•RADIOWEERGAVE EN MOBIELE TELEFOONS ......... 228
• KLIMAATREGELING ........................ 228
• Dual-Zone automatische temperatuurregeling — Indien
aanwezig ............................. 229
• Aanwijzingen voor bediening ................. 233
• Kaart met tips voor gebruik .................. 234
174
INSTRUMENTENPANEEL
1 — Ventilatieopening6 — Onderste rij schakelaars11 — Ontgrendeling motorkap
2 — Instrumentenpaneel 7 — Schakelaar waarschuwingsknipperlichten 12 — Ontgrendeling tankklep
3 — Radio 8 — Opbergvak13 — Verlichtingsschakelaar
4 — Handschoenenvakje 9 — ESC knop14 — Dimmerknop
5 — Klimaatregeling 10 — Contactschakelaar
175
is, kan het zijn dat de sensor niet meer juist
uitgelijnd is, ook wanneer het plaatwerk niet
beschadigd is. Laat in een dergelijk geval de
uitlijning van de sensor controleren door
een erkende dealer. Door een niet juist uit-
gelijnde sensor zal het dodehoeksysteem
niet werken volgens specificatie.
Automatisch ontgrendelen, portieren
Wanneer u deze functie selecteert, worden alle
portieren ontgrendeld wanneer het voertuig
stopt, de transmissie in de stand PARK of
NEUTRAL geschakeld wordt en het bestuur-
dersportier geopend wordt. Om uw keuze te
maken drukt u herhaald kort op de toets SE-
LECT, totdat een vinkje naast de functie ver-
schijnt, waarmee aangegeven wordt dat het
systeem geactiveerd is, of totdat het vinkje
verdwijnt waarmee wordt aangegeven dat het
systeem is uitgeschakeld.
Op afstand ontgrendelen
Wanneer de optieUnlock Driver Door Only
On 1st Press is geselecteerd, wordt alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld bij de eerste
druk op de toets UNLOCK van de afstandsbe-
diening. Als u Driver Door 1st Press selecteert,
moet u twee keer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening drukken om de andere por-
tieren te ontgrendelen. Wanneer u
All Doors
1st Press selecteert, ontgrendelen alle portie-
ren bij de eerste keer indrukken op de
UNLOCK-toets op de afstandsbediening. Om
een selectie te maken bladert u omhoog of
omlaag totdat de gewenste instelling gemar-
keerd is, vervolgens drukt u kort op SELECT
totdat naast de instelling een vinkje verschijnt
dat aangeeft dat de instelling geselecteerd is.
OPMERKING:
Wanneer het voertuig is uitgerust met het
Enter-N-Go-systeem voor sleutelloze toe-
gang en het EVIC is geprogrammeerd om
alle portieren na eenmaal drukken te ont-
grendelen, dan zullen alle portieren worden
ontgrendeld, ongeacht welke portierhand-
greep wordt vastgepakt. Als Driver Door 1st
Press (Ontgrendel bestuurdersportier na
één keer drukken) is geprogrammeerd,
wordt alleen het bestuurdersportier ont-
grendeld wanneer dit wordt vastgepakt.
Wanneer bij Passive Entry de functie Driver
Door 1st Press (Ontgrendel bestuur-
dersportier na één keer drukken) is gepro-
grammeerd en de handgreep meer dan één keer wordt aangeraakt, wordt het bestuur-
dersportier geopend. Wanneer de functie
Ontgrendel bestuurdersportier na één keer
drukken
is geselecteerd en het bestuur-
dersportier is geopend, dan kunnen de ove-
rige portieren ontgrendeld worden met be-
hulp van de ontgrendel-/
vergrendelschakelaar in het voertuig (of
gebruik de afstandsbediening).
