Page 172 of 288
ACHTERLICHTUNITSDe lichtunits omvatten: stadslicht , remlichten, richtingaanwijzers
(lampen in vaste lichtunit), achteruitrijlichten en mistachterlichten (lamp
in lichtunit op achterklep).
Vaste lichtunit verwijderen
Ga als volgt te werk:
❒open de achterklep en maak de bevestigingsschroef A fig. 144 van
de achterlichtunit los;
❒verwijder de achterlichtunit door met beide handen in de richting
van de pijl te trekken;
❒koppel de stekker los en vervang de betreffende lamp.
PARKEER-/REMLICHTENDit zijn led lampjes. Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om deze lampen te laten vervangen.RICHTINGAANWIJZERSMaak bij uitgenomen achterlichtunit de twee schroeven A fig. 145 los
om de lamphouder te verwijderen en de lamp B te vervangen.
fig. 144
A0K0184
fig. 145
A0K0205
168WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 174 of 288
3e
REMLICHT
Dit zijn led lampjes die zich op de in de achterklep opgenomen spoiler
bevinden. Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
deze lampen te laten vervangen.
KENTEKENVERLICHTINGGa als volgt te werk om een lamp te vervangen:
❒verwijder de lichtunits van de kentekenverlichting fig. 148;
❒draai de lamphouder B fig. 149 linksom, verwijder de lamp C en
vervang hem;
fig. 148
A0K0147
fig. 149
A0K0146
170WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 177 of 288
DASHBOARDKASTVERLICHTINGGa als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒open het dashboardkastje en verwijder het lampje A fig. 156;
❒open het deksel B en vervang de lamp;
❒dek het lampenglas af met de beschermkap B;
❒monteer het plafondlampje A door eerst het lampje aan een zijde
correct te monteren en vervolgens de andere zijde ervan aan te
drukken, zodat het hoorbaar vastklikt.
INSTAPVERLICHTING(voor bepaalde versies/markten)
Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk om deze lampen te laten
vervangen.
fig. 156
A0K0172
173WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 178 of 288

ZEKERINGEN VERVANGENALGEMENE INFORMATIEHet elektrische systeem wordt beveiligd door zekeringen: bij een
storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem brandt de zekering
door.
Controleer eerst of de zekering is doorgebrand wanneer een elektrisch
onderdeel niet meer werkt: de geleidende band A fig. 157 mag niet
onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de zekering worden vervangen door
een nieuw exemplaar met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur).
B = intacte zekering.
C = zekering met doorgebrande geleidende band.
Gebruik de tangetjes A fig. 158 om het deksel van de zekeringenkast
in de motorruimte te verwijderen om zo de zekeringen te kunnen
vervangen (zie “zekeringenkast motorruimte” om het deksel te
verwijderen).
Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk
als de zekering opnieuw doorbrandt.Vervang een doorgrande zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.Vervang een zekering nooit door een exemplaar met
een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.
fig. 157
A0K0042
fig. 158
A0K0207
174WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 179 of 288
Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk.Alvorens een zekering te vervangen, moet men
controleren of de contactsleutel uit het slot is genomen
en of alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.
Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen
(airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of stuurinrichting
doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
175WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 182 of 288
Zekeringenkast in de bagageruimte
De zekeringenkast (fig. 163) bevindt zich links in de bagageruimte
onder het deksel aan de zijkant.
Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om toegang te
hebben.
fig. 163
A0K0045
178WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 187 of 288

ACCU OPLADENBELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de accu geldt
slechts ter informatie. Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK Wacht, nadat de contactsleutel naar STOP is gedraaid,
minstens 1 minuut alvorens de accuvoeding los te koppelen.
Het verdient aanbeveling aan de accu langzaam en met een laag
ampèrage gedurende ongeveer 24 uur op te laden. De accu langer
opladen, kan de accu beschadigen.VERSIES ZONDER Start&Stop
SYSTEEM(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒maak de minklem los van de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan op de accupolen; let daarbij
op de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.VERSIES MET Start&Stop SYSTEEM(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒koppel de stekker A fig. 164 van de accusensor C op de minklem D
van de accu los (door op de knop B te drukken);❒sluit de pluskabel van de acculader aan op de plusklem E van de
accu en de minkabel op de klem van de sensor D zoals aangegeven
in de figuur;
❒schakel de acculader in. Schakel na het opladen de acculader uit;
❒sluit na de acculader te hebben afgekoppeld de stekker A terug
op de sensor C aan zoals aangegeven in de figuur.
fig. 164
A0K0200
183WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 190 of 288

ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDJuist onderhoud is uiterst belangrijk voor een lange levensduur van de
auto onder optimale omstandigheden.
Om die reden heeft Alfa Romeo een reeks controles en
onderhoudsbeurten opgesteld die elke 30.000 kilometer (voor 1.4
benzineversies) of elke 35.000 kilometer (voor 1750 Turbo Benzine-
en dieselversies) uitgevoerd moeten worden.
Vóór 30.000/35.000 km en vervolgens tussen elke twee
servicebeurten is het sowieso nodig om bepaalde items van het
Geprogrammeerde Onderhoudsplan te controleren (bijv. periodieke
controle van het niveau van de vloeistoffen, bandenspanning, etc.).
De servicebeurten van het Geprogrammeerde Onderhoud worden
volgens een vast tijdsschema door het Alfa Romeo Servicenetwerk
uitgevoerd. Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoeren
van de diverse inspecties en controles van het geprogrammeerd
onderhoud, mogen uitsluitend worden uitgevoerd na toestemming van
de klant. Als de auto dikwijls gebruikt wordt voor het trekken van
aanhangers, dan moet een korter interval tussen de
onderhoudsbeurten worden aangehouden.WAARSCHUWING
Op 2000 km vóór de volgende servicebeurt zal de display een
melding tonen.
De servicebeurten van het Geprogrammeerde Onderhoud zijn door de
fabrikant voorgeschreven. Het niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Het is raadzaam het Alfa Romeo Servicenetwerk onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine storingen en niet te wachten tot de
volgende servicebeurt.
186WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER