2
COMFORT
INDELING VAN HET INTERIEUR INDELING VAN HET INTERIEUR
VÓÓR
1.
Brillenvak.
2.
Gekoeld bovenste dashboardkastje.
3.
Afsluitbaar onderste
dashboardkastje.
4.
12V-aansluiting (max. 120 W).
5.
Armsteun met opbergvak.
12V-aansluiting (max. 120 W).
6.
Bekerhouder.
7.
Uitneembare asbak.
8.
Flessenhouder.
9.
Gesloten opbergvak.
10.
Bekerhouder.
2
COMFORT
Bovenste dashboardkastje met
koeling
Druk op de knop A
van het deksel om
het kastje te openen.
Druk op het deksel om het weer te slui-
ten.
Het kastje heeft een ventilatie-opening
die afgesloten kan worden met een
draaiknop. De temperatuur van de aan-
gevoerde lucht is gelijk aan die van de
airconditioning in het interieur van de
auto.
Bij koud weer raden wij u aan deze
opening te sluiten om de ventilatie in de
auto niet te verstoren.
Brillenvak
Druk op het deksel om het brillenvak te
openen.
Druk op het deksel totdat het klikt, om
het brillenvak te vergrendelen.
Onderste dashboardkastje
Dit kastje is voorzien van een slot.
Draai de sleutel naar links om het te
ontgrendelen.
Trek aan de handgreep A
om het te
openen.
Druk op het deksel om het weer te sluiten.
Draai de sleutel naar rechts om het te
vergrendelen.
In het kastje zit een pennenhouder en
een kaartenhouder.
Bij de opening van het kastje gaat een
lampje branden wanneer de verlichting
is ingeschakeld.
6
VEILIGHEID
AIRBAGS
De airbags werken alleen als
het contact aan is.
De airbags werken slechts een-
maal. Als er een tweede aanrij-
ding plaatsvindt (tijdens hetzelfde
of een volgend ongeval), werken
de airbags niet meer.
Airbags vóór
De airbags vóór beschermen het hoofd
en de borst van de bestuurder en de
passagier bij een frontale aanrijding.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd
in het stuurwiel en de passagiersair-
bag in het dashboard, boven het dash-
boardkastje.
Activering
De airbags worden gelijktijdig opgebla-
zen, behalve als de airbag aan pas-
sagierszijde is uitgeschakeld, bij een
ernstige frontale aanrijding binnen (een
gedeelte van) de impactzone vóór ( A
),
in de lengterichting van de auto en van-
af de voorzijde richting de achterzijde
van de auto, die zich op een horizontale
ondergrond moet bevinden.
De airbag vóór wordt opgeblazen tus-
sen het dashboard en de inzittende
om te verhinderen dat deze naar voren
klapt.
Registratiezones voor een aanrijding
A.
Impactzone vóór
B.
Impactzone opzij
Het activeren van de airbags
gaat gepaard met onschadelijke
rookvorming en een knal, als
gevolg van de activering van de
pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar
kan voor personen die hier ge-
voelig voor zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode
enigszins verminderen.
De airbags zijn speciaal ontworpen om
de veiligheid van de inzittenden (uitge-
zonderd de middelste passagier achter)
te verhogen bij ernstige aanrijdingen.
Ze vormen een aanvulling op de wer-
king van de veiligheidsgordels met gor-
delkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren re-
gistreren in dat geval de frontale en
zijdelingse aanrijdingen waaraan de re-
gistratiezones voor een aanrijding wor-
den blootgesteld:
- bij een ernstige aanrijding worden
de airbags onmiddellijk opgeblazen
en beschermen de inzittenden van
de auto (uitgezonderd de middelste
passagier achter). Direct na de aan-
rijding ontsnapt het gas snel uit de
airbags, zodat het zicht niet wordt
belemmerd en de inzittenden de
auto eventueel kunnen verlaten,
- bij een minder ernstige aanrijding of
een aanrijding van achteren en in
bepaalde gevallen waarbij de auto
over de kop slaat, treden de airbags
niet in werking. De veiligheidsgor-
dels zorgen in deze situaties voor
een afdoende bescherming
.
6
VEILIGHEID
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor
een maximale effectiviteit van
de airbags:
Maak er een gewoonte van om
normaal rechtop in de voorstoe-
len te zitten.
Draag altijd een correct afgestel-
de autogordel.
Zorg dat er zich niets bevindt
tussen de airbag en de inzitten-
den (kinderen, huisdieren, objec-
ten...). Dit kan de goede werking
van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van
de airbag verwonden.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in
combinatie met actieve zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor informatie
over de stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich wenden tot het
PEUGEOT-netwerk (zie hoofdstuk "Praktische informatie - § Accessoires").
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het
afgaan van de airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of borst-
kas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten. Laat na een aanrijding of diefstal
van uw auto de airbagsystemen
controleren.
Werkzaamheden aan airbagsy-
stemen mogen uitsluitend door
het PEUGEOT-netwerk of door
een gekwalifi ceerde werkplaats
worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voor-
schriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de
borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag
wordt namelijk zeer snel opge-
blazen (binnen enkele millisecon-
den) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gas-
sen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op het dashboard laten rusten.
Het is raadzaam niet te roken in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroor-
zaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla
er niet op.
Windowairbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de windo-
wairbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak (indien aanwezig); deze maken
deel uit van de bevestiging van de windowairbags.
9
PRAKTISCHE INFORMATIE
Zekeringen dashboard
De zekeringkasten bevinden zich in het
onderste deel van het dashboard ach-
ter het gesloten opbergvak aan de lin-
kerkant.
Toegang tot de zekeringen
)
Open het klepje A
,
)
Trek het klepje naar u toe en verwij-
der het,
)
Vervang de zekering (zie de desbe-
treffende paragraaf).
Zekering
Ampère
Functies
1
*
30 A
Verwarming.
2
15 A
Remlichten, derde remlicht, intelligente
servicecentrale (BSI).
3
10 A
Mistachterlichten.
4
30 A
Ruitenwissers en ruitensproeier vóór.
5
10 A
Diagnoseaansluiting.
6
20 A
Centrale vergrendeling, buitenspiegels.
7
15 A
Audiosysteem, telematica, multifunctioneel display,
handsfree set.
8
7,5 A
Sleutel metafstandbediening, elektronische eenheid
airconditioning, instrumentenpaneel, rij schakelaars,
bedieningspook, bediening op de stuurkolom.
9
15 A
Multifunctioneel display, instrumentenpaneel.
10
15 A
Intelligente servicecentrale (BSI).
11
15 A
Ruitenwisser achter.
12
7,5 A
Instrumentenpaneel, elektronische eenheid
vierwielaandrijving, front airconditioning,
elektronische eenheid ABS, multifunctioneel
display, automatische koplampverstelling,
stoelverwarming, elektronische eenheid airbags,
sensor verdraaiing stuurwiel, schuif-/kanteldak,
achterruitverwarming, afstandbediening.
13
- Niet gebruikt.
14
10 A
Contactslot.
15
20 A
Schuif-/kanteldak.
16
10 A
Buitenspiegels, autoradio, telematica.
9
PRAKTISCHE INFORMATIE
Reservezekeringen
De reservezekeringen bevinden zich in het deksel van de
zekeringkast in de motorruimte.
Het deksel bevat geen reservezekeringen van 7,5 A,
25 A of 30 A. Als een zekering met een van deze am-
pèrages vervangen dient te worden, ga dan als volgt
te werk:
Vervang een zekering van 7,5 A
door een reserve-
zekering van 10 A,
vervang een zekering van 25 A
door een reservezekering van 20 A
, en vervang een
zekering van 30 A
door de zekering van het audio-
systeem (Nr. 31).
* De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie. Alle werkzaamheden aan de
hoofdzekeringen dienen door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats te worden uitgevoerd.
Zekering
Ampère
Functies
22
20 A
Elektronische eenheid motor, sensor water in diesel, inspuitpomp (Diesel), luchthoeveelheidsme-
ter, sensoren water in brandstof, lambdasonde, sensor stand nokkenas, elektroklep ontluchten
absorptievat, sensor wagensnelheid, elektroklep variabele distributie (VTC), elektroklep EGR.
23
15 A
Brandstofpomp, brandstofniveaumeter.
24*
30 A
Startmotor.
25
- Niet gebruikt.
26
*
40 A
Elektronische eenheid ABS, elektronische eenheid ASC.
27
*
30 A
Elektronische eenheid ABS, elektronische eenheid ASC.
28
*
30 A
Ventilator condensator.
29
*
40 A
Ventilator radiateur.
30
30 A
Zekeringkast dashboard.
31
30 A
Audioversterker.
32
30 A
Elektronische eenheid dieselmotor.
Zekering
Ampère
33
10 A
34
15 A
35
20 A
VISUELE INDEX
COCKPIT
Instrumentenpaneel, tellers,
kilometerteller .................................21
Verklikkerlampjes, meldingen ...... 22-30
Meters, displays .......................... 31-38
Dimmer dashboardverlichting ............43
Stabiliteitscontrole (ASC) ................104
Zekeringen .............................. 144-148
Versnellingsbak ........................ 112-118
Parkeerrem, handrem ..................... 112
Boordcomputer ..................................34
Displays ....................................... 39-43
Tijd aanpassen ............................ 39-43
Autoradio ................................. 162-221
Verwarming ................................. 44-49
- ventilatierooster, ontdooien,
ontwasemen,
- automatische airconditioning,
- luchtrecirculatie,
- ventilatie.
Indeling interieur .......................... 64-68
- 12V-aansluiting, asbak.
Elektrisch bedienbare ruiten ........ 77-78
Elektrisch verstelbare
buitenspiegels ................................61
Motorkap openen ............................126
Venster voor parkeer-/tolkaart ...........63
Plafonniers .................................. 92-93
Binnenspiegel ....................................62
Brandstofvulklep openen ...................84
Alarmknipperlichten .........................102
INDEX
A
Aanhangergewichten .................... 157
Aansluiting 12V....... 64, 66, 67, 70, 71
Aansteker ....................................... 66
ABS .............................................. 103
ABS met elektronische
remdrukregelaar ........................ 103
Accessoires .................................. 156
Accu.............................................. 130
Achterbank ..................................... 58
Achterklep................................. 80, 81
Achterklep sluiten ..................... 80, 81
Achterlichten ................................. 141
Achterruitverwarming...................... 46
Achteruitrijcamera......................... 124
Achteruitrijlicht .............................. 141
Actieradius ................................ 31, 32
Afmetingen ................................... 159
Afstandsbediening .......................... 76
Airbags vóór ......................... 108, 111
Airconditioning ................................ 19
Alarmknipperlichten ...................... 102
Allesdragers.................................. 155
Antiblokkeersysteem (ABS) .......... 103
Antispinregeling (TCL) .................. 104
Armleuning achter .................... 54, 69
Armleuning vóór ................. 52, 64, 66
Asbak (uitneembaar) ................ 64, 67
Audio-CD ...... 167, 168, 170, 173, 175
Audio-CD systeem....... 167, 168, 170,
173, 175
Audio-telematica ...........176-180, 184,
188, 189, 192, 194, 195, 200-202,
206-208, 211, 214, 215, 218-220
Audio-video................................... 188
Automatische airconditioning.......... 46
Automatische ruitenwissers ............ 91
Automatisch inschakelen
alarmknipperlichten ................... 102Automatisch inschakelen
verlichting .............................. 86, 88
Automatisch uitschakelen
van de verlichting ........................ 88
Autoradio's ........... 162, 164, 165, 167,
168, 170, 171, 173, 175-180, 184,
188, 189, 192, 194, 195, 200-202,
206-208, 211, 214, 215, 218-220
Bagageafdekking ...................... 70, 72
Banden ........................................... 19
Bandenspanning..................... 19, 160
Batterij afstandsbediening .............. 76
Bediening autoradio
aan stuurkolom .......................... 164
Bedieningspaneel airconditioning ... 46
Bekerhouder ....................... 64, 68, 69
Beladen .......................................... 19
Benzinemotor ......................... 85, 127
Beveiliging tegen beknellen ............ 82
Binnenspiegel ................................. 62
Bluetooth (telefoon) ...............218-220
Boordcomputer ......................... 31, 34
Brandstof ............................ 19, 84, 85
Brandstofniveaumeter .................... 84
Brandstoftank ................................. 84
Brandstof tanken ...................... 84, 85
Brandstoftank leeg (diesel) ........... 126
Brandstofverbruik ........................... 19
Brandstofvuldop.............................. 84
Brandstofvulklep ............................. 84
Buitenspiegels ................................ 61
B
C
CD-/MP3 -speler ... 164, 170, 175, 194
CD-wisselaar ........................ 173, 175
CD MP3 ................................ 192, 194
Claxon .......................................... 102
Controle interieurfilter ................... 130
Controle luchtfilter......................... 130
Controle niveau accu .................... 130
Controle oliefilter........................... 130
Controle roetfilter .......................... 130
Controles ...................................... 130
D
"DCS" versnellingsbak .................. 115
Dashboardkastje met koeling ... 64, 65
Derde remlicht .............................. 141
Diesel............................................ 128
Dieselmotor ...................... 29, 85, 128
Dimlicht ......................................... 137
Dimmer dashboardverlichting ......... 43
Display instrumentenpaneel .....21, 25-31
DVD (functie) ........................ 206, 207
Dynamische
stabiliteitscontrole (ASC) ........... 104
E
Elektrisch verstelbare stoelen......... 51
Elektronische
remdrukregelaar (REF) ............. 103
Elektronische startblokkering.... 74, 76
F
Flessenhouder .......................... 64, 69
Foutmeldingen (autoradio) ........... 175