Page 65 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
DAU23283
Stuursysteem controleren Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-
teem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
(Zie pagina 6-32 voor meer informa-
tie.) WAARSCHUWING! Ondersteun
de machine zorgvuldig om omval-
len en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder- ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in- specteren of repareren.
DAU23291
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50210
Accu De accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-14.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
1. Positieve accukabel (rood)
2. Accu
3. Negatieve accukabel (zwart)
2 1
3
U26PD3D0.book Page 25 Friday, June 3, 2011 4:56 PM
Page 66 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt. UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu ’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU ’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16521
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan- ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF ” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“ OFF ” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16840]
4. Controleer na installatie of de accuka- bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
U26PD3D0.book Page 26 Friday, June 3, 2011 4:56 PM
Page 67 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAU47134
Zekeringen vervangen De hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
het kastje met zekeringen voor afzonderlij-
ke circuits bevinden zich onder het bestuur-
derszadel. (Zie pagina 3-14.)
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinjectiesysteem verwijdert u
het afdekplaatje van het startrelais door het
omhoog te trekken.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF ” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampè rewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
1. Zekeringenkastje
2. Hoofdzekering
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1234
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering parkeerlichten
4. Backup-zekering (voor klok en startblokkeer- systeem)
5. Koplampzekering
6. Reservezekering
1
2
3
4
5
6
1. Kap van startmotorrelais
2. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
3
2
1
U26PD3D0.book Page 27 Friday, June 3, 2011 4:56 PM
Page 68 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON ” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU48512
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden be ïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
2. Maak de koplampstekker los en ver- wijder dan de gloeilampkap.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Backup-zekering:
10.0 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef
1
U26PD3D0.book Page 28 Friday, June 3, 2011 4:56 PM
Page 69 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
3. Haak de gloeilamphouder los en ver-wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
OPMERKINGZorg er bij het aanbrengen van de gloei-
lampkap voor dat “TOP ” naar boven wijst.6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24133
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder de lamplens van het rem-licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te
draaien.
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
1
2
1
1. Merkteken “TOP”
TOP
1
1. Schroef
1
U26PD3D0.book Page 29 Friday, June 3, 2011 4:56 PM
Page 70 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe- ven aan te brengen. LET OP: Draai
de schroeven niet te vast, hierdoor
kan de lens breken.
[DCA10681] DAU24212
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven los te
halen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te
draaien. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe- ven aan te brengen. LET OP: Draai
de schroeven niet te vast, hierdoor
kan de lens breken.
[DCA10681]
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
1
1. Schroef
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Gloeilamp richtingaanwijzer
2
1
U26PD3D0.book Page 30 Friday, June 3, 2011 4:56 PM
Page 71 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
DAU24324
Gloeilamp kentekenverlichting
vervangen 1. Verwijder de kentekenverlichting doorde moeren, onderlegringen en dem-
pingrubbers te verwijderen.
2. Verwijder de lamplens voor de kente- kenverlichting door de moeren en on-
derlegringen te verwijderen. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Monteer de lamplens door de onderle- gringen en de moeren weer aan te
brengen. 6. Monteer de kentekenverlichting door
de dempingrubbers, onderlegringen
en moeren weer aan te brengen.1. Moer
2. Ring
3. Dempingrubber
123
123
1. Moer
2. Ring
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
2
1
U26PD3D0.book Page 31 Friday, June 3, 2011 4:56 PM
Page 72 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
DAU45224
Parkeerlichtgloeilamp vervangen Vervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-28.)
2. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Breng de koplampunit aan.
DAU24350
Ondersteunen van de motorfiets Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de motor-
fiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel 1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of, als
geen andere standaard voorhanden
is, door een krik te plaatsen onder het
frame aan de voorzijde van het achter-
wiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen on-
der beide zijden van het frame aan de voor-
zijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
1. Parkeerlichtgloeilamp
1
U26PD3D0.book Page 32 Friday, June 3, 2011 4:56 PM