9.57
09MENUSTRUCTUUR DISPLAY
BLUETOOTH-TELEFOON
Toestel aansluiten/afkoppelen
Raadple
gen gekoppelde toestellen
CONFIGURATIE BLUETOOTH
Telefoonfunctie
Streaming audio functie
Verwijderen gekoppeld toestel
Zoeken via Bluetooth
Gesprekkenlijst
BELLEN
Contactenlijst
Huidige gesprek beëindigen
BEHEER VAN EEN GESPREK
Inschakelen mutefuncti
e
1
2
3
3
3
4
4
4
2
3
4
2
3
3
regeling weergave
CONFIGURATIE BEELDSCHERM
PARAMETERS VAN DE AUTO DEFINIËREN *
PERSOONLIJKE INSTELLING -
CONFIGURATIE
normale weergave
om
gekeerde weergave
re
geling helderheid (- +)
datum en tijd instellen
dag
/maand/jaar instellen
uren/minuten instellen
keuze c
yclus 12u/24u
keuze van eenheden
l/100 km - mp
g - km/l
°
Celsius / °Fahrenheit
TAALKEUZE
1
2
4
3
2
4
4
3
4
4
2
3
4
4
4
*
De parameters variëren afhankelijk van de auto.
9.58
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteittussen de verschillende geluidsbronnen
(radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen,hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn afgestemdop de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balansV-A, balans L-R) in de middelste stand te zetten,de geluidssfeer "Geen" te selecteren en de functieLoudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" tezetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde bovenin de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD'sis onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
Op het display wordt de melding "Storing USB-ppypy
randapparatuur" weergegeven. gggg
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken.
De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
De USB-stick wordt niet herkend.
De stick is misschien defect.
Formateer de stick opnieuw.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.
9.59
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).g
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De functie TA (verkeersinformatie) is ingeschakeld, maar ik krijggeen verkeersinformatie tegjg
horen.
De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt.
De ontvangstkwaliteitvan de beluisterderadiozender neemtgeleidelijk af of devoorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostationof er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt. Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie isingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Laat de antenne controleren door het CITROËN - netwerk.
Het geluid van de radiovalt 1 tot 2 secondenweg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar eeneventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station.
Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt deradio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De melding "hetaudiosysteem isoververhit" verschijnt ophet display.
Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hogeomgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit omhet systeem te laten afkoelen.
1
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend inuw auto functioneert.
01 Basisfunctie - Bedieningspaneel
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-modus is
geactiveerd schakelt het systeem zichzelf na het afzetten van de motor automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
INHOUD
02 Werkin
g
03 Bedienin
g op stuur
04 Audio-instellin
gen
05 Navi
gatie
06 Verkeersinformatie
07 Telefoneren
0
8 Radio
09 Multimedias
pelers
10 Confi
guratie
11 Boordcom
puter blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
2
4
6
7
8
21
25
36
40
46
49
GPS-NAVIGATIE
MULTIMEDIA-AUTORADIO
/
BLUETOOTH-TELEFOON
12 Menustructuur displa
y blz.50
Veelgestelde vragen blz.54
2
01 BASISFUNCTIES
Toegang tot het menu
" Navigatie
" enweergave van de laatste
bestemmingen. Kort indrukken
(motor afgezet): aan/uit.
Kort indrukken
(draaiende
motor): uit-/inschakelen
van geluidsbron.
Kort indrukken: selecteren
van een opgeslagen
radiozender.
Lan
g indrukken: in het geheugen opslaan van dehuidige radiozender.
To ets MODE: Selecteren
van het type permanente
weergave.
Lan
g indrukken: Black panel-
functie (DARK).
To e
gang tot het Menu " MUSICM" en weergave
van de tracks of de afspeellijsten van de CD/MP3/Apple ®-apparatuur.
Lan
g indrukken: weergave van het paneel met
audio-regelknoppen voor de geluidsbron"MEDIA"(CD/USB/iPod/Streaming/AUX).
Lang indrukken: toegang tot de " Audio-instellingen
": klankkleur, lage-/hoge-tonenregeling,loudness, verdeling, balans links-rechts, balans voor-achter, automatische volumecorrectie.
To e
gang tot het menu " RADIO
" en
weergave van de zenderlijst.
Lan
g indrukken: weergave van het
paneel met audio-regelknoppen voor degeluidsbron tuner.Draaiknop
je voor selecteren en bevestigen:
Selecteren van een item op het displa
y enbevestigen van uw keuze door het knopjekort in te drukken.
Als er
geen menu of lijst wordt
weergegeven: druk het knopje kort in om
een contextmenu op te vragen, afhankelijk
van de weergave op het scherm.
Draaien bi
j weergave van de kaart:
in/-uitzoomen op de kaart.
Instellen
geluidsvolume (het geluidsvolume
van elke geluidsbron
wordt afzonderlijkingesteld, ook dat van de
verkeersinformatie en denavigatie-aanwijzingen).
7
04AUDIO-INSTELLINGEN
Deze zijn op te vragen met de toets MUSICop het bedieningspaneel of door de toets RADIO(afhankelijk van degeluidsbron) even ingedrukt te houden.
-"
Klankkleur " (6 verschillende opties) r
-"Bassen"
- " Hoge tonen
"
- " Loudness"
(In-/uitschakelen)
- "Verdelin
g"(" Bestuurder", " rAlle passagiers")
- " Balans" (Links/Rechts)
-"Fade
r
" (Voor/Achter)r
-"Autom. volume
" afhankelijk van de rijsnelheid (In-/uitschakelen)
De ( Klankkleur, rBassen , Hoge tonenen Loudness ) zijn voor elke geluidsbron apart in te stellen.
De instellingen van de verdeling van het geluid en de balans zijn voor alle geluidsbronnen gelijk.
De verdelin
g van het geluid (of de ruimtelijke verdeling dankzij het Arkamys©-systeem) in de auto is belangrijk voor de kwaliteit van de
weergave en kan worden afgestemd op het aantal inzittenden.
26
07
BLUETOOTH-TELEFOON KOPPELEN
EERSTE KOPPELING Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set magom veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handeling de
volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd als de auto stilstaat.
A
ctiveer de Bluetooth-functie van uw
telefoon en stel deze zo in dat detelefoon "gezien" wordt.
Druk o
p deze toets. Selecteer het
gewenste apparaat in delijst, kies dan " Verbinden
" en bevestig uw keuze.
Het s
ysteem stelt voor:
- het
profi el " Handsfree functie"(alleen telefoon),
- het profi el "
Audio
" (streaming: lezen van muziekbestanden van de
telefoon),
- o
f beide profi elen " Alle
".
Selecteer met "OK" en bevestig uw keuze.
Selecteer " Bluetooth-functies
" en
bevestig uw keuze.
Selecteer " Randapparatuur zoeken"
en bevestig uw keuze.
Er verschi
jnt een overzicht van deapparatuur die waargenomen is. Wacht
tot de knop " Verbinden" verschijnt.
TELEFONEREN
Ga voor meer informatie (compatibiliteit, extra hulp, enz.) naar de
website (merk van uw auto).nl.
33
07 TELEFONEREN
OPTIES TIJDENS EEN GESPREK *
Druk tijdens het gesprek een paar keer
op de toets MODE
om het telefoonmenute selecteren en druk vervolgens op"OK" om naar het contextmenu te gaan.
Selecteer " Privé-modus" en bevestig uw keuze om het gesprek rechtstreeks
via de telefoon te voeren.
Of selecteer " Hands-freefunctie
" en bevestig uw keuze om het gesprek via de luidsprekers van de audio-installatie
weer te geven.
Selecteer en bevestig " In de wacht
zetten" om het gesprek in de wacht te
zetten.
Of selecteer " Gesprek hervatten
" en
bevestig uw keuze om een gesprek datin de wacht is gezet, voort te zetten.
Selecteer " DTMF-tonen
" om het
numerieke toetsenbord te kunnengebruiken voor het kiezen van eventuele
opties die u in een gesprek worden
aangegeven.
Selecteer " Verbreken" om het gesprek
te beëindigen.
*
Afhankelijk van het type telefoon en het abonnement.
U kunt ook een con
ference-call met3 deelnemers houden. Start daarvoor eerst 2 afzonderlijke gesprekken* enselecteer dan " Conference" in het contextmenu dat verschijnt als u deze
toets indrukt.
Of druk deze toets even in.