RKE Linked To Memory
(Afstandsbediening gekoppeld aan
geheugen)
Wanneer u deze functie selecteert, kunt u met
de afstandsbediening één of twee voorgepro-
grammeerde geheugenprofielen oproepen. Elk
geheugenprofiel bevat de voorkeurinstellingen
voor de bestuurdersstoel, zijspiegel, verstel-
bare pedalen (indien aanwezig), verstelbare
stuurkolom (indien aanwezig), evenals de voor-
keuzezenders voor de radio. Als u OFF selec-
teert, kunt u alleen met de geheugentoets op
het bedieningspaneel op het bestuurderspor-
tier een geheugenprofiel oproepen. Om uw
keuze te maken, drukt u kort op de toets
SELECT totdat een vinkje naast de functie
verschijnt, waarmee aangegeven wordt dat het
201
dere informatie “Verlichting/SmartBeam™ —
Indien aanwezig” onder “De functies van uw
voertuig”.
Ruitenwissermodus — Indien aanwezig
Wanneer de functie geselecteerd is, schakelt
het systeem automatisch de ruitenwissers in
wanneer de sensor vocht op de ruit detecteert.
Om uw keuze te maken drukt u herhaaldelijk
kort op de toets SELECT, totdat een vinkje
naast de functie verschijnt, waarmee aangege-
ven wordt dat het systeem geactiveerd is, of
totdat het vinkje verdwijnt waarmee wordt aan-
gegeven dat het systeem is uitgeschakeld.
Wanneer deze functie uitgeschakeld is, keert
het systeem terug naar de normale intervalwer-
king van de ruitenwissers.
Easy Entry/Exit Seat - Makkelijk in- en
uitstappen (alleen leverbaar met
stoelpositiegeheugen)
Deze functie zorgt ervoor dat de bestuurder
makkelijker kan in- en uitstappen. Om uw
keuze te maken drukt u herhaaldelijk kort op de
toets SELECT, totdat een vinkje naast de func-
tie verschijnt, waarmee aangegeven wordt dat
het systeem geactiveerd is, of totdat het vinkjeverdwijnt waarmee wordt aangegeven dat het
systeem is uitgeschakeld.
OPMERKING:
De stoel keert terug naar de geheugenstand
(als Geheugen oproepen op ON is ingesteld
met afstandsbediening) zodra de afstands-
bediening wordt gebruikt om het portier te
ontgrendelen. Raadpleeg voor nadere infor-
matie: “Geheugen bestuurdersstoel” onder
“De functies van uw voertuig”.
Key-Off Power Delay - Elektrische
vertraging na afzetten motor
Als u deze functie selecteert, blijven de elektri-
sche raambediening, de radio, het handsfree
systeem (indien aanwezig), het dvd-
videosysteem (indien aanwezig), het elektrisch
schuifdak (indien aanwezig) en de aansluitcon-
tacten maximaal 10 minuten werken nadat de
contact is uitgezet. Door het openen van een
voorportier wordt deze functie uitgeschakeld.
Om een selectie te maken bladert u omhoog of
omlaag totdat de gewenste instelling gemar-
keerd is, vervolgens drukt u kort op SELECT
totdat naast de instelling een vinkje verschijnt
dat aangeeft dat de instelling geselecteerd is.Illuminated Approach - Verlichting bij
nadering
Wanneer deze functie gekozen is, zullen de
koplampen inschakelen zodra de portieren met
behulp van de afstandbediening worden ont-
grendeld. De koplampen blijven vervolgens 0,
30, 60, of 90 seconden branden. Om een
selectie te maken bladert u omhoog of omlaag
totdat de gewenste instelling gemarkeerd is,
vervolgens drukt u kort op SELECT totdat naast
de instelling een vinkje verschijnt dat aangeeft
dat de instelling geselecteerd is.
Starthulp op hellingen (Hill Start Assist,
HSA)
Wanneer deze functie geselecteerd is, werkt
het HCA-systeem. Raadpleeg
Elektronisch
remsysteem in Starten en bedienen voor de
werking van het systeem en de bedieningsin-
formatie. Om uw keuze te maken drukt u her-
haaldelijk kort op de toets SELECT, totdat een
vinkje naast de functie verschijnt, waarmee
aangegeven wordt dat het systeem geacti-
veerd is, of totdat het vinkje verdwijnt waarmee
wordt aangegeven dat het systeem is uitge-
schakeld.
203
Enter-N-Go sleutelloze toegang (passieve
toegang)
Met deze functie kunt u de portieren van uw
auto vergrendelen en ontgrendelen zonder dat
u op de RKE-afstandbediening de vergrendel-
en ontgrendelknoppen hoeft in te drukken. Om
uw keuze te maken drukt u herhaaldelijk kort op
de toets SELECT, totdat een vinkje naast de
functie verschijnt, waarmee aangegeven wordt
dat het systeem geactiveerd is, of totdat het
vinkje verdwijnt waarmee wordt aangegeven
dat het systeem is uitgeschakeld. Raadpleeg
“Enter-N-Go-systeem” voor sleutelloze toegang
onder “Wat u moet weten voordat u het voertuig
start”.
Display Units of Measure in:
(Maateenheden weergeven in:)
Voor het EVIC, de kilometerteller en het
Uconnect™-navigatiesysteem (indien aanwe-
zig) kunt u kiezen uit weergave in Engelse of
metrische maateenheden. Maak uw keuze
door de toets SELECT kort in te drukken totdat
“ENGLISH” of “METRIC” verschijnt.Weergave brandstofbespaarder — Indien
aanwezig
De ECO-meldingen worden getoond op het
kompas-/temperatuurdisplay en kunnen wor-
den in- of uitgeschakeld. Om uw keuze te
maken, drukt u kort op de toets SELECT totdat
een vinkje naast de functie verschijnt, waarmee
aangegeven wordt dat het systeem geacti-
veerd is.
Kompas kalibreren
Raadpleeg “Weergave kompas” voor meer in-
formatie.
Kompasafwijking
Raadpleeg “Weergave kompas” voor meer in-
formatie.
GELUIDSSYSTEMENRaadpleeg uw boekje over geluidssystemen.
iPod/USB/MP3 REGELING —
INDIEN AANWEZIG
OPMERKING:
Dit hoofdstuk is uitsluitend bedoeld voor
radio’s met Uconnect™, verkoopcode RES
of REQ/REL/RET. Voor de radio met codeRBZ/RHB, RHR, RHP, RHW of RB2 en aan-
raakscherm met iPod/USB/MP3 regeling,
moet u de RBZ/RHB, RHR, RHP, RHW of RB2
gebruikershandleiding raadplegen. iPod
/
USB/MP3 regeling is uitsluitend als optie bij
deze radio’s verkrijgbaar.
Deze voorziening maakt het mogelijk een iPod
of extern USB-apparaat aan te sluiten op de
USB-poort, aangebracht in de middenconsole
of het handschoenenkastje.
iPod regeling is compatibel met mini-, 4G-,
foto-, nano-, 5G-, iPod- en iPhone-
apparaten. Sommige versies van de iPod -
software zijn mogelijk niet volledig compatibel
met de iPod-functies. Ga in dat geval naar de
website van Apple om de recentste software-
versies te downloaden.
OPMERKING:
• Wanneer de radio is voorzien van een
USB-poort, raadpleeg dan de desbetref-
fende gebruikershandleiding van
Uconnect™ multimediaradio voor de mo-
gelijke ondersteuning van iPod of ex-
terne USB-apparaten.
204
•Wanneer u een iPod of elektronisch
audio-apparaat aansluit op de AUX-poort
op het voorpaneel van de radio, kunt u
wel muziek afspelen, maar kan de iPod
/MP3-functie voor het bedienen van het
aangesloten apparaat niet worden ge-
bruikt.
De iPod of het externe
USB-apparaat aansluiten
Gebruik de aansluitkabel om een iPod of
extern USB-apparaat aan te sluiten op de USB/
AUX aansluitpoort van de auto (aangebracht in
de middenconsole of het handschoenen-
kastje). Nadat het audio-apparaat is aangesloten en
synchronisatie met het iPod/USB/MP3-
systeem van de auto heeft plaatsgevonden (de
iPod
of het externe USB-apparaat heeft mo-
gelijk enkele seconden nodig om de verbin-
ding tot stand te brengen), begint het audio-
apparaat met opladen en is het apparaat
gereed voor gebruik via het indrukken van de
radioknoppen, zoals hierna wordt beschreven.
