Controles
Luchtfilter en interieurfilter
Oliefilter
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto voor het laten
controleren van bepaalde onderdelen volgens het onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De accu is onderhoudsvri
j.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon zijn,
vooral bij warm weer en in de winter. Raadpleeg voordat u de accukabels losneemthet hoofdstuk "Praktische informatie"
voor meer informatie over de te nemen
voorzorgsmaatregelen. Laat de
filters periodiek ver vangen
volgens de in het onderhoudsboekje
aangegeven intervallen.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik (veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding geven, moeten de filters
twee keer zo vaak worden vervangen(zie paragraaf "Motoren").
Een verstopt interieurfilter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Laat bij het olie ver versen tevens het oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsboekje
voor het ver vangingsinterval.
Deze sticker, die hoor t bij het Stop &Start-systeem, geeft aan dat er een speciale 12V-loodaccu is gebruikt diealleen losgekoppeld en/of ver vangenmag worden door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
271Praktische informatie
12V- ac c u Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het opladen van de accu.
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de (+) klem:
) ontgrendel de motorkap met de
ontgrendelingshendel in het interieur en maak
aan de buitenzijde de veiligheidshaak los, ) open de motorkap en plaats de
motorkapsteun onder de motorkap om hem
geopend te houden, ) beweeg het plastic beschermkapje omhoogvoor toegang tot de (+) klem.
Toegang tot de accu
Na het monteren van de accu duurthet even voordat het Stop & Start-systeem weer zal werken, hoe lang dit duur t is afhankelijk van klimatologischeomstandigheden en de laadtoestand van de accu (kan tot ongeveer 8 uur duren).
Deze sticker hoort bij het Stop &Start-systeem en geeft aan dat er eenspeciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of ver vangen
mag worden door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controleer of de accupolen en deklemmen schoon zijn. Indien zebedekt zijn met een (witte of groene)oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Accu's bevatten schadelijke stoffen, zoals zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens de wettelijkevoorschriften worden afgevoerd en mogen in geen geval bij het huisvuilterechtkomen. Lever lege batterijen en accu's in bijeen speciaal afvalstoffendepot.
Voordat u werkzaamheden
uitvoert
Zet de auto stil, trek de handrem aan, zet de versnellingsbak vrij *
en zet vervolgens het contact af. Controleer of alle elektrische functies van de auto zijn uitgeschakeld.
*
of in de stand P
bij een automatische
versnellingsbak.
273Praktische informatie
Opladen van de accu met
behulp van een acculader
Wanneer de accu van uw auto ontladen is geraakt of wanneer u de auto voor een langereperiode niet gebruikt, kunt u een acculader op
de accu aansluiten om de accu op te laden of te
voorkomen dat deze ontladen raakt.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de specificaties
te weten van acculaders die geschikt zijn voor de accu van uw auto.
Voor het opladen van de accu van het Stop & Start-systeem hoeven deaccukabels niet losgenomen te worden.
Resetten na het weer
aansluiten
Zet, nadat de accu weer is aangesloten, hetcontact aan en wacht minimaal één minuut
alvorens de motor te starten: de elektronischesystemen van de auto worden in die tijdgereset.
U moet zelf de volgende systemen en gegevens resetten (raadpleeg hiervoor de
desbetreffende hoofdstukken):
- de sequentiële ruitbediening,
- de datum en de tijd,
- de instellingen van de autoradio of van het
ingebouwde navigatiesysteem.
Als de auto langer dan een maand nietwordt gebruikt, is het raadzaam deaccu los te koppelen.
Controleer of er na het aanzetten vanhet contact geen foutmeldingen worden weergegeven of waarschuwingslampjes blijven branden. Mochten er zich na deze handelingen kleine storingen blijven voordoen, raadpleeg dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Voordat u de acculader aansluit
)Open de motorkap. )Controleer of alle opengaandecarrosseriedelen (portieren, achterklep, ...) gesloten zijn (maar niet vergrendeld). )Verzeker u ervan dat het contact ten minste
vier minuten is afgezet.
Opladen
)
Neem de klem (+) los.
)
Neem de gebruiksvoorschriften van de
fabrikant van de acculader in acht. ) Sluit de rode kabel van de lader aan op de (+) klem van de accu en sluit ver volgens de zwar te kabel aan op de (-) klem. )
Neem als de accu is opgeladen de kabels
van de lader in de omgekeerde volgorde los.
Laad om explosie- en brandgevaar tevoorkomen de accu alleen op in een goed geventileerde ruimte en uit debuurt van vonken of open vuur.Probeer nooit een bevroren accu op
te laden: laat de accu eerst ontdooien om explosiegevaar te voorkomen. Breng een accu nadat deze bevroren isgeweest bij het CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats die controleert of de accu inwendig niet is beschadigd en of er geen scheuren inde wanden zitten, waardoor het giftigeen bijtende accuzuur kan gaan lekken.
UITVOERINGEN:MOTOREN EN VERSNELLINGSBAKKEN
Type variant uitvoering:NX...9HP09HR8 9HR8/S9HR8/PSRHH8
DIESELMOTORENHDi 90 FAP HDi 110 FAP HDi 160 FAP
Cilinderinhoud (cm3 )
15 6 0
15 6 0 19 97
Borin
g x slag (mm)75 x 88,3
75 x 88,3 85 x 88
Max.vermo
gen: ECE-norm (kW)
68
82120
Toerental bij max.vermogen (t/min)
4000
36004000
Max.koppel: ECE-norm (Nm)
230 270 340
Toerental bi
j max.koppel (t/min)
1750
1750
2000
Brandstof
Diesel DieselDiesel
Katal
ysator Ja JaJa
Roet
filter (FA P)
Ja
Ja Ja
VERSNELLINGSBAKKENHandgeschakeld(5 versnellingen)
Handgeschakeld(6 versnellingen)
EGS
(6 versnellingen)
Handgeschakeld
(6 versnellingen)
INHOUD CARTER (in liter)
Motor
(met vervangen filter)3,75 3,75 3,75
-
.../S : e-HDi-uitvoering voorzien van Stop & Start.
