LocatiePatroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F107 10 A rood Achteruitrijcamera –
Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F108 15 A
blauw Instrumentenpaneel
F109 10 A rood Airconditioning /
HVAC
F110 10 A rood Regelaar voor vast-
houden inzittende
F112 10 A rood Reserve
F114 20 A geel Aanjager / motor
airconditioning ach-
terin
F115 20 A geel Motor achterruitwis-ser
F116 30 A roze Achteruitverwarming(EBL)
F117 10 A rood Verwarmde spiegels
F118 10 A rood Regelaar voor vast-
houden inzittende
F119 10 A rood Regelmodule stuur-
kolom
LocatiePatroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F120 10 A rood Vierwielaandrijving –
Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F121 15 A
blauw Draadloze ontste-kingsnode
F122 25 amp
Blanco Module bestuur-
dersportier
F123 25 amp
Blanco Module passagier-
sportier
F124 10 A rood Spiegels
F125 10 A rood Regelmodule stuur-
kolom
F126 10 A rood Audioversterker
F127 20 A geel Trekhaak – Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F128 15 A
blauw Radio
F129 15 A
blauw Video/dvd – Voorbepaalde
uitvoeringen/
markten
F130 15 A
blauw Klimaatregeling /
instrumentenpaneel
278
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
ONDERHOUDSPROCEDURES
De volgende pagina's bevatten devereisteonder-
houdswerkzaamheden zoals vastgesteld door de fabri-
kant van uw auto.
Naast de onderhoudsaspecten die genoemd zijn in het
onderhoudsschema zijn er nog andere componenten
die op een later tijdstip onderhouden of vervangen
moeten worden.
Het niet goed onderhouden van uw
voertuig of het achterwege laten van be-
nodigde beurten en reparaties kan leiden
tot duurdere reparaties, schade aan andere on-
derdelen of slechtere prestaties van het voertuig.
Laat mogelijke storingen onmiddellijk onderzoe-
ken bij een erkende dealer of garagebedrijf.
Uw auto is geproduceerd met verbeterde vloei-
stoffen, waardoor de prestaties en duurzaamheid
van uw auto behouden blijven en er langere on-
derhoudsintervallen mogelijk zijn. Gebruik geen
chemicaliën voor het spoelen van deze onderde-
len, omdat de chemicaliën uw motor, versnellings-
bak, stuurbekrachtiging of airconditioning kun-
nen beschadigen. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de beperkte garantie van een nieuw
voertuig. Als het nodig is om te spoelen vanwege
een storing, gebruik daarvoor dan alleen de voor-
geschreven vloeistof.
MOTOROLIE
Oliepeil controleren – Benzinemotor
Om een optimale smering van de motor te waarbor-
gen, moet het juiste motoroliepeil gehandhaafd blijven.
Controleer het oliepeil daarom regelmatig, bijvoor-
beeld bij elke tankstop.
297
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
WAARSCHUWING!
Accuvloeistof is een gevaarlijke corro-
sieve vloeistof die brandwonden of zelfs
blindheid kan veroorzaken. Zorg dat uw ogen,
huid en kleding niet in contact komen met het
accuzuur. Leun niet over de accu terwijl u de
klemmen aansluit .Wanneer accuzuur in de ogen
of op de huid spat , spoel dan onmiddellijk met
een ruime hoeveelheid schoon water.
Accugas is brandbaar en explosief. Houd vuur
en vonken uit de buurt van de accu. Gebruik geen
hulpaccu of andere stroombron van meer dan
12 volt . Zorg dat de kabelklemmen elkaar niet
raken.
Accupolen en bijbehorende accessoires bevat-
ten lood en loodhoudende stoffen. Was uw han-
den na het werken met accu’s.
Let er bij het aansluiten van de accuka-
bels op dat de pluskabel op de pluspool
(+) en de minkabel op de minpool (-)
aangesloten worden. De aansluitpolen zijn ge-
markeerd als positief (+) en negatief (-) op de
accubehuizing. De kabelklemmen moeten stevig
op de aansluitpolen zitten en mogen geen corro-
sie vertonen.
Wanneer u een snellader gebruikt terwijl de
accu nog in de auto zit , koppel dan beide accuka-
bels los voordat u de lader op de accu aansluit .