OPMERKING:
Wanneer de batterij van het audio-apparaat
volledig leeg is, bestaat de kans dat er geen
communicatie met het iPod /USB/MP3-
systeem mogelijk is voordat de batterij een
minimum laadniveau heeft bereikt. Als u de
verbinding tussen het audio-apparaat en het
iPod/USB/MP3-systeem in stand laat, kan
de accu opladen tot het vereiste minimum
laadniveau.
Gebruik van deze functieBij gebruik van iPod-kabel of extern USB-
apparaat voor aansluiting op USB-poort:
• De audio van het apparaat kan worden af-
gespeeld via het audiosysteem van de auto, terwijl de metagegevens (artiest, titel, album,
enzovoort) worden weergegeven op het ra-
diodisplay.
• Het audio-apparaat kan worden bediend
door de radioknoppen te gebruiken voor
afspelen, bladeren en een overzicht van de
inhoud van de iPod.
• De batterij van het audio-apparaat wordt
opgeladen wanneer het is aangesloten op
de USB/AUX-connector (indien ondersteund
door het specifieke audio-apparaat).
De iPod of het externe
USB-apparaat bedienen met de
radioknoppen
Om de iPod/USB/MP3-modus te activeren en
toegang te krijgen tot een aangesloten audio-
apparaat, drukt u op de knop “AUX” op het
front van de radio. U kunt ook op de knop VR
drukken en dan USBofSchakel naar USB
zeggen. Eenmaal in de iPod /USB/MP3-
modus, worden audionummers (indien aanwe-
zig op het audio-apparaat) afgespeeld via het
audiosysteem van de auto.
USB-/AUX-poort in middenconsole
205
De Play-modusAls de iPod/USB/MP3-modus is ingescha-
keld, wordt de Play-modus automatisch geac-
tiveerd door de iPodof het externe USB-
apparaat. In de Play-modus kunnen de
volgende knoppen op het radiofront worden
gebruikt om de iPod of het externe USB-
apparaat te bedienen en gegevens weer te
geven:
• Gebruik de TUNE-knop om naar het vol-
gende of vorige nummer te gaan.
• Als u de knop één klik rechtsom (vooruit)
draait tijdens het afspelen van een num-
mer, gaat u naar het volgende nummer. U
kunt ook op de knop VR drukken en dan
Volgende nummer zeggen.
• Als u de knop één klik linksom (terug)
draait, gaat u naar het vorige nummer in
de lijst. U kunt ook op de knop VR druk-
ken en dan Vorige nummer zeggen.
• Teruggaan in het huidige nummer door
de knop << RWingedrukt te houden.
Door de knop << RWlang genoeg inge-
drukt te houden, gaat u terug naar het
begin van het huidige nummer. •
U kunt het huidige nummer vooruitspoelen
door de knop FF>> ingedrukt te houden.
• Als u eenmaal drukt op de knop << RWof
FF >>, gaat u vijf seconden terug of vooruit
in het huidige nummer.
• Gebruik de knoppen << SEEKenSEEK >>
om naar het vorige of volgende nummer te
gaan. Als u tijdens het afspelen op de knop
SEEK >> drukt, gaat u naar het volgende
nummer in de lijst. U kunt ook op de knop VR
drukken en dan Volgende of vorige num-
mer zeggen.
• Tijdens het afspelen van een nummer kunt u
op de INFO-knop drukken om de metage-
gevens (artiest, titel, album, enzovoort) van
het nummer te bekijken. Als u nogmaals op
de INFO -knop drukt, gaat u naar het vol-
gende scherm met gegevens over het num-
mer. Nadat alle schermen zijn bekeken, komt
u met een laatste druk op de INFO-knop
weer terug in het scherm met de afspeelmo-
dus op de radio.
• Als u op de knop REPEATdrukt, wordt de
modus van het audio-apparaat veranderd
om het nummer dat op dat moment wordt afgespeeld te herhalen. U kunt ook op de
knop VR drukken en dan
Herhalen AANof
Herhalen UIT zeggen.
