3
VOORZIENINGEN IN UW AUTO LEREN
KENNEN
BEDIENING VAN DAK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 VOORZORGSMAATREGELEN VOORGEBRUIK VAN CABRIOLETDAK . . . . . . . . . . . 57
BAGAGESCHERM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
BEDIENINGSELEMENTEN VAN CABRIOLETDAK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
CABRIOLETDAK OPENEN . . . . . . . . . . . . . . . 61
CABRIOLETDAK SLUITEN . . . . . . . . . . . . . . . 62
WINDSCHERM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
MELDINGEN EN WAARSCHUWINGEN VOOR DE BEDIENING VAN HET
CABRIOLETDAK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
HANDMATIGE NOODMODUS (ALLEEN VOOR SLUITEN VAN DAK) . . . . . . . . . . . . . . . 68
SPIEGELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 BINNENSPIEGEL MET AUTOMATISCHEDIMSTAND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
BUITENSPIEGELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
ELEKTRISCH BEDIENDE BUITENSPIEGELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
VERWARMDE BUITENSPIEGELS . . . . . . . . . . 70
53
HANDMATIGE
NOODMODUS (ALLEEN
VOOR SLUITEN VAN DAK)
Deze procedure mag uitsluitend wor-
den gevolgd om het dak te sluiten
(dak omhoog) als dit niet lukt met de
schakelaar voor het cabrioletdak of
als het dak in een stand staat die het
rijden onmogelijk maakt. Volg onder-
staande aanwijzingen om het dak te
sluiten (omhoog te brengen) via de
handmatige noodmodus.
Druk binnen twee seconden vijf maal
op de stand voor omhoog (dak slui-
ten) van de schakelaar voor Power
Top en houd de schakelaar ten minste
twee minuten ingedrukt in de stand
voor omhoog.
LET OP!
Neem contact op met uw erkendedealer nadat u het dak via boven-
staande procedure heeft gesloten.
Rijd NIET sneller dan 64 km/u.
Omdat de handmatige noodmo-
dus het cabrioletdak kan bescha-
digen, dient u deze modus uitslui-
tend te gebruiken als de normale
dakbediening niet werkt.
Wanneer u merkt dat het dak tijdens
het gebruik van de handmatige nood-
modus wordt beschadigd, laat dan de
schakelaar voor Power Top onmiddel-
lijk los en neem contact op met uw
erkende dealer.
OPMERKING:
Het duurt mogelijk langer om het
dak volledig omhoog te brengen en
te sluiten via deze procedure. Het
is niet ongebruikelijk dat het dak
pas na 30 seconden in beweging
komt. SPIEGELS
BINNENSPIEGEL MET
AUTOMATISCHE
DIMSTAND
V
ia een dubbel scharniersysteem kunt
u de spiegel horizontaal en verticaal
verstellen. Stel de spiegel zo in dat u
door het midden van de achterruit
kijkt.Deze spiegel wordt automatisch aan-
gepast aan hinderlijke weerspiegeling
van de koplampen van achterliggers.
U kunt deze functie in- of uitschake-
len door de knop onder aan de spiegel
in te drukken. Links naast de knop
gaat een lampje branden als de dim-
functie actief is. De sensor rechts van
de knop gaat niet branden.
68
OPMERKING:
Tijdens het achteruitrijden wordt
deze functie uitgeschakeld.LET OP!
Om tijdens reinigen de spiegel niet te
beschadigen mag reinigingsvloeistof
nooit rechtstreeks op de spiegel wor-
den gespoten. Breng de vloeistof aan
op een schone doek en wrijf de spie-
gel daarmee schoon.
BUITENSPIEGELS
Voor een optimaal resultaat dient u de
buitenspiegels zo af te stellen dat u de
naastliggende rijbaan goed in het
zicht hebt en er tevens een geringe
overlapping is met het zicht in de bin-
nenspiegel. OPMERKING:
Het bolle oppervlak van de buiten-
spiegel aan de passagierszijde
biedt een veel bredere kijkhoek
met name op de rijbaan naast uw
auto.
