155
Zicht
Vergeten verlichting
Als het contact is afgezet, de verlichting handmatig is ingeschakeld en een van
de voorportieren wordt geopend, klinkteen geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt. Het geluidssignaal stopt zodra de verlichting wordt uitgeschakeld. Als de dimlichten bij afgezet contact blijven branden, gaat de auto over inde ECO-mode om het ontladen van de accu te voorkomen.
Onder bepaalde weersomstandigheden(lage temperatuur, vochtigheid) kan zicheen laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.
De verlichting overdag kan worden ingeschakeldof uitgeschakeld via hetconfiguratiemenu.
Als het contact wordt afgezet, wordt de verlichting gedoofd, maar kunt u deverlichting altijd weer inschakelen met de lichtschakelaar.
Verlichting overdag
(LED-verlichting)
Deze wordt automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Afhankelijk van het land van bestemming en
de plaatselijk geldende wetgeving doet deze
verlichting dienst als:
- verlichting overdag en als parkeerlicht 's
nachts (bij de verlichting overdag is de lichtsterkte groter),of als- parkeerlichten overdag en 's nachts.
Na het monteren van de accukan het, afhankelijk van deweersomstandigheden en delaadtoestand van de accu, enkele uren (tot ongeveer 8 uur) duren voordat het Stop & Star t-systeem weer zal werken.
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu(externe accu of een accu van een andere auto) en startkabels.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Controleer eerst of de nominalespanning van de hulpaccu 12 Vbedraagt en of de capaciteit van de hulpaccu minimaal gelijk is aan die vande ontladen accu. Start de motor niet door een acculader aan te sluiten. Koppel de pluspool (+) van de accu niet los ter wijl de motor draait.
)Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A en vervolgens op
de pluspool (+) van de hulpaccu B. )Sluit de groene of zwar te kabel aan op deminpool (-) van de hulpaccu B (of op het massapunt van de auto met de hulpaccu). )Sluit het andere uiteinde van de groene of zwar te kabel aan op het massapunt Cvan deauto met de lege accu (of op de motorsteun). )Start de motor van de auto met dehulpaccu en laat deze gedurende enkele
minuten draaien.
)
Stel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het contact af en wacht even alvorens een
nieuwe poging te doen. ) Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.
)Maak de accupoolklemmen los. )Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader. )Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel. )Controleer of de accupolen en de klemmenschoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en klemmen.
Laden met behulp van een
acculader
Onderhoud
Vermijd langdurig huidcontact metafgewerkte olie en andere vloeistoffen. De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffenniet in het riool, in het water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in dedaarvoor bestemde containers bij het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Controles
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven,de bladzijden in het garantie- en
onderhoudsboekje die betrekking hebben op
de motoruitvoering van uw auto voor het laten controleren van bepaalde onderdelen volgenshet onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Zet het contact altijd af (verklikkerlampje Ready
uit) als u werkzaamheden onder de motorkap wilt uitvoeren, om letseldoor het automatisch starten van demotor te voorkomen. Deze sticker, die hoort bi
j het Stop & Start-systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of ver vangen mag worden
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
12V- accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon zijn,
vooral bij warm weer en in de winter.
Raadplee
g voordat u de accukabels losneemt de rubriek "12V-accu" voor meer informatie
over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
04
Selecteer en bevestig "Bestemming kiezen", selecteer "GPS-coördinaten"en bevestig uw keuze.
Voer de
GPS-coördinaten in en bevestiguw invoer met " OK" om het navigeren
te starten.
Druk op NAVvoor het menu "Navigatie ".
NAVIGATIE
GPS-COÖRDINATEN ALS BESTEMMING INVOEREN NAAR EEN PUNT OP DE KAART
Druk, als de kaart op het scherm wordt
w
eergegeven, op OKom naar hetcontextmenu te gaan. Selecteer dan "Kaart verplaatsen" en bevestig uw keuze.
Druk op OK
v
oor het contextmenu van de functie " Kaart verplaatsen
".
Selecteer "Als bestemming kiezen" of "Als tussenstop kiezen
" en bevestiguw keuze.
Verplaats de cursor op het schermmet de navigatietoets om een
bestemmingspunt te kiezen.
