Geachte cliënt,
Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten.
Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden.
Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw
LANCIA volledig te benutten.
U zult niet alleen de bijzondere eigenschappen ontdekken van uw LANCIA maar ook belangrijke aanwijzingen vinden
voor de verzorging, het onderhoud, de rijveiligheid en het geprogrammeerd onderhoud.
Wij raden u aan de waarschuwingen en tips aandachtig te lezen die worden voorafgegaan door de symbolen:
veiligheid van de inzittenden;
conditie van de auto;
bescherming van het milieu.
In de bijgevoegde “Service- en garantiehandleiding” vindt u de extra service van LANCIA:
– het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden
– een overzicht van de speciale aanvullende service voor de cliënten van LANCIA.
Wij zijn ervan overtuigd, dat u met behulp van dit instructieboekje spoedig met uw auto vertrouwd zult raken en dat
uw nieuwe auto en de ondersteuning van de LANCIA-organisatie u volledig tevreden zullen stellen.
Veel leesplezier en goede reis!
Hoewel in dit Instructieboekje alle uitvoeringen van de LANCIA Delta beschreven worden,
dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting,
de motoruitvoering en het model van de auto die u gekocht hebt.
WEGWIJS IN UW AUTO7
1
Dashboard ................................................................ 8
Instrumentenpaneel .................................................. 9
Display ..................................................................... 23
Menuopties ............................................................... 28
Tripcomputer ............................................................ 38
Symbolen .................................................................. 40
Lancia Code-systeem ................................................ 41
De sleutels ................................................................ 42
Diefstalalarm ............................................................ 46
Start-/contactslot ...................................................... 49
Zitplaatsen ............................................................... 50
Hoofdsteunen ........................................................... 53
Stuur ........................................................................ 54
Spiegels .................................................................... 54
Klimaatregeling ........................................................ 56
Handbediende airconditioning .................................. 57
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling ................................................... 59
Buitenverlichting ...................................................... 65
Ruiten reinigen ......................................................... 68
Cruise Control .......................................................... 71
Interieurverlichting ................................................... 73
Bedieningsknoppen ................................................... 75Brandstoftoevoeronderbreking .................................. 78
Interieuruitrusting .................................................... 79
Opendak ................................................................... 84
Portieren ................................................................... 87
Ruitbediening ........................................................... 90
Bagageruimte ............................................................ 94
Motorkap .................................................................. 100
Imperiaal/skidrager .................................................. 102
Koplampen ............................................................... 103
DST-systeem ............................................................. 105
SPORT-functie .......................................................... 105
Reactive Suspension System ...................................... 107
Driving Advisor ........................................................ 108
ESP 2-systeem .......................................................... 114
Start&Stop-systeem .................................................. 121
EOBD-systeem .......................................................... 126
Elektrische stuurbekrachtiging “Dualdrive” .............. 127
TPMS-systeem .......................................................... 129
Parkeersensoren ........................................................ 133
Magic Parking .......................................................... 136
Inbouwvoorbereiding voor autoradio ........................ 150
Elektrische/elektronische systemen monterei ............ 151
Tanken ..................................................................... 152
Bescherming van het milieu ...................................... 154
WEGWIJS IN UW AUTO19
1
Storing ESP 2-systeem (geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje branden. Na enkele seconden moet het
lampje doven. Als het lampje niet dooft of tijdens het
rijden blijft branden en het lampje in de ASR-knop gaat bran-
den, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk. Op enkele uit-
voeringen verschijnt de bijbehorende melding op het display. Als
het lampje knippert tijdens het rijden, dan geeft dit aan dat het
ESP 2-systeem in werking is getreden.
Als de accu losgekoppeld is geweest, gaat het lampje
ábranden
(op het display verschijnt ook een melding) om aan te geven
dat het systeem gereset moet worden.
Voer de volgende initialisatieprocedure uit om het lampje te la-
ten doven:
❍draai de contactsleutel in stand MAR;
❍draai het stuur helemaal naar rechts en vervolgens naar links
(zodat het stuurwiel de rechtuitstand “passeert”);
❍draai de contactsleutel in stand STOP en vervolgens in stand
MAR.
Als na enkele seconden het lampje
ániet dooft, wendt u dan tot
het Lancia Servicenetwerk.
á
Storing Hill Holder (geel)
Als het lampje
ágaat branden, dan is er een sto-
ring in het Hill Holder-systeem. Wendt u in dat ge-
val zo snel mogelijk tot het Lancia Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen gaat het symbool
*bran-
den. Op het display verschijnt de bijbehorende mel-
ding.
á
*
Voorgloeibougies
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Het lampje dooft als de voorgloei-
bougies de vooraf ingestelde temperatuur hebben bereikt.
Start de motor zodra het lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Bij een hoge buitentemperatuur kan het lampje zeer
kort branden.
Storing in voorgloei-installatie
Het lampje gaat knipperen als er een storing is in de voorgloei-
installatie. Wendt u zo snel mogelijk tot het Lancia Servicenet-
werk. Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
m
26WEGWIJS IN UW AUTO
GEAR SHIFT INDICATOR
Het “GSI”-systeem (Gear Shift Indicator) geeft een schakelad-
vies aan de bestuurder d.m.v. een melding op het instrumen-
tenpaneel (zie fig. 6a).
De GSI adviseert de bestuurder naar een andere versnelling te
schakelen om brandstof te besparen.
Als op het display de icoon SHIFT UP (NSHIFT) verschijnt,
dan adviseert het “GSI”-systeem om naar een hogere versnelling
te schakelen. Bij weergave op het display van het icoon SHIFT
DOWN (OSHIFT) adviseert het “GSI”-systeem om naar een
lagere versnelling te schakelen.
