
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-1
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUS1823
Door periodiek inspecties, afstellingen en 
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u 
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi -
ciënt mogelijke conditie blijft. De eigenaar/
bestuurder van de machine is verplicht de 
optimale veiligheid te waarborgen. Op de 
volgende pagina’s wordt de belangrijkste 
informatie met betrekking tot inspecties, 
afstellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de perio-
dieke onderhoudsschema’s moeten wor-
den beschouwd als een algemene richtlijn 
onder normale rijcondities. Het is echter 
mogelijk dat de intervalperioden voor on-
derhoud moeten worden verkort afhanke-
lijk van het weer, het terrein, de geografi -
sche locatie en individueel gebruik.
DWA10321
WAARSCHUWING
Het niet of onjuist uitvoeren van on-
derhoud aan de machine vergroot het 
risico op letsel of overlijden tijdens het 
uitvoeren van onderhoud of het rijden 
met de machine. Als u niet bekend bent 
met voertuigonderhoud, laat het onder-
houd dan uitvoeren door uw Yamaha 
dealer.
DWA15122
WAARSCHUWING
Zet voor het uitvoeren van onderhoud 
de motor af tenzij anders aangegeven.●  Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of 
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of 
brand kunnen veroorzaken.●  Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud 
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidever-
giftiging, mogelijk met de dood tot 
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer 
informatie over koolmonoxide.
DWA10330
WAARSCHUWING
Deze scooter is uitsluitend ontworpen 
voor gebruik op verharde wegen. Wan-
neer deze scooter wordt gebruikt in 
een abnormaal stoffige, modderige of 
vochtige omgeving, dient het luchtfil-
terelement vaker te worden gereinigd of 
te worden vervangen om snelle slijtage 
van de motor te voorkomen. Raadpleeg 
een Yamaha dealer voor de juiste on-
derhoudsperiodes.
DWA15460
WAARSCHUWING
Remschijven, -klauwen, -trommels en 
-voeringen kunnen tijdens het gebruik 
zeer heet worden. Laat onderdelen van 
het remsysteem afkoelen alvorens deze 
aan te raken.
DAU17302
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor 
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook 
zeer belangrijk voor een juiste werking van 
de motor en om maximale prestaties te 
behalen. In de volgende periodieke onder-
houdsschema’s is het emissiecontrole-on-
derhoud apart gegroepeerd. Dit onderhoud 
vereist gespecialiseerde gegevens, kennis 
en gereedschap. Onderhoud, vervanging, 
of reparatie van emissiecontroleappara-
tuur en -systemen kan door elke gecer-
tificeerde reparateur worden uitgevoerd 
(indien van toepassing). Yamaha dealers 
beschikken over de training en het gereed-
schap om dit onderhoud uit te voeren.
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
4P9-F819D-D5_CS.indd   6-14P9-F819D-D5_CS.indd   6-1
2011/08/22   13:48:302011/08/22   13:48:30
Process BlackProcess Black 

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-11
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGENZAUM00**
1
1. Olieaftapplug AZAUM00**
1
1. Olieaftapplug B4.  Reinig de olie-aanzuigzeef in oplos-
middel, controleer hem op schade en 
vervang indien nodig.
5.  Controleer de o-ring op beschadiging 
en vervang hem indien nodig.
6.  Breng de olieaanzuigzeef, de veer, 
de o-ring en de olieaftappluggen aan 
en zet de aftappluggen vast met het 
voorgeschreven aanhaalmoment.Aanhaalmoment:
Olieaftapplug A:
20 Nm (2.0 m·kgf, 14.5 ft·lbf)
Olieaftapplug B:
20 Nm (2.0 m·kgf, 14.5 ft·lbf)OPMERKINGZorg dat de o-ring correct aanligt.
7.  Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de motorolievuldop 
aan en zet deze vast.Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid bij verversing:
0.9 L (0.95 US qt, 0.79 Imp.qt)
DCA11670
LET OP●  Gebruik geen olie met een “CD”-
dieselspecificatie of een hogere 
kwaliteit dan gespecificeerd. 
Gebruik ook geen olie met een 
“ENERGY CONSERVING II” of ho-
gere aanduiding.●  Zorg dat er geen verontreinigingen 
in het carter terecht komen.
8.  Start de motor, laat deze een paar 
minuten stationair draaien en con-
troleer daarbij op olielekkage. Als er 
sprake is van olielekkage, zet de mo-
tor dan direct af en zoek de oorzaak.
9.  Zet de motor af, controleer dan het 
olieniveau en corrigeer indien nodig.
10. Stel de olieverversingskilometerteller 
terug. (Zie pagina 3-3 voor het terug-
stellen.)
OPMERKINGAls de motorolie wordt ververst voordat de 
olieverversingskilometerteller gaat knippe-
ren (dus voordat de interval voor de peri-
odieke olieverversing is verstreken), moet 
de olieverversingskilometerteller na de 
olieverversing worden teruggesteld om de 
eerstvolgende periodieke olieverversing 
correct aan te geven.
4P9-F819D-D5_CS.indd   6-114P9-F819D-D5_CS.indd   6-11
2011/08/22   13:48:302011/08/22   13:48:30
Process BlackProcess Black 

1
2
3
4
5
6
7
8
9
7-3
DAU25991
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
stalen delen te doen glanzen, ook 
het uitlaatsysteem. (Zelfs thermische 
verkleuringen op roestvrijstalen uit-
laatsystemen kunnen door oppoetsen 
worden verwijderd.)
3.  Het is aan te bevelen om met een 
spuitbus een corrosiewerend middel 
aan te brengen op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie 
te voorkomen.
4.  Gebruik oliespray als universeel 
schoonmaakmiddel om nog achterge-
bleven vuil te verwijderen.
5.  Werk kleine lakbeschadigingen door 
steenslag e.d. bij.
6.  Zet alle gelakte oppervlakken in de 
was.
7.  Laat de scooter volledig drogen alvo-
rens te stallen of af te dekken.
DWA10942
WAARSCHUWING
●  Verontreiniging van de remmen of 
banden kan leiden tot verlies van 
de controle over de machine.●  Controleer of er geen olie of was 
op de remmen of banden zit. Rei-
nig de remschijven en remvoerin-
gen indien nodig met een normale 
remschijfreiniger of aceton en 
spoel de banden schoon met lauw 
water en een mild reinigingsmid-
del.
●  Test voor u de scooter in gebruik 
neemt eerst de remwerking en het 
weggedrag in bochten.
DCA10800
LET OP●  Breng een geringe hoeveelheid 
oliespray en was aan en verwijder 
overtollige hoeveelheden.●  Breng oliespray of was nooit aan 
op rubber of kunststof delen, be-
handel deze met een daartoe be-
stemd verzorgingsmiddel.●  Vermijd het gebruik van schurende 
poetsmiddelen, deze tasten de lak 
aan.
OPMERKING●  Vraag een Yamaha dealer om advies 
over de te gebruiken producten.●  Door wassen, regenachtig weer of 
een vochtig klimaat kan de koplamp-
lens beslagen raken. Inschakelen 
van de koplamp gedurende een korte 
periode zal helpen bij de verwijdering 
van het vocht.
4P9-F819D-D5_CS.indd   7-34P9-F819D-D5_CS.indd   7-3
2011/08/22   13:48:312011/08/22   13:48:31
Process BlackProcess Black