LET OP!
Slepen, laten uitrollen en om andere redenen
rijden terwijl de transmissie in de stand NEU-
TRAL staat, kan ernstige schade aan de
transmissie tot gevolg hebben. Raadpleeg
voor meer informatie “Het slepen achter een
motorhome” onder “Starten en bedienen” en
“Het afslepen van een defect voertuig” onder
“Wat te doen in noodgevallen”.
DRIVE (RIJSTAND)
Deze stand wordt aanbevolen voor rijden in de
stad en op de snelweg. In deze stand schakelt
de versnellingsbak zeer soepel en rijdt u het
zuinigst. De transmissie schakelt automatisch
op via de eerste underdrive-versnelling,
tweede en derde versnelling, vierde prise-
directe-versnelling en de vijfde overdrive-
versnelling. De stand DRIVE zorgt voor een
optimaal rijcomfort onder alle normale omstan-
digheden.
Wanneer er vaak wordt geschakeld (bijvoor-
beeld wanneer de auto zwaar wordt belast in
de bergen, bij sterke tegenwind of als u een
zware aanhanger trekt), gebruik dan de functie Electronic Range Select (ERS) (zie “Electronic
Range Select (ERS) (elektronisch schakelen)”
in dit hoofdstuk) om naar een lagere versnelling
te schakelen. Onder deze omstandigheden
presteert de auto beter in een lagere versnel-
ling en wordt de levensduur van de transmissie
verlengd omdat het schakelen wordt beperkt
en zich minder hitte ontwikkelt.
Noodwerking van de versnellingsbak
(stand Limp Home)
De werking van de transmissie wordt elektro-
nisch gecontroleerd op abnormale situaties.
Als een situatie wordt gedetecteerd die schade
aan de transmissie kan veroorzaken, wordt de
noodwerking van de versnellingsbak (stand
Limp Home) geactiveerd. In deze stand blijft de
versnellingsbak in de huidige versnelling tot de
auto tot stilstand wordt gebracht. Nadat de
auto tot stilstand is gebracht, blijft de transmis-
sie in de tweede versnelling, ongeacht welke
vooruitversnelling is gekozen. PARKEREN,
ACHTERUIT EN NEUTRAAL blijven wel wer-
ken. Het storingsindicatielampje (MIL) is mis-
schien aan. Dankzij de noodloopmodus kan de
auto voor reparatie naar een erkende dealer
worden gereden zonder dat de transmissie
beschadigd raakt.
In het geval van een kortstondig probleem kan
de transmissie weer worden ingesteld om alle
voorwaartse versnellingen terug te krijgen als
de volgende stappen worden uitgevoerd:
1. Stop de auto.
2.
Zet de transmissie in de stand PARK (parkeren).
3. Zet de contactschakelaar in de stand
LOCK/OFF.
4. Wacht ongeveer 10 seconden.
5. Start de motor opnieuw.
6. Schakel naar de gewenste versnelling. Als
het probleem is verholpen, hervat de versnel-
lingsbak de normale werking.
OPMERKING:
Ook al kan de versnellingsbak opnieuw wor-
den afgesteld, wordt het toch aangeraden zo
snel mogelijk naar uw erkende dealer te
gaan. Uw dealer kan met meetapparatuur
bepalen of het probleem zich nogmaals kan
voordoen.
250
LET OP!
•Voordat u de keuzehendel uit de stand
PARK zet, moet u de contactschakelaar
van de stand LOCK/OFF in de stand ON/
RUN zetten en tevens het rempedaal inge-
trapt houden. Anders kan de keuzehendel
beschadigd raken.
• Laat de motor NOOIT met hoge toerental-
len draaien als u vanuit de standen PARK
of NEUTRAL naar een andere versnelling
schakelt, want anders kan schade aan de
aandrijflijn ontstaan.
De volgende punten zijn van belang om er
zeker van te zijn dat u de keuzehendel in de
stand PARK hebt gezet:
• Wanneer u naar de stand PARK schakelt,
beweeg de keuzehendel dan krachtig hele-
maal naar voren en naar links totdat de
hendel stopt en volledig op zijn plaats zit. •
Kijk op de indicator voor de standen van de
keuzehendel en controleer of de PARK-stand
wordt aangegeven.
• Controleer, terwijl het rempedaal is losgela-
ten, of de keuzehendel uit de stand PARK
schuift.
REVERSE (ACHTERUIT)
Deze stand dient om het voertuig achteruit te
rijden. Zet de keuzehendel alleen in de stand
REVERSE (achteruit) als de auto helemaal stil-
staat.
NEUTRAL (NEUTRAAL)
Deze stand wordt gebruikt wanneer het voer-
tuig lange tijd stilstaat met draaiende motor. In
deze stand kunt u de motor starten. Trek de
parkeerrem aan en schakel de automatische
versnellingsbak in de stand PARK als u het
voertuig verlaat.WAARSCHUWING!
Laat de auto niet vrij rollen met de keuzehen-
del in NEUTRAL en zet nooit het contact af
om in vrijloop een heuvel af te dalen. Dit zijn
onveilige rijgewoonten waardoor u minder
snel kunt reageren op veranderingen in het
verkeer of in rijomstandigheden. U zou de
macht over het stuur kunnen verliezen en een
ongeluk kunnen veroorzaken.
LET OP!
Slepen, laten uitrollen en om andere redenen
rijden terwijl de transmissie in de stand NEU-
TRAL staat, kan ernstige schade aan de
transmissie tot gevolg hebben. Raadpleeg
voor meer informatie “Het slepen achter een
motorhome” onder “Starten en bedienen” en
“Het afslepen van een defect voertuig” onder
“Wat te doen in noodgevallen”.
254
onafhankelijk van de gekozen versnelling. PAR-
KEREN, ACHTERUIT EN NEUTRAAL blijven
wel werken. Het storingsindicatielampje (MIL)
is misschien aan. Dankzij de noodloopmodus
kan de auto voor reparatie naar een erkende
dealer worden gereden zonder dat de trans-
missie beschadigd raakt.
In het geval van een kortstondig probleem kan
de transmissie weer worden ingesteld om alle
voorwaartse versnellingen terug te krijgen als
de volgende stappen worden uitgevoerd:
1. Stop de auto.
2. Zet de transmissie in de stand PARK (par-
keren).
3. Zet de contactschakelaar in de stand
LOCK/OFF.
4. Wacht ongeveer 10 seconden.
5. Start de motor opnieuw.
6. Schakel naar de gewenste versnelling. Als
het probleem is verholpen, hervat de versnel-
lingsbak de normale werking.OPMERKING:
Ook al kan de versnellingsbak opnieuw wor-
den afgesteld, wordt het toch aangeraden zo
snel mogelijk naar uw erkende dealer te
gaan. Uw dealer kan met meetapparatuur
bepalen of het probleem zich nogmaals kan
voordoen.
Als geen versnellingsbak-reset mogelijk is, is
onderhoud door de dealer vereist.
Electronic Range Select (ERS -
elektronische bereikselectie) Bediening
Met Electronic Range Select (ERS) (elektro-
nisch schakelen) kan de bestuurder instellen
welke versnelling de hoogst beschikbare is
wanneer de keuzehendel in de stand DRIVE
staat. Als u de keuzehendel bijvoorbeeld in de
derde versnelling zet, zal er niet worden opge-
schakeld naar een hogere versnelling, maar
wel normaal worden teruggeschakeld naar de
tweede en eerste versnelling.
Met ERS (of de modus TOW/HAUL) wordt een
extra kruipversnelling ingeschakeld die nor-
maal gesproken niet wordt gebruikt bij het
doorschakelen in een hogere versnelling. Deze
extra tussenschakeling kan de prestatie en hetkoelvermogen van de auto verbeteren als een
aanhanger de helling wordt opgetrokken. In de
ERS-modus zijn 1, 2 en 3 kruipversnellingen en
is ERS 4 een directe versnelling. ERS 5 en 6
(overdrive-versnellingen) zijn hetzelfde als de
normale vierde en vijfde versnelling.
U kunt bij elke rijsnelheid schakelen tussen de
stand DRIVE en de ERS-modus. Wanneer de
keuzehendel in de stand DRIVE staat, werkt de
versnellingsbak automatisch en wordt er ge-
schakeld tussen alle beschikbare versnellin-
gen. Door de keuzehendel naar links (-) te
tikken, wordt de ERS-modus geactiveerd, de
huidige versnelling in het instrumentenpaneel
weergegeven, en blijft deze versnelling de
hoogst beschikbare versnelling. Als u in de
ERS-modus de keuzehendel kort naar links (-)
of rechts (+) duwt, wordt een andere versnel-
ling ingesteld als hoogste beschikbare versnel-
ling.
Als u de ERS-modus wilt beëindigen, houdt u
de keuzehendel naar rechts (+) gedrukt totdat
de indicator van de keuzehendel in de instru-
mentengroep opnieuw de letter
Dweergeeft.
256
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Laat de sleutelhouder niet achter in het
contact of in de buurt van de auto, en laat
de Keyless Enter-N-Go niet achter in de
ACC- of ON/RUN-stand. Een kind zou de
elektrische raambediening of andere scha-
kelaars kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen brengen.
• Controleer of de handrem volledig vrij staat
voor u gaat rijden. Als u dit niet doet, kan dit
leiden tot het uitvallen van de remmen,
hetgeen tot een aanrijding kan leiden.
• De handrem moet altijd goed aangetrokken
zijn wanneer u de auto verlaat. Anders kan
de auto wegrollen en schade of letsel ver-
oorzaken. Zorg ook dat u de versnellings-
bak in PARK laat. Als dit wordt nagelaten
kan de auto gaan rollen en zo schade of
letsel veroorzaken.LET OP!
Als het waarschuwingslampje van het rem-
systeem aan blijft nadat de handrem is losge-
laten, duidt dit op een defect van het remsys-
teem. Laat de remmen onmiddellijk nakijken
door een erkende dealer.
ELEKTRONISCH REMSYSTEEMUw voertuig is uitgerust met een geavanceerd
elektronisch remsysteem dat de volgende on-
derdelen bevat: antiblokkeersysteem (ABS),
tractiecontrolesysteem (TCS), remondersteu-
ning (BAS), elektronische rolbeveiliging (ERM)
en een elektronische stabiliteitsregeling (ESC).
Al deze vijf systemen werken samen om de
stabiliteit en controle over de auto in verschil-
lende rijomstandigheden te handhaven. Daarnaast is uw voertuig uitgerust met TSC
(Trailer Sway Control / trailerstabilisatie), HAS
(Hill Start Assist / wegrijhulp op hellingen), BLD
(Brake Limited Differential / beperkteslipdiffe-
rentieel met remfunctie), Ready Alert Braking
(anticiperend remsysteem), Rain Brake Sup-
port (remdroogfunctie bij nat weer) en, indien
voorzien van vierwielaandrijving met de MP
3023 tweetraps tussenbak, HDC (Hill Descent
Control / afdaalsysteem).Antiblokkeersysteem (Anti-Lock
Brake System, ABS)
Dit systeem helpt de bestuurder het voertuig
onder controle te houden in ongunstige rem-
omstandigheden. Het systeem regelt de hy-
draulische remdruk om het blokkeren van de
wielen te voorkomen. Bovendien helpt het bij
het voorkomen van slippen tijdens het remmen
op een glad wegoppervlak.
274
OPMERKING:
•Stappen 1 t/m 6 zijn voorwaarden waar-
aan voldaan moet zijn voordat u de NEU-
TRAL (N)-schakelaar drukt en gedurende
de vier seconden waarin de schakeling
naar de NEUTRAL-stand wordt uitge-
voerd. Wanneer, voor het drukken van de
NEUTRAL (N)-schakelaar, of tijdens de
tijdsverloop van vier seconden, niet aan
deze voorwaarden wordt voldaan, zal het
indicatielampje NEUTRAL (N) knipperen
totdat aan alle voorwaarden voldaan is, of
tot de NEUTRAL (N)-schakelaar losgela-
ten wordt.
• Om te kunnen schakelen en om de indi-
catielampjes voor de schakelstanden te
laten werken moet het contact in de stand
ON/RUN staan. Wanneer het contact niet
op ON/RUN staat, kan niet geschakeld
worden en branden of knipperen de indi-
catielampjes voor de schakelstanden
niet.
• Een knipperend NEUTRAL-indicatie-
lampje geeft aan dat niet aan de schakel-
voorwaarden is voldaan. Uit NEUTRAL (N) schakelen
Volg de onderstaande procedure om uw auto
voor te bereiden op normaal gebruik.
1. Zet het voertuig geheel stil, maar laat het
gekoppeld aan het slepend voertuig.
2. Trek de handrem volledig aan.
3. Sluit de massakabel weer aan op de min-
pool van de accu.
4. Zet de contactschakelaar in de stand
LOCK/OFF.
5. Draai het contact naar stand ON/RUN maar
start de motor niet.
6. Druk het rempedaal in en houd deze vast.
7. Zet de transmissie in de stand NEUTRAL
(Neutraal).
8. Druk met de punt van een balpen, of een
soortgelijk voorwerp, de verzonken schakelaar
in van de
Neutral-stand van de tussenbak
(deze schakelaar bevindt zich naast de keuze-
schakelaar) en houd deze knop één seconde
ingedrukt.
OPMERKING:
Om de tussenbak uit de stand NEUTRAL (N)
te schakelen, moet de motor mogelijk wor-
den afgezet om het botsen van tandwielen te
voorkomen.
NEUTRAL (N)-schakelaar
311
Voorbereiding voor het starten met
startkabels
De accu van uw voertuig bevindt zich onder de
bijrijderstoel. Onder de motorkap zijn hulppo-
len geplaatst om het starten met behulp van
startkabels mogelijk te maken.
WAARSCHUWING!
•Pas op voor de radiatorventilator wanneer
de motorkap omhoog staat. Deze kan op
elk ogenblik aanslaan wanneer het contact
ingeschakeld is. Er bestaat gevaar voor
verwonding door draaiende ventilatorbla-
den.
• Verwijder alle metalen sieraden zoals hor-
loges of armbanden die onbedoeld elek-
trisch contact kunnen maken. U kunt ern-
stig gewond raken.
• Accu’s bevatten zwavelzuur dat in uw huid
en ogen kan branden en ze produceren
waterstofgas dat ontvlambaar en explosief
is. Houd open vuur of vonken daarom altijd
uit de buurt van de accu.
1. Trek de handrem aan, zet de automatische
transmissie in de stand PARK (parkeren) en zet
de contactschakelaar in de stand LOCK (ver-
grendelen).
2. Schakel de verwarming, de radio en alle
overbodige stroomverbruikers uit. 3. Verwijder de beschermkap van de positieve
(+)
hulppool. Trek de kap naar voren om deze
te verwijderen.
4. Wanneer u een ander voertuig auto gebruikt
voor het starten met behulp van startkabels,
parkeer dit voertuig dan zo dat accu met de
startkabels bereikbaar is, trek de handrem aan
en zorg ervoor dat de contactschakelaar in de
stand OFF staat.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat beide voertuigen geen con-
tact kunnen maken. Hierdoor kan een massa-
verbinding ontstaan met mogelijk persoonlijk
letsel als gevolg.
Procedures voor starten met
startkabels
WAARSCHUWING!
Het niet opvolgen van deze procedure kan
door een exploderende accu leiden tot per-
soonlijk letsel of schade aan eigendommen.
Locatie hulppolen
1 — Positieve (+) hulppool (met beschermkap)
2 — Negatieve (-) hulppool
322
SleepmethodeWielen van de grond Modellen met vierwielaandrijving
Slepen met alle wielen op de grond GeenZie de instructies in “Slepen achter een motorhome” onder “Starten en be-
dienen”
•
Transmissie in PARK
• Tussenbak in NEUTRAL
• Slepen in voorwaartse richting
Slepen met behulp van een wiellift of dolly Voor
NIET TOEGESTAAN
Achter NIET TOEGESTAAN
Autoambulance ALLE BESTE METHODE
Het juiste sleep- of takelgereedschap is vereist
om schade aan uw auto te voorkomen. Gebruik
uitsluitend sleepstangen en andere apparaten
welke voor dit specifieke doel zijn ontwikkeld.
Volg hierbij altijd nauwgezet de instructies van
de fabrikant. Het gebruik van veiligheidskettin-
gen is verplicht. Bevestig sleepstangen of an-
dere sleepmiddelen altijd aan een dragend
deel van het voertuig, nooit aan bumpers of
hieraan bevestigde beugels. De nationale en
plaatselijke wetten m.b.t. het slepen van voer-
tuigen moeten worden opgevolgd. Wanneer u tijdens het slepen accessoires
wenst te gebruiken (ruitenwissers, ruitont-
dooier, enz.), dient de contactschakelaar in
stand ON/RUN te staan en niet in stand ACC.
Wanneer de accu van het voertuig leeg is,
raadpleeg
Handmatig uitschakelen verbin-
ding rem/transmissie (onder Starten en bedie-
nen, automatische transmissie) voor instructies
hoe de automatische transmissie uit de PARK-
stand te schakelen voor het afslepen.
LET OP!
• Hang de auto niet in een strop om te
slepen. Bij het vastmaken van de auto op
een sleepwagen mogen de suspensie-
onderdelen vóór of achter niet worden vast-
gemaakt. Door een foutieve sleepwijze kan
uw auto worden beschadigd.
• Wanneer het af te slepen voertuig bestuur-
baar moet blijven, moet het contact in de
stand ON/RUN of ACC staan, niet in de
stand LOCK/OFF.
326
Slepen zonder contactsleutelEr moeten speciale voorzorgsmaatregelen wor-
den genomen wanneer de auto wordt gesleept
met het contact in de stand LOCK/OFF. De
enige goedgekeurde methode voor slepen
zonder contactsleutel is op een dieplader. Ge-
schikte sleepuitrusting is noodzakelijk om
schade aan de auto te voorkomen.
Voertuigen met vierwielaandrijvingDe fabrikant raadt aan om de auto te vervoeren
met alle vier wielenVA Nde grond. Accepta-
bele methoden zijn het vervoeren van het voer-
tuig op een autoambulance of deze te slepen
met het ene einde opgetakeld en het andere
einde geplaatst op een dolly. Wanneer geen autoambulance beschikbaar is
en de tussenbak nog functioneert, mag het
voertuig gesleept worden (uitsluitend in voor-
waartse richting en met
ALLEwielen op de
grond), WANNEER de tussenbak in NEUTRAL
staat en met de transmissie in PARK. Zie
“Slepen achter een motorhome” onder “Starten
en bedienen” voor meer informatie.
LET OP!
• Gebruik geen wiellift voor de voor- of ach-
terwielen. Het gebruik van een wiellift voor
de voor- of achterwielen bij het slepen zal
resulteren in interne schade aan de trans-
missie of tussenbak.
• Het niet volgen van deze sleepmethoden
kan leiden tot ernstige beschadiging van de
transmissie en/of de tussenbak. Dergelijke
schade wordt niet gedekt door de beperkte
garantie van een nieuw voertuig.
327