VLOEISTOF VOOR RUITENSPROEIERS/
ACHTERRUITSPROEIERAls het niveau te laag is, maak de reservoirdop D los en vul de
vloeistof bij zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens".
BELANGRIJK Het koplampsproeisysteem werkt niet als het vloeistofpeil
laag is, zelfs als de ruitensproeiers/achterruitsproeier blijven werken.
Bij sommige versies/markten staat er een referentienok E op de
peilstok (zie vorige pagina's): ALLEEN de ruitensproeier/
achterruitsproeier werken als het vloeistofpeil onder dit referentieteken
staat.
Rijd niet met een leeg ruitensproeierreservoir: het
ruitensproeisysteem is essentieel voor het verbeteren
van het zicht. Herhaaldelijke bediening van het
systeem zonder vloeistof kan sommige onderdelen van het
systeem beschadigen of leiden tot snelle verslechtering.Sommige in de handel verkrijgbare
ruitensproeieradditieven zijn ontvlambaar: de
motorruimte bevat hete onderdelen die tot brand
kunnen leiden als ze met dergelijke middelen in aanraking
komen.
REMVLOEISTOFControleer of het vloeistofniveau op het maximum peil staat. Als het
vloeistofniveau te laag is, maak de reservoirdop E los en vul de
vloeistof bij zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens".
Vermijd elk contact tussen de uiterst corrosieve remvloeistof
en de gelakte delen. Spoel bij contact onmiddellijk uit met
rijkelijk water.Remvloeistof is giftig en uiterst corrosief. Als
remvloeistof per ongeluk wordt gemorst, moeten de
betrokken delen onmiddellijk worden gewassen met
water en neutrale zeep en vervolgens met rijkelijk water worden
afgespoeld. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts.Het symbool
op het reservoir geeft aan dat een
synthetische remvloeistof moet worden gebruikt, dus
geen minerale remvloeistof. Het gebruik van minerale
vloeistoffen kan de speciale rubbers in het remsysteem
onherstelbaar beschadigen.
200WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld moet de
stuurbekrachtiging worden geïnitialiseerd. Het
lampje gaat
branden om dit aan te geven. Ga hiervoor als volgt te werk: draai het
stuurwiel van het ene uiteinde naar het andere terwijl op een
rechtlijnig traject van ongeveer honderd meter wordt gereden.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau gedurende langere tijd onder 50%
blijft, raakt de accu door sulfatering beschadigd. Hierdoor
verminderen de capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger voor bevriezing (dit kan reeds
bij temperaturen van -10°C gebeuren). Als de auto langere tijd niet
gebruikt wordt, zie dan "Langdurige stilstand van de auto” in het
hoofdstuk "Starten en rijden".
Als men na aanschaf van het voertuig accessoires wil monteren die
constante elektrische voeding nodig hebben (diefstalalarm, enz.)
of veel stroom verbruiken, dient men contact op te nemen met het
gespecialiseerde personeel van het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Zij kunnen het totale benodigde stroomverbruik beoordelen.
Accuvloeistof is giftig en corrosief. Vermijd contact met
huid en ogen. Houd open vuur en bronnen van vonken
uit de buurt van de accu: brand- en
ontploffingsgevaar.Als de accu met onvoldoende vloeistof werkt, kan dit
de accu onherstelbaar beschadigen en een explosie
veroorzaken.
Verkeerde installatie van elektrische en elektronische
apparatuur kan ernstige schade aan de auto toebrengen.
Als men na aanschaf van de auto accessoires wil monteren
(alarm, mobiele telefoon enz.), wordt geadviseerd contact op te nemen
met het Alfa Romeo Servicenetwerk, dat de meest geschikte apparaten
zal aanraden en zal controleren of een accu met een grotere capaciteit
gemonteerd moet worden.Accu’s bevatten stoffen die zeer gevaarlijk zijn voor het
milieu. Neem steeds contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de accu te laten vervangen.Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt onder
extreem koude weersomstandigheden, dan moet de
accu worden verwijderd en op een verwarmde plaats
worden bewaard om bevriezing te voorkomen.Bij werkzaamheden aan de accu of in de buurt van de
accu, moeten de ogen altijd met een speciale bril
beschermd worden.
202WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WIELEN EN BANDENControleer voor een lange reis en elke twee weken de spanning van de
banden en van het noodreservewiel. Controleer de bandenspanning
wanneer de banden koud zijn.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning onder normale
omstandigheden toe: zie voor de juiste waarde van de
bandenspanning de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
Onjuiste bandenspanning veroorzaakt abnormale slijtage van de
banden fig. 171:
A normale spanning: gelijkmatige slijtage van het loopvlak;
B te lage spanning: overmatige slijtage aan de zijkanten van het
loopvlak;
C te hoge spanning: overmatige slijtage in het midden van het
loopvlak.
De banden moeten worden vervangen wanneer de profieldiepte van
het loopvlak minder dan 1,6 mm bedraagt.BELANGRIJK
Pas de volgende voorzorgsmaatregelen toe om bandschade te
voorkomen:
❒voorkom bruusk remmen, met spinnende wielen optrekken, harde
schokken van de banden tegen stoepranden, kuilen en andere
hindernissen. Voorkom ook het langdurig rijden op een slecht
wegdek;
❒controleer de banden regelmatig op scheuren in de wangen,
oneffenheden of onregelmatige slijtage op het loopvlak;
❒rijd niet met een te zwaar beladen auto. Stop zo snel mogelijk in
geval van lekke band en verwissel het wiel;
❒verwissel de banden elke 10-15 duizend kilometer van as; houd de
banden aan dezelfde zijde van de auto gemonteerd zodat de
draairichting niet wordt omgekeerd;
❒banden verouderen, ook als ze weinig gebruikt zijn. Scheurtjes in
het loopvlak en op de wangen betekenen dat de band verouderd
is. Laat de banden door gespecialiseerd personeel controleren als ze
langer dan 6 jaar onder de auto zijn gemonteerd. Vergeet ook niet
het reservewiel zorgvuldig te laten controleren;
❒Monteer altijd nieuwe banden en vermijd banden waarvan de
herkomst dubieus is;
❒bij de montage van een nieuwe band moet ook een nieuw ventiel
worden voorzien.
Onthoud dat de wegligging van de auto in grote mate
van een juiste bandenspanning afhankelijk is.Als de spanning te laag is, raakt de band oververhit,
met mogelijke ernstige beschadiging tot gevolg.
fig. 171
A0K0023
203WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Verwissel de banden niet kruiselings door de banden
van de rechterzijde aan de linkerzijde en omgekeerd te
monteren.Voer bij lichtmetalen velgen nooit
spuitwerkzaamheden uit die een temperatuur vereisen
boven 150°C. Dit kan de mechanische eigenschappen
van de wielen in gevaar brengen.
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSERWISSERBLADENHet is raadzaam de wisserbladen jaarlijks te vervangen.
Met enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen kan de beschadiging
van het wisserblad worden gereduceerd:
❒bij temperaturen onder het vriespunt moet men controleren of er ijs
tussen het wisserblad en de ruit is. Gebruik zo nodig een
antivriesmiddel om de wissers vrij te maken;
❒verwijder sneeuw van de ruit;
❒gebruik de ruitenwissers/achterruitwisser nooit op een droge ruit.
Rijden met versleten wisserbladen is bijzonder
gevaarlijk, doordat het zicht onder slechte
weersomstandigheden wordt beperkt.
204WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Droog de minder zichtbare delen (bijv. randen van portieren,
motorkap, koplampranden) zorgvuldig, aangezien in deze zones
water makkelijker kan stagneren. Was de auto nooit als hij in de zon
heeft gestaan of als de motorkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten op dezelfde wijze als de rest van
de auto gewassen worden.
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het milieu. Was
daarom de auto op een plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.Om de esthetische eigenschappen van de lak te behouden,
mogen er geen schuur- en/of poetsproducten voor het
reinigen van de auto worden gebruikt.
BELANGRIJK
Parkeer de auto zo min mogelijk onder bomen: de hars die uit de
bomen druppelt, maakt de lak mat en vergroot de kans op
roestvorming.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.Ruiten
Gebruik specifieke schoonmaakmiddelen en schone, zachte doeken
om krassen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het binnenoppervlak van de achterruit voorzichtig
met een doek af, en volg hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de achterruitverwarming niet te beschadigen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic lampglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK Als de auto met een drukreiniger wordt gewassen, moet
de straal op minstens 20 cm van de koplampen worden gehouden.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de elektronische regeleenheden
of op de motoren van de ruitenwissers worden gericht. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motorruimte moet de
contactsleutel in de stand STOP staan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet verwijderd of beschadigd zijn.
208WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WIELENVELGEN EN BANDENGeperst stalen of lichtmetalen velgen. Tubeless radiaalbanden. Op het
kentekenbewijs zijn tevens alle goedgekeurde banden aangegeven.
BELANGRIJK Als de gegevens in de instructieboek afwijken van die
van het kentekenbewijs, dient men zich altijd aan de gegevens van het
kentekenbewijs te houden.
Voor de rijveiligheid moeten alle wielen zijn voorzien van banden van
hetzelfde merk en type.
BELANGRIJK Monteer geen binnenbanden in tubeless banden.RUIMTEBESPAREND RESERVEWIELGeperst stalen velg. Tubeless band.VERKLARING VAN DE BANDCODESVoorbeeld fig. 180: 205/55 R 16 91V205
Nominale bandbreedte (S, afstand in mm tussen de flanken)
55
Verhouding van de bandhoogte/bandbreedte (H/S) in %
RRadiaalband16
Doorsnee van de velg in inches (Ø)
91
Belastingsindex (laadvermogen)
VSnelheidscategorieSnelheidscategorie
Qmax. 160 km/hRmax. 170 km/hSmax. 180 km/hTmax. 190 km/hUmax. 200 km/hHmax. 210 km/hVmax. 240 km/hW
max. 270 km/h
Ymax. 300 km/h
Snelheidscategorie voor winterbandenQM + S
max. 160 km/h
TM + S
max. 190 km/h
HM + S
max. 210 km/h
fig. 180
A0K0043
223WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
STANDAARD VELGEN EN BANDENVersies Velgen Standaard banden WinterbandenRuimtebesparend reservewiel
Velg - Band
1.4 Turbo
Benzine
1.4 Turbo
MultiAir
1.6 JTD
M
2.0 JTD
M
7Jx16 H2 ET 41
(*)
195/55 R16 91V
REINFORCED
(*)
195/55 R16 91Q
REINFORCED
(*)
T135/70 R16
100M
T125/80 R17
99M4Bx16ET22
4Bx17ET25 7Jx16 H2 ET 41 205/55 R16 91V 205/55 R16 91Q
7 1/2 Jx17 H2 ET 41 225/45 R17 91W 225/45 R17 91Q
7 1/2 Jx18 H2 ET 41225/40 R18 92W
VERSTERKT
(**)
225/40 R18 92Q
VERSTERKT
1.4 Turbo
Benzine
(***)
1.4 Turbo
MultiAir
(***)
1.6 JTD
M(***)
2.0 JTD
M(***)
7 1/2 Jx17 H2 ET 41 225/45 R17 91W 225/45 R17 91Q
T125/80 R17
99M4Bx17ET25
7 1/2 Jx18 H2 ET 41225/40 R18 92W
VERSTERKT
(**)
225/40 R18 92Q
VERSTERKT
1750 Turbo
Benzine7 1/2 Jx17 H2 ET 41 225/45 R17 91W 225/45 R17 91Q
T125/80 R17
99M4Bx17ET25
7 1/2 Jx18 H2 ET 41225/40 R18 92W
VERSTERKT
(**)
225/40 R18 92Q
VERSTERKT
(*) Voor bepaalde versies/markten
(**) Geen montage van sneeuwkettingen mogelijk
(***) Versies met vergrote remklauwenBij versies met 195/55 R16", 205/55 R16" en 225/45 R17" banden, kunnen sneeuwkettingen met smalle schakels gebruikt worden, die
maximaal 9 mm uitsteken buiten het bandprofiel.
226WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)
STANDAARD BANDEN
VERSIES MAATGEMIDDELDE BELASTING VOLLE BELASTING
Voor Achter Voor Achter
1.4 Turbo benzine
115/120 pk
1.6 JTD
M
195/55 R16 91V VERSTERKT
205/55 R16 91V
225/45 R17 91W
225/40 R18 92W VERSTERKT2,6
2,3
2,3
2,62,2
2,1
2,1
2,23,0
2,7
2,7
3,02,6
2,3
2,3
2,6
1.4 Turbo Benzine
105 pk
(*)
195/55 R16 91V VERSTERKT
205/55 R16 91V
225/45 R17 91W
225/40 R18 92W VERSTERKT2,6
2,3
2,3
2,52,2
2,1
2,1
2,32,9
2,5
2,6
2,92,5
2,1
2,2
2,5
1.4 Turbo MultiAir
2.0 JTD
M
195/55 R16 91V VERSTERKT
205/55 R16 91V
225/45 R17 91W
225/40 R18 92W VERSTERKT2,6
2,3
2,3
2,62,2
2,1
2,1
2,23,0
2,7
2,7
3,02,6
2,3
2,3
2,6
1750 Turbo Benzine225/45 R17 91W
225/40 R18 92W VERSTERKT2,3
2,62,1
2,22,7
3,02,3
2,6
Ruimtebesparend
reservewielT135/70 R16 100M
T125/80 R17 99M4.2
(*) Voor bepaalde versies/marktenBij warme banden moet de bandenspanning +0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde. Controleer de bandenspanning bij koude
banden.
Bij winterbanden moet de bandenspanning +0,2 bar worden verhoogd t.o.v. de voorgeschreven spanningswaarde voor de normale banden.
Wanneer met een snelheid van meer dan 160 km/h wordt gereden, moeten de banden op de bandenspanning voor volgeladen auto zijn
gepompt.
227WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER