(Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter
of daar waar ze toegang tot een niet afgesloten
auto hebben.
Kinderen zonder toezicht in een auto achterla-
ten is om verschillende redenen gevaarlijk. Kin-
deren of derden kunnen ernstige of dodelijke
verwondingen oplopen.Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal of de
versnellingspook mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van de auto en laat Keyless Enter-N-Go
niet in de stand ACC of ON/RUN staan. Een kind
zou de elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto in be-
weging kunnen brengen.
SLEUTELBLOKKERING
Deze auto is uitgerust met sleutelblokkering waardoor
de versnellingspook in de stand PARK moet worden
gezet voordat de motor kan worden uitgeschakeld.
Hiermee wordt voorkomen dat de bestuurder per
ongeluk uit de auto stapt zonder de versnellingspook in
de stand PARK te zetten.
Het systeem vergrendelt ook de versnellingspook in de
stand PARK wanneer de contactschakelaar in de stand
OFF staat. REM-/SCHAKELBLOKKERING
Deze auto is voorzien van rem-/schakelblokkering
(BTSI) die ervoor zorgt dat de versnellingspook in de
stand PARK blijft tenzij het rempedaal wordt ingetrapt.
Om de versnellingspook uit de PARK-stand te zetten
moet de contactschakelaar in de stand ON/RUN wor-
den gezet (al dan niet met draaiende motor) en het
rempedaal worden ingetrapt.
ZESTRAPS AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
De indicator voor de standen van de versnellingspook
(op het instrumentenpaneel) geeft de versnellingen
aan. U moet het rempedaal intrappen om de versnel-
lingspook uit de stand PARK te zetten (raadpleeg
“Rem-/schakelblokkering (BTSI)” in dit hoofdstuk). Om
te gaan rijden dient u de versnellingspook vanuit de
stand PARK of NEUTRAL in de stand DRIVE te zetten.
De elektronisch geregelde versnellingsbak zorgt voor
een nauwkeurig schakelpatroon. Het elektronisch sys-
teem van de versnellingsbak is zelf-kalibrerend; vandaar
dat de eerste schakelingen bij een nieuwe auto in het
begin wat abrupt kunnen zijn. Dat is echter normaal.
Het nauwkeurige schakelpatroon ontwikkelt zich bin-
nen enkele honderden kilometers rijden.
U mag uitsluitend van DRIVE naar PARK of REVERSE
schakelen nadat u het gas hebt losgelaten en de auto
tot stilstand is gekomen. Houd altijd uw voet op het
rempedaal als naar deze standen schakelt.
224
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van de auto en laat Keyless Enter-N-Go
niet in de stand ACC of ON/RUN staan. Een kind
zou de elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto in be-
weging kunnen brengen.
Voordat u de versnellingspook uit de
stand PARK zet , moet u de contactscha-
kelaar van de stand LOCK/OFF in de
stand ON/RUN zetten en tevens het rempedaal
ingetrapt houden.Anders kan de versnellingspook
beschadigd raken.
Laat de motor NOOIT met hoge toerentallen
draaien als u vanuit de standen PARK of NEU-
TRAL naar een andere versnelling schakelt , want
anders kan schade aan de aandrijflijn ontstaan.
De volgende punten zijn van belang om er zeker van te
zijn dat u de versnellingspook in de stand PARK hebtgezet:
Wanneer u naar de stand PARK schakelt, beweeg de versnellingspook dan krachtig helemaal naar voren
en naar links totdat de pook stopt en volledig op zijn
plaats zit. Kijk op de versnellingsindicator en controleer of de
PARK-stand wordt aangegeven.
Controleer, terwijl het rempedaal is losgelaten, of de versnellingspook uit de stand PARK schuift.
REVERSE
Deze stand is bedoeld om achteruit te rijden. Zet de
versnellingspook alleen in de stand REVERSE (achter-
uit) als de auto helemaal stilstaat. NEUTRAL
Gebruik deze stand wanneer de auto langere tijd stil-
staat met draaiende motor. In deze stand kunt u de
motor starten. Trek de parkeerrem aan en schakel naar
PARK als u het voertuig verlaat.
WAARSCHUWING!
Laat de auto niet uitrollen als de ver-
snellingspook in de stand NEUTRAL
staat en schakel nooit het contact uit om in
vrijloop een helling af te dalen. Dit zijn onveilige
handelingen waarbij u minder snel kunt reageren
op veranderingen van het verkeer of wegomstan-
digheden. U zou de macht over het stuur kunnen
verliezen en een ongeluk kunnen veroorzaken.
227
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Geluidssysteem . . . . Raadpleeg het geluidssysteemboekje
GevaarRijden door stromend, hoog of ondiep,
niet-stromend water . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
Glad wegdek, rijden op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
Gloeilampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213,271
Gordelspanners Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Gordelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
Gordelsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172,203,206
Gordelsystemen (sedan) . . . . . . . . . . . . . . 200,203,205
Gordelsystemen, kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
Gordelverankering, kinderzitje . . . . . . . . . . . . . . . 193
Grootlichtschakelaar/dimmerschakelaar . . . . . . . . . . 81
Handgeschakelde versnellingsbak . . . . . . . . . . . 221,312 Controle vloeistofpeil . . . . . . . . . . . . . . . . . 312,313
Keuze van het smeermiddel . . . . . . . . . . . . . 312,313
Terugschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
Verversingsinterval vloeistof . . . . . . . . . . . . . 312,313
Handleiding voor het trekken van een aanhanger . . . 237
Hoofdcilinder (remmen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Hulpstopcontract (stopcontact) . . . . . . . . . . . . . . . 97
Hulpversnellingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313,331
Immobilisator (Sentry-sleutel) . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Indicatielampje groot licht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Informatiecentrum, voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Inklapbare buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Inrijden van nieuw voertuig, aanbevelingen . . . . . . . 214
Inrijperiode nieuw voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214 Inschakelen van het antidiefstalsysteem (beveiliging) . . 16
Inschuifbare bagageruimtecover . . . . . . . . . . . . . . . 117
Instapruimte, verlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Instelbare stuurkolom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Instructieboekje (bedrijfshandboek) . . . . . . . . . . . . . . 4
Instructies voor het opkrikken . . . . . . . . . . . . . . . 259
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246,247
Instrumentenpaneel en bedieningen . . . . . . . . . . . . . . 6
Instrumentenpaneel reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
Instrumentenpaneeldeksel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Intensiteit overdag, interieurverlichting . . . . . . . . . . . 82
Intensiteit, interieurlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Interieur, verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . 315
Interieur, zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Intervalstand ruitenwissers (intervalschakeling van
de ruitenwissers) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Kaart-/leeslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Kantelbare rugleuning passagiersstoel
(Easy Entry System) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Keuze van de koelvloeistof (antivries) . . . . . 306,307,330
Keyless Enter-N-Go . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108,215
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186,189
Kinderen beveiligen . . . . . . . . . . . 186,190,192,193,196
Kinderzitje, gordelverankering . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Klimaatregeling, airco . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Kniebescherming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
Knipperlichten
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . 80,213,248
Waarschuwingsknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . 93
Knipperlichten, richtingaanwijzers . . . . . 80,213,248,275
338
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD