Wij hebben uw auto ontworpen en gebouwd en kennen er dan ook werkelijk elk detail en onderdeel van.
In de erkende Lancia Service garagesbieden rechtstreeks door ons opgeleide technici u kwaliteit
en professionaliteit voor alle onderhoudswerken.
De Lancia garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onderhoud, de seizoenscontroles
en voor praktische adviezen door onze deskundigen.
Met de Originele Lancia-onderdelen behoudt u steeds de betrouwbaarheid, het comfort en de prestaties
van uw nieuwe wagen: daarvoor heeft u ook voor deze wagen gekozen.
Vraag altijd om Originele Onderdelen voor de componenten in onze auto's; wij bevelen u deze aan omdat ze het
resultaat zijn van ons engagement bij de research en de ontwikkeling van uiterst innovatieve technologieën.
Vertrouw daarom op Originele Onderdelen omdat zij alleen specifiek door Lancia
voor uw auto ontworpen zijn.
VEILIGHEID: REMSYSTEEMECOLOGIE: ROETFILTERS, ONDERHOUD AIRCONDITIONINGCOMFORT: WIELOPHANGING EN RUITENWISSERS PERFORMANCE: BOUGIES,INSPUITVENTIELEN EN ACCU'SLINEACCESSORI: STANGEN IMPERIAAL, VELGEN
WAAROM KIEZEN VOOR
ORIGINELE ONDERDELEN
Cop nuova Ypsilon Lum NL.qxd:Lancia Delta IT.qxd 15-03-2011 10:27 Pagina 2
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
BEDIENINGSELEMENTEN
A Draaiknop voor luchttemperatuur (rood =
warm/blauw = koud)
B Schuifje luchtrecirculatie
interne luchtrecirculatieluchttoevoer van buitenafBELANGRIJK Men adviseert de interne
luchtrecirculatie in te schakelen in de file of in
tunnels, om te voorkomen dat vervuilde lucht in
het interieur komt. Gebruik de functie echter niet
langdurig, vooral als er meerdere passagiers aan
boord zijn, om beslagen ruiten te voorkomen.
fig. 32
L0F0101
40
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
naar het lichaam en de zijruitennaar het lichaam, de zijruiten en de voetenalleen naar de voetennaar de voeten en de voorruitalleen naar de voorruit
D Knop voor in-/uitschakeling
achterruitverwarming.
Wanneer de functie actief is, brandt de LED op de
knop.
Om de accu efficiënt te houden, wordt de functie
na ongeveer 20 minuten automatisch
uitgeschakeld.
E Knop instelling ventilatorsnelheid.
OpmerkingDraai de knop naar 0 om de
luchtstroom uit de roosters te onderbreken.
F aan/uit knop compressor klimaatregeling. Druk
op de knop om de airconditioning in te
schakelen: de led op de knop gaat branden (dit
zorgt voor een snelle koeling van het interieur).
Snel ontwasemen/ontdooien van de voorruit
en de voorste zijruiten (MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop A naar het rode gebied;
❒verplaats het schuifje B naar
;
❒draai de knop C naar
;
❒draai knop E naar 4 (maximum
ventilatorsnelheid).BELANGRIJK De airconditioning is zeer nuttig
om het ontwasemen te versnellen, aangezien
de lucht wordt ontvochtigd. Plaats de knoppen
dus zoals hierboven is beschreven en druk op de
knop
om de airconditioning in te schakelen (de
led op de knop gaat branden).
EXTRA VERWARMING
(voor bepaalde versies/markten)
De extra verwarming versnelt het opwarmen van
het interieur wanneer het zeer koud is. De extra
verwarming schakelt automatisch uit nadat de
gewenste comfortsituatie is bereikt.
De verwarming schakelt automatisch in door de
knop A naar het rode gebied te draaien en als
de ventilator is ingeschakeld (knop E ten minste
op de 1esnelheidstand).
De extra verwarming werkt alleen bij lage
buitentemperatuur en
motorkoelvloeistoftemperatuur. De extra
verwarming wordt niet ingeschakeld als de
accuspanning laag is.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning minstens
eens per maand circa 10 minuten in. Laat vóór
het begin van het zomerseizoen het systeem
controleren door het Lancia Servicenetwerk.
41WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
C Draaiknop luchtverdeling
BELANGRIJK Het wordt afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen bij lage
buitentemperaturen, aangezien de ruiten sneller
kunnen beslaan.
Knop E (AUTO) - Activering AUTO functie
(automatische bediening airconditioning)
Wanneer de AUTO-knop wordt bediend en de
vereiste temperatuur is ingesteld, regelt het
systeem de temperatuur, de hoeveelheid en de
verdeling van de lucht in het interieur en zorgt
voor de inschakeling van de compressor.
