Page 86 of 288

AANSTEKERDe aansteker bevindt zich op de middelste tunnel. Druk op de knop A
fig. 59 om de aansteker in te schakelen.
Na enkele seconden keert de knop automatisch terug naar de
beginstand en is de aansteker gebruiksklaar.
BELANGRIJK Controleer na gebruik altijd of de aansteker is
uitgeschakeld.
BELANGRIJK Sluit geen apparaten met een hoger vermogen dan 180
W op het stopcontact aan. Beschadig het stopcontact niet door
ongeschikte stekkers te gebruiken.
De aansteker wordt zeer heet. Wees voorzichtig en
zorg dat hij niet wordt gebruikt door kinderen:
brandgevaar en/of gevaar voor brandwonden.
ASBAK
Gebruik de asbak niet als prullenbak: de inhoud kan
door sigarettenpeuken in brand raken.
fig. 59
A0K0087
fig. 60
A0K0112
82
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De asbak is een verwijderbare kunststof houder met deksel onder
veerdruk, die in de beker-/blikjeshouders op de tunnelconsole
geplaatst kan worden fig. 60.
Page 87 of 288
ZONNEKLEPPENDeze bevinden zich aan beide kanten van de achteruitkijkspiegel. Ze
kunnen naar voren en opzij worden gedraaid.
Op de achterkant van de zonnekleppen bevindt zich een spiegeltje met
verlichting. Met dit licht kan het spiegeltje ook bij slechte zicht- en
lichtomstandigheden worden gebruikt.
Til het deksel A fig. 61 op om toegang te krijgen tot de spiegel.
BRANDBLUSSER(voor bepaalde versies/markten)
Deze bevindt zich onder de voorste passagiersstoel fig. 62.
OpmerkingBij sommige versies bevindt deze zich aan de
rechterkant van de bagageruimte, in een speciale houder.
fig. 61
A0K0113
fig. 62
A0K0212
83WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 88 of 288

ELEKTRISCH SCHUIFDAK(voor bepaalde versies/markten)
Het elektrische schuifdak bestaat uit 2 glazen panelen, een vast paneel
achter en een verstelbaar paneel voor. Deze panelen zijn voorzien
van twee zonneschermen (voor en achter) en kunnen handmatig
worden versteld.
De zonneschermen kunnen bij gesloten schuifdak in alle standen
worden versteld.BEDIENINGHet schuifdak kan alleen bediend worden wanneer de contactsleutel in
de stand MAR staat. Het schuifdak kan worden geopend/gesloten
met de knoppen A en B fig. 63 naast het plafondlampje voor.Schuifdak openen
Druk op knop A fig. 63 en houdt deze ingedrukt. Het voorste
ruitpaneel wordt in “spoilerstand” gebracht. Druk nogmaals en langer
dan een halve seconde op de knop A om het schuifdak automatisch
in een tussenstand te brengen ("Comfortstand").
Als knop A nogmaals langer dan een halve seconde wordt ingedrukt,
wordt het dak automatisch tot de eindaanslag gebracht. Het voorste
glazen paneel kan in een tussenstand worden stopgezet door
nogmaals op knop A te drukken.
Open het schuifdak niet als er sneeuw of ijs op is: risico op
beschadiging.Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als de
auto wordt verlaten om te voorkomen dat
onverwachtse bediening van het schuifdak gevaar
oplevert voor de achtergebleven passagiers. Oneigenlijk gebruik
van het schuifdak kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of de passagiers niet kunnen worden
verwond door het bewegende schuifdak of door voorwerpen die
door het mechanisme worden meegesleept of geraakt.
fig. 63
A0K0131
84
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 89 of 288

Het schuifdak sluiten
Druk vanaf de compleet geopende stand langer dan een halve
seconde op knop B fig. 63 om het voorste ruitpaneel automatisch in de
tussenstand te brengen (Comfortstand).
Als de knop nogmaals langer dan een halve seconde wordt ingedrukt,
wordt het schuifdak in de spoilerstand gebracht. Tenslotte, als
nogmaals op de sluitknop B wordt gedrukt, wordt het schuifdak in de
volledig gesloten stand gebracht.KNELBEVEILIGINGHet schuifdak is uitgerust met een knelbeveiliging die tijdens het sluiten
van het dak een eventueel obstakel kan herkennen; wanneer dit
gebeurt, onderbreekt het systeem de beweging en keert de beweging
van de voorste ruitpaneel onmiddellijk om.
ZONNESCHERMENOm de zonneschermen te openen, trek het handvat A fig. 64 in de
richting van de pijl tot de gewenste stand wordt bekomen. Ga in
omgekeerde volgorde te werk om de zonneschermen te sluiten.
fig. 64
A0K0233
85WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 90 of 288

INITIALISATIEPROCEDUREAls de accu werd losgekoppeld of als een zekering is doorgebrand,
dan moet de werking van het schuifdak opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
❒houd knop B fig. 63 ingedrukt tot het schuifdak helemaal gesloten is.
Laat de knop los;
❒druk op B en houdt deze minstens 10 seconden ingedrukt en/of tot
het ruitpaneel vooruit vastklikt. Laat de knop vervolgens los;
❒druk binnen 5 seconden na de vorige bediening opnieuw op knop B
en houd deze ingedrukt: het voorste ruitpaneel zal een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren. Laat de knop pas na afloop van
deze cyclus los.
ONDERHOUD/NOODBEDIENINGIn geval van nood of onderhoud, kan het schuifdak handmatig worden
versteld wanneer er geen stroom aanwezig is (voorste ruitpaneel
openen/sluiten) door de volgende werkzaamheden uit te voeren:
❒verwijder de beschermdop A fig. 65 op de binnenbekleding, tussen
de twee zonneschermen;
❒neem de meegeleverde Allen sleutel B uit het dashboardkastje of uit
de gereedschapshouder in de bagageruimte;
❒steek de betreffende sleutel in de zitting C en draai hem rechtsom
om het schuifdak te openen of linksom om het schuifdak te sluiten.
fig. 65
A0K0132
86
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 91 of 288