• Druk op de SCAN-knop om de scanmodus
van het iPod/USB/MP3-apparaat te gebrui-
ken. In deze modus worden van elk nummer
alleen de eerste 10 seconden afgespeeld,
waarna het volgende nummer wordt gela-
den. Als u de scanmodus wilt beëindigen om
het nummer van uw keuze volledig af te
spelen, drukt u tijdens de eerste vijf secon-
den van het gewenste nummer nogmaals op
de SCAN -knop. Tijdens de scanmodus kunt
u ook drukken op de knoppen << SEEKen
SEEK >>
om het vorige of volgende num-
mer te selecteren.
• De RND -knop (uitsluitend beschikbaar op
de radio met verkoopcode RES): als u op
deze knop drukt, schakelt de iPod of het
externe USB-apparaat tussen de modi Shuf-
fle ON en Shuffle OFF. U kunt ook op de knop
VR drukken en dan Shuffle ONofShuffle
OFF zeggen. Als het pictogram RNDwordt
weergegeven op het radiodisplay, is de mo-
dus Shuffle geactiveerd.
206
De List-modus (Browse-modus)Wanneer u in de Play-modus op een van de
hierna genoemde knoppen drukt, roept u de
List-modus op. In de List-modus kunt u blade-
ren in de lijst met menu’s en nummers op het
audio-apparaat.
•De TUNE -regelknop: de TUNE-regelknop
werkt op dezelfde manier als het scrollwiel
van het audio-apparaat of externe USB-
apparaat.
• Door de knop rechtsom (vooruit) of
linksom (achteruit) te draaien, kunt u in de
lijsten bladeren terwijl de gegevens van
de nummers worden weergegeven op het
radiodisplay. Nadat u het nummer van uw
keuze heeft gemarkeerd op het radiodis-
play, drukt u op de TUNE-regelknop om
het nummer te selecteren en af te spelen.
AlsudeTUNE -regelknop snel draait,
bladert u sneller door de lijst. Wanneer u
snel bladert, wordt de informatie op het
radiodisplay mogelijk met een kleine ver-
traging bijgewerkt. •
In de List-modi geeft de iPod alle lijsten
weer in doorlopende vorm. Als het num-
mer van uw keuze zich bijvoorbeeld on-
der aan de lijst bevindt, draait u de regel-
knop linksom (achteruit) om sneller naar
dit nummer te gaan.
• In de List-modus worden de PRESET
-knoppen gebruikt als een snelle manier
om naar de volgende lijsten op de iPod
of het externe USB-apparaat te gaan:
• Voorkeuze 1 – Afspeellijsten
• Voorkeuze2–Ar tiesten
• Voorkeuze 3 – Albums
• Voorkeuze 4 – Muziekstijlen
• Voorkeuze 5 – Luisterboeken
• Voorkeuze 6 – Podcasts
• Als u op een van de PRESET-knoppen
drukt, wordt de huidige lijst op de boven-
ste regel weergegeven en het eerste item
in de lijst op de tweede regel. •
Als u de List-modus wilt verlaten zonder
een nummer te kiezen, drukt u nogmaals
op dezelfde PRESET-knop om terug te
gaan naar de Play-modus.
• LIST -knop: als u op de LIST-knop drukt,
wordt het hoofdmenu van de iPod of het
externe USB-apparaat weergegeven. Draai
de TUNE -regelknop om het onderdeel van
het hoofdmenu weer te geven dat u wilt
selecteren, en druk op de TUNE-regelknop.
Hierna wordt het volgende lijstonderdeel in
het submenu van het audio-apparaat weer-
gegeven. U kunt nu via dezelfde stappen
naar het gewenste nummer in deze lijst
gaan. Niet alle niveaus van submenu van de
iPod of het externe USB-apparaat zijn op
dit systeem beschikbaar.
• De MUSIC TYPE -knop: deMUSIC TYPE
-knop biedt ook een snelle manier om de
lijsten op het audio-apparaat, in dit geval
gesorteerd op Muziekstijl, te bekijken.
207