Knop F
- Inschakeling/uitschakeling
achterruitverwarming
Wanneer de knop
wordt ingedrukt, gaat de led
op de knop branden.
Knoppen G
- Instelling ventilatorsnelheid
Knop H (OFF) - Inschakeling/uitschakeling
airconditioning
Wanneer de OFF-knop wordt bediend, wordt het
systeem uitgeschakeld.
Bij uitgeschakeld systeem, is de situatie van de
klimaatregeling als volgt:
❒alle leds zijn uit;
❒de display van de ingestelde temperatuur is uit;
❒de luchtrecirculatie is uit;
❒de compressor is uitgeschakeld;
❒de ventilator is uitgeschakeld.KnopI-Toename luchttemperatuur
Bij bediening van deze knop wordt de
luchttemperatuur in het interieur verhoogd.
Knop L - Afname luchttemperatuur
Bij bediening van deze knop wordt de
luchttemperatuur in het interieur verlaagd.
BESCHRIJVING
De automatisch gecontroleerde parameters en
functies zijn:
❒luchttemperatuur bij de roosters;
❒luchtverdeling bij de roosters;
❒ventilatorsnelheid (traploze regeling van de
luchtstroom)
❒inschakeling van de compressor (voor
koelen/ontvochtigen van de lucht)
❒luchtrecirculatie.
Alle functies kunnen handmatig worden gewijzigd.
Met andere woorden, men kan een of meer
functies selecteren en de parameters naar wens
veranderen. Hierbij wordt echter de automatische
regeling van de functies die handmatig zijn
gewijzigd uitgeschakeld: het systeem grijpt alleen
in om veiligheidsredenen (bijv. kans op beslaan).
44
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INSCHAKELING VAN DE INTERNE
LUCHTRECIRCULATIE
Druk op de knop
.
De luchtrecirculatie kan op twee verschillende
manieren worden uitgevoerd:
❒geforceerde uitschakeling (luchtrecirculatie
altijd uitgeschakeld, lucht van buitenaf
toegevoerd)
❒geforceerde inschakeling (interne
luchtrecirculatie altijd ingeschakeld).
Wanneer de OFF-knop wordt bediend, schakelt
het systeem automatisch de interne
luchtrecirculatie in. De externe luchtrecirculatie
kan altijd ingeschakeld worden door de knop
in te drukken en andersom.
Automatische recirculatie door op de AUTO-toets
te drukken.
BELANGRIJK Met de interne luchtrecirculatie
kan de gewenste toestand (verwarming of koeling,
afhankelijk van de keuze) sneller bereikt worden.
Het wordt echter afgeraden de luchtrecirculatie
in te schakelen op regenachtige of koude dagen
om beslagen ruiten te voorkomen, vooral als
de airconditioning niet is ingeschakeld Men
adviseert de interne luchtrecirculatie in te
schakelen in de file of in tunnels, om te
voorkomen dat vervuilde lucht in het interieur
komt. Gebruik de functie niet langdurig, vooral
als er meerdere passagiers aan boord zijn, om
beslagen ruiten te voorkomen.INSCHAKELING/UITSCHAKELING
AIRCOCOMPRESSOR
Druk op de knop
om de aircocompressor in te
schakelen.
Inschakeling compressor:
symbool verschijnt
op display.
Uitschakeling compressor
❒
symbool op display;
❒interne luchtrecirculatie uitgeschakeld;
Bij uitgeschakelde aircocompressor, kan er geen
lucht in het interieur worden gevoerd met een
lagere temperatuur dan de buitenlucht; in dit
geval knippert het
symbool op de display.
47WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
dooft
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning minstens
eens per maand circa 10 minuten in.
Laat vóór het begin van het zomerseizoen het
systeem controleren door het Lancia
Servicenetwerk.
Het systeem gebruikt het koelmiddel
R134a dat het milieu niet verontreinigt
als het per ongeluk weglekt. Gebruik
nooit het koelmiddel R12, aangezien dit niet
compatibel is met de systeemcomponenten.
EXTRA VERWARMING
(voor bepaalde versies/markten)
Hiermee kan het interieur op koude dagen sneller
worden verwarmd.
De verwarming schakelt automatisch in
afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en
bij draaiende motor wanneer de
koelvloeistoftemperatuur laag is.
De verwarming schakelt automatisch uit wanneer
de gewenste comfortsituatie wordt bereikt.
De verwarming werkt alleen bij lage
buitentemperatuur en
motorkoelvloeistoftemperatuur. De extra
verwarming wordt niet ingeschakeld als de
accuspanning laag is.START&STOP
Automatische klimaatregeling
De automatische klimaatregeling regelt de
Start&Stop-functie (motor afgezet wanneer de
voertuigsnelheid nul is) om een passend comfort
in het interieur te garanderen.
Met name wanneer het zeer heet is, wordt de
Start&Stop-functie uitgeschakeld zolang
het comfort in het interieur niet optimaal is.
Tijdens deze overgangsfases wordt de motor niet
afgezet, ook al is de voertuigsnelheid nul.
Wanneer de Start&Stop-functie werkt (motor
afgezet bij voertuigsnelheid nul), zal het
klimaatregelsysteem om inschakeling van de
motor verzoeken als het comfort in het interieur
snel verslechterd (of als de gebruiker om
maximale koeling – LO – of snelle ontwaseming –
MAX DEF – vraagt).
Bij actieve Start&Stop-functie (motor afgezet bij
voertuigsnelheid nul), zal de luchtstroomsnelheid
(indien automatisch geregeld) verminderd worden
om het comfort in het interieur zo lang mogelijk
te handhaven.
49WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BRANDSTOFVERBRUIKDe gegevens over het brandstofverbruik die vermeld zijn in onderstaande tabel zijn bepaald op basis van
de typegoedkeuringstests in overeenstemming met specifieke Europese Richtlijnen.
Het brandstofverbruik is volgens onderstaande procedures gemeten:
❒stadscyclus: koude start gevolgd door een gesimuleerde testrit in stadsverkeer;
❒cyclus op buitenwegen: frequent accelereren in alle versnellingen, waarbij een testrit op buitenwegen
wordt gesimuleerd: de snelheid varieert tussen 0 en 120 km/h;
❒gecombineerd brandstofverbruik: hierbij telt de waarde van de stadscyclus voor 37% en de cyclus op
buitenwegen voor 63% mee.
BELANGRIJK Het type route, verkeerssituatie, weersomstandigheden, rijstijl, algemene conditie van de
auto, uitrustingsniveau/accessoires, gebruik van de airconditioning, lading van de auto, imperiaal op
het dak en andere situaties die de aerodynamica kunnen beïnvloeden, leiden tot andere verbruikscijfers
dan de hier vermelde cijfers.
BRANDSTOFVERBRUIK VOLGENS GELDENDE EUROPESE RICHTLIJNEN (liter/100 km)Versies Stadsverkeer Buitenwegen Gecombineerd
0.9 TwinAir 85 pk5.0 3.8 4.2
1.2 8V 69 pk6.4 4.1 4.9
1.3 16V MultiJet4.7 3.2 3.8
254WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
ALFABETISCH
REGISTERAanhangers trekken ........... 151
Aansteker ............................. 68
ABS...................................... 86
ABS (systeem) ...................... 86
Accu ................................... 221
– advies voor verlengen
levensduur...................... 221
– vervangen....................... 221
Accu (opladen) ................... 204
Achterruitsproeier
– vloeistofniveau
achterruitsproeier ........... 219
Achterruitwisser/
Achterruitsproeier............... 57
Achterruitwisser
– niveau
controleren ...... 215-216-217
– wisserbladen................... 225
– wisserblad vervangen ..... 226
Achteruitkijkspiegels ............ 36
Achteruitrijlichten............... 188
Afmetingen van de auto ...... 246
Airbag ................................ 137
– hoofdairbag .................... 139– Uitschakeling van
passagiersairbag en
zijairbag ......................... 139
– zijairbag ......................... 139
Airbags
– front ............................... 137
Alarmknipperlichten ............ 64
Asbak................................... 68
ASR systeem ........................ 89
ASR (systeem)...................... 89
Automatische
airconditioning
– bedieningselementen ........ 42
– onderhoud ....................... 49
Automatische
klimaatregeling................... 42
Autoradio
(inbouwvoorbereiding) ....... 97
Bagageruimte ...................... 78
Bagageruimteverlichting
– lamp vervangen .............. 191
Banden
– Banden met
velgbescherming ............. 245
– bandenspanning ............. 244
– de bandenmaat lezen ...... 240
– Fix&Go Automatic (kit) . 178– standaard banden........... 241
– winterbanden ................. 241
Banden - onderhoud ........... 223
Bedieningselementen ....... 64-76
Bougies (type)..................... 236
Brake Assist systeem ............ 90
Brake Assist (systeem).......... 90
Brandblusser ........................ 69
Brandstofbesparing ............. 148
Brandstofmeter .................... 8
Brandstofreserve ................. 249
Brandstoftoevoer................. 237
Buitenverlichting .................. 50
Carrosserie
– bescherming tegen
atmosferische invloeden.. 228
– carrosseriecodes.............. 235
– garantie .......................... 229
– onderhoud ...................... 229
Carrosserieversies ............... 235
CITY-functie ........................ 96
CO2-emissie ........................ 255
Contactslot ........................... 29
Cruise-control ...................... 58
299WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER