129
ACCESSOIRE
S
5
Uitrusting
OVERIGE ACCESSOIRES
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien
van bedrijfszekerheid en veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw
auto. Er wordt een ruime keuze aan
accessoires en originele onderdelen,
voorzien van een artikelnummer,
aangeboden.
Er is tevens een aanbod van
accessoires beschikbaar, gerangschikt
in comfort, vrije tijd en onderhoud:
Inbraakalarm, graveren van ruiten,
verbanddoos, veiligheidsvest,
parkeerhulp voor en achter,
gevarendriehoek, slotbouten
lichtmetalen wielen...
Stoelhoezen geschikt voor voorstoelen
met zij-airbags, banken, rubber matten,
textielmatten, sneeuwkettingen,
zonneschermen, fi etsdrager voor de
achterklep, ...
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn
plaats ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven
op elkaar.
Autoradio's, handsfree set,
luidsprekers, CD-wisselaar,
navigatiesysteem USB-box,
videoset, ...
Voordat nieuwe audio- en/of
telematica-apparatuur wordt
gemonteerd, moet aan de hand
van de specifi caties altijd worden
gecontroleerd of deze kan
worden gecombineerd met de
standaarduitrusting van de auto en of
het elektrische systeem van de auto er
niet door wordt overbelast. Raadpleeg
eerst het CITROËN-netwerk.
Maximaal gewicht op allesdragers
- Dwarsstangen op dakdragers:
75 kg (montage van deze
dwarsstangen is niet mogelijk bij
uitvoeringen met Modutop.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Raadpleeg, voordat u een
radiocommunicatiezender met
buitenantenne in uw auto laat
installeren, een vertegenwoordiger van
het merk CITROËN.
Het CITROËN-netwerk stelt u de
technische gegevens (frequentieband,
maximaal uitgangsvermogen,
positie antenne, specifi eke
installatievoorschriften) van de voor
montage geschikte zenders ter
beschikking, volgens de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
Automobielen (2004/104/EG).
Spatlappen vóór, spatlappen achter,
lichtmetalen velgen 15/17 inch,
bekleding wielkasten, met leder
bekleed stuurwiel, ...
Ruitensproeiervloeistof, reinigings-
/onderhoudsmiddelen voor interieur en
exterieur, sets reservelampen, ...
9.4
01
Motor afgezet:
- Kort indrukken: aan/uit. - Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave radio onderbreken. gpgp
Draaiende motor: - Kort indrukken: CD pauzeren,geluidsweergave radio onderbreken. pp
- Lang indrukken: resetten van het systeem.
To egang tot het Menu "Radio".Weergave van hetzenderoverzicht.
To e
gang tot het Menu "Muziek".Weergave van
tracks. Lan
g indrukken: toegang tot de audio-
instellingen: geluidsverdeling voor/achter,links/rechts, lage-/hogetonenregeling,
sfeerinstellingen, loudness, automatische
volumecorrectie, standaardinstellingen. Selectieknop voor de
weer
gave op het display, afhankelijk van de context van het menu.
Kort indrukken: contextmenu of
bevestigen.
Lang indrukken: specifi ekcontextmenu van de
weergegeven lijst.
To e
gang tot het Menu "SETUP".
Lan
g indrukken :
toegang tot hetGPS-bereik ende demo-modus. To e
gang tot het Menu "Telefoon". Weergave van het logboek gesprekken.
Uitwer
pen van de CD.
Selecteren van de vorige/volgende radiozender.Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of gg
vorig/volgend MP3-bestandgg
Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst. gg
Selecteren van de vorige/volgende radiozender in het gg
overzicht. g
Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst. gg
Selecteren van het vorige/volgende pagina in een lijst. gg
ESC : huidige bewerkingafbreken.
To egang tot het Menu "Verkeer".
Weergave van de actueleverkeersinformatie.
SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
To e
gang tot
het Menu
"Navigatie".
Weergave
van de laatst gekozenbestemmingen. To e
gang tot het Menu "MODE".
Selecteren van het achtereenvolgens weergeven
van:
Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon(tijdens een gesprek), Boordcomputer.
Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK). Toetsen 1 t
/m 6 :
Selecteren van een in het geheugen opgeslagen
radiozender.
Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de
huidige radiozender. Volumere
geling (individueel
voor iedere geluidsbron,
inclusief berichten en
waarschuwingen van het
navigatiesysteem).
9.20
07MULTIMEDIASPELERS
CD, CD MET MP3- OF WMA-BESTANDEN
INFORMATIE EN TIPS
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnenafspelen.
Als de
CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat dezeniet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de
standaard Joliet te gebruiken.
De MyWay speelt bestanden met de extensie ".mp
3" en een bitrate
van 8 tot 320 Kbps en bestanden met de extensie ".wma" en een
bitrate van 5 tot 384 Kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden
afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie
(.mp4, .m3u...) kunnen
niet worden afgespeeld. De
formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Audio Layer
3) en WMA (afkorting van Windows Media Audio, eigendom van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van geluid die
de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op één CD teplaatsen.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " " ? ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
9.22
07
43 1
2
MULTIMEDIASPELERS
Sluit het externe apparaat (mp3-/
WMA-speler…) met de JACK-RCA
audiokabel aan op de RCA-
audioaansluitin
gen (wit en rood).
Druk op de toets MU
SIC en druk
nogmaals op de toets of selecteer defunctie Menu "Muziek" en druk op de
draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de
geluidsbron AUXen druk op de draaiknop om tebevestigen, waarna het afspelen automatisch begint.
Selecteer de functie "Aux-ingang" en
druk op de draaiknop om het externe
apparaat te activeren.
Aux-ingang
AUX-INGANG GEBRUIKEN
Menu "Muziek"
AUDIOKABEL JACK-RCA NIET BIJGELEVERD
De weer
gave- en bedieningsfuncties verlopen via de externe
apparatuur zelf.
9.32
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD OPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende
geluidsbronnen(radio, CD...).Voor een optimaal luister
genot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een andere
geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellin
gen (volume,
bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen,hoge tonen, fader, balans) in de middelste stand
te zetten, de geluidssfeer Geen te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten
als de CD-speler is geselecteerd en in de stand"Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
D
e CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De
CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveili
gingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
-
Controleer of de CD met de juiste zijde boven
in de speler is geplaatst.
-
Controleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
-Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk "Audio".
- De CD-speler van de autoradio kan geen
DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommi
ge zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
Gebruik alleen CD's vangoede kwaliteit en bergze zorgvuldig op.De CD-speler levert een slechte
geluidskwaliteit. De gebruikte CD is bekrast of van slechtekwaliteit.
De audio-instellingen
(bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0,
zonder een geluidssfeer te selecteren.
9.37
AUTORADIO
Uw Autoradio is zodanig gecodeerd dat deze uitsluitendin uw auto functioneert.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Enk
ele minuten na het afzetten van de motor kan deautoradio zichzelf uitschakelen om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
AUTORADIO / BLUETOOTH®
01 Basisfuncties
02 Stuurkolomschakelaars
03 Hoofdmenu
04 Audio
05 Mediaspelers
06 Bluetooth functies
07 Configuratie
08 Boordcomputer
09 Menustructuur display blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz. 9.38
9.39
9.40
9.41
9.44
9.47
9.50
9.52
9.53
INHOUD
Veelgestelde vragen blz. 9.58
9.38
01 BASISFUNCTIES
Uitwerpen van de CD.
Selecteren van de geluidsbron:
radio, audio-CD-/MP3-CD-speler,
USB, Jack-aansluiting, streaming
audio, AUX-ingang.
Selecteren van de weergave
op het display:
Datum, audiofuncties,
boordcomputer en telefoon.
Automatisch zoeken naar
zenders in afl opende/oplopende
volgorde. Selecteren van het vorige/volgende nummer van de CD,MP3 of USB. g
Instellen van de geluidsweergave: geluidsverdelingvoor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen.
Weergave van de lijst radiozenders. gg
Lang indrukken: nummers van deg
CD of de MP3-afspeellijsten (CD / USB). pp
Functie TA (verkeersinformatie) AAN/UIT.
Lang indrukken: toegang
t
ot de PTY-functie *(programmatypen radio).
Weergave van het
algemene menu. Met de toets DARK kan de weergave van het
display worden gewijzigd voor extra rijcomfort 'snachts.
1 e keer indrukken: alleen verlichting van het
bovenste gedeelte.
2ekeer indrukken: display volledig uitschakelen.
3 e keer indrukken: terugkeren naar de normale
weergave.
Aan/uit en volumeregeling.
Toetsen 1 t
/m 6:
Selecteren van een opgeslagen
voorkeuzezender.
Lan
g indrukken: opslaan van een zender als voorkeuzezender.
Selecteren van een lagere/hogere radiofrequentie.
Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst.
Selecteren van bestandenlijst / muziekstijl / artiest / vorige of volgende
afspeellijst van het USB-apparaat.
Bevestigen.
Selecteren van het
golfbereik FM1, FM2, FMast en AM.Huidige bewerking
verlaten.
*
Beschikbaar afhankelijk van uitvoering.
9.41
04
1
2
3
4
1
2
3
4
SOURCE
BANDAST
LISTREFRESH
MENU
AUDIO
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE om de radiofunctie teselecteren.
Druk op de toets BAND A
ST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2,
FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om handmatig naar hogere/lagere frequenties te zoeken.
Druk op de toets LI
ST REFRESH
voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich
bevindt (maximaal 30 zenders).
Druk lan
ger dan 2 seconden op de
toets om deze lijst bij te werken.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de
RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets
te maken met een storing in de autoradio.
RDS
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Druk op de toets MENU.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk
op OK.
Selecteer de functie VOORKEUZE
FM-BAND en druk op OK.
Selecteer RDS VOLGENACTIVEREN en druk op OK. Op het display verschijnt de aanduiding
RDS.
Als de radiofunctie is ingeschakeld, druk dan direct op OK om de
RDS-functie in of uit te schakelen.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijven gg
luisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land te qjq, j
ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele landgjgj
dekken. Bij slechte ontvangst kkan het daarom zijn dat de radio tijdensgqgq
het rijden overschakelt op een regionale zender.
jgjg