WAARSCHUWING!
Auto's en andere voorwerpen lijken
in de bolle spiegel aan passagiers-
zijde kleiner en verder weg dan ze in
werkelijkheid zijn. Als u te veel op de
passagiersspiegel vertrouwt, kunt u
in botsing komen met een ander
voertuig of object. Gebruik uw bin-
nenspiegel om de grootte van of de
afstand tot een voertuig te schatten
dat u in de rechterspiegel ziet.
ELEKTRISCH BEDIENDE
BUITENSPIEGELS
De schakelaar voor de elektrisch be-
diende buitenspiegels bevindt zich op
het bekledingspaneel in het bestuur-
dersportier. Met een draaiknop kan de
linker of rechter spiegel worden geko-
zen. Deze knop heeft ook een UIT-
stand (OFF). Beweeg de knop na het kiezen van een
spiegel in de richting waarin u de spie-
gel wilt verstellen. Draai hierna de
knop in de stand O ("Off"), zodat de
spiegel niet per ongeluk wordt ver-
steld.
Binnenspiegel met automatische
dimstand
Schakelaar voor elektrisch bediende
buitenspiegels
Verstelrichtingen van de spiegel
69
VERWARMDE
BUITENSPIEGELSDeze buitenspiegels worden
verwarmd om ijs te ontdooien.
Deze functie wordt geactiveerd
wanneer u de achterruitverwarming
inschakelt. Raadpleeg de paragraaf
"Achterruitfuncties" in het hoofdstuk
"De functies van uw auto" voor meer
informatie hierover.
MAKE-UPSPIEGEL
Aan de binnenkant van de zonneklep
bevindt zich een make-upspiegel. Als
u deze spiegel wilt gebruiken, klapt u
de zonneklep omlaag en het spiegel-
klepje omhoog. UCONNECT™ PHONE
OPMERKING:
Raadpleeg het gedeelte over Ucon-
nect™ Phone in de gebruikers-
handleiding van het navigatiesys-
teem of de multimediaradio
(afzonderlijk boekje) voor meer
informatie over Uconnect™ Phone
met navigatie of multimediaradio.
Uconnect™ Phone is een via spraak te
activeren, handsfree communicatie-
systeem voor in de auto. Met Ucon-
nect™ Phone kunt u een nummer kie-
zen op uw mobiele telefoon* met
behulp van eenvoudige gesproken op-
drachten (zoals "Bel"…"Jan-
"…"Werk" of "Kies"…"012 34 56
78"). Het geluid van de mobiele tele-
foon wordt doorgegeven via het au-
diosysteem van de auto en het systeem
dempt automatisch de radio wanneer
Uconnect™ Phone wordt gebruikt.
Met Uconnect™ Phone kunt u tijdens
het in- of uitstappen gesprekken
doorschakelen tussen Uconnect™
Phone en uw mobiele telefoon, terwijl
u ook de microfoon van het Ucon-nect™ systeem kunt uitschakelen
wanneer u een privégesprek wilt voe-
ren.
Uconnect™ Phone wordt aange-
stuurd via het Bluetooth® Handsfree-
profiel van uw mobiele telefoon.
Uconnect™ Phone is voorzien van
Bluetooth® technologie, de wereld-
wijde standaard waarmee verschil-
lende elektronische apparaten zonder
draden of docking station aan elkaar
kunnen worden gekoppeld. Ucon-
nect™ Phone werkt dan ook ongeacht
de plaats waar uw mobiele telefoon
zich bevindt (handtas, zak of akte-
tas), op voorwaarde dat uw telefoon is
ingeschakeld en aan Uconnect™
Phone van de auto is gekoppeld. Met
Uconnect™ Phone kunnen maximaal
zeven mobiele telefoons op het sys-
teem worden aangesloten. Met Ucon-
nect™ Phone kan slechts één aange-
sloten (of gekoppelde) mobiele
telefoon tegelijk worden gebruikt.
