2
51
Toegang tot de auto
Vergrendelen van de
auto met alleen de
omtrekbeveili
ging
ingeschakeld
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
- een ruit op een kier blijft staan,
- de auto wordt gewassen,
- een wiel wordt ver wisseld,
- de auto wordt gesleept,
- de auto op een boot wordt ver voerd.
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
) Zet het contact af en druk binnen
10 seconden op deze knop
tot het verklikkerlamp
je blijft branden. ) Verlaat de auto.
)
Druk onmiddellijk op de
vergrendelknop van de
afstandsbediening of vergrendel
de auto met het "Keyless entryand start"-systeem.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt
in
geschakeld; het verklikkerlampje van de
knop zal één keer per seconde knipperen.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure elke keer na het afzetten van het contact wordt
uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de interieur- en wegsleepbeveiliging
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werkingen knipperen de richtingaanwijzers gedurende
der tig seconden.
Al
s het alarm voor de 11 ekeer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
) Druk op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening of
ontgrendel de auto met het
"Keyless entry and star t"-systeem om de omtrekbeveiliging uit te schakelen. ) Druk op de vergrendelknop van de
afstandsbediening of vergrendelde auto met het "Keyless entry
and star t"-systeem om alle
alarms
ystemen in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop
zal opnieuw één keer per seconde
knipperen.
Als het verklikkerlampje van de knopsnel knippert bij het ontgrendelen van
de auto met de afstandsbediening of
met het "Ke
yless entry and star t"-
systeem, is het alarm tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met knipperen alshet contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
)
Ontgrendel de auto met de sleutel in hetslot van het bestuurdersportier. )
Open het por tier; het alarm gaat af. )
Zet het contact aan, het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
) Vergrendel de auto of schakel desuper vergrendeling in met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje van de knop blijft branden,
duidt dit op een storing in het systeem.
Laat het s
ysteem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
*
Vol
gens land van bestemming.
Automatisch inschakelen *
Het systeem wordt 2 minuten nadat het
laatste por tier of de achterklep is gesloten,
automatisch ingeschakeld. ) Om het afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep te
voorkomen, moet eerst op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening worden gedrukt
of moet de auto ontgrendeld worden met het
"Ke
yless entry and star t"-systeem.
100
!
i
Rijden
Om bij aangezet contact of draaiende motor de parkeerrem vrij te zetten, traptu hetrempedaalin, drukt
u de hendel A
in en
laat u deze ver volgens weer los.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Handmatig vrijzetten
- het uitgaan van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje Pop de hendel A ,
- de meldin
g "Parkeerrem
vrijgezet".
Als u aan de hendel Atrekt zonder het rempedaal in te trappen, wordt de parkeerremniet vrijgezet en verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel.
U kunt, indien nodi
g, de parkeerrem extra stevig aantrekken
. Dit gebeurt door de
hendel A langer te bedienen, tot de melding
"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt. Het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:
- wanneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd, terwijl u de
parkeerrem handmatig bedient,
- wanneer de hellingcondities vermoedelijkzullen variëren terwijl de auto stilstaat (bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).
Extra stevig aantrekken
Controleer voordat u de auto verlaat of de verklikkerlampjes van de parkeerremop het instrumentenpaneel en op de hendel Aconstant branden.
Laat kinderen nooit alleen in de autowanneer het contact is aangezet: ze zouden de parkeerrem kunnenvrijzetten.
Automatisch aantrekken,
motor afgezet
-het branden van het
verklikkerlampje remsysteem en het
verklikkerlampje Pop de hendel A ,
- de melding "Parkeerremaangetrokken".
Wanneer de auto stilstaat en u de motor afzet, wordt de parkeerrem automatisch aangetrokken.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
In het geval van een aangekoppelde aanhanger, wanneer de auto beladen is of op een steile helling staat, dient u de parkeerrem extra stevig aan te trekken,bij het parkeren de voor wielen naar destoeprand te sturen en een versnellingin te schakelen.Na het extra stevig aantrekken van de parkeerrem duur t het langer voordat deparkeerrem weer is vrijgezet.