OPMERKING De weergave op het instrumentenpaneel blijft
branden totdat de bestuurder schakelt of totdat de rij-omstan-
digheden zodanig wijzigen dat schakelen voor een optimaal ver-
bruik niet meer nodig is.
fig. 6a
L0E1025gfig. 7L0E0005m
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 7
Õ: om het scherm en de keuzemogelijkheden naar boven te door-
lopen of de weergegeven waarde te verhogen.
SET: kort indrukken voor toegang tot het menu en/of naar het
volgende scherm te gaan of de keuze te bevestigen. Even inge-
drukt houden om terug te keren naar het beginscherm.
Ô: om het scherm en de keuzemogelijkheden naar beneden te
doorlopen of de weergegeven waarde te verlagen.
52WEGWIJS IN UW AUTO
ZITPLAATSEN ACHTER
Rugleuning verstellen
Trek hendel A-fig. 18/a omhoog (een per zijde) om respectie-
velijk het linker en het rechter deel van de rugleuning te ver-
stellen (dit kan worden vergemakkelijkt door de zitplaats iets
naar voren te schuiven met de hendel B).
Verstelling zitplaatsen achter
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De zitplaatsen achter kunnen in de lengterichting worden ver-
steld (max. 80 mm. naar voren of naar achteren). Bedien de
hendel B (een per zijde) om de zitplaatsen naar voren of naar
achteren te schuiven.
fig. 18/a
L0E0010m
“Vaste” zitplaatsen achter
Bij enkele uitvoeringen zijn de zitplaatsen achter “vast” en kan
de rugleuning worden versteld als de bagageruimte wordt ver-
groot. Bedien de hendel A-fig. 18/b (een per zijde) om de rug-
leuning te verstellen.
Als de rugleuning achter wordt teruggezet, moet
worden gecontroleerd of deze goed vergrendeld
is, door de rugleuning aan de bovenzijde vast te
pakken en deze heen en weer te bewegen.
fig. 18/bL0E0231m
Controleer voordat de rugleuningen naar voren
wordt geklapt of de gordels niet gespannen zijn of
gedraaid zitten.
WEGWIJS IN UW AUTO73
1
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Zet de draaiknop A-fig. 31 in stand OFF of de contactsleutel
in stand STOP. Het systeem schakelt in de volgende gevallen au-
tomatisch uit:
❍als het rem- of koppelingspedaal wordt ingetrapt;
❍als het ASR- of ESP 2-systeem (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) in werking treedt.
Als de cruise-control tijdens het rijden is inge-
schakeld, zet dan nooit de versnellingspook in de
vrijstand.
Bij een storing of een afwijkende werking van de
cruise-control, moet de draaiknop A-fig. 31 in
stand OFF worden gezet. Laat het systeem, na
controle van de zekering, door het Lancia Servicenetwerk
controleren.
INTERIEURVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR MET SPOTJES fig. 32
Met de schakelaar A kunnen de plafondlampjes worden in- en
uitgeschakeld.
Met de schakelaar A in het midden, worden de lampjes C en D
in-/uitgeschakeld bij het openen/sluiten van de voorportieren.
Met de schakelaar A naar links geschoven, blijven de lampjes
C en D altijd uitgeschakeld. Met de schakelaar A naar rechts ge-
schoven, blijven de lampjes C en D altijd ingeschakeld.
Het inschakelen/doven van de verlichting gaat geleidelijk.
Met de schakelaar B bedient u de spotjes; bij uitgeschakelde pla-
fondverlichting wordt met de schakelaar:
❍in linker stand, het spotje C ingeschakeld;
❍in rechter stand, het spotje D ingeschakeld.
fig. 32
L0E0024m
WEGWIJS IN UW AUTO97
1
fig. 59L0E0049mfig. 58L0E0110m
Ga voor het vergroten van de bagageruimte als volgt te werk:
❍laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❍plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of de gordel
niet gespannen is of gedraaid zit;
❍maak de zonneschermen van de hoedenplank (voor bepaal-
de uitvoeringen/markten, indien aanwezig) los van de rug-
leuningen (zie de beschrijving in paragraaf “Hoedenplank”
op de volgende pagina's);
❍bedien een van de hendels A-fig. 59 om de gewenste rug-
leuning neer te klappen (dit kan worden vergemakkelijkt
door de zitplaats iets naar voren te schuiven met de hendel
B (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
98WEGWIJS IN UW AUTO
Om de capaciteit van de laadruimte verder te vergroten, kunnen
de achterzittingen naar voren worden geduwd met behulp van
de handgreep B-fig. 59.
BELANGRIJK Trek de hoofdsteunen van de achterbank hele-
maal omhoog alvorens de rugleuningen neer te klappen, zodat
een vlakke laadvloer ontstaat.ACHTERBANK TERUGPLAATSEN
Om het terugplaatsen van de rugleuning te vergemakkelijken
is het raadzaam de zitting helemaal naar voren te verschuiven
voordat de rugleuning wordt teruggekanteld.
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels niet
gespannen zijn of gedraaid zitten.
Plaats na het indrukken van de hendels A-fig. 59, de rugleu-
ningen omhoog en druk de leuningen naar achteren, totdat bei-
de borgmechanismen hoorbaar inklikken. Trek aan de hand-
greep B-fig. 59 (voor bepaalde uitvoeringen/markten) en schuif
de zitplaatsen naar achteren totdat het borgmechanisme hoor-
baar inklikt.
Controleer of de rugleuning aan beide zijden
goed vergrendeld is om te voorkomen dat in
geval van bruusk remmen, de rugleuning naar
voren klapt en de passagiers verwondt.