1
04
2
1
2
33
4
Selecteer en bevestig "Bestemming kiezen", selecteer "GPS-coördinaten
" en bevestig uw keuze.
Voer de
GPS-coördinaten in en bevestiguw invoer met " OK" om het navigeren
te starten.
Druk op NAVv
oor het menu
"Navigatie
".
NAVIGATIE
GPS-COÖRDINATEN ALS BESTEMMING INVOEREN NAAR EEN PUNT OP DE KAART
Druk, als de kaart op het scherm wordt
w
eergegeven, op OKom naar hetcontextmenu te gaan. Selecteer dan "Kaart verplaatsen" en bevestig uw keuze.
Druk op OK
v
oor het contextmenu van de functie " Kaart verplaatsen
".
Selecteer "Als bestemming kiezen" of "Als tussenstop kiezen
" en bevestiguw keuze.
Verplaats de cursor op het scherm
met de navigatietoets om een
bestemmingspunt te kiezen.
1
2
2
3
1
3
4
06TELEFONEREN
Druk 2 keer op PHONE.
Selecteer "Bellen" en bevestig uwkeuze.
Selecteer "Contacten
" en bevestig uw keuze.
Toets het nummer in o
p het virtuele
toetsenbord door de cijfers te selecteren en daarna te bevestigen .
Bevestig met "OK" om het ingevoerde
telefoonnummer te bellen.
Druk op TEL of 2 keer op PHONE.
EEN NUMMER BELLEN EEN CONTACT BELLEN
Selecteer het gewenste contact enbevestig uw invoer.
Al
s u het contact via de toets PHONE
hebt opgevraagd, selecteert u " Bellen"en bevestigt u uw keuze.
Selecteer het nummer en bevestig uwkeuze om het bellen te starten
.
BELLEN Gebruik de telefoon liever niet onder het rijden. Stop op een veilige plaats om te bellen als u gelegenheid hebt en gebruik bij voorkeur
de toetsen op het stuur.
VRAAGANTWOORD OPLOSSING
E
en telefoon wordt
automatisch aangesloten
als een verbinding met een andere telefoon
wordt verbroken. Automatisch verbindin
g maken heeft voorrang op handmatig verbinding
maken. Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
De Appl
e®-speler wordt bij het aansluiten op de USB-
aansluiting niet herkend. De Appl
e® -speler is niet compatibel met de USB-aansluiting. ® Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel (niet meegeleverd) via de AUX-ingang aan.
De harde schi
jf of andererandapparatuur wordtbij het aansluiten op de
USB-aansluiting niet herkend.Sommi
ge schijven en randapparatuur hebben meer stroom nodig dan de
voeding die de radio levert. Sluit de randapparatuur op het 230 V- stopcontact, de
12 V-aansluiting of een externe voedingsbron aan.
Let op: controleer of de randapparatuur zelf geen signaal van meer dan 5 V afgeeft (kans opschade).
Ti
jdens streaming audio
wordt het geluid tijdelijkonderbroken.Sommi
ge telefoons geven voorrang aan de handsfree-signaalverbinding. Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor een
betere weergave van de streaming-audio.
Bij het lezen tijdens"Shuffl e uitgebreid"
worden sommigenummers overgeslagen. De "
Shuffl e uitgebreid" kan maximaal 999 nummers lezen.
N
a het afzetten van de motor wordt de radiona enkele minuten
automatisch uitgeschakeld. Als de motor is a
fgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand
van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de autoradio
is
geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het
audiosysteem is
oververhit" verschijnt ophet display.
Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt. Schakel het audios
ysteem enkele minuten uit omhet systeem te laten afkoelen.
Bestuurdersplaats Instrumentenpanelen 38- 42 Controlelampjes 43-53
Meters 54-56
Handmatige test 57
Regelknoppen 58 - 61
- dagteller
- regelknop dashboardverlichting / black panel
- persoonlijke instellingen
klokken en displays
Stop & Start-systeem 214 -216
Lane Departure Warning System 217 Li
chtschakelaar 124 -128
Koplampverstelling 13 0
Buitenspie
gels 95-96
Ruitbediening 115-11 6
Zekerin
gen dashboard 265-268
Openen motorkap 233
Stuurwielverstelling 94 Claxon 175 Multi
functionele displays 64- 69
Pictogrammendisplay gordels en
passagiersairbag vóór 182-183
Handgeschakelde
versnellingsbak 203 -204
E
GS 6-versnellingsbak 205-208
Automatische versnellingsbak 209 -212
Handrem 194-201, 202 Binnenspiegel 97
Urgence- en
Assistance-o
proep 175, 295
Plafonniers 138
R
uitenwisserschakelaar 133-137
Boordcomputer 70-74
Ventilatie 7
8-79
Handmatig bediende
airconditioning 80-81, 86
Automatische airconditioning 82-86
Achterruitverwarming 87
A
utoradio 349-378
Instelling datum / tijd 372
Navigatiesysteem eMyWay 297-348
Instelling datum / tijd 339
Sfeerverlichting 13 9
Alarmkni
ppe r l i c hte n 174 -175 Centrale vergrendeling 107-108
Black panel 60 Pro
grammeren van snelheden 221 Snelheidsbegrenzer 222-223 Snelheidsregelaar 224-225