267
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD OPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen deverschillendegeluidsbronnen (radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) voor elke geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) zijnafgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen,hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand te zetten, de muziekstijl "Lineair" te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerden in de stand "Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde bovenin de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk "Audio".
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD'sis onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, muziekstijl) zijn niet op deCD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een muziekstijl te selecteren.
274
01
1
55
101
22
334466
131
111
99
144155
77881212161
1. Motor afgezet: - Kort indrukken: aan/uit .- Lang indrukken: CD pauzeren,geluidsweergave radio onderbreken. Draaiende motor: - Kort indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave radio onderbreken.- Lang indrukken: resetten van het systeem. 2. Volumeregeling (individueel voor iedere geluidsbron, inclusief berichten enwaarschuwingen van het navigatiesysteem).3. To egang tot het Menu "Radio". Weergave van het zenderoverzicht.4. To egang tot het Menu "Muziek". Weergave van tracks.
5. Toegang tot het Menu "SETUP". Lang indrukken: toegang tot het GPS-bereik ende demo-modus. 6. To egang tot het Menu "Telefoon". Weergave vanhet logboek gesprekken. 7. To egang tot het Menu "MODE". Selecteren van het achtereenvolgens weergevenvan: Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon(tijdens een gesprek), Boordcomputer. Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK).8. To egang tot het Menu "Navigatie". Weergave van de laatst gekozen bestemmingen.9. To egang tot het Menu "Verkeer". Weergave vande actuele verkeersinformatie. 10. ESC: huidige bewerking afbreken.11 . CD uitwerpen.
12. Selecteren van de vorige/volgende radiozender in hetoverzicht. Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst. Selecteren van het vorige/volgende pagina in een lijst.
13. Selecteren van de vorige/volgende radiozender. Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of vorig/volgend MP3-bestand. Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een in het geheugen opgeslagenradiozender. Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de huidige radiozender.
15. SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
16. Selectieknop voor de weergave op het display, afhankelijk van de context van het menu. Kort indrukken: contextmenu of bevestigen. Lang indrukken: specifi ek contextmenu van de weergegeven lijst.
BASISFUNCTIES
BEDIENINGSPANEEL MyWay
3 - 4. Lang indrukken: toegang tot de audio-instellingen: geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, lage-/hogetonenregeling, sfeerinstellingen, loudness,automatische volumecorrectie, standaardinstellingen.
290
07MULTIMEDIASPELERS
CD, CD MET MP3- OF WMA-BESTANDEN
INFORMATIE EN TIPS
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat dezeniet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één standaard voor het
branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-CD is het raadzaam de
standaard Joliet te gebruiken.
De M
yWay speelt bestanden met de extensie ".mp3" en een bitrate
van 8 tot 320 Kbps en bestanden met de extensie ".wma" en een
bitrate van 5 tot 384 Kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden
afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie (.mp4, .m3u...) kunnen
niet worden afgespeeld. De formaten MP3
(afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Audio Layer 3)en WMA (afkorting van Windows Media AudioM, eigendom van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van geluid die
de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op één CD te plaatsen.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " " ? ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
292
07
43 1
2
MULTIMEDIASPELERS
Sluit het externe apparaat (mp3-/WMA-speler…) met een geschikte
audiokabel aan op de JACK-
audioaansluiting of op de USB-poort.
Druk op de toets MU
SIC en druk
nogmaals op de toets of selecteer de
functie Menu Muziek en druk op de
draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de
geluidsbron AUXen druk op de draaiknop om tebevestigen, waarna het afspelen automatisch begint.
Selecteer de functie "Extern toestel" en druk op de draaiknop om hetexterne apparaat te activeren.
Extern toestel
De weergave- en bedieningsfuncties lopen via de externe
apparatuur zelf.
AUX-INGANG GEBRUIKEN (AUX)
Menu Muziek
JACK/USB-KABEL NIET MEEGELEVERD
301
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende
geluidsbronnen (radio, CD...). Voor een optimaal luister
genot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellin
gen (volume,
bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen,hoge tonen, fader, balans) in de middelste stand
te zetten, de geluidssfeer Geen te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten
als de CD-speler is geselecteerd en in de stand"Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
D
e CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler
geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De
CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
-
Controleer of de CD met de juiste zijde boven
in de speler is geplaatst.
-
Controleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk "Audio".
- De CD-speler van de autoradio kan geen
DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommi
ge zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
De CD-s
peler levert een slechte geluidskwaliteit. De
gebruikte CD is bekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellin
gen (bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen
op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.
305
AUTORADIO
Uw Autoradio is zodanig gecodeerd dat deze uitsluitendin uw auto functioneert. Raadplaag het CITROËN-gg
netwerk als u het systeem voor gebruik in een andere
auto wilt laten confi gureren.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoerenbij stilstaande auto.
Enk
ele minuten na het afzetten van de motor kan deautoradio zichzelf uitschakelen om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
AUTORADIO / BLUETOOTH
01 Basisfuncties
02 Stuurkolomschakelaars
03 Hoofdmenu
04 Audio
05 USB Box
06 Bluetooth functies
07 Configuratie
08 Boordcomputer
09 Menustructuur displays
Veelgestelde vragen blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz. 306
307
308
309
312
315
317
318
319
323
INHOUD
306
01
1
22
10101111
133144155
33445566778899
122
BASISFUNCTIES
1. Aan/uit en volumeregeling.
2. Uitwerpen van de CD.
3. Selecteren van de weergave op het display:
Audiofuncties (AUDIO), Boordcomputer (TRIP) en Telefoon (TEL).
4. Selecteren van de geluidsbron:
radio, audio-CD-/MP3-CD-speler, USB, Jack-aansluiting, streaming audio.
5. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMast en AM.
6. Instellen van de geluidsweergave:geluidsverdeling voor/achter, links/rechts,loudness, geluidssferen.
7. Weergave van de lijst radiozenders, de nummersvan de CD of de MP3-afspeellijsten.
8. Annuleren van de bewerking.
9. Functie TA (verkeersinformatie) AAN/UIT.
Lang indrukken: toegang tot de PTY-functie (programmatypen radio).
10. Bevestigen.
11. Automatisch zoeken naar zenders in afl opende/oplopende volgorde.
Selecteren van het vorige/volgende nummer vande CD, MP3 of USB.
12. Selecteren van een lagere/hogere radiofrequentie.
Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst. Selecteren van bestandenlijst / muziekstijl / artiest / vorige of volgende afspeellijst van het USB-apparaat.
13. Weergave van het algemene menu.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een opgeslagen voorkeuzezender Lang indrukken: opslaan van een zender als voorkeuzezender.
15. Met de toets DARK kan de weergave van het displayworden gewijzigd voor extra rijcomfort 's nachts. 1 keer indrukken: alleen verlichting van het bovenste gedeelte. 2 keer indrukken: display volledig uitschakelen. 3 keer indrukken: terugkeren naar de normale weergave.
309
04
1
2
3
4
1
2
3
4
AUDIO
Druk herhaalde malen op de toets SOURCE om de radiofunctie teselecteren.
Druk op de toets BAND A
ST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2,
FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar zenders te zoeken.
Druk op de toets LI
ST REFRESH
voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich
bevindt (maximaal 30 zenders).
Druk lan
ger dan 2 seconden op de
toets om deze lijst bij te werken.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de
RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets
te maken met een storing in de autoradio.
RDS
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk
op OK.
Druk op de toets MENU.
Selecteer RDS VOLGEN ACTIVEREN en druk op OK. Op het
display verschijnt de aanduiding RDS.
Selecteer de functie VOORKEUZE FM-BAND en druk op OK.
Als de RDS-functie is in
geschakeld, zoekt de radio steeds naar
de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijvenluisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land
te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan
wegvallen.