65
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
GORDELSPANNERS
Voor een nog doeltreffendere bescher-
ming zijn de veiligheidsgordels uitgerust
met gordelspanners. Bij een heftige bot-
sing trekken de gordelspanners de gordel
enige centimeters aan. Op die manier
worden de inzittenden veel beter op hun
plaats gehouden en wordt de voorwaart-
se beweging ingeperkt. De veiligheidsgor-
del blokkeert als de gordelspanner in wer-
king is geweest. Het oprollen van de
gordel is niet meer mogelijk, ook niet als
hij wordt begeleid.
De auto is uitgerust met een tweede gor-
delspanner (nabij de dorpellijst). Wanneer
die wordt ingeschakeld, wordt de meta-
len kabel verkort.
BELANGRIJK Voor een maximale be-
scherming vanwege de gordelspanners
moet de veiligheidsgordel zo worden om-
gelegd dat hij goed op borst en bekken
aansluit.
Tijdens de werking van de gordelspanner
kan er een wat rook ontsnappen. Deze
rook is niet schadelijk en duidt niet op
brandgevaar. De gordelspanner behoeft
geen onderhoud of smering. Elke veran-
dering van de oorspronkelijke conditie zal
de werking ervan benadelen. Als de gor-
delspanner door extreme natuurlijke ge-
beurtenissen (bijv. overstromingen, vloed-
golven enz.) met water en modder in
contact is geweest, dan moet hij worden
vervangen.KRACHTBEGRENZERS
Voor een nog betere bescherming van de
inzittenden bij een ongeval, zijn de oprol-
automaten van de gordels voor voorzien
van een krachtbegrenzer die bij een fron-
tale aanrijding de piekbelasting op de borst
en schouders beperken.
ALGEMENE OPMERKINGEN
VOOR HET GEBRUIK VAN
DE VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder moet zich aan alle plaatse-
lijke wettelijke voorschriften met betrek-
king tot de verplichting en de manier waar-
op de gordel wordt gebruikt houden en
moet ook de inzittenden deze voorschrif-
ten doen naleven. Leg de veiligheidsgor-
del altijd om alvorens weg te rijden.
Ook zwangere vrouwen moeten de vei-
ligheidsgordel omleggen: voor zwangere
vrouwen en het ongeboren kind wordt
het risico op verwondingen bij een onge-
val fors ingeperkt als de gordel wordt ge-
dragen. Natuurlijk moeten zwangere vrou-
wen wel het onderste deel van de gordel
lager omleggen, zodat de gordel over het
bekken en onder de buik komt (zie fig. 2). De gordelspanner is voor
éénmalig gebruik bestemd.
Na gebruik dient men zich te wenden
tot het Abarth Servicenetwerk om de
gordelspanners te laten vervangen.
De geldigheid van het systeem is aan-
gegeven op een plaatje dat zich op de
metalen portierrand bevindt: neem
contact op met het Abarth Service-
netwerk wanneer het systeem moet
worden vervangen.
WAARSCHUWING
Werkzaamheden waarbij sto-
ten, trillingen of plaatselijke
verhittingen (maximum 100°C
gedurende ten hoogste 6 uur)
vrijkomen, kunnen de gordelspanners
beschadigen of doen activeren. Onder
deze omstandigheden behoren niet tril-
lingen die voortgebracht worden door
een slecht wegdek of door contact met
kleine obstakels zoals trottoirbanden.
Wendt u zich hiervoor steeds tot het
Abarth Servicenetwerk.
063-078 ABARTH 500 1ed NL.qxd:063-078 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:39 Pagina 65
66
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
fig. 2F0S061Ab
Voor een maximale veilig-
heid moet de rugleuning
rechtop gezet worden, moet men
goed tegen de rugleuning aanzitten
en moet de gordel goed aansluiten op
de borst en het bekken. Draag altijd
veiligheidsgordels, zowel voor- als
achterin! Rijden zonder veiligheids-
gordels doet bij ongeval het risico op
ernstige verwondingen toenemen en
kan zelfs de dood tot gevolg hebben.
Het is ten strengste verboden onder-
delen van de veiligheidsgordel of gor-
delspanner te demonteren of aan te
passen. Werkzaamheden aan deze
onderdelen moeten worden uitge-
voerd door gekwalificeerd en erkend
personeel. Wendt u altijd tot het
Abarth Servicenetwerk.
WAARSCHUWINGBELANGRIJK Elke gordel kan slechts een
enkele persoon beschermen: vervoer
nooit kinderen op de schoot van inzitten-
den met één veiligheidsgordel voor beiden
fig. 4. Steek geen enkel voorwerp tussen
de gordel en het lichaam van een inzit-
tende. BELANGRIJK Zorg dat de gordelband
nooit gedraaid is. Het bovenste gordelge-
deelte moet over de schouder en schuin
over de borst liggen. Het onderste gor-
delgedeelte moet over het bekken (zoals
aangegeven in fig. 3) en dus niet over de
buik liggen. Steek nooit voorwerpen (was-
knijpers, klemmen enz.) tussen de gordel
en het lichaam van de inzittende.
fig. 3F0S062Abfig. 4F0S063Ab
Nadat een gordel aan een
zware belasting is blootge-
steld (bijvoorbeeld bij een ongeval),
moet de gordel compleet met de ver-
ankeringen, bevestigingsschroeven en
de gordelspanner worden vervangen.
Ook als er geen zichtbare schade is,
kan de gordel toch verzwakt zijn.
WAARSCHUWING
063-078 ABARTH 500 1ed NL.qxd:063-078 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:39 Pagina 66
76
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het gebied
van de hoofdairbag om mogelijke ver-
wondingen tijdens het opblazen te
voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of
ellebogen uit het raam.
WAARSCHUWING
HOOFDAIRBAGS fig. 16
Deze bestaan uit twee gordijnairbags die
in de zijkant van de dakbekleding zijn op-
genomen en zijn afgedekt met afwer-
kingselementen. De hoofdairbags bieden
bescherming aan het hoofd van de inzit-
tenden voorin bij een zijdelingse botsing,
dankzij het grote oppervlak dat zij in op-
geblazen toestand beslaan.Het systeem biedt de beste bescherming
bij een zijdelingse botsing als de passagier
correct op zijn stoel zit, zodat de hoofd-
airbag zo goed mogelijk opgeblazen kan
worden.
BELANGRIJK De frontairbags en/of zij-
airbags kunnen geactiveerd worden bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de
carrosserie (bijv. heftige botsing tegen
drempels of stoepranden, grote gaten of
verzakkingen in het wegdek etc.).
BELANGRIJK Als de airbag geactiveerd
wordt, ontsnapt een kleine hoeveelheid
poeder. Dit poeder is niet schadelijk en
duidt niet op het begin van een brand. Ver-
der kan het oppervlak van de opgeblazen
airbag en het interieur van de auto zijn be-
dekt met een fijn poederlaagje: dit poeder
kan irriterend zijn voor ogen en huid. Na
aanraking onmiddellijk wassen met water
en neutrale zeep. De vervaldatum van de
explosieve lading en de klokveer staan ver-
meld op een specifiek etiket in het dash-
boardkastje. Neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk wanneer het sys-
teem moet worden vervangen.
BELANGRIJK Als een of meerdere veilig-
heidsvoorzieningen zijn geactiveerd ten
gevolge van een ongeval, neem dan con-
tact op met het Abarth Servicenetwerk
om deze veiligheidsvoorzieningen te laten
vervangen en om de werking van het sys-
teem te laten controleren.
fig. 16F0S075Ab
fig. 15F0S074Ab
De controle, reparatie en vervanging van
de airbags moeten door het Abarth Ser-
vicenetwerk worden uitgevoerd. Als de
auto wordt gesloopt, moet men het air-
bagsysteem onwerkzaam laten maken
door het Abarth Servicenetwerk. Bij ver-
koop van de auto moet de nieuwe eige-
naar op de hoogte worden gebracht van
de gebruiksinstructies en de voornoemde
waarschuwingen, en moet dit instructie-
boek worden overhandigd aan de nieuwe
eigenaar.
