3. Duw de bevestigingsband en de
haak (B) via de toegangsopening de
bagageruimte in.
OPMERKING:
Leid de bevestigingsband volgens
de kortste weg vanaf het kinder-
zitje naar het ankerpunt.
4. Open de afdekking (C) op het ta-
pijt op de achterkant van de stoel en
bevestig de haak van de bevestigings-
band (D) aan het ankerpunt.
5. Trek de bevestigingsband strak
volgens de aanwijzingen van de fabri-
kant van het kinderzitje.
WAARSCHUWING!
Als een bevestigingsband verkeerd is
vastgemaakt, zal het kind het hoofd
misschien te veel kunnen bewegen
en kan het kind letsel oplopen. Ge-
bruik alleen de ankerpunten direct
achter het kinderzitje om de boven-
ste bevestigingsband van het kinder-
zitje vast te maken.
Vervoer van huisdieren
Een huisdier kan letsel oplopen als
een frontairbag wordt opgeblazen.
Een niet-aangelijnd huisdier kan bij
een noodstop of aanrijding als een
projectiel door de auto worden geslin-
gerd en letsel oplopen of een passagier
verwonden.
Huisdieren moeten aangelijnd meerij-
den op de achterbank of in een speci-
ale reismand die is bevestigd met de
veiligheidsgordels. AANBEVELINGEN VOOR
INRIJDEN
De motor en aandrijflijn (overbren-
ging en as) van uw auto vereisen geen
lange inrijperiode.
Rijd de eerste 500 km rustig. Na de
eerste 100 km kunt u het beste een
snelheid tot 80 à 90 km/u aanhouden.
Terwijl u met constante snelheid rijdt,
draagt nu en dan kort accelereren met
plankgas, binnen de grenzen van de
geldende verkeersregels, bij aan een
goed inrijdproces. Accelereren met
plankgas in een lage versnelling kan
schadelijk zijn en moet worden verme-
den.
De motorolie die in de fabriek in de
motor is aangebracht, is een energiebe-
sparend smeermiddel van een hoge
kwaliteit. Houd bij het verversen van de
olie rekening met de het te verwachten
klimaat waarin de auto wordt gebruikt.
Raadpleeg de paragraaf "Onderhouds-
procedures" in het hoofdstuk "Onder-
houd van uw auto" voor de aanbevolen
viscositeit en kwaliteitsklassen. GE-
BRUIK NOOIT NIET-REINIGENDE
OF ONVERMENGDE MINERALE
OLIËN.
Ankerpunt voor bevestigingsband
voor kinderzitje
49
Aanbevolen
veiligheidscontroles in de
auto
Veiligheidsgordels
Controleer de veiligheidsgordels van
tijd tot tijd op scheuren, rafels en losse
delen. Laat beschadigde onderdelen
onmiddellijk vervangen. Probeer niet
zelf de gordels aan te passen of uit
elkaar te halen.
De gordelsystemen voorin moeten na
een aanrijding worden vervangen.
Gordelsystemen achterin moeten na
een aanrijding direct worden vervan-
gen als ze zijn beschadigd (oprolme-
chanisme verbogen, scheuren in de
gordel, enz.). Wanneer er ook maar
enige twijfel bestaat over de toestand
van de gordels of de oprolmechanis-
men, laat de gordel dan vervangen.
Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Het lampje moet ter controle vier tot
acht seconden branden nadat u de
contactschakelaar de eerste keer in de
stand ON hebt gezet. Bezoek uw er-
kende dealer als het lampje tijdens het
starten niet gaat branden. Als hetblijft branden, knippert, of oplicht tij-
dens het rijden, moet u het systeem
laten controleren door een erkende
dealer.
Ontdooi-inrichting
Controleer de werking door de ont-
dooistand te selecteren en de aanjager
in een hoge stand te zetten. U moet nu
de lucht kunnen voelen die langs de
voorruit geblazen wordt. Bezoek uw
erkende dealer als de ontdooi-
inrichting niet werkt.
Veiligheidsinformatie over
vloermatten
Plaats uitsluitend vloermatten die
overeenkomen met de afmetingen van
de voetruimte van uw auto. U mag
alleen vloermatten gebruiken die het
gebied rondom de pedalen vrijlaten
en stevig vastzitten, zodat de matten
niet kunnen verschuiven, de beweging
van de pedalen kunnen belemmeren
of de veilige besturing van uw auto op
een andere manier kunnen hinderen.
WAARSCHUWING!
Als de pedalen niet vrij kunnen be-
wegen, kunt u de controle over de
auto verliezen, waardoor gevaar
voor ernstig letsel ontstaat.
Controleer altijd of de vloermat-
ten op de juiste wijze zijn vastge-
maakt aan de bevestigingspunten
voor de matten.
Plaats nooit vloermatten of an-
dere vloerbedekkingen die u niet
op de juiste wijze kunt vastmaken
en voorkom te allen tijde dat de
matten verschuiven, de beweging
van de pedalen belemmeren of de
besturing van de auto op een an-
dere manier hinderen.
Plaats nooit vloermatten of an-
dere vloerbedekkingen over reeds
aanwezige vloermatten. Extra
vloermatten en andere vloerbe-
dekkingen verkleinen de ruimte
voor de pedalen en belemmeren
daardoor de beweging van de pe-
dalen.
(Vervolgd)
51
FUNCTIES VAN HET INSTRUMENTENPANEEL1 — Luchtrooster6 — Radio11 — Opbergvak
2 — Opening voor zijraamontwase-
ming 7 — Airbag passagierszijde
12 — Klimaatregeling
3 — Instrumentengroep 8 — Handschoenenkastje13 — Ontgrendelknop voor bagage-
ruimte
4 — Contactschakelaar 9 — Schakelaar stoelverwarming 14 — Aansluitcontact
5 — Analoge klok 10 — Schakelaar waarschuwingsknip-
perlichten
117
TROLEREN. Neem contact op met
uw erkende dealer.
Wanneer met startkabels moet wor-
den gestart, raadpleeg dan de para-
graaf "Starten met startkabels" in het
hoofdstuk "Wat doen in geval van
nood".
7. Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteemHet lampje gaat ter controle
vier tot acht seconden bran-
den nadat u de contactscha-
kelaar de eerste keer in de
stand ON/RUN hebt gezet. Wanneer
het lampje niet brandt tijdens het
starten, blijft branden of gaat bran-
den tijdens het rijden, moet het sys-
teem zo snel mogelijk door een er-
kende dealer worden nagekeken.
Raadpleeg de paragraaf "Beveili-
gingssystemen voor inzittenden" in
het hoofdstuk "Uw auto" voor infor-
matie hierover. 8. Waarschuwingslampje voor de
veiligheidsgordels
Dit lampje gaat ter controle
vier tot acht seconden branden
nadat u de contactschakelaar
de eerste keer in de stand ON/RUN
hebt gezet. Als tijdens deze gloeilamp-
controle de veiligheidsgordel voor de
bestuurder niet is vastgegespt, hoort u
een geluidssignaal. Als de gordel ook
na de gloeilamptest of tijdens het rij-
den nog is losgegespt, gaat het waar-
schuwingslampje voor de autogordel
knipperen of continu branden. Raad-
pleeg de paragraaf "Beveiligingssys-
temen voor inzittenden" in het hoofd-
stuk "Uw auto" voor informatie
hierover.
9. Waarschuwingslampje oliedruk Deze indicator wijst op een te
lage motoroliedruk. Het
lampje gaat branden en blijft branden
wanneer de contactschakelaar vanuit
de stand OFF in de stand ON/RUN
wordt gezet. Wanneer de motor wordt
gestart, gaat het lampje uit. Als het
lampje niet gaat branden tijdens het
starten, moet u het systeem laten con-
troleren door een erkende dealer. Als het lampje tijdens het rijden gaat
branden en blijft branden, breng dan
de auto tot stilstand en zet de motor
af.
START DE MOTOR PAS OP-
NIEUW WANNEER HET PRO-
BLEEM IS VERHOLPEN.
Het lampje is geen aanduiding van het
motoroliepeil. Het motoroliepeil kan
worden vastgesteld volgens de proce-
dure die is beschreven in het hoofd-
stuk "Onderhoud van uw auto".
10. Waarschuwingslampje
motortemperatuur Dit lampje waarschuwt voor
een oververhitte motor. Als de
koelvloeistoftemperatuur toe-
neemt en de meternaald het gebied
'H' nadert, gaat dit lampje branden
en nadat een drempelwaarde is over-
schreden klinkt eenmaal het geluids-
signaal. Als de temperatuur verder
toeneemt klinkt het geluidssignaal
continu gedurende vier minuten of
totdat u de motor is afgekoeld.
Wanneer het lampje tijdens het rijden
gaat branden, zet dan de auto veilig
stil aan de kant van de weg. Als de
airco is ingeschakeld, schakel deze120
Aanhangwagen . . . . . . . . . . . 179
ABS (antiblokkeersysteem) . . . 161
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203Locatie . . . . . . . . . . . . . . . 203
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . 224
Achterruit, onderdelen . . . . . . 114
Achterruitontdooiing . . . . . . . 114
Achteruitkijkspiegels,
elektrisch bediend . . . . . . . . . . 69
Additieven, brandstof . . . . . . . 176
Afstandsbediening Alarmsysteem . . . . . . . . . . . 15
Portiersloten . . . . . . . . . . . . 17
Afstandsbediening autoradio . . 137
Afstandsbediening autoradio
op stuurwiel . . . . . . . . . . . . . 137
Afstandsbediening deurslot,
programmering . . . . . . . . . . . . 15
Afstandsbediening kofferklep . . 22
Afstellen, koplampen . . . . . . . 104
Afvalverwijdering Antivries
(motorkoelvloeistof) . . . . . . 210
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . 202
Airbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33Airbag-waarschuwings-
lampje
. . . . . . . . . . . 36,39,51,120
Airbag, onderhoud . . . . . . . . . . 39
Airbag, ontplooien van . . . . . . . 38 Airbag, raam (zijgordijn) . . . . . 35
Airco, gebruikstips . . . . . . . . . 144
Airco, koelvloeistof . . . . . 203,204
Airco, onderhoud . . . . . . . . . . 203
Aircofilter . . . . . . . . . . . . 143,204
Aircosysteem . . . . . . . . . . 138,203
Alarm (beveiliging) . . . . . . . . . 15
Alarminstallatie van het
voertuig (beveiliging) . . . . . . . . 15
Alarmsysteem
(beveiliging)
. . . . . . . . . . . 15,124
Alarmsysteem
(diefstalbeveiliging) . . . . . . . . . 15
Algemene informatie . . . . . . . . 15
Antiblokkeersysteem (ABS) . . 161
Antiblokkeersysteem,
waarschuwingslampje . . . . . . 161
Antidiefstalalarm
(diefstalbeveiliging) . . . . . . . . . 15
Antivries (motorkoeling)
. . 209,225
Afvalverwijdering . . . . . . . . 210
Asbakje . . . . . . . . . . . . . . . . 111
Automatisch controlelampje
Olie verversen . . . . . . . . . 123,130
Automatisch ontgrendelen,
portieren . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Automatisch openen van de
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Automatische koplampen . . . . 101 Automatische
portiervergrendelingen . . . . . 19,20
Automatische
temperatuurregeling (ATC) . . . 138
Automatische
transmissie . . . . . . . . . . . 149,213
Bereik van de
versnellingen . . . . . . . . . . . 152
Soort vloeistof . . . . . . . . . . 213
Speciale additieven . . . . . . . 213
Vloeistof en filter
vervangen . . . . . . . . . . . . . 214
Vloeistof toevoegen . . . . . . . 214
Vloeistofpeil controleren . . . 214
Automatische
versnellingsbak . . . . . . . . . 12,148 Keuze van de
smeervloeistof . . . . . . . . . . 227
Vloeistof toevoegen . . . . . . . 227
Autostick . . . . . . . . . . . . . . . 156
Bagage laden . . . . . . 112,113,222
Banden . . . . . . . . . . . . . . 52,166 Algemene informatie . . . . . . 166
Bandenspanning . . . . . . . . . 166
Controlesysteem voor
bandenspanning . . . . . . . . . 171
Hoge snelheden . . . . . . . . . 168
Levensduur van
de banden . . . . . . . . . . . . . 169
238
Radiaalbanden . . . . . . . . . . 168
Rotatie . . . . . . . . . . . . . . . 171
Slijtagemarkeringen . . . . . . 169
Sneeuwkettingen . . . . . . . . 171
Spanning . . . . . . . . . . . . . . 167
Spinnen, doordraaien . . . . . 168
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . 166
Veroudering (levensduur van
de banden) . . . . . . . . . . . . 169
Vervangen . . . . . . . . . . . . . 169
Waarschuwinglampje
bandenspanning . . . . . . . . . 125
Bandenslijtage,
slijtagemarkeringen . . . . . . . . 169
Bandenspanning . . . . . . . . . . 167
Batterij van de
afstandsbediening vervangen . . 18
Bedrijfshandboek
(instructieboekje) . . . . . . . . . . . 6
Bekerhouder achterin . . . . . . . 112
Bekerhouders . . . . . . . . . 112,217
Benzine (brandstof) . . . . . . . . 175
Benzine, schone lucht . . . . . . . 176
Beslagen ruiten . . . . . . . . . . . 143
Bevrijden van vastgereden
voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . 192
Bijkomende
veiligheidssystemen - Airbag . . . 33
Bougies . . . . . . . . . . . . . . . . . 226 Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . 175
Additieven . . . . . . . . . . . . . 176
Benzine . . . . . . . . . . . . . . . 175
Benzinedop (gasdop) . . 119,177
Diesel . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Ethanol . . . . . . . . . . . . . . . 175
Meter . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Octaangehalte . . . . . . . 175,226
Tankinhoud . . . . . . . . . . . . 225
Technische gegevens . . . . . . 226
Vereisten . . . . . . . . . . . 175,225
Vulklep (gasdop) . . . . . 119,177
Waarschuwingslampje . . . . . 119
Buitenverlichting . . . . . . . . . . . 52
Cabriolet . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Cabrioletkap . . . . . . . . . . . . . . 57
Capaciteiten, antivries
(motorkoeling) . . . . . . . . . . . . 16
Carrosserie, smering van
mechanismen . . . . . . . . . . . . 205
Certificatielabel voertuig . . . . . 178
Computer,
boordcomputer . . . . . . . . . 16,130
Console, vloer . . . . . . . . . . . . 113
Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Slot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Controle,
bandenspanningssysteem . . . . 171
Controlelampje Olie
verversen . . . . . . . . . . . . 123,130
Dagkilometerteller . . . . . . . . . 122
Dagkilometerteller, op nul
zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
Dekzeil . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Diagnosesysteem . . . . . . . . . . 200
Diagnosesysteem, aan boord . . 200
Diefstalalarm (beveiliging) . . . . 15
Diefstalbeveiliging . . . . . . . . . . 15
Dieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Dieselbrandstof . . . . . . . . . . . 226
Dimlicht/
koplampschakelaar . . . . . . . . 103
Door de klant
programmeerbare functies . . . 135
Driepuntsgordels . . . . . . . . . . . 25
Duplicaten van sleutels . . . . . . . 14
Elektronisch
voertuiginformatiecentrum
(EVIC) . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
Elektronische snelheidsregeling
(Cruise Control) . . . . . . . . . . 108
Elektronische
stabiliteitsregeling (ESC) . . . . 164
239
Klokje instellen . . . . . . . . . . . 137
Kniebescherming . . . . . . . . . . . 33
Knipperlichten . . . . . . . . . . . 182Richtingaanwijzers
. . 52,103,224
Waarschuwings-
knipperlichten . . . . . . . . . . 182
Knipperlichten,
richtingaanwijzers . . . 52,103,224
Koelmiddel . . . . . . . . . . . . . . 204
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . 208 Belangrijke punten . . . . . . . 211
Controle . . . . . . . . . . . . . . 210
Inhoud
koelvloeistofreservoir . . . . . 225
Keuze van de koelvloeistof
(antivries) . . . . . . . 209,225,226
Koelvloeistof bijvullen
(antivries) . . . . . . . . . . . . . 209
Koelvloeistofpeil . . . . . 208,210
Oude koelvloeistof
verwijderen . . . . . . . . . . . . 210
Radiatordop . . . . . . . . . . . . 210
Vloeistof laten aflopen en
nieuw bijvullen . . . . . . . . . 209
Vuldop expansievat . . . . . . . 210
Koelvloeistof (antivries)
toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . 209
Koelvloeistofdop
(Radiatorvuldop) . . . . . . . . . . 210 Kofferdeksel . . . . . . . . . . . . 22,23
Kofferdeksel, elektrische
ontgrendeling . . . . . . . . . . . . . 22
Kofferdeksel,
noodontgrendeling . . . . . . . . . . 23
Kofferdekselslot
Ontgrendeling, Noodgevallen . . 23
Kompas . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Kompas kalibreren . . . . . . . . . 132
Kompas, afwijkingen . . . . . . . 132
Kompasafwijkingen . . . . . . . . 132
Koolstofmonoxide,
waarschuwing . . . . . . . . . . . . . 50
Koplampen . . . . . . . . . . . 100,223
Automatisch . . . . . . . . . . . 101
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . 128
Grootlichtschakelaar/
dimmerschakelaar
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
Inschakelen met
ruitenwissers . . . . . . . . 101,107
Inschakelvertraging . . . . . . 101
Lampen vervangen . . . . . . . 223
Passeersignaal . . . . . . . . . . 103
Reiniging . . . . . . . . . . . . . . 216
Schakelaar . . . . . . . . . . . . . 100
Uitschakelvertraging . . . . . . 101
Verstelling . . . . . . . . . . . . . 104
Vervangen . . . . . . . . . . . . . 223 Waarschuwingssignaal
ingeschakelde lichten . . . . . 101
Krukkastontluchting . . . . . . . . 16
Laden van het voertuig . . 178,179
Lage
bandenspanningsysteem . . . . . 171
Lampje elektronische
snelheidsregeling . . . . . . . . . . 123
Lampjes . . . . . . . . . . . . . . 52,100 Accubesparing . . . . . . . . . . 105
Airbag . . . . . . . . . 36,39,51,120
Automatische koplampen . . 101
Bandenspannings-
controle . . . . . . . . . . . 125,171
Boordspanning . . . . . . . . . . 119
Buitenverlichting . . . . . . . . . 52
Diefstalalarm
(beveiliging) . . . . . . . . . . . 124
Dimschakelaar,
koplamp . . . . . . . . . . . 100,103
Elektronisch
Stabiliteitsprogramma
(ESP) . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . 103
Grootlicht/dimmer . . . . . . . 103
Indicatielampje grootlicht . . 128
Instapverlichting . . . . . . . . . 16
Instrumentenpaneel . . . . . . 100
241
Antiblokkeersysteem
(ABS) . . . . . . . . . . . . . . . . 161
Handrem . . . . . . . . . . . . . . 160
Hoofdremcilinder . . . . . . . . 212
Remvloeistofpeil
controleren . . . . . . . . . 212,227
Waarschuwingslampje . . . . . 121
Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . 227
Reservewielen . . . . . . . . . . . . 169
Richtingaanwijzer . . . . . . . . . 103
Richtingaanwijzers . . . . . 100,103,
124,224
Richtingaanwijzers,
bediening . . . . . . . . . 103,124,224
Rijden
Door stromend, hoog of
ondiep, niet-stromend
water . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Rijden op gladde wegen . . . 157
Rijwinddruk . . . . . . . . . . . . . . 22
Roestbescherming . . . . . . . . . 214
Roosters voor
zijruitontwaseming
(ontdooiers) . . . . . . . . . . . . . 143
Rotatie, banden . . . . . . . . . . . 171
Ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Elektrische bediening . . . . . . 20
Ruitensproeier, reservoir
vullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206 Ruitensproeiers . . . . . . . . 105,106
Vloeistof . . . . . . . . . . . . . . 206
Ruitensproeiers
voorruit . . . . . . . . . . 105,106,206
Ruitenwisserbladen . . . . . . . . 206
Ruitenwissers vooraan . . . . . . 105
Ruitenwissers,
intervalschakeling . . . . . . . . . 106
Ruitenwissers, wisbladen
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . 206
Ruitontdooiing . . . . . . . . . 51,141
Schema, onderhoud . . . . . . . . 232
Schone brandstof . . . . . . . . . . 176
Schoudergordel . . . . . . . . . . . . 25
Sentry-sleutel (immobilisator) . . 13
Side-airbag . . . . . . . . . . 34,35,37
Sigarettenaansteker . . . . . . . . 111
Slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Aanhangwagen of caravan . . 180
Voertuig met pech . . . . . . . 193
Slepen van een voertuig . . . . . 193
Sleutel, programmering . . . . . . 15
Sleutel, vervanging . . . . . . . . . 14
Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Sloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Automatisch ontgrendelen . . . 20
Elektrische portiersloten . . . . 19
Portier . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Smering, koetswerk . . . . . . . . 205
Sneeuwkettingen . . . . . . . . . . 171
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . . 119
Snelheidsregeling (Cruise
Control) . . . . . . . . . . . . . 108,123
Spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Buiten . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Elektrisch bediend . . . . . . . . 69
Make-up . . . . . . . . . . . . . . . 70
Spraakherkenningssysteem
(VR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Stallen van het voertuig . . . . . 143
Starten . . . . . . . . . . . . . . . . . 148 Motor start niet . . . . . . . . . 149
Starten en rijden . . . . . . . . . . 148
Startkabels, gebruik . . . . . . . . 189
Startprocedures . . . . . . . . . . . 148
Steun, hoofdsteun . . . . . . . . . . 97
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
Elektrisch . . . . . . . . . . . . . . 94
Geheugen . . . . . . . . . . . . . . 97
Hoogteregeling . . . . . . . . . . . 94
Instaphulp . . . . . . . . . . . . . . 97
Kantelen . . . . . . . . . . . . . . . 94
Ligtoestand . . . . . . . . . . . . . 96
Ontgrendeling rugleuning . . . 97
Stopcontacten . . . . . . . . . . . . 109
Storingslampje
(motorcontrole) . . . . . . . . . . . 127
244