
microfoon wanneer u een
telefoongesprek voert.
3. Tijdens het rijden op een slechte weg.
4. Tijdens het rijden met hoge snelheden.
5. Als er ruiten zijn geopend.
6. Als de uitstroomopeningen van de airconditioning op de microfoon
gericht zijn.
7. Als het geluid van de aanjager te luid
is.