Page 218 of 306
9.48
06
2
1
2
1
OK
EEN GESPREK ONTVANGEN
Een inkomend
gesprek wordt aangegeven door een beltoon en het
verschijnen van een venster op het display van de auto.
Selecteer met behulp van de
toetsen de knop JA op het scherm en bevestig met OK.
Druk op de toets op het stuurwiel om het gesprek te accepteren.
BELLEN
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio "Beheer van het
telefoongesprek" en vervolgens "Bellen", "Logboek gesprekken" of "Adresboek".
Druk gedurende meer dan twee seconden op de
toets op het stuurwiel om toegang te krijgen tot uw
adresboek. Gebruik vervolgens de rolknop om het nummer te selecteren.
Of
Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van uw telefoon om een nummer in te voeren.
Druk
gedurende het gesprek meer dan tweeseconden op de toets op het stuurwiel.
Bevesti
g met OK om het gesprek te beëindigen.
BLUETOOTH FUNCTIES
EEN GESPREK BEËINDIGEN
Page 224 of 306
9.54
09
EENHEDEN
BRANDSTOFVERBRUIK: KM/L -L/100 - MPG
1
2
2
MENUSTRUCTUUR DISPLAY
INST. WEERG
MAAND
DAG
UREN
MINUTEN
JAAR
12 H/24 H WEERGAVE
TALEN
ITALIANO
NEDERLANDS
PORTUGUES
PORTUGUES-BRASIL
FRANCAIS
DEUTSCH
ENGLISH
ESPANOL
1
2
2
2
2
2
2
1
2
2
2
2
2
2
2
2
Page 227 of 306
9.57
09MENUSTRUCTUUR DISPLAY
BLUETOOTH-TELEFOON
Toestel aansluiten/afkoppelen
Raadple
gen gekoppelde toestellen
CONFIGURATIE BLUETOOTH
Telefoonfunctie
Streaming audio functie
Verwijderen gekoppeld toestel
Zoeken via Bluetooth
Gesprekkenlijst
BELLEN
Contactenlijst
Huidige gesprek beëindigen
BEHEER VAN EEN GESPREK
Inschakelen mutefuncti
e
1
2
3
3
3
4
4
4
2
3
4
2
3
3
regeling weergave
CONFIGURATIE BEELDSCHERM
PARAMETERS VAN DE AUTO DEFINIËREN *
PERSOONLIJKE INSTELLING -
CONFIGURATIE
normale weergave
om
gekeerde weergave
re
geling helderheid (- +)
datum en tijd instellen
dag
/maand/jaar instellen
uren/minuten instellen
keuze c
yclus 12u/24u
keuze van eenheden
l/100 km - mp
g - km/l
°
Celsius / °Fahrenheit
TAALKEUZE
1
2
4
3
2
4
4
3
4
4
2
3
4
4
4
*
De parameters variëren afhankelijk van de auto.
Page 228 of 306

9.58
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteittussen de verschillende geluidsbronnen
(radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen,hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn afgestemdop de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balansV-A, balans L-R) in de middelste stand te zetten,de geluidssfeer "Geen" te selecteren en de functieLoudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" tezetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde bovenin de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD'sis onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
Op het display wordt de melding "Storing USB-ppypy
randapparatuur" weergegeven. gggg
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken.
De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
De USB-stick wordt niet herkend.
De stick is misschien defect.
Formateer de stick opnieuw.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.
Page 231 of 306

169
Exterieur
WEGWIJZE
R
10
EXTERIEUR
Afstandsbediening 19-20
Batterij vervangen,
synchroniseren 20
Sleutel 19
Starten 48
Hill Start Assist 49
Centrale vergrendeling 19, 28
Brandstoftankdop,
brandstoftank 139
Onderbreking brandstoftoevoer,
handopvoerpomp diesel 140
Ruitenwisserbladen 158
Buitenspiegels 101
Zijknipperlicht 151
Koplampen, mistlampen,
richtingaanwijzers 50-51,
150-151
Koplampverstelling 52
Gloeilampen vóór
vervangen 149, 150-151
Koplampsproeiers 54, 136
Sneeuwscherm 148
Voorportieren 22
Schuifdeuren 22-23
Sleutel 19
Motorkapontgrendeling 132
Kinderbeveiliging 125
Slepen, takelen 127-128, 159
Trekken van een
aanhanger 127-128
Parkeerhulp 105-106
Dakklep 27
Noodbediening 24
Reservewiel, krik, wiel
verwisselen,
gereedschap 144-148
Bandenreparatieset 143
Bandenspanning 167
Modutop dak 88
Allesdragers 92, 93
Achterlichten,
richtingaanwijzers
50-51,
151-152
Derde remlicht 153
Gloeilampen achter
vervangen 152-153
Achterdeuren, achterklep 24-26
Accessoires 129
Kentekenplaatverlichting 153
Afmetingen 162-165
Remmen, remblokken 104, 137
Noodstop 107
ABS, EBD 107
ASR, ESP 108
"Grip control" 109
Banden, spanning 167
Detectiesysteem te lage
bandenspanning 38
Page 232 of 306
170
Cockpit
ESP 108
Parkeerhulp 105-106
Elektrisch verstelbare
buitenspiegels 101
Koplampverstelling 52
Stop & Start 45
Snelheidsregelaar 55-57
Snelheidsbegrenzer 58-60
Lichtschakelaars 50-51
Automatische verlichting 51
Mistlampen 51
LED-dagrijverlichting 51
Zekeringen dashboard,
interieur 155, 156
Motorkapontgrendeling 132
Handrem 104
Instrumentenpanelen, klokken,
displays, tellers 29-30
Verklikkerlampjes 31-36
Meters, display 37
Klok instellen via
instrumentenpaneel 30
Dimmer dashboardverlichting 40
Schakelindicator 41
Versnellingsbak 41
Contactslot 48
Schakelaar ruitenwissers 53-54
Automatische ruitenwissers 53
Ruitensproeier/
koplampsproeiers 54, 136
Boordcomputer Rubriek 9
Bediening op stuurwiel
autoradio Rubriek 9
Stuurwiel verstellen 44
Claxon 104
Page 241 of 306

1
2
DAKKLEP
Steunstang
U heeft de beschikking over een
steunstang voor het vervoer van lange
stukken na het openen van de dakklep.
Klap de steunstang neer door de hendel
omhoog te zetten.
Breng het uiteinde van de stang naar de
achterdeursponning.
Houd de te vervoeren lange voorwerpen
met één hand vast, til ze op en zet met de
andere hand de steunstang terug.
Controleer of deze goed is vergrendeld
door de handgreep naar beneden te
duwen tot voorbij het zware punt en zet
de lading stevig vast.
De steunen opzij kunnen worden gebruikt
als bevestigingspunten.
De achterbumpers zijn versterkt
voor het gebruik als treeplank bij
het instappen in de laadruimte.
Ga nooit rijden als de steunstang
niet op zijn plaats zit.
- laat het zwarte hendeltje zakken om
de dakklep te vergrendelen.
Door de dakklep te vergrendelen, wordt
deze goed op het rubber geplaatst
waardoor een juiste afdichting, zonder
bijgeluiden, is gegarandeerd.
Sluiten van de dakklep:
- controleer of de steunstang goed is
vergrendeld,
- laat de dakklep zakken,
- pak, terwijl u de dakklep naar beneden
duwt, de twee ringen van de veer vast
en zet de haak op zijn plaats,
Deze dakklep achter is alleen mogelijk
bij uitvoeringen met achterdeuren.
Openen van de dakklep:
- til het zwarte hendeltje van de kap
omhoog,
- duw de dakklep voorzichtig naar
beneden en maak de haak los,
- trek de dakklep omhoog,
- open de dakklep tot voorbij het
zware punt om hem te blokkeren
met de steunen.
Ga nooit rijden als de steunen niet
geplaatst zijn.
Bevestig de belading nooit aan de
dakklep.
De achterdeuren kunnen alleen
worden vergrendeld als de
steunstang is geplaatst.
Let bij het rijden met geopende
girafon op wegen met een beperkte
doorrijhoogte.
Laat geen belading tegen de
achterdeuren rusten.
Respecteer de wettelijke voorschriften
om medeweggebruikers op de
uítstekende belading te attenderen.
Beperk het gebruik van de dakklep tot
korte afstanden.
Page 242 of 306

60
AR
BG
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА. То в а можеда причини СМЪРТ или
СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí nebezpečí
SMRTI DÍTĚTE nebo VÁŽNÉHO ZRANĚNÍ.
DABrug aldrig en bagudvendt barnestol på et sæde der er beskyttet af en aktiv airbag. Død eller alvorlig skade på barnet kan forekomme.
DEVerwenden Sie NIEMALS einen Kindersitz oder Babyschale gegen die Fahrtrichtung bei AKTIVIERTEM Airbag, TOD oder ERNSTHAFTE
VERLETZUNGEN können die Folge sein.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από ΜΕΤΩΠΙΚΟ
αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
ENNEVER use a rearward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the CHILD can
occur
ESNO INSTALAR NUNCA EL SISTEMA DE RETENCIÓN PARA NIÑOS DE ESPALDAS AL SENTIDO DE LA CIRCULACIÓN SOBRE UN ASIENTO
PROTEGIDO CON UN COJÍN INFLABLE FRONTAL ( AIRBAG ) ACTIVADO. ESTO PUEDE CAUSAR LA MUERTE DEL BEBE O HERIRLO
GRAVEMENTE.
ETÄrge kasutage kunagi lapse turvatooli seljaga sõidusuunas sõiduki istmel mis on kaitstud AKTIVEERITUD TURVAPADJAGA. See võib põhjustada lapsele
RASKEID VIGASTUSI või SURMA.
FIÄLÄ KOSKAAN aseta lapsen turvaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVATYYNY. Sen laukeaminen voi
aiheuttaa LAPSEN KUOLEMAN tai VAKAVAN LOUKKAANTUMISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLABLE frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la MORT de l’ENFANT ou le BLESSER GRAVEMENT
2 -
KINDERBEVEILIGING
STICKER OP BEIDE ZIJDEN VAN DE ZONNEKLEP AAN PASSAGIERSZIJDE
Airbag aan passagierszijde OFF