Page 10 of 364

Presentatie van het Hybrid4-systeem
Wij willen u allereerst bedanken voor uw keuze
voor de DS5 Hybrid4. Deze auto verschilt op een aantal punten van een conventionele auto.
Lees dit instructieboekje aandachtig door omalle functies van het hybridesysteem te leren
kennen. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Hybridesysteem".
1
.HDi-dieselmotor (aandrijving van de voor wielen). 2.Elektromotor (aandrijving van de achter wielen).3. 200V-tractiebatterij. 4.Elektronische controle-eenheid vermogen.
5.Stop & Start-systeem.6
.Elektronisch gestuurde 6-versnellingsbak.
7. Elektrische stroom. 8.Keuzeschakelaar Hybrid4. 26
De H
ybrid4-technologie combineert op slimme
wijze twee aandrijfconcepten: een HDi-dieselmotor die de voor wielen aandrijft eneen elektromotor die zorgt voor de aandrijvingvan de achterwielen.
Deze twee motoren kunnen afzonderlijk
of gelijktijdig werken, afhankelijk van degeselecteerde stand van het hybridesysteemen de rijomstandigheden.
De auto wordt door alleen de elektromotor aangedreven in de stand "ZEV" (Zero Emission
Vehic le) en, bij lage snelheden en wanneer
weinig vermogen wordt gevraagd, in destand "Auto". Bij wegrijden vanuit stilstand, bijaccelereren en tijdens het schakelen assisteertde elektromotor de dieselmotor. De batterij die voor de voeding van de elektromotor zorgt, wordt tijdens het
decelereren weer bijgeladen.
Page 18 of 364

14 . Schakelaars ruiten / elektrisch bediendekindersloten / centrale vergrendeling.
15. Bedieningspaneel van eMyWay.
16.Selectiehendel.
17. Keuzeschakelaar Hybrid4-systeem.
18
. Bedieningspaneel ver warming/
airconditioning.
19.Autoradio.
20.Alarmknipperlichten.21. Display.
22.Middelste verstelbare en afsluitbareventilatieroosters.
23.Klokje.
24.Starten met START/STOP-knop.
25. Lezer van de elektronische sleutel.
26. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.
Cockpit
1.
Hendel motorkapontgrendeling.2.
Koplampverstelling. 3.
Verstelbare en afsluitbarezijventilatieroosters. 4.
Ontwaseming van de voorportierruiten.
5.
Ontwaseming voorste zijruiten.
6.Head-up display.7. Voorruitontwaseming.8.Airbag passagier.9.
Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 10.12V-aansluiting.11.
Bediening ruiten achter.12.Middenarmsteun met opbergvakken
USB/Jack-aansluiting. 13.Elektrisch bediende handrem.
27. Bediening van de autoradio vanaf hetstuurwiel.28.
Airbag bestuurder.
Claxon.
29. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
30.
Schakelaarpaneel (zie vorige pagina). 31.Afstellen buitenspiegels.32.
Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. 33.
Instrumentenpaneel.34.Controlelampjes veiligheidsgordels enairbags.35.Plafonnier.36.Bediening head-up display.37.
Bediening zonnescherm cockpit roof. 38.Oproep naar Citroën Urgence met
lokalisering - Oproep naar Citroën Assistance met lokalisering.
Page 25 of 364
23Eerste kennismaking
Starten - afzetten van de motor
Onder het rijden
Vóór het starten
31
Starten
- Het instrumentenpaneel wordt ingeschakeld en het controlelampje Ready
gaat branden,yter bevestiging klinkt een geluidssignaal.
- De draaiknop op de middenconsole staat in de stand AUTO.
- Zet de selectiehendel in de stand N.
- Plaats de elektronische sleutel in de lezer of houd de elektronische sleutel in de auto.- Trap het rempedaal in.
- Druk één keer kor t (ongeveer 1 seconde)op de knop START/STOP.P
Wegrijden
- Zet, ter wijl u het rempedaal ingetrapt houdt, de selectiehendel in de stand A
om vooruit
te rijden of in de stand R
om achteruit te
rijden.
- Haal uw voet van het rempedaal: u kunt nu
we
grijden.
Page 30 of 364

Presentatie
De Hybrid4-technologie combineer t op slimme
wijze twee aandrijfconcepten: een HDi-dieselmotor die de voor wielen aandrijft eneen elektromotor die zorgt voor de aandrijvingvan de achterwielen.
Deze twee motoren kunnen afzonderlijk
of gelijktijdig werken, afhankelijk van degeselecteerde stand van het hybridesysteemen de rijomstandigheden.De auto wordt door alleen de elektromotor aangedreven in de stand "ZEV" (Zero Emission
Vehic le) en, bij lage snelheden en wanneer
weinig vermogen wordt gevraagd, in destand "Auto". Bij wegrijden vanuit stilstand, bijaccelereren en tijdens het schakelen assisteer tde elektromotor de dieselmotor. De batterij die voor de voeding van de elektromotor zorgt, wordt tijdens het decelereren weer bijgeladen.
1
.HDi-dieselmotor (aandrijving van de voor wielen). 2.Elektromotor (aandrijving van de achter wielen).3. 200V-tractiebatterij.
4.Elektronische controle-eenheid vermogen.
5.Stop & Start-systeem.6
.Elektronisch gestuurde 6 -versnellingsbak.
7. Elektrische stroom. 8.Keuzeschakelaar Hybrid4.
Page 31 of 364

29Hybridesysteem
Belangrijkste onderdelen van het Hybrid4-systeem
De voorin geplaatste HDi dieselmotor (1)
drijft de auto aan via de voorwielen en levert onder normale omstandigheden het grootste deel van het vermogen om te kunnen rijden.
Deze motor is voorzien van het Stop &
Start-systeem (5) , dat het opladen van de
tractiebatterij regelt en indien nodig voor extra
vermogen zorgt (stand 4x4).
Afhankelijk van de geselecteerde stand van het hybridesysteem zorgt de achterin geplaatsteelektromotor (2)voor de aandrijving vanalleen de achterwielen of vult deze de dieselmotor aan.
De elektromotor regelt de regeneratie van
energie en het opladen van de tractiebatterijtijdens het decelereren en werkt tot 120 km/h.E
en 200V-tractiebatterij (3)(hoogspanningsaccu) van het type NI-MH
bevat de energievoorraad voor de achteringeplaatste elektromotor.
Het laadniveau wordt automatisch op peil
gehouden wanneer de auto decelereert. De tractiebatterij bevindt zich in een compar timent
van de bagageruimte dat alleen toegankelijk is
voor gekwalificeerde technici van de werkplaats.
Het laadniveau
van de tractiebatterij wordt
aangegeven door 8 horizontale of verticale streepjes (afhankelijk van het type display).
De normale 12V-accu
die zich in de motorruimtebevindt, zorgt voor de voeding van de elektrischeinstallatie van de auto. Deze accu wordt automatisch bijgeladen door het hoogspanningsnetwerk.
Page 32 of 364

De elektronische controle-eenheid
vermogen (4) stuurt automatisch de
verschillende werkingsfasen van de twee
motoren (dieselmotor en elektromotor) aan om
een zo laag mogelijk brandstofverbruik mogelijk
te maken.
Voor de regeling van het elektrische vermogenzijn een motorgenerator en een omvormer nodig. De motorgenerator bepaalt het koppel van de elektromotor door de van de tractiebatterijafkomstige stroom te regelen. Het spanningsbereik
van de motorgenerator ligt tussen 150 en 270 V.
De omvormer zet de hoogspanning van 200 V
van de tractiebatterij om in een spanningvan 12 V voor de voeding van de elektrische
installatie van de auto.
Het Stop & Start-systeem (5)
schakelt de dieselmotor uit als de auto tot stilstand komt(bijvoorbeeld voor een verkeerslicht, bij het
naderen van een voorrangsweg of in een file) of
in rijomstandigheden waarbij volledig elektrischkan worden gereden.
Het stoppen en starten van de dieselmotor
gebeurt onmiddellijk en op een voor de bestuurder onmerkbare manier.
De elektronisch gestuurdeversnellingsbak (6)zorgt in de automatische stand voor een
aanzienlijk lager brandstofverbruik ten opzichte
van een conventionele handgeschakelde
versnellingsbak, dankzij het elektronisch geregelde schakelprogramma.
Met behulp van de schakelflippers achter het
stuur wiel kunt u bovendien op elk moment zelf schakelen, zowel in de automatische als de handgeschakelde stand.
Page 33 of 364
31Hybridesysteem
Vóór het starten
- Zet de selectiehendel in de stand N
.
- Als uw auto is voorzien van het keyless entry and star t-systeem, hoeft de sleutel
zich slechts in de auto te bevinden.
- Als uw auto niet van dit systeem is
voorzien, moet u de elektronische sleutel inde lezer plaatsen.
- Tr a
p het rempedaal in.
- Druk één keer kor t (ongeveer 1 seconde)op de knop START/STOP.P-Het stuurslot wordt ontgrendeld (er is eengeluid hoorbaar en het stuur wiel beweegt iets).- Houd het rempedaal ingetrapt tot het Hybrid4-systeem is ingeschakeld (het instrumentenpaneel wordt ingeschakeld, het controlelampje Readygaat branden en
ter bevestiging klinkt een geluidssignaal).
Starten van het Hybrid4-
s
ysteem
Starten - afzetten van de motor
Het hybridesysteem bepaalt of het nodig is om de dieselmotor te starten.
Page 34 of 364
Afzetten van het Hybrid4-
s
ysteem
- Zet voordat het Hybrid4-systeem wordtuitgeschakeld de selectiehendel in destand N.
- Druk kor t op de knop START/STOP. P
- Het systeem wordt uitgeschakeld en het
stuurslot wordt vergrendeld.
Wanneer u wegrijdt in de elektrischestand, maakt uw auto geen geluid.Let dus extra goed op voetgangers, die u mogelijk niet horen aankomen.
Raadpleeg voor meer informatie derubriek "Voorzorgsmaatregelen / waarschuwingen motorruimte".
Wanneer u de auto hebt stilgezet, dient uvoordat u uitstapt het contact af te zettenen te wachten tot het controlelampjeReady
uitgaat. Wanneer u dit niet doet, blijft het hybridesysteem ingeschakeld.