Uconnect™ Phone is verkrijgbaar in
de talen Engels, Nederlands, Frans,
Duits, Italiaans of Spaans (zoals aan-
wezig).
Make-upspiegel
70
INTERIEURVERLICHTINGOnder aan de binnenspiegel bevinden
zich twee interieurlampen/leeslampen.
U kunt deze lampen in en uit schakelen
met behulp van de schakelaars in de
spiegel of met de dimschakelaar in de
multifunctionele hendel. Deze lampen
worden bovendien automatisch be-
diend door het instapverlichtingsys-
teem.Aan de achterzijde van de midden-
console bevindt zich ook een interi-
eurlamp. U kunt deze lamp in en uit
schakelen met de dimschakelaar in de
multifunctionele hendel. Deze lamp
wordt bovendien automatisch be-
diend door het instapverlichtingsys-
teem.Hoogteverstelling
koplampen
Met dit systeem zijn de koplampen
altijd correct afgesteld, ongeacht de
belading van de auto.
De schakelaar voor de hoogteverstel-
ling van de koplampen bevindt zich
onder de radio op het instrumenten-
paneel.
Bediening: duw op de scha-
kelaar voor de hoogtever-
stelling van de koplampen
totdat het nummer dat
overeenstemt met de belasting in on-
derstaande tabel oplicht op de scha-
kelaar.
0 Alleen bestuurder, of bestuurder plus voor-
passagier.
1 Alle zitplaatsen bezet.
2 Alle zitplaatsen bezet,
plus een gelijkmatig
verdeelde lading in de
bagageruimte. Het
totale gewicht van
passagiers plus lading
blijft onder het maxi-
male laadgewicht van
de auto.
3 Bestuurder, plus een
gelijkmatig verdeelde
lading in de bagage-
ruimte. Het totale ge-
wicht van bestuurder
plus lading blijft bene-
den het maximale
laadgewicht van de
auto.
Berekeningen gebaseerd op een per-
soonsgewicht van 75 kg.
Schakelaars voor
interieurverlichting/leeslampen
104
ACHTERRUITFUNCTIEACHTERRUITVERWARMING
De knop van de achterruitver-
warming bevindt zich op de
(modus)knop van de klimaat-
regeling. Druk op deze knop om de
achterruitverwarming en de buiten-
spiegelverwarming in te schakelen.
Een controlelampje in de knop gaat
branden om aan te geven dat de ach-
terruitverwarming is ingeschakeld.
De achterruitverwarming wordt na
ongeveer 10 minuten automatisch
uitgeschakeld. Voor extra werking
van nog eens vijf minuten, drukt u
nogmaals op de knop. OPMERKING:
Gebruik de achterruitverwarming
uitsluitend wanneer de motor
draait, om ontladen van de accu te
voorkomen.
LET OP!
Het negeren van de volgende waar-
schuwingen kan leiden tot schade
aan de verwarmingselementen:
Wees voorzichtig bij het wassen
van de binnenkant van de achter-
ruit. Gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen om de bin-
nenzijde van de ruit te reinigen.
Gebruik een zachte doek en een
mild schoonmaakmiddel en wrijf
evenwijdig aan de verwarmings-
elementen. U kunt stickers verwij-
deren met warm water.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Gebruik geen schrapers, scherpe
voorwerpen of schurende schoon-
maakmiddelen om de binnenzijde
van de ruit te reinigen.
Zorg ervoor dat alle voorwerpen
zich op veilige afstand van de ruit
bevinden.
114
Stalling
Wanneer u de auto twee weken hebt
gestald of niet hebt gebruikt (bijv. in
de vakantie), laat het aircosysteem
daarna dan gedurende vijf minuten
met een hoog aanjagertoerental bij
stationair draaiende motor in de bui-
tenlucht werken. Zo wordt het sys-
teem voldoende gesmeerd en wordt de
kans op schade aan de aircocompres-
sor tot een minimum beperkt wanneer
u het systeem weer start.
Ontwasemen
U kunt de voorruit snel ontwasemen
door de ontdooistand te kiezen. Met
de ontdooistand/vloerstand kunt u de
voorruit helder houden en daarnaast
zorgen voor voldoende verwarming.
Verhoog dan het aanjagertoerental als
de zijruiten beslaan. Vooral bij zacht
maar regenachtig of vochtig weer is de
kans groot dat de autoruiten aan de
binnenzijde beslaan.OPMERKING:
Zet het systeem niet langdurig in
de recirculatiestand wanneer de
airco is uitgeschakeld, omdat an-
ders de ruiten kunnen beslaan.
Ontwasemingsroosters voor de
zijruiten
Aan beide zijden in het instrumenten-
paneel zijn ontwasemingsroosters
voor de zijruiten aangebracht. Deze
niet verstelbare roosters laten lucht
naar de zijruiten stromen wanneer de
stand Vloer, Gemengd of Ontdooien is
ingeschakeld. De lucht wordt naar het
deel van de ruiten geleid waardoor u
in de buitenspiegels kijkt.
Luchtinlaat aan buitenzijde
Zorg dat de luchtinlaat, direct vóór de
voorruit, niet wordt verstopt door
achtergebleven bladeren e.d. Wan-
neer bladeren achterblijven in de
luchtinlaat wordt de luchtstroming
belemmerd en als ze in de luchtkamer
terechtkomen kunnen de waterafvoe-
ren verstopt raken. Zorg in de winter-
maanden dat de luchtinlaat niet
wordt afgedekt door ijs of sneeuw.Aircoluchtfilter
Het aircofilter voorkomt dat de
meeste stof en pollen de cabine binnen
kunnen dringen. Het filter reinigt de
binnenstromende buitenlucht en de
gerecirculeerde lucht in het passa-
gierscompartiment. Raadpleeg “On-
derhoudsprocedures” in “Onderhoud
van uw auto” voor het onderhouden
van het aircofilter of raadpleeg uw
erkende dealer voor onderhoud.
Raadpleeg “Onderhoudsschema”
voor de onderhoudsintervallen van
het filter.
143
STARTPROCEDURES
Doe het volgende voordat u uw auto
start: stel uw stoel in, stel de binnen-
en buitenspiegels in, doe uw veilig-
heidsgordel om en verzoek eventuele
passagiers ook hun veiligheidsgordel
om te doen.WAARSCHUWING!
Verwijder altijd uw sleutelhouderbij het uitstappen en sluit de auto
af.
Laat nooit kinderen alleen in een
auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten. Het
achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinde-
ren of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Waarschuw kinderen dat ze niet
aan de handrem, het rempedaal of
de schakelhendel mogen komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet in of bij
de auto achter en laat de contact-
schakelaar niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische raam-
bediening of andere schakelaars
kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen zetten.
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
De schakelhendel moet in de stand
PARK of NEUTRAL staan voordat u
de motor kunt starten. Trap het rem-
pedaal in voordat u een rijstand in-
schakelt.
OPMERKING:
De contactschakelaar moet in de
stand ON staan en het rempedaal
moet worden ingetrapt voordat u
uit de stand PARK schakelt. NORMAAL STARTEN
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude
of warme motor hoeft u het gaspe-
daal niet te bedienen.
Draai de contactschakelaar in de
stand "START" en laat deze los zodra
de startmotor inschakelt. De startmo-
tor blijft draaien en slaat automatisch
af als de motor begint te draaien. Als
de motor niet aanslaat, slaat de start-
motor automatisch binnen 10 secon-
den af. Als dit gebeurt, draai dan de
contactschakelaar in de vergrendel-
stand (LOCK), wacht 10 tot 15 se-
conden en herhaal dan de procedure
"Normaal starten".
148