❒druk kortstondig op de knop
om terug te
keren naar het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Bij versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display, wordt het volumeniveau
met streepjes weergegeven.
Piep veiligheidsgordels (Inschakeling zoemer
voor SBR-aanwijzing)(voor bepaalde
versies/markten)
Deze kan alleen worden weergegeven wanneer het
SBR-systeem door het Lancia Servicenetwerk is
uitgeschakeld (zie “SBR-systeem” in het
hoofdstuk “Veiligheid”).
Service (Geprogrammeerd onderhoud)
Deze functie zorgt voor weergave van informatie
over de kilometerstand en de intervallen (nog
resterende dagen) waarmee de servicebeurten
uitgevoerd moeten worden. Met de Service functie
kan ook het interval (in kilometers of mijlen) tot
de volgende olieverversing worden weergegeven.
Ga voor het raadplegen van deze informatie als
volgt te werk:
❒druk kortstondig op de knop: de display
geeft het interval in kilometers (km) of mijlen
(mi) aan, op grond van wat eerder is ingesteld
(zie paragraaf "Meeteenheden");
❒druk kortstondig op de knopom terug te
keren naar het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm.OpmerkingHet “Geprogrammeerd
onderhoudsschema” voorziet elke 30.000 km (of
het equivalent in mijl) of de jaar in een
servicebeurt. Deze melding verschijnt automatisch
wanneer de sleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, vanaf 2.000 km (of het equivalent in
mijl) voor de servicebeurt. Deze melding wordt
elke 200 km (of het equivalent in mijl) herhaald.
Onder de 200 km wordt deze melding met kortere
intervallen weergegeven. De melding is
afhankelijk van de meeteenheid die is ingesteld,
d.w.z. in km of mijl. Wanneer het
onderhoudsinterval bijna is vervallen en de sleutel
in de stand MAR wordt gedraaid, verschijnt de
melding "Service" op de display, gevolgd door het
aantal resterende kilometers of mijlen. Neem
contact op met het Lancia Servicenetwerk om de
werkzaamheden van het "Geprogrammeerd
onderhoudsschema" te laten verrichten en de
melding te resetten.
19WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
o m 2
TRIP COMPUTERAlgemene informatie
De Trip computer geeft informatie over de
werking van de auto weer op de display, wanneer
de contactsleutel in stand de MAR staat. Met
deze functie kunnen twee afzonderlijke functies
worden aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee grootheden tijdens reis van de
auto worden vastgelegd. Beide functies werken
onafhankelijk van elkaar.
Beide functies kunnen gereset worden (reset –
begin van een nieuwe reis).
“Trip A” geeft informatie over:
❒Buitentemperatuur (voor LPG/Natural Power
versies uitgerust met multifunctioneel display)
❒Bereik
❒Afgelegde afstand
❒Gemiddeld verbruik
❒Huidig verbruik
❒Gemiddelde snelheid
❒Reistijd.
“Trip B” geeft informatie over:
❒Afgelegde afstand B
❒Gemiddeld verbruik B
❒Gemiddelde snelheid B
❒Reistijd B.Opmerking“Trip B” kan worden uitgeschakeld
(zie “Trip B inschakelen”). De parameters
“Bereik” en “Huidig verbruik" kan niet worden
gereset.
Weergegeven waarden
Bereik
Geeft de afstand weer die nog afgelegd kan
worden met de brandstof die in de tank aanwezig
is. Op de display verschijnt de melding “----”
als:
❒het bereik kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
❒de auto lang stilstaat met een draaiende motor.
BELANGRIJK Het bereik kan variëren in functie
van verschillende factoren: de rijstijl, het type
route (snelweg, stadsverkeer, bergwegen, etc…),
en de gebruiksomstandigheden van de auto
(beladingstoestand, bandenspanning, etc…). Bij
de programmering van een reis dient men
rekening te houden met deze factoren.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand weer die de auto heeft afgelegd
sinds het begin van een nieuwe reis.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddeld brandstofverbruik van de
auto weer sinds het begin van een nieuwe reis.
21WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De pictogrammen van de diverse parameters zijn:
❒
"Bereik";
❒
"Gemiddeld verbruik A” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒
"Afstand” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒
"Huidig verbruik";
❒"Gemiddelde snelheid A” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒"Reistijd ” (als Trip A is ingeschakeld,
of “B” als Trip B is ingeschakeld);
TRIP KNOP
Deze knop bevindt zich op de rechterhendel fig.
11. Wanneer de contactsleutel in de stand MAR
staat, kan met deze knop toegang worden
verkregen tot de hiervoor beschreven parameters
en kunnen de gegevens worden gereset om een
nieuwe reis te beginnen:
❒kort indrukken: weergave van de verschillende
gegevens;
❒lang indrukken: reset de gegevens en start een
nieuwe reis.Nieuwe reis
Begint na een:
❒“handmatige” reset vanwege de gebruiker door
de betreffende knop in te drukken;
❒“automatische” reset wanneer de “Afgelegde
afstand“ de waarde 99999,9 km bereikt of
wanneer de "Reistijd“ de waarde 999:59 bereikt
(999 uur en 59 minuten);
❒nadat de accu losgekoppeld is geweest.
BELANGRIJK Als het systeem wordt gereset
wanneer de parameters van “Trip A” of “Trip B”
worden weergegeven, dan worden alleen de
gegevens van de betreffende functie gereset.
Werkwijze voor aanvang van een nieuwe reis
Houd de knop TRIP langer dan 2 seconden
ingedrukt wanneer de sleutel in de stand MAR
staat om te resetten.
fig. 11
L0F0079
23WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
naar de uitstroomopeningen in de
beenruimten voorin. Wegens de natuurlijke
neiging van warmte om op te stijgen, warmt
dit type verdeling het interieur zo snel
mogelijk op, waardoor onmiddellijk een
behaaglijk gevoel wordt verkregen.+
verdeling tussen uitstroomopeningen
beenruimten (warmste lucht) en
roosters op dashboard (koelste lucht).
+
verdeling tussen uitstroomopeningen
beenruimten en uitstroomopeningen
voorruit/voorste zijruiten. Dit type
verdeling biedt een doeltreffende
verwarming van het interieur en
voorkomt dat de ruiten beslaan.
Knop B MAX
- Activering MAX-DEF
functie
Wanneer op deMAXknop
wordt gedrukt,
activeert het systeem alle functies voor snel
ontwasemen/ontdooien, namelijk:
❒compressor aan (als de weersomstandigheden
geschikt zijn)
❒luchtrecirculatie uit
❒maximum instelling luchttemperatuur (HI)
❒ventilatorsnelheid op basis van de
koelvloeistoftemperatuur
❒luchtstroom gericht op de voorruit en de voorste
zijruiten❒Knop C
- Inschakeling/uitschakeling
aircocompressor
Wanneer hetsymbool op de display brandt,
druk dan op knop C om de compressor uit te
schakelen.
Wanneer de compressor is uitgeschakeld:
❒schakelt het systeem de luchtrecirculatie uit om
te voorkomen dat de ruiten beslaan;
❒is het niet mogelijk om lucht naar het interieur
te voeren met een lagere temperatuur dan de
buitentemperatuur (de temperatuur aangegeven
op de display gaat knipperen als het systeem
niet de verlangde comfortsituatie kan
garanderen);
❒kan de ventilatorsnelheid handmatig gereset
worden (bij ingeschakelde compressor kan
de ventilatie niet onder een staafje op de display
zakken).
Knop D- Interne luchtrecirculatie
aan/uit
Men adviseert de interne luchtrecirculatie in te
schakelen in de file of in tunnels, om te
voorkomen dat vervuilde lucht in het interieur
komt.
Bij lage temperaturen of als de compressor uit is,
wordt de recirculatie uitgezet om beslagen ruiten
te voorkomen.
43WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ASR SYSTEEM
ASR systeem uitschakelen
Het ASR systeem kan worden uitgeschakeld door
op de knop ASR OFF te drukken (zie de paragraaf
"ASR systeem" in het hoofdstuk "Kennismaking
met de auto"). Bij versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display, wordt bij uitschakeling
van het systeem een melding en een symbool op de
display weergegeven; tegelijk gaat ook de led op
de ASR OFF knop branden.SERVICE (GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDSSCHEMA) VERVALLEN
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen
en de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt de melding "Service" op het
herconfigureerbaar multifunctioneel display,
gevolgd door het aantal resterende kilometers of
mijlen. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk om de werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd onderhoudsschema" te laten
verrichten en de melding te resetten.
169WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING .............................................................259
TIPS ......................................................................259
TECHNISCHE GEGEVENS .................................261
Luidsprekers voor Basic Audio specificatie .............261
Luidsprekers voor 360° HI-FI MUSIC specificatie ..261
SNELGIDS ..............................................................262
Algemene functies ..................................................263
Radiofuncties .........................................................264
CD-functies ............................................................264
Media Player functies (alleen bijBlue&Me™) ......265
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL .............266
INLEIDING .............................................................268
FUNCTIES EN AFSTELLINGEN ............................269
INSCHAKELING AUTORADIO .............................269
UITSCHAKELING AUTORADIO ..........................269
RADIOFUNCTIES KIEZEN...................................269
CD-FUNCTIE KIEZEN .........................................270
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON ....................270
VOLUMEREGELING ............................................270
MUTE/PAUSE FUNCTIE ......................................270
GELUIDSINSTELLINGEN....................................270
TOONREGELING (lage/hoge tonen) .....................271
BALANSREGELING..............................................271
FADERREGELING ................................................272
LOUDNESSFUNCTIE ...........................................272
EQ-FUNCTIE .......................................................272
FUNCTIE USER EQ SETTINGS ..........................273
MENU....................................................................273
AF SWITCHING functie .......................................274
TRAFFIC INFORMATION functie .........................274REGIONAL MODE functie ...................................275
MP3 DISPLAY functie ...........................................276
SPEED VOLUME functie .....................................276
RADIO ON VOLUME functie ................................277
SPEECH VOLUME functie ...................................277
AUX OFFSET functie ...........................................278
RADIO OFF functie ..............................................278
SYSTEM RESET functie ........................................278
VOORBEREIDING VOOR INBOUW TELEFOON .278
DIEFSTALBEVEILIGING......................................279
RADIO (TUNER) .....................................................280
INLEIDING ...........................................................280
KEUZE GOLFBAND .............................................280
VOORKEUZETOETSEN .......................................280
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION ...............................................................280
AUTOMATISCHE AFSTEMMING .........................281
HANDMATIGE AFSTEMMING .............................281
AUTOSTORE FUNCTIE .......................................281
ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN ................282
EON FUNCTIE (Enhanced Other Network)...........282
STEREO-UITZENDINGEN ...................................282
CD-SPELER ............................................................283
INLEIDING ...........................................................283
KEUZE VAN DE CD-SPELER ..............................283
INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD ..............283
DISPLAY-INFORMATIE ........................................284
KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)...........284
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS ............................................................284
PAUZE-FUNCTIE .................................................284
257
AUTORADIO
RadiofunctiesToets Functies Methode
Radiostation zoeken:
- Automatisch zoeken
- Handmatig zoekenAutomatisch zoeken:
of
toets indrukken
(langer ingedrukt houden voor snel
vooruitzoeken)
Handmatig zoeken:
of
toets indrukken
(langer ingedrukt houden voor snel
vooruitzoeken)
123456Huidige radiostation opslaanToetsen 1 t/m 6 voor preset/geheugen langer
ingedrukt houden
Opgeslagen radiostation oproepenToetsen 1 t/m 6 voor preset/geheugen kort
indrukken
CD-functiesToets Functies Methode
CD uitwerpen Toets kort indrukkenVorige/volgende nummer weergeven
of
toets kort indrukken
CD-nummer snel vooruit-/terugspoelen
of
toets langer ingedrukt houden
Vorige/volgende map weergeven (bij CD-
MP3)
of
toets kort indrukken
264
AUTORADIO
CD-FUNCTIE KIEZEN
Door kortstondig op de MEDIA toets te drukken,
kan de CD-functie gekozen worden.
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON
Als een andere functie (bijv. de radio) wordt
gekozen, terwijl naar een CD wordt geluisterd, dan
wordt de weergave onderbroken en weer vanuit
hetzelfde punt hervat als naar de CD-bron wordt
teruggekeerd.
Als een andere functie wordt gekozen terwijl naar
de radio wordt geluisterd, dan wordt afgestemd op
het laatst gekozen station als weer naar de radio
wordt teruggekeerd.
VOLUMEREGELING
Draai de
(ON/OFF) toets/knop om het volume
te regelen.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd tijdens het
uitzenden van verkeersinformatie, dan blijft deze
nieuwe instelling slechts gehandhaafd tot het einde
van deze verkeersinformatie.MUTE/PAUSE FUNCTIE
(reset van volume)
Druk kortstondig op de
toets op de Mute-functie
te activeren. Het volume zal geleidelijk afnemen en
het opschrift “RADIO Mute” (bij radiogebruik) of
“PAUSE” (bij gebruik van de CD-speler) zal op
het display verschijnen.
Druk opnieuw op de
toets om de Mute-functie
uit te schakelen. Het volume wordt geleidelijk
verhoogd tot het eerder ingestelde niveau.
Wanneer het volumeniveau wordt gewijzigd met de
hiervoor bestemde toetsen, dan wordt de Mute-
functie uitgeschakeld en het volume ingesteld op
het nieuwe gekozen niveau.
Bij geactiveerde Mute-functie, wordt deze
genegeerd wanneer verkeersinformatie
binnenkomt (als de TA-functie is geactiveerd) of
als een noodbericht wordt ontvangen. De functie
wordt weer ingeschakeld wanneer het bericht
beëindigd is.
GELUIDSINSTELLINGEN
De functies van het audiomenu zijn afhankelijk
van de geactiveerde bron: AM/FM/CD/Media
Player (alleen metBlue&Me™) /AUX (alleen met
Blue&Me™, voor bepaalde uitvoeringen/markten,
indien aanwezig).
Druk kortstondig op de
toets om de
audiofuncties te veranderen.
270
AUTORADIO