Verwijzing:
dit symbool verwijst naar de blad-
zijde waar meer informatie over de
desbetreffende functie is te vinden.
Symbolen
Bescherming van het
milieu:
dit symbool verschijnt bij advie-
zen met betrekking tot de be scherming
van het milieu.
Informatie:
dit symbool vestigt uw aandacht
op aanvullende informatie die u
helpt de gebruiksmogelijkheden van uw
auto optimaal te benutten.
Waarschuwing:
dit symbool geeft waarschuwin-
gen weer die u absoluut dient te
respecteren omwille van uw veiligheid en
die van anderen en om schade aan uw
auto te voorkomen.
WELKOM
Wij danken u voor uw keuze voor de
5008, synoniem voor vertrouwen, pas-
sie en inspiratie.
Dit instructieboekje is ontwikkeld om u in
de gelegenheid te stellen onder alle om-
standigheden optimaal gebruik te maken
van de mogelijkheden van uw 5008.
In het eerste deel van het boekje is de
belangrijkste informatie samengevat
om u in korte tijd vertrouwd te maken
met de bediening van uw auto.
Vervolgens komen alle details van uw
5008 op het gebied van comfort, veilig-
heid en rijden uitgebreid aan bod, zo-
dat u en uw passagiers maximaal van
de auto kunnen genieten.
Aan het einde van dit boekje vindt u een
visuele index waarmee u gemakkelijk
een onderdeel van de uitrusting of een
functie kunt lokaliseren en snel de des-
betreffende pagina kunt vinden.
Elk geleverd model kan, afhankelijk van
het uitrustingsniveau, het type, de uitvoe-
ring en de specifi eke kenmerken voor
het land waarvoor de auto bestemd is,
slechts van een deel van de in dit boekje
vermelde uitrustingen zijn voorzien.
34
CO
Elektrische
parkeerrem
knippert. Het aantrekken of vrijzetten
van de elektrische
parkeerrem is onderbroken.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats.
Parkeer de auto op een horizonale ondergrond,
zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
+
Storing
elektrische
parkeerrem
permanent. Er is een storing in de
elektrische parkeerrem. Het automatisch aantrekken/vrijzetten is
niet meer mogelijk.
Raadpleeg zo snel mogelijk
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
De rem kan handmatig worden vrijgezet
via de speciale noodontgrendeling.
Raadpleeg voor meer informatie over
de elektrische parkeerrem het hoofdstuk
"Rijden".
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Remsysteem
permanent, in
combinatie met het
STOP-lampje. Het remvloeistofniveau is te
laag.
Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden.
Vul het niveau bij met de door PEUGEOT voorgeschreven
remvloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
+
permanent, in
combinatie met
het storingslampje
van de elektrische
parkeerrem, indien
deze is vrijgezet. Er is een storing in het
remcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in
veilige omstandigheden.
Zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats
+
permanent, in combinatie
met het STOP-LAMPJE en
het ABS-lampje.
Er is een storing in
de elektronische
remdrukregelaar (EBD). Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)
permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid
en raadpleeg zo snel mogelijk
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
VEI
130
ELEKTRONISCH
STABILITEITSPROGRAMMA (ESC)
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESC:
Electronic Stability Control) dat de volgen-
de systemen omvat:
- het antiblokkeersysteem (ABS) en
de elektronische remdrukregelaar
(EBD),
- het Brake Assist System (BAS),
- de antislipregeling (ASR),
- de dynamische stabiliteitscontrole
(CDS).
Begrippen
Antislipregeling (ASR)
De ASR past de aandrijfkracht aan om
het doorspinnen van de wielen te voor-
komen via de remmen van de aange-
dreven wielen en de motor. De ASR
zorgt ook voor meer koersstabiliteit bij
het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
(CDS)
De CDS houdt de vier wielen in de gaten
en grijpt, als de koers van de auto afwijkt
van de door de bestuurder gewenste
richting, automatisch in via de remmen
van een of meerdere wielen en het mo-
torkoppel om de auto voor zover moge-
lijk weer in de juiste koers te brengen.
Brake Assist System (BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in nood-
gevallen de optimale remdruk sneller
wordt bereikt, zodat de remafstand klei-
ner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt
ervoor dat de benodigde bedienings-
kracht wordt verminderd en de effectivi-
teit van het remmen wordt vergroot.
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(EBD)
Deze systemen zorgen tijdens het rem-
men voor een betere stabiliteit en be-
stuurbaarheid van uw auto en voor een
betere controle in bochten, vooral op
een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de
wielen in het geval van een noodstop.
De REF verdeelt de remdruk over de
wielen.
Werking
Als dit lampje gaat branden in
combinatie met een geluids-
signaal en een melding op het
display, duidt dit op een sto-
ring in het ABS-systeem, waardoor u
tijdens het remmen de controle over uw
auto zou kunnen verliezen.
Als dit lampje gaat branden
in combinatie met het lampje
STOP
, een geluidssignaal en
een melding op het display,
duidt dit op een storing in de elektroni-
sche remdrukregelaar waardoor u tij-
dens het remmen de controle over uw
auto zou kunnen verliezen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg in beide gevallen het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Zorg er bij vervanging van de
wielen (banden en velgen)
voor dat wielen worden ge-
monteerd die voor uw auto
zijn gehomologeerd.
De normale werking van het antiblok-
keersysteem kan merkbaar zijn door
het trillen van het rempedaal.
Trap het rempedaal bij een
noodstop krachtig en volle-
dig in en laat het niet los.
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(EBD)
Tractiecontrole op besneeuwde wegen (Intelligent Traction Control)
Deze auto is uitgerust met een systeem
dat zorgt voor extra tractie op besneeuw-
de wegen: Intelligent Traction Control
.
Deze automatische functie is permanent
geactiveerd om situaties met weinig grip
op te sporen, zoals wegrijden en ver-
plaatsen van de auto in verse en diepe
sneeuw of over platgereden sneeuw.
In dergelijke omstandigheden beperkt de
Intelligent Traction Control
het door-
slippen van de wielen om voor een opti-
male grip te zorgen. Zo wordt de aandrij-
ving en de bestuurbaarheid verbeterd.
In barre rijomstandigheden (diepe sneeuw,
modder, enz.) kan het nuttig zijn het ESP/
ASR
tijdelijk uit te schakelen, zodat de wie-
len kunnen slippen, waardoor ze meer grip
zouden kunnen vinden.
Het is raadzaam om het systeem zodra
het kan weer in te schakelen.
Onder gladde omstandigheden is het
raadzaam te rijden op winterbanden.