ELEKTRONISCH REMSYSTEEM
Uw auto is uitgerust met een geavanceerde elektroni-
sche remkrachtregeling die gewoonlijk ESC wordt ge-
noemd. Dit systeem bestaat uit een antiblokkeersys-
teem (ABS), een remassistent (Brake Assist System
(BAS)), een tranctieregelsysteem (Traction Control
System (TCS)), elektronische kantelbeveiliging (Elec-
tronic Roll Mitigation (ERM)), elektronische stabili-
teitsregeling (Electronic Stability Control (ESC)), en
stabilsatieregeling voor aanhangers (Trailer Sway Con-
trol (TSC)). Deze systemen werken samen zodat de
auto stabiel en bestuurbaar is bij verschillende rijom-
standigheden.
ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS)
Het antiblokkeersysteem (ABS) zorgt voor extra voer-
tuigstabiliteit en meer remwerking als er geremd moet
worden. Het systeem gaat automatisch pompend rem-
men in moeilijke remsituaties, om zo het blokkeren van
de wielen te voorkomen.
Wanneer u sneller rijdt dan 11 km/u hoort u mogelijk
ook een zacht klikkend geluid, samen met wat geluid uit
de motor. Deze geluiden horen bij een zelftest die het
systeem uitvoert om te controleren of het ABS naar
behoren functioneert. Deze zelftest wordt steeds uit-
gevoerd na het starten van de motor, zodra de auto een
snelheid van 11 km/u bereikt.ABS wordt geactiveerd onder bepaalde rijomstandig-
heden en remcondities. ABS grijpt mogelijk in als de
auto over ijs, sneeuw, grint, kuilen, spoorrails of losse
rommel rijdt of wanneer u een noodstop maakt.
Wanneer het ABS-systeem actief is, kunt u dit als volgt
merken:
De ABS-pompmotor draait (deze kan nog korte tijd
aan blijven nadat de auto al stilstaat),
De hydraulische magneetkleppen maken klikgelui- den,
Pulsering van het rempedaal en
het rempedaal daalt iets of kan iets verder ingetrapt worden nadat de auto tot stilstand is gekomen.
Dit zijn normale eigenschappen van het ABS-systeem.
WAARSCHUWING!
Het ABS-systeem bevat geavanceerde
elektronica die onderhevig is aan storin-
gen van een onjuist geïnstalleerde of krachtige
radiozendinstallatie. Dergelijke storingen kun-
nen zorgen dat de ABS-werking geheel wegvalt .
Dergelijke apparatuur mag uitsluitend door be-
voegde vakmensen worden geïnstalleerd.
(Vervolgd)
123
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
(Vervolgd)
Pompend remmen heeft op het ABS-systeem
een averechtse uitwerking. De effectieve rem-
kracht wordt hierdoor verminderd en het risico
van een ongeval neemt toe. Pompend remmen
verlengt de remweg. Wanneer u wilt remmen of
stoppen, trapt u gewoon stevig het rempedaal in.
Met het ABS wordt niet voorkomen dat de auto
onderworpen blijft aan de wetten der natuur. De
effectiviteit van de remmen wordt door ABS niet
verder verhoogd dan de remmen, banden en trac-
tie van de auto toelaten.
Het ABS voorkomt geen ongelukken ten ge-
volge van bijvoorbeeld te hoge snelheden in
bochten, te weinig afstand houden of aquapla-
ning.
Gebruik de mogelijkheden van een auto met
ABS nooit op een roekeloze of risicovolle wijze
die de veiligheid van uzelf of anderen in gevaar
brengt .
Alle wielen en banden van de auto moeten van dezelfde
maat en hetzelfde type zijn en de bandenspanning moet
correct zijn, zodat de regeleenheid correcte signalenontvangt. ABS-lampje
Het ABS-lampje dient ter controle van het
ABS-systeem. Dit lampje gaat branden wan-
neer u de contactschakelaar in de stand ON
zet en kan daarna nog vier seconden blijvenbranden.