Gebruik een "snellader" nooit als starthulp, u
kunt de accu zo beschadigen.
ONDERHOUD VAN DE AIRCONDITIONING
Voor optimale prestaties kunt u het aircosysteem het
best laten controleren door een erkende dealer aan
het begin van het zomerseizoen. Bij deze onderhouds-
beurt moeten ook de condensorribben worden gerei-
nigd en moet een bedrijfstest worden uitgevoerd. Laat
ook de spanning van de aandrijfriem controleren.Spoel het systeem van de airconditioning
niet met chemicaliën, omdat daardoor de
onderdelen van de airconditioning be-
schadigd kunnen raken. Dergelijke schade wordt
niet gedekt door de beperkte garantie van een
nieuw voertuig.
300
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitend
door de fabrikant goedgekeurde com-
pressorsmeermiddelen en koelmiddelen. Som-
mige niet-goedgekeurde koelmiddelen zijn ont-
vlambaar, kunnen ontploffen en ernstig letsel
veroorzaken. Andere niet-goedgekeurde koel-
middelen of smeermiddelen kunnen de werking
verstoren en hoge reparatiekosten veroorzaken.
Het aircosysteem bevat een koelvloeistof on-
der hoge druk. Om persoonlijk letsel of schade
aan het systeem te voorkomen mag het bijvullen
van koelmiddel, of andere reparaties waarbij lei-
dingen moeten worden losgekoppeld, alleen wor-
den uitgevoerd door een vakbekwame en speci-
aal opgeleide monteur.
Koelmiddel terugwinnen en hergebruiken
Het airconditioningsysteem van uw auto bevat R-134a,
een koelmiddel dat de ozonlaag in de bovenste atmo-
sfeer niet aantast. De fabrikant adviseert om het on-
derhoud aan het airconditioningsysteem te laten uit-
voeren door een erkende dealer of een bedrijf dat
beschikt over een installatie om het koelmiddel op te
vangen en te recycleren. OPMERKING: Gebruik alleen vloeibare afdichtings-
middelen voor aircosystemen, producten voor het
stoppen van lekken, afdichtingsconditioners, compres- sorolie of koelmiddelen die goedgekeurd zijn door defabrikant.
A/C-LUCHTFILTER (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Raadpleeg "Onderhoudsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
WAARSCHUWING!
Het luchtfilter van het aircosysteem niet
verwijderen als de aanjager aanstaat ,
anders kan persoonlijk letsel het gevolg zijn.
Het luchtfilter van het aircosysteem bevindt zich in de
luchtinlaat achter het handschoenenkastje. Volg de
onderstaande stappen om het filter te vervangen:
1. Open het handschoenenkastje en neem alle voor- werpen eruit.
2. Druk het lipje aan weerszijden van het handschoe- nenkastje naar binnen en trek tegelijkertijd zachtjes
aan het klepje van het handschoenenkastje tot beide
lipjes vrijkomen en het klepje opengaat op het
instrumentenpaneel. (afb. 179)
3. Klap het handschoenenkastje naar beneden.
4. De twee houders waarmee het filterdeksel aan de ventilatiebehuizing is bevestigd losmaken en het
deksel verwijderen. (afb. 180)
5. Verwijder het luchtfilter van de airco door het recht uit de behuizing te trekken.
301
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
6. Installeer het luchtfilter van de airco met de pijl ophet filter naar beneden wijzend. Bij het terugplaat- sen van het filterdeksel zorgen dat het deksel goed
in de houders klikt en vast wordt gezet.
Het luchtfilter van de airco is voorzien
van een pijl die de richting van de lucht-
stroom door het filter aangeeft . Als het
filter niet op de juiste wijze wordt geïnstalleerd,
moet het wellicht vaker worden vervangen.
7. Plaats het klepje van het handschoenenkastje weer terug. Zorg dat de scharnieren volledig op hun
plaats zitten als u het klepje omhoog doet. Anders
klikt het veerslot niet goed dicht.