PORTIERENCENTRALE PORTIERVERGRENDELINGDe portieren vergrendelen van buitenaf
Druk bij gesloten portieren op de knop
van de afstandsbediening of
steek en draai de metalen baard (in de sleutel) in het slot van de
bestuurdersportier.
De led boven de
fig. 66 knop gaat branden om aan te geven dat
de portieren zijn vergrendeld.
De portiervergrendeling werkt:
❒als alle portieren gesloten zijn;
❒als alle portieren gesloten zijn en de achterklep open is:
De portieren ontgrendelen van buitenaf
Druk op de knopvan de afstandsbediening of steek en draai de
metalen baard (in de sleutel) in het slot van de bestuurdersportier.De portieren ver-/ontgrendelen van binnenuit
Druk op de knop
. De knop is voorzien van een led-lampje dat
aangeeft wanneer de portieren worden ver-/ontgrendeld.
Led aan: portieren vergrendeld. Druk nogmaals op de knop
om de
centrale portiervergrendeling uit te schakelen. De led gaat uit.
Led uit: portieren ontgrendeld. Druk nogmaals op de knopom de
centrale portiervergrendeling in te schakelen. De centrale
portiervergrendeling werkt alleen als alle portieren perfect gesloten
zijn.
Na inschakeling van de centrale portiervergrendeling via
afstandsbediening of het portierslot, kunnen de portieren niet worden
ontgrendeld met de knop
.
BELANGRIJK Bij ingeschakelde centrale portiervergrendeling worden
de portieren ontgrendeld als aan de handgreep aan de
passagiersportier wordt getrokken (de led blijft branden). Als aan de
handgreep aan de passagiersportier wordt getrokken, worden alle
portieren ontgrendeld.
BELANGRIJK De achterportieren kunnen niet van binnenuit worden
geopend als het kinderslot is ingeschakeld.
Als de elektrische voeding wordt onderbroken (doorgebrande
zekering, losgekoppelde accu, enz.) kunnen de portieren met de hand
worden vergrendeld.
fig. 66
A0K0145
87WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 92 of 288
KINDERSLOTDeze voorziening zorgt ervoor dat de achterportieren van binnenuit
niet geopend kunnen worden.Het kinderslot A fig. 67 kan alleen bij geopende portieren worden
ingeschakeld:
❒stand 1 - kinderslot ingeschakeld (portier vergrendeld);
❒stand 2 - kinderslot uitgeschakeld (portier kan van binnenuit worden
geopend).
Het kinderslot blijft ook actief bij inschakeling van de centrale
portierontgrendeling.
BELANGRIJK De achterportieren kunnen niet van binnenuit worden
geopend als het kinderslot is ingeschakeld.
Gebruik het kinderslot steeds wanneer kinderen worden
vervoerd.Controleer na inschakeling van het kinderslot bij beide
achterportieren of het slot daadwerkelijk is ingeschakeld
door aan de handgreep aan de binnenzijde van de
portieren te trekken.
fig. 67
A0K0167
88
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 93 of 288

NOODVERGRENDELING PORTIERENVoorportier aan passagierszijde
De voorportier aan passagierszijde is voorzien van een
vergrendelingssysteem wanneer er geen stroom aanwezig is.
Om de vergrendeling in te schakelen, steek de metalen baard van de
sleutel in de opening A fig. 68 en trek hem omhoog.
Achterportieren
De achterportieren zijn voorzien van een noodsysteem waarmee de
portieren kunnen worden vergrendeld wanneer er geen stroom
aanwezig is.
Ga hiervoor als volgt te werk:
❒steek de metalen baard van de contactsleutel in de zitting B fig. 67;
❒draai de sleutel linksom en verwijder hem uit de zitting B.Ga als volgt te werk om het knopje van het slot weer in dezelfde stand
te zetten (alleen wanneer de acculading hersteld is):
❒Druk op de knop
van de afstandsbediening;
❒druk op de
knop op het dashboard om de portieren te
ontgrendelen/vergrendelen;
❒open een voorportier door de sleutel in het slot te steken;
❒trek aan de binnenhandgreep van het portier.
Als bij ingeschakeld kinderslot en de voorheen beschreven
vergrendelingswijze de binnenhandgreep van een
achterportier wordt bediend, lukt het niet om het portier te
openen en komt alleen het knopje van de sloten omhoog. Het portier
kan alleen worden geopend door aan de buitenhandgreep te trekken.
In geval van een noodvergrendeling wordt de ont-/vergrendelknop
niet buiten werking gesteld.
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld of als de
beveiligingszekering is doorgebrand, dan moet de centrale
portiervergrendeling opnieuw worden geïnitialiseerd. Ga hiervoor als
volgt te werk:
❒sluit alle portieren;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of op de knop
voor centrale portiervergrendeling op het instrumentenpaneel;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of op de knop
voor centrale portiervergrendeling op het instrumentenpaneel.
fig. 68
A0K0275
89WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER