INHOUD
325-329 RIJDEN 140-17
0
ONDERHOUD 171-178
PRAKTISCHE
INFORMATIE 179-213
TECHNISCHE
GEGEVENS 214-222
AUDIO en TELEMATICA 223-324
Elektrische parkeerrem................140Hill holder.....................................r145Head-up display...........................148"Distance alert".............................150Snelheidsbegrenzer......................152Snelheidsregelaar.........................154Handgeschakelde
versnellingsbak ...........................156Opschakelindicator.......................r156Gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak met6 versnellingen ...........................157Automatische versnellingsbak ......161Stop & Start..................................164Parkeerhulp..................................167Intelligente parkeerhulp ................169
Motorkap.......................................172Brandstoftank leeg (Diesel) ..........173Benzinemotoren...........................174Dieselmotoren..............................175Niveaus controleren.....................176Controles......................................177
Bandenreparatieset ......................179Wiel verwisselen...........................188Een lamp vervangen....................194Zekeringen vervangen..................19912V-accu.......................................206Eco-mode.....................................208Wisserbladen vervangen..............208Slepen van uw auto ......................209Trekken van een aanhanger........r210Allesdragers monteren ..................211Sneeuwscherm.............................212Accessoires..................................213
Benzinemotoren...........................214Gewichten (benzine)....................215Dieselmotoren ..............................216Gewichten (diesel)........................217Afmetingen ...................................221Identificatie...................................222
Urgence-oproep of Assistance-oproep ........................................223Peugeot Connect 3D Nav............227Peugeot Connect Nav..................271Peugeot Connect Sound ..............303
VISUELE INDEX 330-334
IN
E
4
EXTERIEUR
Instapverlichting
Deze extra buiten- en interieurverlichting,
die met de afstandsbediening wordt in-
geschakeld, vergemakkelijkt op donkere
plaatsen het lokaliseren van de auto en
het instappen.
93
Stop & Start
Dit systeem schakelt de motor tijdelijk uit als
de auto stilstaat (verkeerslicht, fi le, enz.). De
motor wordt automatisch weer gestart op
het moment dat u weg wilt rijden. Het Stop &
Start-systeem zorgt voor een lager brandstof-
verbruik en een lagere uitstoot van schadelijke
stoffen. Door het ontbreken van motorgeluid
als de auto stilstaat, wordt het comfort van de
inzittenden nog verder verbeterd.
164
Bochtverlichting
Deze verlichting biedt u automatisch ex-
tra zicht in bochten.
95
Panoramadak
Dit dak vergroot de lichtinval en het zicht
in het interieur op ongeëvenaarde wijze.
108
IN
E
9
COCKPIT
1.
Schakelaar snelheidsregelaar/
snelheidsbegrenzer.
2.
Hendel stuurwielverstelling.
3.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
4.
Instrumentenpaneel.
5.
Airbag bestuurder.
Claxon.
6.
Versnellingshendel.
7.
Elektrische parkeerrem.
8.
12V-aansluiting.
9.
Bediening panoramisch glazen dak.
10.
Opbergvak bestuurderszijde
(Instructieboekje).
11 .
Hendel motorkapontgrendeling.
12.
Schakelaars buitenspiegels.
Schakelaars ruitbediening.
Kinderbeveiliging.
13.
Handmatig verstellen van de
koplampen.
Navigatietoets van het
bedieningspaneel voor de Peugeot
Connect 3D Nav.
14.
Schakelaar alarm.
Schakelaar parkeerhulp.
Schakelaar dynamische
stabiliteitscontrole (ESP/ASR).
Uitschakelen Stop & Start-systeem
15.
Zijruitontwaseming.
16.
Voorruitontwaseming.
IN
E
16
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Instrumentenpaneel
A.
Als het contact wordt aangezet,
moet de wijzer van de brandstof-
meter de resterende hoeveelheid
brandstof aangeven.
B.
Bij draaiende motor moet het verklikker-
lampje laag brandstofniveau uitgaan.
C.
Als het contact wordt aangezet,
moet de motorolieniveaumeter en-
kele seconden de melding "OIL
OK"
weergeven.
Ga indien nodig tanken of vul olie bij.
27
Verklikkerlampjes
1.
Als het contact wordt aangezet,
gaan de oranje en rode verklikker-
lampjes branden.
2.
Bij draaiende motor moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde
als er lampjes blijven branden.
29
Rijen drukschakelaars
Het branden van een lampje geeft de
staat van de desbetreffende functie aan.
A.
Intelligente
parkeerhulp. 169
165
81
167
131
127
148
128
B.
Uitschakelen Stop &
Start-systeem.
C.
Interieurbeveiliging.
D.
Parkeerhulp met
grafi sche weergave
en geluidssignalen.
E.
ESP OFF.
F.
Kinderbeveiliging.
G.
Head-up display.
H.
Alarmknipperlichten.
Onder
Midden
150
I.
"Distance alert".
86
J.
Centrale
vergrendeling.
IN
E
20
RIJDEN
Stop & Start
Overgang naar de STOP-stand van
de motor
Het verklikkerlampje "ECO"
gaat branden op het instrumen-
tenpaneel en de motor wordt
uitgeschakeld wanneer u bij
een auto met een 2Tronic-versnel-
lingsbak
het rempedaal intrapt of de
selectiehendel in de stand N
zet terwijl
de wagensnelheid lager is dan 6 km/h.
In bepaalde bijzondere gevallen kan de
STOP-stand niet beschikbaar zijn: het
verklikkerlampje "ECO"
knippert dan en-
kele seconden en gaat vervolgens uit.
Overgang naar de START-stand van
de motor
Het verklikkerlampje "ECO"
gaat uit en de motor wordt weer
gestart als bij een auto met een
2Tronic-versnellingsbak
:
- terwijl de selectiehendel in de stand
A
of M
staat, het rempedaal wordt
losgelaten,
- of terwijl de selectiehendel in de
stand N
staat en het rempedaal is
losgelaten, de selectiehendel in de
stand A
of M
wordt gezet,
- of de achteruitversnelling wordt in-
geschakeld.
In bepaalde bijzondere gevallen wordt
de START-stand automatisch geac-
tiveerd: het verklikkerlampje "ECO"
knippert dan enkele seconden en gaat
vervolgens uit.
Uitschakelen / Inschakelen
U kunt op elk gewenst moment het sy-
steem uitschakelen door op de toets
"ECO OFF"
te drukken; het verklikker-
lampje van de toets gaat branden.
Zet altijd het contact met de
sleutel af alvorens te tanken
of handelingen onder de mo-
torkap uit te voeren.
Het systeem wordt automa-
tisch weer ingeschakeld als
de motor met de sleutel wordt
gestart.
165
31
CO
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Uitschakeling
van de
automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem
permanent De functies "automatisch
aantrekken" (bij het
afzetten van de motor) en
"automatisch ontgrendelen"
zijn uitgeschakeld of werken
niet. Activeer de functie (volgens land van
bestemming) via het confi guratiemenu van de
auto of raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Voet op het
rempedaal
permanent. Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Trap het rempedaal in om de motor te
starten (bij de gestuurde handgeschakelde
zesversnellingsbak met de selectiehendel in
stand N , en bij de automatische transmissie de
selectiehendel in stand P ).
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal
in te trappen, blijft dit verklikkerlampje branden.
knippert.
Als u de auto met een
gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak op een helling te
lang probeert tegen te houden
door het gaspedaal in te trappen,
raakt de koppeling oververhit.
Gebruik het rempedaal en/of de elektrische
parkeerrem.
Parkeerplaatsassistent
permanent. De parkeerplaatsassistent is
geactiveerd. Druk op de desbetreffende toets om de functie
uit te schakelen.
knippert. Het systeem meet de
beschikbare ruimte. Als de meting is gedaan, gaat het lampje
constant branden.
Stop & Start
permanent. Het Stop & Start-systeem
heeft de motor in de STOP-
stand gezet(verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt
automatisch gestart als u wilt wegrijden.
knippert
enkele
seconden
en gaat dan
uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch
gestart. Raadpleeg het hoofdstuk "Rijden - § Stop &
Start-systeem" voor bijzonderheden van de
Stop- en Start-stand.
M
U
57
Enkele definities...
Als de actieradius minder dan 30 km
bedraagt, verschijnen streepjes op het
display. Na het tanken van minimaal
5 liter brandstof wordt de actieradius
opnieuw berekend en weergegeven als
deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceer-
de werkplaats als tijdens het
rijden de streepjes continu
worden weergegeven. Deze functie wordt alleen
weergegeven bij snelheden
vanaf 30 km/h.
Deze waarde kan variëren
door een gewijzigde rijstijl
of het rijden op een helling,
waardoor het momentele brandstof-
verbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Actieradius
(km of miles)
De actieradius geeft aan
hoeveel kilometer u nog met
de resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden, berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste af-
gelegde kilometers.
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde brand-
stofverbruik over de laatste se-
conden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde ver-
bruik sinds de laatste nul-
stelling van de boordcom-
puter.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Deze afstand wordt bere-
kend sinds de laatste nulstel-
ling van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde snelheid
sinds de laatste nulstelling van
de boordcomputer (contact
aan).
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/mi-
nuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop &
Start, registreert een teller hoelang de
STOP-stand tijdens een traject is geac-
tiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het con-
tact met de sleutel aanzet, weer op nul
gezet.
Nog af te leggen afstand
(km of miles)
Dit is de nog af te leggen af-
stand tot de eindbestemming.
Deze afstand wordt op elk moment tij-
dens het navigeren berekend of wordt
ingevoerd door de gebruiker.
Bij het ontbreken van de afstand verschij-
nen er streepjes in plaats van cijfers.