
Kenmerken van uw auto
24
4
Elektrisch bedienbare ruiten Het contact moet in stand ON staan om
de ruiten elektrisch te kunnen bedienen.
Ieder portier is voorzien van een
schakelaar voor de bediening van de
desbetreffende ruit. De ruiten kunnen
worden bediend tot ongeveer 30seconden nadat het contact in stand
ACC of LOCK is gezet of de
contactsleutel is verwijderd. Als echter
een voorportier is geopend, kunnen de
elektrisch bedienbare ruiten niet binnen
30 seconden worden bediend als de
sleutel uit het contact wordt verwijderd, of
als het contact in stand ACC of LOCK is
gezet.
✽✽
AANWIJZING
Wanneer tijdens het rijden het schuif-
/kanteldak (gedeeltelijk) is geopend,
ondervindt u mogelijk hinderlijk
windgeruis. Dit is normaal en kan
worden verminderd of ongedaan
worden gemaakt door het schuif-
/kanteldak iets verder dicht te doen.
Ruiten openen en sluiten
Het bestuurdersportier beschikt over een
hoofdschakelaar, waarmee alle ruiten
van de auto kunnen worden bediend.
Druk de desbetreffende schakelaar aan
de voorzijde in of trek deze omhoog om
een ruit te openen of te sluiten tot het
eerste zware punt (3).
Automatische ruitbediening
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken of omhoog te trekken tot de
tweede stand (4), wordt de ruitautomatisch helemaal geopend of
gesloten, zelfs als de schakelaar wordt
losgelaten. Om de ruitbeweging te
stoppen, kan de schakelaar kortstondig
in tegenovergestelde richting wordenbediend.
OBK049138N

455
Kenmerken van uw auto
Verstreken tijd
In deze stand wordt de tijd weergegeven
die is verstreken sinds de tijd voor het
laatst gereset werd.
Zolang de motor draait, blijft de reisduur
doorlopen, ook als de auto stilstaat.
De teller loopt van 0:00 - 99:59.
Door de RESET-toets langer dan 1
seconde ingedrukt te houden als het
scherm met de reisduur wordt
weergegeven, wordt de reisduur
teruggezet naar nul (0:00).Stand voor instellenvoorkeursinstellingen (alleen type B,indien van toepassing)
1. Breng de auto tot stilstand en laat het contact in stand ON staan of laat de
motor draaien.
2. Druk op de toets TRIP totdat de Gebruikersinstell worden
weergegeven.
3. Druk gedurende 2 seconden op de toets TRIP als de Gebruikersinstell
worden weergegeven.
4. U kunt het item wijzigen door op de toets TRIP te drukken en een itemselecteren door op de toets RESET te
drukken.
Auto Door Lock (Portier autom. vergr.)
Off - De automatische
portiervergrendeling wordt
uitgeschakeld.
Speed - Alle portieren worden
automatisch vergrendeld zodra
de rijsnelheid hoger wordt dan15 km/h.
Shift Lever - Alle portieren worden
automatisch vergrendeld
wanneer de selectiehendel
vanuit stand P in stand R
(achteruit), N (vrijstand) of
D wordt gezet.
(automatische transmissie)
OBK042042L
■
Type A ■Type BOBK042201LOBK042203L