SMEREN VAN CARROSSERIEDELEN
De sloten en alle scharnierpunten aan de carrosserie,
zoals de stoelrails, portierscharnieren en -rollers, kof-
ferbakdeksel, achterklep, schuifdeuren en motorkap-
scharnieren, moeten voor een stille en soepele werking
en bescherming tegen corrosie en slijtage regelmatig
worden gesmeerd met een vet op lithiumbasis. Voordat
carrosseriedelen worden gesmeerd moeten de desbe-
treffende punten goed worden gereinigd. Verwijder na
het smeren overtollig vet of olie. Let vooral op onder-
delen voor vergrendeling van de motorkap, om een
correcte werking te verzekeren. Als u werkzaamheden
onder de motorkap verricht, moet u eerst de motor-
kapvergrendeling reinigen en indien nodig smeren.
Smeer de buitenste portierslotcilinders twee keer per
jaar, bij voorkeur in het voorjaar en in het najaar. Breng
(afb. 179) Handschoenenkastje verwijderen(afb. 180)
Vervanging luchtfilter airconditioning
302
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Afvoeren van gebruikte koelvloeistof
Gebruikte koelvloeistof met ethyleenglycol is een spe-
ciale afvalstof die volgens de voorschriften afgevoerd
moet worden. Raadpleeg de gemeentelijke instanties
over de juiste wijze van afvoeren. Om inslikken door
kinderen of dieren te voorkomen, dient u koelvloeistof
met ethyleenglycol nooit in open vaten of houders te
bewaren. Laat de vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Wanneer een kind koelvloeistof
binnenkrijgt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Verwijder gemorste vloeistof onmiddellijk.
Koelvloeistofpeil
De radiator is normaliter helemaal gevuld. Het is dus
niet nodig de radiatordop te openen, behalve om de
antivriesconcentratie te controleren of de koelvloei-
stof te verversen. Maak uw monteur hierop attent.
Zolang de bedrijfstemperatuur van de motor in orde is,
hoeft u het expansiereservoir slechts eenmaal per
maand te controleren. Wanneer u koelvloeistof moet
bijvullen, moet u dat doen via de vulopening van het
expansiereservoir. Vul nooit te veel vloeistof bij.
VoorzorgsmaatregelenOPMERKING:Wanneer u na enkele kilometers de
auto tot stilstand brengt, ziet u mogelijk waterdamp
opstijgen vanuit de voorzijde van het motorruimte. Dat
is gewoonlijk het gevolg van een hoge luchtvochtigheid,
of van regen of sneeuw die bij de radiator is achterge-
bleven en die verdampt zodra de thermostaatklep opengaat en hete koelvloeistof de radiator binnen-
stroomt.
Wanneer bij een inspectie van de motorruimte blijkt
dat de radiator en de slangen geen defecten vertonen,
kunt u gerust met de auto gaan rijden. De damp zal snel
verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in het expansiereservoir.
Controleer het antivriesgehalte in de radiator en het
expansiereservoir. Als koelvloeistof moet worden
bijgevuld, moet ook de inhoud van het expansiere-
servoir tegen bevriezing worden beschermd.
Als u regelmatig koelvloeistof moet bijvullen of het peil in het expansiereservoir niet daalt zodra de
motor afkoelt, dient het koelsysteem via een druk-
test op lekkage te worden gecontroleerd.
Controleer of de overloopslangen van de radiator en het expansiereservoir niet gedeukt of geblokkeerdzijn.
Houd de voorzijde van de radiator schoon. Als uw auto is uitgerust met airconditioning, reinigt u de
voorzijde van de condensor.
Vervang nooit de thermostaat voor een zomer- of wintertype. Wanneer vervanging noodzakelijk is,
mag UITSLUITEND het gespecificeerde type ther-
mostaat worden ingebouwd. Andere modellen kun-
nen onvoldoende koelprestaties leveren en een ho-
ger brandstofverbruik en hogere emissiewaarden
teweegbrengen.
309
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
INHOUD VLOEISTOFFEN
Metrisch
Brandstof (ongeveer) 77,6 liter
Motorolie met filter
3,6l-motor 5,6 liter
2,0-liter dieselmotor 5,2 liter
Motorkoelsysteem*
3,6L dieselmotor en airconditioning met één of twee klimaatzones 12,4 liter
3,6L motor en airconditioning met drie klimaatzones 13,7 liter
2,0L dieselmotor en airconditioning met één of twee klimaatzones 9,1 liter
2,0L dieselmotor en airconditioning met drie klimaatzones 9,9 liter
* Inclusief verwarming en koelvloeistofreservoir gevuld tot aan MAX-peil.
329
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD