21
MENUFUNCTIES
Lichtsterkte interieur auto regelen
Deze functie is beschikbaar met ingeschakeld dimlicht en ‘s
nachts, voor regeling van de lichtsterkte van het instru-
mentenpaneel, de bedieningsknoppen, het display van de
autoradio en het display van de automatische klimaatre-
geling.
Bij daglicht en bij ingeschakeld dimlicht worden het ins-
trumentenpaneel, de bedieningsknoppen, de displays van
de autoradio en de klimaatregeling op de maximale licht-
sterkte verlicht.
Ga voor het regelen van de lichtsterkte als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
het eerder ingestelde niveau;
– druk op de knop▲of▼om de lichtsterkte in te stel-
len;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Beep Snelheid (Snelheidslimiet)
Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto (km/h
of mph) worden ingesteld. Als deze limiet wordt over-
schreden, wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie hoofd-
stuk „Lampjes en meldingen”). – BAG PASSAGIER
– DAGVERLICHTING
– MENU VERLATEN
Een menuoptie selecteren in het hoofdmenu zonder submenu:
– als u de knop SET ESC kort indrukt, kunt u in het hoofd-
menu de instelling selecteren die u wilt wijzigen;
– met de knop▲of▼(door de knop telkens in te druk-
ken) kan de nieuwe instelling worden geselecteerd;
– als u de knop SET ESC kort indrukt, kunt u de instelling
opslaan en tegelijkertijd terugkeren naar de eerder gese-
lecteerde menuoptie in het hoofdmenu.
Een menuoptie selecteren in het hoofdmenu met submenu:
– als u de knop SET ESC kort indrukt, wordt de eerste
menuoptie van het submenu weergegeven;
– met de knop▲of▼(door de knop telkens in te druk-
ken) kunt u alle menuopties van het submenu doorlopen;
– als u de knop SET ESC kort indrukt, kunt u de weerge-
geven menuoptie van het submenu selecteren en verschijnt
het betreffende setup-menu;
– met de knop▲of▼(door de knop telkens in te druk-
ken) kan de nieuwe instelling van deze menuoptie in het
submenu worden geselecteerd;
– als u de knop SET ESC kort indrukt, kunt u de instelling
opslaan en tegelijkertijd terugkeren naar de daarvoor ge-
selecteerde menuoptie in het submenu.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
22
Gegevens trip B (Trip B inschakelen)
Met deze functie kan de weergave van Trip B (dagteller)
worden ingeschakeld (On) of uitgeschakeld (Off).
Zie voor meer informatie de paragraaf „Tripcomputer”.
Ga voor het in-/uitschakelen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
–drukopdeknop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Tijd instellen (Klokje instellen)
Met deze functie kan het klokje worden ingesteld m.b.v.
twee submenu’s: „Tijd” en „Formaat”.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschij-
nen de twee submenu’s „Tijd” en „Formaat”;
– druk op de knop▲of▼om tussen de submenu’s te na-
vigeren;
– druk na het selecteren van het submenu dat u wilt wij-
zigen, kort op de knop SET ESC; Ga voor het instellen van de snelheidslimiet als volgt te
werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
het opschrift (Beep Snelh.);
–drukopdeknop▲of▼om de snelheidslimiet in te
schakelen (On) of uit te schakelen (Off);
– als de functie al was ingeschakeld (On), kan met de knop
▲of▼de gewenste snelheidslimiet worden ingesteld en
worden bevestigd door het indrukken van de knop SET
ESC.
Opmerking De waarde kan worden ingesteld tussen 30
en 200 km/h of tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van de
ingestelde meeteenheid (zie de paragraaf „Meeteenheid in-
stellen” (Meeteenheid) hierna). Elke keer als u de knop
▲/▼indrukt, wordt de waarde 5 eenheden verhoogd of
verlaagd. Als u de knop▲/▼ingedrukt houdt, lopen de
cijfers automatisch snel door of terug. Als u dicht bij de
juiste waarde bent, stelt u de exacte waarde in door de
knop telkens in te drukken en los te laten.
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk als u de instelling wilt annuleren:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
(On);
– druk op de knop▼; op het display knippert (Off);
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
23
Datum instellen (Datum instellen)
Met deze functie kan de datum worden ingesteld (dag
– maand – jaar).
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
het „jaar”;
– druk op de knop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
de „maand”;
–drukopdeknop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
de „dag”;
– druk op de knop▲of▼om de instelling uit te voeren.
Opmerking Elke keer als u de knop▲of▼indrukt, wordt
de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de
knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel
door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt
u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken
enlostelaten.
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. – als het submenu „Tijd” is gekozen: druk kort op de knop
SET ESC; op het display knipperen de „uren”;
–drukopdeknop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippe-
ren de „minuten”;
–drukopdeknop▲of▼om de instelling uit te voeren.
Opmerking Elke keer als u de knop▲of▼indrukt, wordt
de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de
knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel
door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt
u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken
en los te laten.
– als het submenu „Formaat” is gekozen: druk kort op de
knop SET ESC; op het display knippert de tijdsaanduiding;
–drukopdeknop▲of▼voor weergave van de tijd in
„24h” of „12h”.
Druk na het uitvoeren van de instelling kort op de knop
SET ESC om terug te keren naar het scherm van het sub-
menu of houd de knop even ingedrukt om terug te keren
naar het scherm van het hoofdmenu zonder op te slaan.
– houd de knop SET ESC nogmaals even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu,
afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
24
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
–drukopdeknop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het scherm van het submenu of houd de knop even inge-
drukt om terug te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan;
– houd de knop SET ESC nogmaals even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu,
afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
Meeteenheid (Meeteenheid instellen)
Met deze functie kunnen de meeteenheden worden inge-
steld in drie submenu’s: „Afstand”, „Verbruik” en „Tem-
peratuur”.
Ga voor het instellen van de gewenste meeteenheid als
volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschij-
nen de drie submenu’s;
–drukopdeknop▲of▼om tussen de drie submenu’s
te navigeren;
– druk na het selecteren van het submenu dat u wilt wij-
zigen, kort op de knop SET ESC;
– als het submenu „Afstand” is gekozen: druk kort op de
knop SET ESC; op het display wordt „km” of „mijl” weer-
gegeven, afhankelijk van de instelling; Zie radio (Herhaling informatie audiosysteem)
Met deze functie kan op het display de informatie over
de autoradio worden weergegeven.
– Radio: frequentie of RDS-bericht van het geselecteer-
de radiostation, automatisch zoeken of AutoSTore in-
schakelen;
– audio-CD, MP3-CD: nummer van het muziekstuk;
Ga voor het inschakelen (On) of uitschakelen (Off) van
de informatie van het audiosysteem op het display als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Autoclose (Centrale
portiervergrendeling bij rijdende auto)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als deze functie is ingeschakeld (On), worden de portie-
ren automatisch vergrendeld als de auto sneller rijdt dan
20 km/h.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
een submenu;
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
25
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Taal (Taal instellen)
U kunt de taal van het display instellen: Italiaans, Engels,
Duits, Portugees, Spaans, Frans, Nederlands, Pools, Turks.
Ga om de gewenste taal in te stellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
de eerder ingestelde „taal”;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
–drukkortopdeknopSETESComterugtekerennaar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Volume waarschuwingen (Volume geluidssignaal
storingen/waarschuwingen instellen)
Het volume van het akoestische signaal (buzzer) dat klinkt
voor het melden van een storing of waarschuwing, kan
ingesteld worden op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
het „niveau” van het ingestelde volume;
– druk op de knop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. – druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– als het submenu „Verbruik” is gekozen: druk kort op
de knop SET ESC; op het display wordt „km/l”, „l/100km”
of „mpg” weergegeven, afhankelijk van de instelling;
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op „km”, kan de
meeteenheid verbruik worden ingesteld op „km/l” of
„l/100 km”.
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op „mijl”, geeft het
display de hoeveelheid verbruikte brandstof aan in „mpg”.
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– als het submenu „Temperatuur” is gekozen: druk kort
op de knop SET ESC; op het display wordt „°C” of „°F”
weergegeven, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
Druk na het uitvoeren van de instelling kort op de knop
MENU ESC om terug te keren naar het scherm van het
submenu of houd de knop even ingedrukt om terug te ke-
ren naar het scherm van het hoofdmenu zonder op te slaan.
– druk nogmaals lang op de knop SET ESC om terug te ke-
ren naar het beginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk
van waar u zich in het menu bevindt.
26
Service (Geprogrammeerd onderhoud)
Met deze functie kan worden weergegeven hoeveel kilo-
meters nog resteren voordat een servicebeurt moet wor-
den uitgevoerd.
Ga voor het raadplegen van deze aanwijzingen als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display wordt
de afstand in „km” of „mijl” weergegeven, afhankelijk van
de instelling (zie de paragraaf „Meeteenheid afstand”);
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm.
Opmerking Het „Geprogrammeerd onderhoudsschema”
voorziet afhankelijk van de uitvoering elke 30.000 of
35.000 km (of gelijke afstand in mijl) in een servicebeurt;
deze weergave verschijnt automatisch als de sleutel in stand
MAR staat, vanaf 2.000 km (of gelijke afstand in mijl). De
weergave wordt elke 200 km (of gelijke afstand in mijl) op-
nieuw weergegeven. Onder de 200 km wordt de weer-
gave met kleinere intervallen weergegeven. De weergave
in km of mijl is afhankelijk van de ingestelde meeteenheid.
Als u dicht bij de volgende servicebeurt bent en u de con-
tactsleutel in stand MAR draait, verschijnt op het display
het opschrift „Service” gevolgd door het aantal kilome-
ters/mijlen dat resteert tot de volgende servicebeurt.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk voor het uitvoeren
van de werkzaamheden van het „Onderhoudsschema” en
voor het op nul zetten van deze weergave (reset). Volume toetsen (Volume toetsen instellen)
Het akoestische signaal dat klinkt bij het indrukken van
de knoppen SET ESC,▲en▼, kan worden ingesteld op
8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
het „niveau” van het ingestelde volume;
– druk op de knop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Buzz. Gordels
(Herinschakeling buzzer
voor melding SBR-systeem)
De functie wordt alleen weergegeven als het SBR-systeem
door het Fiat Servicenetwerk is uitgeschakeld (zie de pa-
ragraaf „SBR-systeem” in het hoofdstuk „Veiligheid”).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
27
Dagverlichting (D.R.L.)
Met deze functie kunt u de dagverlichting in- of uitscha-
kelen.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
een submenu;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het scherm van het submenu of houd de knop even inge-
drukt om terug te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan;
– houd de knop SET ESC nogmaals even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu,
afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit het menu-
scherm worden afgesloten.
Druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Als u de knop▼indrukt, wordt teruggekeerd naar de eer-
ste menuoptie (Beep Snelheid). Bag passagier Inschakeling/Uitschakeling
van de frontairbag aan passagierszijde
en zij-airbag voor de bescherming
van borstkas/bekken (sidebag)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de frontairbag en de zij-airbag (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) aan passagierszijde wor-
den in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
– druk op de knop SET ESC en druk, na het verschijnen
op het display van het bericht (Bag pass: Off) (voor uit-
schakelen) of het bericht (Bag pass: On) (voor inschake-
len) door op de knop▲of▼te drukken, nogmaals op
de knop SET ESC;
– op het display verschijnt de melding om de instelling te
bevestigen;
– selecteer door het indrukken van de knop▲of▼(Ja)
(voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of
(Nee) (om te annuleren);
– druk kort op de knop SET ESC; er verschijnt een be-
vestiging van de gekozen instelling en er wordt terugge-
keerd naar het menuscherm of, wanneer de knop even in-
gedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm zonder
op te slaan.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
28
Weergegeven gegevens
Autonomie (actieradius)
Geeft de afstand aan die nog gereden kan worden met de
brandstof in de brandstoftank. Op het display verschijnt
de indicatie „----” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
– de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat.
BELANGRIJK De waarde van de actieradius kan door ver-
schillende factoren worden beïnvloed: rijstijl (zie de para-
graaf „Rijstijl” in het hoofdstuk „Starten en rijden”), type
traject (snelwegen, stad, bergen enz.), gebruiksomstan-
digheden van de auto (vervoerde lading, bandenspanning
enz.). Houd hier bij het plannen van een reis rekening mee.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft afgelegd vanaf het
begin van een nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het gemiddelde brandstofverbruik aan van-
af het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik
aan. Als de auto stilstaat met draaiende motor, wordt
„----” op het display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis van
de tijd die verstreken is vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieu-
we rit.TRIPCOMPUTER
Algemene informatie
Met de „Tripcomputer” kan, als de contactsleutel in stand
MAR staat, op het display informatie worden weergege-
ven over de werking van de auto. Deze functie bestaat
uit „Trip A” en „Trip B” die onafhankelijk van elkaar wer-
ken en betrekking hebben op de hele rit van de auto. Bei-
de functies kunnen op nul worden gezet (reset – begin van
een nieuwe rit).
„Trip A” geeft informatie over:
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.
„Trip B”, alleen aanwezig op het multifunctionele display,
geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B.
Opmerking De functie „Trip B” kan worden uitgeschakeld
(zie de paragraaf „Trip B inschakelen”). De gegevens „Au-
tonomie” en „Huidig verbruik” kunnen niet op nul wor-
den gezet.WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER