Page 30 of 340

28
Controle tijdens het rijden
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeemen moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display van het
instrumentenpaneel wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOPpermanent, in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,een geluidssignaal en een
melding op het display. Dit waarschuwingslampje brandt bij een
lekke band, een storing met betrekking tot
het remsysteem of de stuurbekrachtiging, een te lage motoroliedruk, een te hoge koelvloeistoftemperatuur of een ernstigeelektrische storing.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veiligeplaats, omdat u anders het risico loopt op ernstigemotorschade.
Zet het contact af en raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Servicetijdelijk.Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op het display zoals bijvoorbeeld:
- het motorolieniveau,
- de mate van ver vuilin
g van het roetfilter (diesel),
- de stuurbekrachtiging,
- een kleine elektrische storing,
-
...
Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanen
t. Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storin
g met behulp van de melding op het display en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 36 of 340

34
i
Controle tijdens het rijden
*
Volgens land van bestemming.
CHECK (automatische controle van de auto)
Automatische CHECK
Contact aan: alle pictogrammen van degecontroleerde functies worden weergegeven.
Na enkele seconden doven ze. Gelijktijdig wordt automatisch een CHECK(automatische controle van de auto) uitgevoerd.
In het geval van een storing
Er is een "kleine" storing gesignaleerd: de
desbetreffende waarschuwingslampjes gaan branden en vervolgens weer uit.U kunt de auto starten, maar raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Er is een "grote" storing gesignaleerd: de
desbetreffende waarschuwingslampjes
blijven branden, in combinatie met het lampjeSTOP of SERVICE. Start de auto niet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde
werkplaats.
Handmatige CHECK
Druk op de knop "CHECK"
van het
instrumentenpaneel om de CHECK (automatische controle van de auto) handmatig te activeren.
Met behulp van deze functie kunnen op elk gewenst moment (contact aan of bij draaiende
motor) de aanwezige waarschuwingsmeldingen
worden weergegeven.
Zolang de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld * , wordt het desbetreffende pictogram constant weergegeven.
Het display van het instrumentenpaneel geeft bij draaiende motor en tijdens het rijden
de pictogrammen
weer die een storing aangeven (in geval van een storing).
Als er geen storing wordt gesignaleerd, kunt ude motor starten.
Dimmer verlichting
Druk, als de verlichting brandt, op de
knop Bom de dashboardverlichting en de sfeerverlichting sterker te laten branden of op
de knop Aom de verlichting te dimmen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkteis bereikt.
Page 121 of 340

4
119
i
!
!
Rijden
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld zodra u het contactopnieuw aanzet.
Inschakelen
Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF"
.
Het s
ysteem is dan weer ingeschakeld; het
verklikkerlampje in de schakelaar gaat uit en er
wordt een melding op het display weergegeven.
Storingen
Bij een storing in het systeem gaat het
verklikkerlampje in de schakelaar "ECO OFF"knipperen en ver volgens constant branden. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT- netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als er in de
STOP-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet meer wil aanslaan of direct afslaat. Zet in dat geval het contact af en start de auto dan met behulp
van de sleutel.
Schakel omwille van de veiligheid het Stop & Start-systeem altijd uit als u handelingen onder de motorkap wiltuitvoeren.
Dit systeem hee
ft specifieke kenmerken en maakt gebruik van een speciale 12V-accu (raadpleeg
voor meer informatie het PEUGEOT- net wer k).
Het gebruik van een andere dan de door
PEUGEOT voorgeschreven accu's kan leiden tot storingen in het systeem.
Maak voor het opladen van de 12V-accu gebruik
van een 12V-acculader. De polariteiten mogen
hierbij niet worden omgekeerd.
Onderhoud
Het Stop & Star t-systeem maaktgebruik van geavanceerde technologie.Laat eventuele werkzaamhedenuitvoeren bij een gekwalificeerde werkplaats, bijvoorbeeld eenservicepunt van het PEUGEOT-netwerk, die over alle deskundigheid en speciale gereedschappen beschikt.
Page 200 of 340
198
Praktische informatie
Zekering N°Ampère (A)Functies
F3
15 Paneel ruitbediening in bestuurderspor tier, 12V-aansluiting achterzitplaatsen.
F415
12V-aansluiting bagageruimte.
F530 Elektrisch bedienbare ruiten achter met eentrapsbediening.
F
630
Elektrisch bedienbare ruiten vóór met eentrapsbediening.
F1
120
Servicecentrale trekhaakaansluiting.
F12 20
A
udioversterker.
F1
520
Blinderingspaneel panoramadak (SW).
F1
65 Paneel ruitbediening in bestuurdersportier.
Zekeringen achter het
dashboardkast
je