06
SR
C
TELEFONEREN
Druk op deze toets.
Selecteer "Bellen" en bevestig uwkeuze.
Selecteer "Contacten
" en bevestig uw keuze.
Toets het nummer in op het virtuele
toetsenbord door de ci
jfers te selecteren en daarna te bevestigen.
Bevesti
g met "OK" om het ingevoerde
telefoonnummer te bellen.Druk op deze toets of houd
TEL/SRCop het stuurwiel ingedrukt.
EEN NIEUW NUMMER BELLEN EEN CONTACT BELLEN
Selecteer het gewenste contact enbevestig uw keuze.
Selecteer het nummer en bevesti
g uwkeuze om het bellen te starten.
BELLEN Gebruik de telefoon liever niet onder het rijden. Stop op een veilige plaats of gebruik de toetsen op het stuur.
351Tr e f w o o r d e n r e g i s t e r
Plafonniers.....................................................167Portieren ontgrendelen....................................87Portieren openen.......................................80,81Portieren sluiten.........................................80,82Portieren vergrendelen ....................................87
RRadio.............................................294,295, 319Ready..............................................................35Regelmatig onderhoud....................................47Regeneratie roetfi lter.....................................r246Remblokken...................................................247Remlichten..................................................... 219Remmen..................................................62, 247Remschijven..................................................247Remvloeistofniveau.......................................243Reservewiel...................................................206Resetten overzicht brandstofverbruik ..............49Richtingaanwijzers.........158, 184, 214,217, 219Riem..............................................................114Risicozones (update) .....................................272Roetfi lter................................................r244, 246Ruitbediening...................................................91Ruitensproeier achter....................................r164Ruitensproeiers.............................................244Ruitensproeiers vóór.....................................r164Ruitensproeiervloeistofniveau .......................244Ruitenwisser achter.......................................r164Ruitenwisserbladen (vervangen)...........166, 229Ruitenwisserbladen vervangen.............166, 229Ruitenwissers..................................62,163, 165Ruitenwisserschakelaar..........................163-165
U
Schakelen elektronisch bediende
versnellingsbak ............................................135Serienummer auto.........................................254Sfeerverlichting ..............................................168Skiluik............................................................113Slepen van een auto.........................55, 229-231Sleutel.............................................80-82, 85, 86Sleutel met afstandsbediening........................33Sleutel niet herkend.........................................34Sneeuwkettingen...................................213,254Snelheidsbegrenzer...............................142,143Snelheidsregelaar..................................142,145Snelmenu's ....................................................266Spaarfase ......................................................228Spraaksynthese ............................................. 278Startblokkering, elektronische...................33, 86Starten.....................................................31,226Starten van de auto...........................31,34,135Starten van de motor.......................................r42Stilzetten van de auto ........................31,34,135Stoelen verstellen..................................100,101Stoelverwarming............................................104Stoelverwarming, schakelaars.......................104Stop & Start............................95, 119,122, 225,
239,241-243,245Streaming audio Bluetooth............301, 328,330Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau...............243Stuurslot..........................................................33Stuurverstelling ..............................................109Stuurwiel (verstellen).....................................109Supervergrendeling...................................83, 84Synchroniseren afstandsbediening .................85
S
Updaten risicozones......................................272Urgence-oproep.....................................185, 259USB-aansluiting ..................................... 112, 325USB-box........................................................112
Tankbeveiliging................................................96Technische gegevens.............................250-252Telefoon.................................................284, 286Teller..........................................................r38,58Tijd instellen .......................................74, 75, 305TMC (verkeersinformatie)..............................281Trekhaak........................................................231
T
V
Veiligheidsgordels...........................175,190-192Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen............................... 172,179, 180, 193Ventilatie .............................47, 51, 107,116, 117Ventilatieroosters...........................................116Verbruikscijfers................................................49Vergrendeling van binnenuit............................87Verkeersinformatie (TA).................282, 296, 320Verkeersinformatie (TMC) .....................281, 282Verklikkerlampje Ready ...................................35Verklikkerlampjes...........................60,61,63,65Verlichting......................................................168Vermogen ........................................................38