FUNCTIE USER EQ SETTINGS
(equaliserinstellingen alleen als de USER-
instelling gekozen is)
(behalve uitvoering met 360° HI-FI MUSIC-
systeem)
Selecteer voor een persoonlijke equaliserinstelling
met de
of
toets "User" en druk op de MENU-
toets.
Op het display verschijnt een grafiek met 7
staafjes, waarbij elk staafje een frequentie
voorstelt.
Kies het te veranderen staafje met de
of
toets;
het gekozen staafje begint te knipperen en kan
geregeld worden met de
of
toets.
Druk opnieuw op de
toets om de instelling op te
slaan. Op het display verschijnt de op dat moment
ingeschakelde bron, gevolgd door de tekst "User".
Als bijvoorbeeld “FM” wordt gebruikt, toont het
display de tekst "FM EQ User".
MENU
Functies menutoetsen
Druk kortstondig op de MENU-toets voor het
inschakelen van de MENU-functie. Het display
toont het eerste instelbare menu-item (AF) ("AF
Switching On" op het display).
Gebruik de
of
toets om door de menufuncties
te lopen. Gebruik voor het wijzigen van de
instelling van de gekozen functie de
of
toets.De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op het display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒AF SWITCHING (ON/OFF);
❒TRAFFIC INFORMATION (ON/OFF);
❒REGIONAL MODE regionale programma's
(ON/OFF);
❒MP3 DISPLAY (CD MP3 display-instellingen);
❒SPEED VOLUME (automatische
snelheidsafhankelijke volume-aanpassing)
(behalve uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-
systeem);
❒RADIO ON VOLUME (in/-uitschakeling
maximumlimiet radiovolume);
❒SPEECH VOLUME (behalve uitvoeringen met
360° HI-FI MUSIC-systeem) (instelling
telefoonvolume).
❒AUX OFFSET (afstelling volume van draagbaar
apparaat op dat van een van de andere
bronnen);
❒RADIO OFF (uitschakelwijze);
❒SYSTEM RESET Druk opnieuw op de Menu-
toets om de Menu-functie te verlaten.
Opmerking
De instellingen AF SWITCHING, TRAFFIC
INFORMATION en REGIONAL MODE zijn alleen
bij FM mogelijk.
273
AUTORADIO
AUX OFFSET functie
(afstelling volume van draagbaar apparaat op
dat van de andere bronnen)
Met deze functie kan het volume van de AUX-
bron, afhankelijk van het aangesloten apparaat,
afgesteld worden op dat van de andere bronnen.
Om de functie in te schakelen o de MENU-toets
drukken en “AUX offset” kiezen.
Druk op de
of
toets om het volume te
verhogen of verlagen (ingesteld van–6tot+6).
RADIO OFF functie
(in- en uitschakelwijze)
Deze functie wordt gebruikt om de uitschakelwijze
van de radio op een of twee verschillende
manieren in te stellen. Gebruik de
of
toets om
de functie in te schakelen.
De gekozen manier verschijnt op het display:
❒"00 MIN": uitschakeling is afhankelijk van de
contactsleutel; de radio schakelt automatisch uit
zodra de contactsleutel naar de STOP-stand
wordt gedraaid;
❒"20 MIN": uitschakeling is niet afhankelijk van
de contactsleutel; de radio blijft gedurende een
periode van maximaal 20 minuten nadat de
contactsleutel naar de STOP-stand is gedraaid,
ingeschakeld;SYSTEM RESET functie
Deze functie wordt gebruikt om alle instellingen
naar de fabriekswaarden terug te stellen.
De opties zijn:
❒NO: geen restore-bewerking;
❒YES: de defaultparameters zullen hersteld
worden. Het display toont "Resetting" tijdens
deze bewerking. Na de bewerking wijzigt de
bron niet en wordt de voorgaande situatie
weergegeven.
VOORBEREIDING VOOR INBOUW
TELEFOON
Als een handsfree-systeem in de auto geïnstalleerd
is, wordt bij een inkomend telefoontje de audio
van de autoradio met de uitgang van de telefoon
verbonden. Het geluid van het inkomende
telefoontje heeft altijd een vast volume, maar dit
kan tijdens het gesprek aangepast worden met de
ON/OFF toets/knop.
Het vaste geluidsvolume van de telefoon kan
geregeld worden met de "SPEECH VOLUME"
functie in het Menu. Het woord "PHONE"
verschijnt op het display tijdens de uitschakeling
van de audio voor het telefoongesprek.
278
AUTORADIO