Kenmerken van uw auto
56
4
Speed or Shift Lever - Alle portieren
worden automatisch
vergrendeld als aan een van
de of beide bovenstaande
condities is voldaan.
Auto Door Unlock (Portier autom. ontgr.)
Off - De automatische
portierontgrendeling wordt
uitgeschakeld.
Key out or Power off * 1
- Alle portieren
worden automatisch ontgrendeld
wanneer de contactsleutel uit het
contactslot wordt verwijderd. (Of de
Smart Key staat in de stand OFF.)
Shift Lever - Alle portieren worden
automatisch ontgrendeld
wanneer de selectiehendel
in stand P wordt gezet.
(automatische transmissie)
Key out (Power Off) or Shift lever - Alle
portieren worden automatisch
ontgrendeld als aan een van de of beide
bovenstaande condities is voldaan.
(automatische transmissie) * 1
: Key out - Normale contactsleutel
Power off - Smart Key
Head Lamp Escort
(Follow me home-koplampen)
On - De follow me home-functie en de welcome-functie worden
ingeschakeld.
Off - De follow me home-functie en de welcome-functie worden
uitgeschakeld.
Zie voor details Verlichting in deel 4.
One-touch knipperlichten
Aan - De knipperlichten knipperen 3,5 of 7 maal wanneer de
combischakelaar iets wordt
bewogen.
Uit - zHet automatische drievoudige
knipperlichtsignaal is uitgeschakeld.
OBK042206LOBK044207L

Kenmerken van uw auto
72
4
Controlelampje CRUISE
(indien van toepassing)
Controlelampje CRUISE
Het controlelampje gaat branden
wanneer het cruise control-systeem
wordt ingeschakeld.
Het controlelampje CRUISE in het
instrumentenpaneel gaat branden als de
cruise control-schakelaar op het
stuurwiel wordt ingedrukt. Het controlelampje gaat uit als de
schakelaar nogmaals wordt ingedrukt.
Raadpleeg voor meer informatie over het
gebruik van de cruise control "Cruisecontrol-systeem" in hoofdstuk 5. Controlelampje SET
Het controlelampje gaat branden als de functie
(SET- of RES+)van de cruise
control is ingeschakeld. Het controlelampje SET in het
instrumentenpaneel gaat branden als de
cruise control-schakelaar
(SET- of RES+)wordt ingedrukt.
Het controlelampje SET brandt niet als
de cruise control-schakelaar (CANCEL)
is ingedrukt of als het systeem is
uitgeschakeld.
Waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot" (indien van toepassing)
Zonder Smart Key-systeem
Als het bestuurdersportier wordt geopend en de contactsleutel zich nog in
het contactslot bevindt (stand ACC of
LOCK), zal de waarschuwingszoemer
"sleutel in contactslot" klinken. Dit om te
voorkomen dat u de auto afsluit en de
sleutel in het contactslot laat zitten. De
zoemer klinkt totdat de sleutel wordt
verwijderd, het contact in stand ON wordt
gezet of het bestuurdersportier wordtgesloten.
Met Smart Key-systeem
Als het bestuurdersportier wordt
geopend en de Smart Key zich nog in de
auto bevindt terwijl de startknop in de
stand ACC staat of nog in de Smart Key-
houder is geplaatst terwijl de startknop inde stand OFF staat, zal de
waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot" klinken. De zoemer klinkt
totdat de Smart Key uit de houder wordt
verwijderd of het bestuurdersportier
wordt gesloten.
CRUISE
SET

497
Kenmerken van uw auto
Kaartleeslampje
Druk het lampglas van het
kaartleeslampje in om het lampje in of uit
te schakelen. Dit lampje heeft een
gerichte lichtbundel waarmee de
bestuurder en de voorpassagier in het
donker een kaart of iets anders kunnen
lezen. : De verlichting gaat branden
als er een portier (of de
achterklep) wordt geopend,
ongeacht de stand van het
contact. Als de portieren
worden ontgrendeld met deafstandsbediening (of de
Smart Key) blijft de verlichting
gedurende ongeveer 30
seconden branden als er geen
portier wordt geopend. De
verlichting gaat ongeveer 30
seconden na het sluiten van
het portier langzaam uit.
Als het contact in stand ON
staat of alle portieren worden
vergrendeld, zal de
interieurverlichting echter
onmiddellijk uitgaan. Als er
een portier wordt geopendterwijl het contact in stand
ACC of LOCK staat, blijft de
verlichting nog ongeveer 20
minuten branden. Als er echter
een portier wordt geopendterwijl het contact in stand ON
staat, blijft de verlichting
continu branden.
INTERIEURVERLICHTING
OPMERKING
Laat de interieurverlichting niet te
lang branden als de motor niet
draait.
Hierdoor kan de accu ontladenraken.
WAARSCHUWING
Gebruik de interieurverlichting niet wanneer u in het donker rijdt.
Doordat de interieurverlichting het
zicht kan beperken, kunnen
ongevallen ontstaan
OBK049055N

499
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Zie "Voorruit ontdooien en ontwasemen"
in dit hoofdstuk als u condens en ijs van
de voorruit wilt verwijderen.
Achterruitverwarming
De achterruitverwarming ontdoet de
achterruit van rijp, condens en ijs als de
motor is gestart.
Druk op de toets in de middenconsole
om de achterruitverwarming in te
schakelen. Het controlelampje in de toets
gaat branden wanneer de
achterruitverwarming ingeschakeld is.
Verwijder eerst eventueel aanwezige
sneeuw van de achterruit voordat de
achterruitverwarming ingeschakeld
wordt.
De achterruitverwarming schakelt na
ongeveer 20 minuten automatisch uit of
wanneer het contact in stand LOCK
wordt gezet. Druk de toets opnieuw in om
de achterruitverwarming uit te schakelen.
Buitenspiegelverwarming (indien van toepassing)
Als uw auto voorzien is van
buitenspiegelverwarming zal deze
gelijktijdig met de achterruitverwarming
in werking treden.
Voorruitverwarming
(indien van toepassing)
Als uw auto is voorzien van
voorruitverwarming zal deze gelijktijdig
met de achterruitverwarming in werkingtreden.
ONTWASEMING
OPMERKING
Gebruik om beschadiging van de
verwarmingsdraden te voorkomen
nooit scherpe voorwerpen ofreinigingsmiddelen met schurendebestanddelen om de achterruit te reinigen.
OBK042100

Veiligheidsysteem van uw auto
44
3
Airbag bestuurder en
voorpassagier (indien vantoepassing)
Uw auto is uitgerust met een aanvullend
veiligheidssysteem (SRS) en
driepuntsgordels voor zowel de
bestuurder als de voorpassagier.
Dat uw auto voorzien is van een dergelijk
systeem blijkt uit de letters SRS AIR BAG
die in reliëf aanwezig zijn op het
stuurwiel en op het paneel boven het
dashboardkastje.
Het aanvullend veiligheidssysteem
bestaat uit airbags die zich bevinden in
het stuurwiel en boven het
dashboardkastje.
WAARSCHUWING
Als de airbag geactiveerd wordt, is er een luide knal hoorbaar en
komt er fijn stof vrij in de auto.
Dit is normaal en niet gevaarlijk -
het fijne poeder wordt gebruikt bij
het vouwen van de airbags. Het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag kan huid- of
oogirritatie veroorzaken en
astmatische klachten bij
daarvoor gevoelige personen
verergeren. Was de huid die in
aanraking gekomen is met het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag altijd af met
handwarm water en een milde
zeepoplossing.
Het aanvullend veiligheidssysteem werkt allenals het contact in stand ON staat.
Als het waarschuwingslampje air
bag niet gaat branden of als het
ook blijft branden als er na het in
stand ON zetten van het contact 6
seconden verstreken zijn of de
motor gestart is, of als het gaat
branden tijdens het rijden, werkt
het aanvullend veiligheidsysteemniet goed.
(Vervolg)(Vervolg)Als dit gebeurt adviseren we u
het systeem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Zet voor het vervangen van een zekering of het losnemen van een
accukabel het contact eerst instand LOCK en verwijder de
contactsleutel. Vervang of
verwijder een zekering die aan
het airbagsysteem gerelateerd isnooit als het contact in stand ON
staat. Het niet opvolgen van deze
waarschuwing zal ertoe leiden
dat het waarschuwingslampje air
bag zal gaan branden.
OBK032020
Airbag bestuurder