BELANGRIJK Gordelspanners en airbags
worden op verschillende manieren geac-
tiveerd, afhankelijk van het type botsing.
Als een of meerdere van deze voorzie-
ningen niet in werking treden, dan duidt
dat niet op een storing in het systeem.
063-078 ABARTH 500 1ed NL.qxd:063-078 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:39 Pagina 76
77
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN
Als de contactsleutel naar
MAR wordt gedraaid en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden (samen met
de melding op de display, indien voor-
zien), dan is er mogelijk een storing in
de veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners
niet geactiveerd worden bij een on-
geval of, in een zeer beperkt aantal
gevallen, op verkeerde wijze geacti-
veerd worden. Neem, voordat verder
wordt gereden, onmiddellijk contact
op met het Abarth Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren.
WAARSCHUWING
Bedek bij auto’s met zijair-
bags de rugleuning van de
voorstoelen niet met extra hoezen.
WAARSCHUWING
Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en
houd niets in de mond (pijp, pen,
etc.). Bij een ongeval waarbij de air-
bag wordt opgeblazen, kan dit ern-
stige verwondingen veroorzaken.
WAARSCHUWING
Rijd altijd met de handen op
de stuurwielrand zodat de
airbag indien nodig ongehinderd op-
geblazen kan worden. Rijd niet met
voorover gebogen lichaam. Houd de
rug goed rechtop tegen de rugleuning
gedrukt.
WAARSCHUWINGAls de contactsleutel in stand
MAR staat of wanneer de
motor is uitgezet, kunnen de airbags
ook geactiveerd worden als de auto
door een andere auto wordt aange-
reden. Om die reden mogen kinderen
nooit op de voorstoel worden ge-
plaatst, ook als de auto stilstaat. Als
de sleutel echter in de stand STOP
staat, wordt bij een ongeval geen en-
kel veiligheidssysteem (airbag of gor-
delspanners) geactiveerd. De uitge-
bleven activering van de airbags wijst
in dergelijke gevallen niet op een sto-
ring van het systeem.
WAARSCHUWING
Laat bij diefstal of poging tot
diefstal, vandalisme of overs-
tromingen het airbagsysteem door het
Abarth Servicenetwerk controleren.
WAARSCHUWING
063-078 ABARTH 500 1ed NL.qxd:063-078 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:39 Pagina 77
Even snel gas geven voordat
de motor wordt uitgezet heeft
geen enkel nut, verspilt brand-
stof en is, vooral voor moto-
ren met turbocompressor, schadelijk.
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒plaats de versnellingspook in de vrij-
stand;
❒trap het koppelingspedaal volledig in
zonder het gaspedaal aan te raken;
❒draai de contactsleutel naar AVVen
laat deze los zodra de motor start.
DE MOTOR STARTEN
De auto is uitgerust met een elektronische
startblokkering: zie de paragraaf “Fiat CO-
DE startblokkering in “Kennismaking met
de auto” als de auto niet start.
De motor kan rumoeriger zijn tijdens de
eerste seconden werking, met name na
een lange periode van stilstand. Dit beïn-
vloedt niet de werking en de betrouw-
baarheid en is typerend voor hydraulische
klepstoters: het distributiesysteem dat
voor de benzinemotoren van de auto is
gekozen om het vereiste onderhoud te
beperken.
80
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
Tijdens de eerste gebruikspe-
riode adviseren wij om over-
matige belasting van de auto
te voorkomen (bijvoorbeeld
hard accelereren, lang rijden met de
maximumsnelheid, abrupt remmen,
enz.).
Laat bij afgezette motor de
sleutel in niet het contactslot
op MAR staan, om te voorko-
men dat de accu leeg raakt.
Het is gevaarlijk om de motor
in afgesloten ruimten te laten
draaien. De motor verbruikt zuurstof
en produceert kooldioxide, koolmo-
noxide en andere giftige gassen.
WAARSCHUWING
Onthoud dat de rembe-
krachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zo-
lang de motor niet is gestart; om die
reden is meer kracht benodigd voor
de bediening van het rempedaal en
het stuur.
WAARSCHUWING
Als de motor niet bij de eerste poging
start, draai dan de contactsleutel naar de
stand STOPalvorens de procedure te
herhalen.
Als, met de contactsleutel in de stand
MAR, het waarschuwingslampje
Yop
het instrumentenpaneel samen met het
waarschuwingslampje
Ublijft branden,
draai dan de sleutel naar STOPen weer
terug naar MAR; als het waarschuwings-
lampje blijft branden, probeer dan met de
andere sleutels die bij de auto zijn geleverd.
Als de motor nog steeds niet start, neem
dan contact op met het Abarth Service-
netwerk.
079-086 ABARTH 500 1ed NL.qxd:079-088 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:40 Pagina 80
81
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
HANDREM
De handrem bevindt zich tussen de voor-
stoelen.
Trek de hendel omhoog om de handrem
in te schakelen.
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒zet de motor af en trek de handrem
aan.
❒schakel een versnelling in (de eerste
versnelling als de auto omhoog is ge-
parkeerd, de achteruit als de auto om-
laag is geparkeerd) en zet de voorwie-
len iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling wordt ge-
parkeerd, is het tevens raadzaam om de
wielen met wiggen of stenen te blokkeren.
Laat de contactsleutel niet in de stand
MARstaan om te voorkomen dat de ac-
cu leeg raakt. Verwijder altijd de contact-
sleutel als de auto wordt verlaten.
Laat nooit kinderen zonder toezicht in de
auto achter. Verwijder altijd de contact-
sleutel als de auto wordt verlaten en neem
deze mee. DE GESTARTE MOTOR
OPWARMEN
Ga als volgt te werk:
❒rijd langzaam weg en laat de motor bij
gemiddelde toerentallen draaien. Geef
niet abrupt gas;
❒verlang de eerste kilometers niet de
maximale prestaties van de auto. Wacht
tot de wijzer van de koelvloeistoftem-
peratuurmeter begint te bewegen.
DE MOTOR UITZETTEN
Draai de contactsleutel naar de stand
STOPterwijl de motor stationair draait.
BELANGRIJK Voordat de motor na een
zware rit wordt uitgezet, moet men hem
even stationair laten draaien om hem “op
adem” te laten komen. Hierdoor kan de
temperatuur in de motorruimte dalen.
fig. 1F0S076Ab
Probeer de motor nooit te
starten door de auto te du-
wen, te slepen of van een hel-
ling af te laten rijden. Hier-
door kan brandstof in de katalysator
terechtkomen die hierdoor onherstel-
baar beschadigd wordt.
De auto moet na enkele klik-
ken van de hendel geremd
worden; neem in tegengesteld geval
contact op met het Abarth Service-
netwerk om de handrem te laten af-
stellen.
WAARSCHUWING
Bij aangetrokken handrem en contact-
sleutel in de stand MAR, gaat het waar-
schuwingslampje
xop het instrumen-
tenpaneel branden.
Ga als volgt te werk om de handrem uit
te schakelen:
❒trek de hendel iets omhoog en druk op
de ontgrendelknop A-fig. 1;
❒houd de knop Aingedrukt en laat de
hendel zakken. Het waarschuwings-
lampje
xop het instrumentenpaneel
zal doven.
Trap het rempedaal in terwijl de handrem
wordt uitgeschakeld, om te voorkomen
dat de auto onverwachts beweegt.
079-086 ABARTH 500 1ed NL.qxd:079-088 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:40 Pagina 81
84
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud starten
kan de motor niet de optimale bedrijf-
stemperatuur bereiken. Hierdoor neemt
zowel het brandstofverbruik (van +15% tot
+30% in stadsverkeer) als de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen toe.
Verkeerssituatie en conditie van
het wegdek
Op drukke wegen, bijvoorbeeld bij filerij-
den waarbij vooral lage versnellingen wor-
den gebruikt, of in de stad waar zich veel
verkeerslichten bevinden, zal het brand-
stofverbruik aanmerkelijk hoger zijn. Ook
bochtige trajecten over bergwegen en een
slecht wegdek verhogen het brandstof-
verbruik.
Stilstaan in het verkeer
Bij langere stilstanden (bijv. spoorweg-
overgangen) is het raadzaam de motor af
te zetten. Topsnelheid
Bij een hogere snelheid neemt het brand-
stofverbruik fors toe. Houd de snelheid zo
gelijkmatig mogelijk en vermijd onnodig
remmen en accelereren om een overma-
tig brandstofverbruik en hogere emissies
te voorkomen.
Acceleratie
Bruusk optrekken kost veel brandstof en
verhoogt de uitstoot van schadelijke uit-
laatgassen: geef geleidelijk aan gas.WINTERBANDEN
De winterbanden moeten dezelfde maat
hebben als de standaard geleverde banden.
Het Abarth Servicenetwerk kan u raad ge-
ven over de meest geschikte band voor
elk gebruik.
Voor de bandenmaat en de bandenspan-
ning van de winterbanden moet men zich
exact houden aan de aanwijzingen vermeld
in de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winter-
banden verminderen drastisch wanneer de
profieldiepte minder is dan 4 mm. Vervang
in dergelijke gevallen de wielen.
Door hun specifieke eigenschappen zijn de
prestaties van winterbanden onder nor-
male omstandigheden of wanneer lang op
de snelweg wordt gereden, veel lager dan
die van de standaard gemonteerde ban-
den. Beperk het gebruik van winterbanden
tot de prestaties waarvoor ze zijn goed-
gekeurd.
079-086 ABARTH 500 1ed NL.qxd:079-088 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:40 Pagina 84
88
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN
Het branden van een waarschuwings-
lampje gaat vergezeld van een specifieke
melding en/of geluidssignaal, wanneer van
toepassing. Deze meldingen zijn korte
waarschuwingenen mogen door hun
beknopt karakter niet worden beschouwd
als volledig en/of een alternatief voor de
informatie die is opgenomen in het In-
structieboek. Het is daarom raadzaam het
instructieboek altijd aandachtig te lezen.
Zie de informatie in dit hoofdstuk in
de gevallen dat een storing wordt gemeld.
BELANGRIJK De storingen die op de dis-
play verschijnen, kunnen worden onder-
verdeeld in twee categorieën: ernstige
storingenen minder ernstige storin-
gen.
Ernstige storingenworden langdurig
herhaald weergegeven.
Minder ernstige storingenworden
kort herhaald weergegeven.
Druk op MENU ESCom in beide geval-
len de waarschuwingscyclus te stoppen.
De melding op het instrumentenpaneel
blijft branden tot de oorzaak van de sto-
ring is verholpen.REMVLOEISTOF-
NIVEAU TE LAAG
(rood)
AANGETROKKEN
HANDREM (rood)
Wanneer de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid, gaat het lampje branden
dat na enkele seconden moet doven.
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het rem-
vloeistofniveau in het reservoir zich onder
het minimumpeil bevindt, bijvoorbeeld
door een lek in het remcircuit.
Bij sommige versies verschijnt een specia-
le melding op de display.
x
Wanneer het lampje xtij-
dens het rijden gaat branden
(bij sommige versies verschijnt ook
een melding op de display), zet dan
de motor onmiddellijk af en neem
contact op met het Lancia Service-
netwerk.
WAARSCHUWING
Aangetrokken handrem
Het lampje gaat branden wanneer de
handrem is aangetrokken.
BELANGRIJK Controleer of de handrem
is ingeschakeld als het lampje tijdens het
rijden gaat branden.
STORING
AIRBAGSYSTEEM
(rood)
Wanneer de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid, gaat het lampje branden
dat na enkele seconden moet doven.
Het lampje blijft vast branden als er een
storing in het airbagsysteem aanwezig is.
Bij sommige versies verschijnt een specia-
le melding op de display.
¬
087-094 ABARTH 500 1ed NL.qxd:089-098 FIAT 500 IT 15-06-2012 9:00 Pagina 88