Als het ABS-lampje tijdens het rijden aan blijft of gaat
branden, wijst dit erop dat het ABS-gedeelte van het
remsysteem niet functioneert en dat onderhoud nodig
is. Het gewone remsysteem zal echter normaal functi-
oneren, zolang het remwaarschuwingslampje nietbrandt.
Wanneer het ABS-lampje brandt, moet u het remsys-
teem zo spoedig mogelijk laten controleren om weer
voordeel te hebben van de antiblokkeerremmen. Als
het ABS-lampje niet gaat branden wanneer u de con-
tactschakelaar in de stand ON zet, moet dit lampje zo
snel mogelijk worden gerepareerd.
Als zowel het remwaarschuwingslampje als het ABS-
lampje aan blijven, zijn de systemen voor antiblokkering
van de remmen (ABS) en elektronische remkrachtver-
deling (EBD) uitgevallen. Het ABS-systeem moet dan
onmiddellijk worden gerepareerd.
BRAKE ASSIST SYSTEM (BAS)
Het BAS-systeem is ontworpen om de remcapaciteit
van een voertuig te optimaliseren tijdens noodremsi-
tuaties. Het systeem detecteert een noodremsituatie
124UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
(Vervolgd)
Een losse TIREFIT -set kan bij een noodstop of
ongeval naar voren schieten en zo de inzittenden
ernstig letsel toebrengen. DeTIREFIT-set altijd op
de daarvoor voorziene plaats opbergen. Als geen
gehoor wordt gegeven aan deze waarschuwin-
gen, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg
hebben voor u, de inzittenden en anderen in uw
omgeving.
Voorkom dat TIREFIT in contact komt met
haar, ogen of kleding. TIREFIT is schadelijk bij
inademen, inslikken en huidcontact . Het veroor-
zaakt irritatie van de huid, ogen en luchtwegen.
Spoel onmiddellijk met veel water na eventuele
aanraking met de ogen of de huid.Verkleed u zo
snel mogelijk als TIREFIT in aanraking is geko-
men met de kleding.
De afdichtingsoplossing van TIREFIT bevat la-
texrubber. Bij een allergische reactie of huiduit-
slag onmiddellijk een arts raadplegen. Houd TI-
REFIT buiten het bereik van kinderen. Bij
inslikken de mond met veel water uitspoelen en
veel water drinken. Braken niet opwekken! Di-
rect een arts raadplegen. Een band repareren met TIREFIT
(A) Wanneer u stopt om TIREFIT aan te
brengen:
1. Parkeer de auto op een veilige plaats en schakel de
waarschuwingsknipperlichten in.
2. Zorg dat het ventiel (op het wiel van de lekke band) zich vlakbij de grond bevindt. In die stand reiken de
TIREFIT-slangen (6) en (7) tot het ventiel en kan de
TIREFIT-set plat op de grond staan. Hierdoor be-
vindt het pakket zich in de beste positie voor het
inspuiten van het afdichtingsmiddel in de lekke band
en het bedienen van de luchtpomp. Verplaats de
auto zonodig om het ventiel in die positie te
brengen voordat u begint.
3. Zet de versnellingsbak in PARK (automatische ver- snellingsbak) of in een versnelling (handmatige ver-
snellingsbak) en zet het contact uit.
4. Trek de handrem aan.
(B) Voorbereiding op het gebruik van TIREFIT:
1. Draai de functieregelknop (5) in de stand voor de afdichtingsfunctie.
2. Rol de afdichtingsslang (6) uit en verwijder de dop van de fitting aan het uiteinde van de slang.
3. Zet de TIREFIT-set plat op de grond naast de lekke band.
4. Verwijder het dopje van het ventiel en schroef de fitting aan het uiteinde van de afdichtingsslang (6) op
het ventiel.
267
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD