
DAU10210
INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ............... 1-1
Andere aandachtspunten voor veilig 
 rijden ............................................. 1-5
BESCHRIJVING .................................. 2-1
Aanzicht linkerzijde .......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ........................ 2-2
Bedieningen en instrumenten .......... 2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN 
BEDIENINGEN .................................... 3-1
Contactslot/stuurslot ......................... 3-1
Afdekplaatje sleutelgat ..................... 3-2
Controle- en 
 waarschuwingslampjes ................. 3-2
Snelheidsmeter ................................ 3-3
Multifunctioneel display .................... 3-3
Stuurschakelaars ............................. 3-5
Voorremhendel ................................. 3-6
Achterremhendel .............................. 3-6
Tankdop ........................................... 3-7
Brandstof .......................................... 3-7
Uitlaatkatalysatoren .......................... 3-9
Kickstarter ........................................ 3-9
Zadel .............................................. 3-10
Opbergcompartimenten ................. 3-10
Zijstandaard ................................... 3-11
Startspersysteem ........................... 3-12
VOOR UW VEILIGHEID - CONTROLES 
VOOR HET RIJDEN ............................ 4-1GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-IN-
FORMATIE .......................................... 5-1
Starten van de motor ........................ 5-1
Wegrijden ......................................... 5-2
Sneller en langzamer rijden ............. 5-2
Remmen ........................................... 5-2
Tips voor een zuinig 
 brandstofverbruik .......................... 5-3
Inrijperiode ....................................... 5-3
Parkeren ........................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTEL-
LINGEN ............................................... 6-1
Boordgereedschapsset .................... 6-2
Periodiek onderhoudsschema voor het 
uitstootcontrolesysteem ................ 6-3
Algemeen smeer- en 
 onderhoudsschema ...................... 6-4
Panelen verwijderen en 
 aanbrengen ................................... 6-7
Controleren van de bougie ............... 6-8
Motorolie en olieaanzuigzeef ......... 6-10
Eindoverbrengingsolie .................... 6-12
Luchtfi lter en luchtfi lterelementen in v-
snaarbehuizing ........................... 6-13
De vrije slag van de gasgreep controle-
ren ............................................... 6-15
Klepspeling ..................................... 6-15
Banden ........................................... 6-16
Gietwielen ...................................... 6-17Vrije slag van remhendel 
 controleren .................................. 6-18
Vrije slag van achterremhendel 
 afstellen ...................................... 6-18
Controleren van voorremblokken en 
achterremschoenen .................... 6-19
Controleren van 
 remvloeistofniveau ...................... 6-19
Remvloeistof verversen .................. 6-20
Kabels controleren en smeren ....... 6-21
Controleren en smeren van 
  gasgreep en gaskabel ................ 6-21
Smeren van voor- en 
 achterremhendels ....................... 6-21
Middenbok en zijstandaard controleren 
en smeren ................................... 6-22
Voorvork controleren ...................... 6-23
Stuursysteem controleren .............. 6-23
Controleren van wiellagers ............. 6-24
Accu ............................................... 6-24
Zekeringen vervangen ................... 6-26
Koplampgloeilamp vervangen ........ 6-27
Gloeilamp in voorste richtingaanwijzer 
vervangen ................................... 6-28
Vervangen van gloeilamp voor 
  remlicht/achterlicht of van gloeilamp 
voor achterste richtingaanwijzer . 6-28
Parkeerlichtgloeilamp vervangen ... 6-29
Problemen oplossen ...................... 6-29
Storingzoekschema ........................ 6-31
4P9-F819D-D5_CS.indd   64P9-F819D-D5_CS.indd   6
2011/08/22   13:48:292011/08/22   13:48:29
Process BlackProcess Black 

1
2
3
4
5
6
7
8
9
2-3
DAU10401
BESCHRIJVING
DAU10430
Bedieningen en instrumenten1.  Achterremhendel (pagina 3-7)
2.  Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-5)
3.  Snelheidsmeter (pagina 3-3)
4.  Multifunctioneel display (pagina 3-3)
5.  Voorremhendel (pagina 3-6)
6.  Schakelaar rechterstuurzijde (pagina 3-5)
7.  Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
4 3
2
1
5
67
4P9-F819D-D5_CS.indd   2-34P9-F819D-D5_CS.indd   2-3
2011/08/22   13:48:292011/08/22   13:48:29
Process BlackProcess Black 

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-3
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENDAUT1934
Waarschuwingslampje motorstoring 
“
”
Dit waarschuwingslampje begint te knip-
peren of blijft branden wanneer een elek-
trisch systeem dat de motorwerking con-
troleert, defect is. Vraag in dat geval een 
Yamaha dealer het zelfdiagnosesysteem 
te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel 
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden op-
lichten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON” 
draait of blijft het lampje branden, laat het 
elektrisch circuit dan door een Yamaha 
dealer controleren.
DAUT1957
Multifunctioneel display
DWA14431
WAARSCHUWING
Zet de machine stil voordat u wijzigin-
gen aanbrengt in de instellingen van 
het multifunctionele display. Het aan-
brengen van wijzigingen tijdens het 
rijden kan u afleiden en vergroot het 
risico op een ongeval.ZAUM00**
RESET
SELECT
1
2
3
4
5
6
1.  Indicator olieverversing  “7”
2. Kilometerteller
3. Brandstofniveaumeter
4. “RESET” -schakelaar
5. “SELECT” -schakelaar
6. KlokHet multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:● 
een kilometerteller
● 
een ritteller (die de afgelegde afstand 
DAU11601
SnelheidsmeterZAUM00**
RESET
SELECT
1
1. SnelheidsmeterDe snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, slaat de naald van de snelheids-
meter eenmaal helemaal uit tot aan de 
hoogste snelheid en keert daarna weer 
terug naar nul om het elektrische circuit te 
testen.
4P9-F819D-D5_CS.indd   3-34P9-F819D-D5_CS.indd   3-3
2011/08/22   13:48:292011/08/22   13:48:29
Process BlackProcess Black 

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-4
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
toont sinds de teller het laatst werd 
teruggesteld op nul)
● 
een olieverversingskilometerteller (die 
de afgelegde afstand toont sinds de 
motorolie voor het laatst werd ver-
verst)
● 
een indicator voor olieverversing (die 
gaat knipperen wanneer de motorolie 
moet worden ververst)
● 
een klok
● 
een brandstofniveaumeter
OPMERKING● 
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt 
gedraaid, gaan alle onderdelen van 
het display enkele seconden bran-
den. Gedurende deze tijd voert het 
multifunctionele display een zelftest 
uit.
● 
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te 
draaien voordat u de “SELECT”- en 
“RESET”-toets gebruikt.
Modus kilometerteller, ritteller en olie-
verversingskilometerteller
Door indrukken van de toets “SELECT” 
wisselt de weergave tussen de modus 
kilometerteller (“ODO”), de modus ritteller 
(“TRIP”) en de modus olieverversingski-
lometerteller (“OIL CHANGE TRIP”) in de 
onderstaande volgorde:
ODO → TRIP → OIL CHANGE TRIP → 
ODO
KilometertellerOPMERKINGAls de kilometerteller “-----” weergeeft, laat 
dan een Yamaha dealer het multifunctio-
neel display nakijken, aangezien dit defect 
kan zijn.
Ritteller
Om de ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT” 
te drukken totdat “TRIP” wordt weergege-
ven en moet u vervolgens de toets “RE-
SET” minstens 1 seconde lang ingedrukt 
houden.OPMERKINGAls de ritteller “-----” weergeeft, laat dan 
een Yamaha dealer het multifunctioneel 
display nakijken, aangezien dit defect kan 
zijn.
Olieverversingskilometerteller
Om de olieverversingskilometerteller op 
nul terug te stellen, selecteert u deze door 
op de toets “SELECT” te drukken totdat 
“OIL CHANGE TRIP” wordt weergegeven 
en moet u vervolgens de toets “RESET” 
minstens 3 seconden lang ingedrukt hou-
den.
Druk opnieuw op de knop “SELECT” om 
de olieverversingskilometerteller te starten. 
Het display wisselt naar de ODO-modus.
Olieverversingsindicator “7”
Deze indicator gaat knipperen zodra de 
eerste 1000 km (600 mi) zijn afgelegd en 
daarna om de 3000 km (1800 mi) om aan 
te geven dat de motorolie moet worden 
ververst.
Nadat de motorolie is ververst, moet de 
olieverversingskilometerteller worden te-
ruggesteld.
Als de motorolie wordt ververst voordat de 
olieverversingskilometerteller gaat knippe-
ren (dus voordat de interval voor de peri-
odieke olieverversing is verstreken), moet 
de olieverversingskilometerteller na de 
olieverversing worden teruggesteld om de 
eerstvolgende periodieke olieverversing 
correct aan te geven.OPMERKING● 
Als de olieverversingskilometertel-
ler vóór het bereiken van de eerste 
4P9-F819D-D5_CS.indd   3-44P9-F819D-D5_CS.indd   3-4
2011/08/22   13:48:292011/08/22   13:48:29
Process BlackProcess Black 

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-5
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1000 km (600 mi) op nul wordt terug-
gesteld, is de interval voor periodieke 
olieverversing daarna steeds om de 
3000 km (1800 mi).
● 
Als de olieverversingskilometerteller 
“-----” weergeeft, laat dan een Yama-
ha dealer het multifunctioneel display 
nakijken, aangezien dit defect kan 
zijn.
Klok
De klok op tijd zetten:
1.  Houd de “SELECT”-toets en de 
“RESET”-toets tegelijkertijd minstens 
twee seconden lang ingedrukt.
2.  Als de uuraanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “SELECT”-toets 
om de uren in te stellen.
3.  Druk op de toets “RESET”: het eerste 
cijfer van de minutenaanduiding be-
gint te knipperen.
4.  Druk op de toets “SELECT” om het 
eerste cijfer van de minutenaandui-
ding in te stellen.
5.  Druk op de toets “RESET”: het twee-
de cijfer van de minutenaanduiding 
begint te knipperen.
6.  Druk op de toets “SELECT” om het 
tweede cijfer van de minutenaandui-
ding in te stellen.
7.  Druk op de “RESET”-toets en laat deze dan los om de klok te starten.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De 
displaysegmenten van de brandstofni-
veaumeter verdwijnen richting “E” (leeg) 
naarmate het brandstofniveau verder 
daalt. Als “
” begint te knipperen, dient u 
zo snel mogelijk te gaan tanken. Wanneer 
de sleutel naar “ON” wordt gedraaid, gaan 
eerst alle displaysegmenten kort branden 
en wordt daarna het huidige brandstofni-
veau weergegeven.
DAU12349
StuurschakelaarsLinksZAUM00**
3 1
2
1. Dimlichtschakelaar “%/&”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
3. Claxonschakelaar “*”RechtsZAUM00**
1
1. Startknop “,”
4P9-F819D-D5_CS.indd   3-54P9-F819D-D5_CS.indd   3-5
2011/08/22   13:48:292011/08/22   13:48:29
Process BlackProcess Black 

INDEXAAandachtspunten voor veilig rijden ........... 1-5
Accu ........................................................ 6-24
Achterremhendel, afstellen van vrije 
 slag ....................................................... 6-18
Afdekplaatje sleutelgat .............................. 3-2BBanden .................................................... 6-16
Bougie, controleren ................................... 6-8
Brandstof ................................................... 3-7
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 5-3CContactslot/stuurslot ................................. 3-1
Controle- en waarschuwingslampjes ........ 3-2
Controlelampje grootlicht .......................... 3-2
Controlelampje richtingaanwijzers ............ 3-2DDimlichtschakelaar .................................... 3-6EEindoverbrengingsolie ............................ 6-12GGasgreep en gaskabel, controleren en sme-
ren......................................................... 6-21
Gereedschapsset ...................................... 6-2
Gloeilamp in remlicht/achterlicht of gloeilamp 
achterste richtingaanwijzer, 
 vervangen ............................................. 6-28
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor), 
 vervangen ............................................. 6-28IIdentifi catienummers ................................. 9-1
Inrijperiode ................................................ 5-3KKabels, controleren en smeren ............... 6-21Kickstarter ................................................. 3-9
Klepspeling ............................................. 6-15
Koplampgloeilamp, vervangen ................ 6-27
LLuchtfi lter en luchtfi lterelementen in 
 v-snaarbehuizing .................................. 6-13MMatkleur, let op ......................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard, controleren en 
smeren .................................................. 6-22
Modelinformatiesticker .............................. 9-1
Motorolie en olieaanzuigzeef .................. 6-10
Multifunctioneel display ............................. 3-3OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Opbergcompartimenten .......................... 3-10PPanelen, verwijderen en aanbrengen ....... 6-7
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........... 6-29
Parkeren ................................................... 5-4
Plaats van de onderdelen ......................... 2-1
Problemen oplossen ............................... 6-29RRemblokken en remschoenen 
 controleren ............................................ 6-19
Remhendel, achterrem ............................. 3-6
Remhendels, smeren .............................. 6-21
Remmen ................................................... 5-2
Remvloeistof, verversen ......................... 6-20
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-19
Richtingaanwijzerschakelaar .................... 3-6SSmering en onderhoud, periodiek ............. 6-4
Snelheidsmeter ......................................... 3-3Sneller en langzamer rijden ...................... 5-2
Specifi caties .............................................. 8-1
Stalling ...................................................... 7-4
Starten van de motor ................................ 5-1
Startknop ................................................... 3-6
Startspersysteem .................................... 3-12
Storingzoekschema ................................ 6-31
Stuurschakelaars ...................................... 3-5
Stuursysteem, controleren ...................... 6-23
TTankdop .................................................... 3-7UUitlaatkatalysatoren .................................. 3-9VVeiligheidsinformatie ................................. 1-1
Verzorging ................................................. 7-1
Voertuigidentifi catienummer ..................... 9-1
Voorremhendel ......................................... 3-6
Voorvork, controleren .............................. 6-23
Vrije slag van gasgreep, controleren ...... 6-15
Vrije slag van remhendel, controleren .... 6-18WWaarschuwingslampje motorstoring ......... 3-3
Wegrijden .................................................. 5-2
Wielen ..................................................... 6-17
Wiellagers controleren ............................ 6-24ZZadel ....................................................... 3-10
Zekeringen, vervangen ........................... 6-26
Zijstandaard ............................................ 3-11
4P9-F819D-D5_CS.indd   9-24P9-F819D-D5_CS.indd   9-2
2011/08/22   13:48:322011/08/22   13:48:32
Process BlackProcess Black