
2
Multifunctionele displays69
Menu "SETUP" (Peugeot Connect Nav)
Druk op de toets "SETUP" om naar het menu "SETUP" te gaan. Dit menu biedt toegang tot de volgende functies: - "Taal", - "Datum en tijd", - " Weergave", - "Parameters auto", - "Eenheden", - "Parameters systeem".
Menu "SETUP"
(Peugeot Connect 3D Nav)
Taal (Peugeot Connect Nav+)
Via dit menu kunt u de taal van het display instellen.
Taal en spraakfuncties (Peugeot Connect Com 3D)
Via dit menu kunt u: - de taal van het display instellen, - de parameters van de spraakherkenning selecteren (inschakelen/uitschakelen, adviezen voor het gebruik, herkennen van de eigen stem...), - het volume van de gesproken commando's instellen.
Weergave
Via dit menu kunt u de helderheid van het display, de kleuren van het display en de kleur van de kaart instellen (dag/nacht of automatisch).
Parameters auto (Peugeot Connect Nav+)
Via dit menu kunt u verschillende functies ten behoeve van het rijden en het comfort in- of uitschakelen * : - inschakelen van de ruitenwisser achter als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld (zie rubriek "Zicht"), - selectief ontgrendelen (zie rubriek
"Toegang tot de auto"), - follow me home- en instapverlichting (zie rubriek "Zicht"), - sfeerverlichting (zie rubriek "Zicht"), - bochtverlichting (zie rubriek "Zicht"), - elektrische parkeerrem of handrem (zie rubriek "Rijden"), - ...
Druk op de toets "SETUP" om naar het menu "SETUP" te gaan. Dit menu biedt toegang tot de volgende functies: - "Taal en spraakfuncties" - "Datum en tijd", - " Weergave", - "Eenheden", - "Parameters systeem".
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder het multifunctionele display uitsluitend bedienen als de auto stilstaat.
Datum en tijd
Druk op "SETUP". Selecteer "Configuratie display" en bevestig uw keuze. Selecteer "Datum en tijd instellen" en bevestig uw keuze. Als u "Aanpassing minuten op GPS" selecteert, worden de minuten automatisch ingesteld op de via de satelliet ontvangen tijd. Selecteer de aan te passen parameter. Bevestig uw keuze door op "OK" te drukken, wijzig vervolgens de parameter en bevestig nogmaals uw keuze om de wijziging op te slaan. Stel de parameters één voor één in. Selecteer "OK" op het display en bevestig vervolgens uw keuze om de instellingen op te slaan.
Eenheden
Via dit menu kunt u de eenheden kiezen: temperatuur (°C of °F) en verbruik (km/l, l/100 of mpg).
Parameters systeem
Via dit menu kunt u de fabrieksinstellingen herstellen, de versie van de software weergeven en doorlopende tekst activeren.
* Volgens land van bestemming.

Multifunctionele displays
70
Toegang tot het wegklapbare display
Het display wordt automatisch uitgeklapt bij het aanzetten van het contact. Drie seconden nadat het contact is afgezet wordt het automatisch weer ingeklapt indien het audio- en telematicasysteem is uitgeschakeld.
Afstellen van de hoek van het display
Het display kan in vier standen worden versteld door op de voor- of achterzijde van de knop B te drukken. Als het display wordt ingeklapt, wordt de laatst geselecteerde stand opgeslagen.
Als u het display hebt ingeklapt, wordt het automatisch weer uitgeklapt: - bij het inschakelen van het audio- en navigatiesysteem (behalve als u het display zelf hebt
ingeklapt ter wijl het systeem was ingeschakeld), - bij een uitgaand telefoongesprek, - bij het geven van een gesproken commando, - bij het ontvangen van een waarschuwingsmelding die gekoppeld is aan het pictogram STOP (Peugeot Connect Nav+).
Als het contact is aangezet, kunt u het display op elk moment in- of uitklappen met de knop A . - Druk op de knop A : het display wordt ingeklapt. - Druk nogmaals op de knop A om het display weer uit te klappen.

Comfort
86
Neerklappen van de
achterbank via de
achterzijde
Zorg ervoor dat de beweging van de bank niet kan worden gehinderd door voorwerpen die zich op of onder de bank bevinden. Schuif de voorstoel indien nodig naar voren. Controleer of de veiligheidsgordel langs de rand van de rugleuning loopt. Zet de hoofdsteunen in de laagste stand of ver wijder deze indien nodig. Trek de hendel 1 naar voren om de rugleuning 2 te ontgrendelen, deze klapt vervolgens eenvoudig neer op de zitting 3 .
Terugplaatsen van de achterbank
Let erop dat bij het terugplaatsen van de achterbank de veiligheidsgordels niet klem komen te zitten en dat de gesphouders op de juiste plek komen te zitten.
De zitting beweegt omlaag zodat de rugleuning er bovenop kan liggen; met de verplaatsbare vloerplaat in de middelste positie ontstaat dan een vlakke laadvloer.
Zet de rugleuning rechtop en vergrendel deze, de zitting komt dan vanzelf op zijn plaats. Controleer of het rode vlak ter hoogte van ontgrendeling 1 niet meer zichtbaar is. Zet de hoofdsteunen weer in de hoogste
stand of plaats deze terug.

AR
BG
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦ А. Това можеда причини
СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí
nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁ ŽNÉHO ZR ANĚNÍ.
DABrug aldrig en bagudvendt barnestol på et sæde der er beskyttet af en aktiv airbag. Død eller alvorlig skade på barnet kan forekomme.
DEVer wenden Sie NIEMALS einen Kindersitz oder Babyschale gegen die Fahr trichtung bei AKTIVIERTEM Airbag, TOD oder ERNSTHAFTE
VERLETZUNGEN können die Folge sein.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από
ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
ENNEVER use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur
ESNO INSTALAR NUNCA EL SISTEMA DE RETENCIÓN PAR A NIÑOS DE ESPALDAS AL SENTIDO DE LA CIRCULACIÓN SOBRE UN
ASIENTO PROTEGIDO CON UN COJÍN INFLABLE FRONTAL ( AIRBAG ) ACTIVADO. ESTO PUEDE CAUSAR LA MUERTE DEL BEBE
O HERIRLO GRAVEMENTE.
ETÄrge kasutage kunagi lapse tur vatooli seljaga sõidusuunas sõiduki istmel mis on kaitstud AKTIVEERITUD TURVAPADJAGA. See võib
põhjustada lapsele R ASKEID VIGASTUSI või SURMA.
FIÄLÄ KOSK A AN aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVAT Y YNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSEN KUOLEMAN tai VAK AVAN LOUKK A ANTUMISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLABLE
frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la MORT de l’ENFANT ou le BLESSER GR AVEMENT
HRNIK ADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZR AČNIM JASTUKOM. To bi
moglo uzrokovati SMRT ili TEŠKU OZLJEDU djeteta.
HUSOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést olyan ülésen, amely AKTIVÁLT ÁLLAPOTÚ (BEK APCSOLT)
FRONTLÉGZSÁKK AL van védve. Ez a gyermek halálát vagy súlyos sérülését okozhatja.
ITNON installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAG frontale
ATTIVATO. Ciò potrebbe provocare la MORTE o FERITE GR AVI al bambino.
LTNIEK ADA neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO
PAGALVĖS. Išsiskleidus oro pagalvei vaikas gali būti MIRTINAI arba SUNKIAI TR AUMUOTAS.
LVNAV PIEĻAUJAMS uzstādīt uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti priekšējā pasažiera vietā, kurā ir AKTIVIZĒTS priekšējais DROŠĪBAS
GAISA SPILVENS.
Tas var izraisīt BĒRNA NĀVI vai radīt NOPIETNUS IEVAINOJUMUS.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
140

Veiligheid
154
Elektronische stabiliteitscontrole (ESP)
Begrippen
Antispinregeling (ASR)
De ASR past de aandrijfkracht aan om het doorspinnen van de wielen te beperken via de remmen van de aangedreven wielen en de motor. De ASR zorgt ook voor meer koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole (CDS)
Het CDS houdt de vier wielen in de gaten en grijpt, als de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting, automatisch in via de remmen van een of meerdere wielen en het motorkoppel om de auto voor zover mogelijk weer in de juiste koers
te brengen.
Noodremassistentie (AFU)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen de optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat de remafstand kleiner wordt. Het systeem wordt ingeschakeld als het rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt ervoor dat de benodigde bedieningskracht wordt verminderd en de effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische remdrukregelaar (REF)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto en voor een betere controle in bochten, vooral op een slecht of glad wegdek. Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen in het geval van een noodstop. De elektronische remdrukregelaar verdeelt de
remdruk over de wielen.
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP: Electronic Stability Control) dat de volgende systemen omvat: - het antiblokkeersysteem (ABS) en de elektronische remdrukregelaar (REF), - de noodremassistentie (AFU), - de antispinregeling (ASR), - de dynamische stabiliteitscontrole (CDS).

8
Veiligheid157
Verklikkerlampje veiligheidsgordel(s) vóór losgemaakt/niet vastgemaakt
Omdoen
Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting. Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door even aan de riem te trekken.
Hoogteverstelling
Knijp, om het bevestigingspunt te vinden, de knop A in en schuif deze in één van de standen.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit verklikkerlampje op het pictogrammendisplay voor de veiligheidsgordels en de airbag aan passagierszijde branden om aan te geven dat de bestuurder en/of voorpassagier zijn gordel nog niet heeft vastgemaakt. Als de wagensnelheid hoger is dan 20 km/h, knippert het verklikkerlampje gedurende 2 minuten in combinatie met een geluidssignaal. Na deze 2 minuten blijft het verklikkerlampje branden zolang de bestuurder en/of voorpassagier zijn veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Losmaken
Druk op de rode knop van de
gordelsluiting. Houd de gordel vast ter wijl deze zich oprolt.
Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels vóór
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van een pyrotechnische gordelspanner en een spankrachtbegrenzer. Deze systemen zorgen voor extra bescherming van de bestuurder en passagier bij frontale en zijdelingse aanrijdingen. Bij een krachtige aanrijding zorgen de pyrotechnische gordelspanners ervoor dat de veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen van de inzittenden worden getrokken. De pyrotechnische gordelspanners zijn actief zodra het contact wordt aangezet. De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegen het lichaam van de inzittenden getrokken wordt en bevordert daarmee de veiligheid.

Veiligheid
158
1. Pictogram veiligheidsgordels voor en/of achter losgemaakt/niet vastgemaakt. 2. Pictogram veiligheidsgordel links voor. 3. Pictogram veiligheidsgordel rechts voor. 4. Pictogram veiligheidsgordel rechts achter. 5. Pictogram veiligheidsgordel midden achter. 6. Pictogram veiligheidsgordel links achter.
Pictogrammendisplay veiligheidsgordel(s) losgemaakt/niet vastgemaakt
Veiligheidsgordels achter
De zitplaatsen achter zijn voorzien van een driepunts veiligheidsgordel met oprolautomaat en gordelkrachtbegrenzer (behalve de middelste zitplaats).
Verklikkerlampje veiligheidsgordel
Als een achterpassagier zijn gordel losmaakt, verschijnt dit pictogram op het pictogrammendisplay veiligheidsgordels/airbag aan passagierszijde. Als de wagensnelheid hoger is dan 20 km/h, knippert het verklikkerlampje gedurende twee minuten in combinatie met een geluidssignaal. Na deze 2 minuten blijft het verklikkerlampje branden zolang de achterpassagiers hun gordels niet hebben vastgemaakt.
Omdoen
Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting. Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door even aan de riem te trekken.
Losmaken
Druk op de rode knop van de gordelsluiting. Houd de gordel vast ter wijl deze zich oprolt.
Op het pictogrammendisplay van de veiligheidsgordels en de airbag aan passagierszijde gaat het verklikkerlampje 2 of
3 rood branden als de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt of weer is losgemaakt.
Als het contact wordt aangezet, worden bij ingeschakeld hybridesysteem of een snelheid lager dan ongeveer 20 km/uur de pictogrammen 4 , 5 en 6 ongeveer 30 seconden rood weergegeven als de desbetreffende gordel niet is vastgemaakt. Als bij een snelheid hoger dan ongeveer 20 km/uur het pictogram 4, 5 of 6 rood wordt weergegeven in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display, is de gordel van de desbetreffende achterpassagier weer losgemaakt.
Pictogrammendisplay losgemaakte veiligheidsgordels

8
Veiligheid159
Bij een aanrijding wordt de hoogspanning automatisch onderbroken.
Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder te controleren of alle passagiers hun veiligheidsgordel goed hebben omgedaan en vastgemaakt. Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al betreft het een korte rit. Draai de gespen van de veiligheidsgordels niet om; de gordels zijn dan niet voldoende effectief. De veiligheidsgordels zijn voorzien van een oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte van de gordel automatisch wordt aangepast aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De gordel wordt automatisch opgerold als deze niet wordt gebruikt. Controleer zowel voor en na het gebruik van de gordel of deze goed is opgerold. De heupgordel moet zo laag mogelijk op het bekken worden geplaatst. De schoudergordel moet langs het holle gedeelte van de schouder worden geplaatst. De oprolautomaten zijn voorzien van een automatische blokkeerinrichting die in werking treedt bij een aanrijding, een noodstop of het over de kop slaan van de auto. U kunt de blokkeerinrichting deblokkeren door stevig aan de riem te trekken en deze weer los te laten, zodat de riem weer een stukje wordt opgerold.
Voor een effectieve werking van de veiligheidsgordel: - dient deze strak om het lichaam te worden gedragen, - moet deze in een vloeiende beweging naar voren worden getrokken, zonder dat de gordel gedraaid raakt, - mag deze door niet meer dan één persoon worden gedragen, - mag deze geen beschadigingen of rafels vertonen, - mag er om te voorkomen dat de gordel niet goed werkt, niets aan worden gewijzigd. Bij aanrijdingen
De gordelspanners kunnen, afhankelijk van de aard en de kracht van de aanrijding , vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan. Het activeren van de gordelspanners gaat gepaard met wat onschadelijke rook en een knal, als gevolg van de activering van de pyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd. In alle gevallen gaat het verklikkerlampje van de airbag branden. Laat het systeem na een aanrijding controleren en eventueel vervangen door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Voorschriften voor kinderen
Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan 1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje. De veiligheidsgordel mag door niet meer dan één persoon gedragen worden. Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens het rijden.
Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften moeten werkzaamheden en controles aan de veiligheidsgordels worden uitgevoerd door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats, die tevens voor de garantie zorgt en de werkzaamheden volgens de voorschriften uitvoert. Laat de veiligheidsgordels van uw auto regelmatig controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats, vooral als de gordels beschadigingen vertonen. Reinig de veiligheidsgordels met zeepsop of een reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar bij het PEUGEOT-netwerk. Controleer na het neerklappen of verstellen van een stoel of de achterbank of de gordel zich op de juiste plaats bevindt en goed isopgerold.