DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningselementen, de instrumenten en de wijzers kunnen variëren in functie van het
uitrustingsniveau.
1. Luchtroosters aan bestuurderszijde/passagierszijde – 2. Linkerhendel: bediening buitenverlichting – 3. Turbodrukmeter – 4. Ins-
trumentenpaneel en controlelampjes – 5. Stopcontact draagbaar navigatiesysteem – 6. Rechterhendel: bediening ruitenwissers, rui-
tensproeiers, trip computer – 7. Luchtroosters in het midden – 8. Opbergvak/autoradio – 9. Passagiersairbag – 10. Opberg-
vak/verborgen documentenvak – 11. Bedieningselementen voor verwarming/ventilatie/klimaatregeling – 12. Elektrische ruitbediening
– 13. Opbergvak – 14. Versnellingspook – 15. Knieairbag – 16. Frontairbag bestuurderszijde.
3
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
F0S0001Abfig. 1
001-022 ABARTH 500 2ed NL.qxd:001-022 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:03 Pagina 3
Het controlelampje Ygaat
branden tijdens het rijden
❒Als het Ylampje gaat branden, be-
tekent dit dat het systeem een zelf-
diagnose uitvoert (bijv. bij een span-
ningsval).
❒Neem, als het probleem aanhoudt, con-
tact op met het Abarth Servicenetwerk.
SYMBOLEN
Sommige onderdelen van uw auto zijn
voorzien van speciale gekleurde plaatjes.
Deze plaatjes zijn voorzien van symbolen
die de voorzorgsmaatregelen aangeven die
in acht genomen moeten worden wanneer
het betreffende onderdeel wordt gebruikt.
Op de binnenkant van de motorkap is een
plaatje met de gebruikte symbolen aange-
bracht.
4
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
FIAT CODE SYSTEEM
Dit is een elektronische startblokkering die
de beveiliging tegen diefstalpogingen ver-
betert. Deze schakelt automatisch in wan-
neer de contactsleutel wordt verwijderd.
Elke keer dat de motor wordt gestart door
de sleutel naar de stand MARte draaien,
stuurt de regeleenheid van het Fiat CODE
systeem een herkenningscode naar de mo-
torregeleenheid om de startblokkering uit
te schakelen.
Als de code tijdens het starten niet cor-
rect wordt herkend, gaat het
Ylampje
op het instrumentenpaneel branden.
Draai in dit geval de sleutel naar STOP
en vervolgens naar MAR; als de motor ge-
blokkeerd blijft, probeer dan nogmaals
met een van de andere geleverde sleutels.
Als de motor nog steeds niet start, neem
dan contact op met het Abarth Service-
netwerk.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een spe-
cifieke code die in de motorregeleenheid
moet worden opgeslagen. Neem contact
op met het Abarth Servicenetwerk om al-
le sleutels (maximum 8) te laten opslaan.De elektronische onderdelen
in de sleutels kunnen bescha-
digen als de sleutel aan sterke
schokken wordt blootgesteld.
001-022 ABARTH 500 2ed NL.qxd:001-022 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:03 Pagina 4
CONTACTSCHAKELAAR fig. 7
De sleutel kan naar 3 standen worden ge-
draaid:
❒STOP: motor uit, sleutel kan verwij-
derd worden en stuur geblokkeerd.
Sommige elektrische apparaten (bijv.
autoradio, centrale portiervergrende-
ling enz.) kunnen blijven werken
❒MAR: rijstand. Alle elektrische appa-
raten/systemen kunnen werken
❒AVV: start de motor.
Het contactslot is voorzien van een bevei-
liging: als de motor bij de eerste poging niet
aanslaat, moet de sleutel teruggedraaid wor-
den naar de stand STOPom opnieuw te
kunnen starten.
8
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
Verwijder de sleutel nooit
terwijl de auto rijdt. Het
stuurwiel zal blokkeren zodra eraan
gedraaid wordt. Dit geldt ook voor
auto’s die gesleept worden.
Demontage-/montagewerkzaamhe-
den, waarvoor wijzigingen in de stuur-
inrichting of de stuurkolom vereist zijn
(bv. bij montage van een diefstalbe-
veiliging) zijn ten strengste verboden.
Zulke werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de garan-
tie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor de auto niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.
WAARSCHUWING
fig. 7F0S0007Ab
STUURSLOT
Inschakeling
Draai de sleutel naar de stand STOP, ver-
wijder de sleutel en verdraai het stuurwiel
tot het vergrendelt.
Uitschakeling
Draai het stuur iets heen en weer terwijl
de contactsleutel naar de stand MAR
wordt gedraaid.
001-022 ABARTH 500 2ed NL.qxd:001-022 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:03 Pagina 8
34
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
STADSLICHT EN DIMLICHT
fig. 30
Draai, met de sleutel in de stand MAR de
ring in de stand
2. Als het dimlicht wordt
ingeschakeld, wordt de dagverlichting uit-
geschakeld en worden het stadslicht en het
dimlicht ingeschakeld. Bij inschakeling gaat
ook het controlelampje
3op het instru-
mentenpaneel branden. Draai, met de sleu-
tel in de stand STOPof verwijderd, de
ring van de stand Onaar de stand
2. Het
lampje
3op het instrumentenpaneel
gaat branden en het stadslicht en de ken-
tekenverlichting worden ingeschakeld.
GROOTLICHT fig. 30
Duw, met de ring in de stand
2de hen-
del naar voren naar het dashboard (stabiele
stand). Het controlelampje
1op het in-
strumentenpaneel gaat branden. Trek de
hendel naar het stuurwiel om het groot-
licht uit te schakelen (dimlicht gaat aan).GROOTLICHTSIGNAAL fig. 30
Trek voor het grootlichtsignaal de hen-
del naar het stuurwiel (instabiele stand).
Bij inschakeling gaat ook het controlelampje
1op het instrumentenpaneel branden.
RICHTINGAANWIJZERS fig. 31
Breng de hendel in de (stabiele) stand:
omhoog (stand a): inschakeling rechter
richtingaanwijzer
omlaag (stand b): inschakeling linker rich-
tingaanwijzer
Het controlelampje ¥of Îknippert op
het instrumentenpaneel. De richtingaan-
wijzers gaan automatisch uit wanneer de
auto terug rechtuit rijdt.
“Lane change”-functie
Trek, als u het verwisselen van rijbaan wilt
aangeven, de linkerhendel korter dan een
halve seconde naar de instabiele stand. De
richtingaanwijzer aan de gekozen kant
knippert drie maal en wordt vervolgens
automatisch uitgeschakeld.
BUITENVERLICHTING
De linkerhendel bedient de meeste soorten
buitenverlichting. De buitenverlichting kan
alleen worden ingeschakeld met de con-
tactsleutel in de stand MAR. Bij inschakeling
van de buitenverlichting, worden het ins-
trumentenpaneel en verschillende bedie-
ningselementen op het dashboard verlicht.
DAGLICHT (D.R.L.) fig. 30
(voor bepaalde versies/markten)
Met de sleutel in de stand MARen de ring
in de stand Ogedraaid, gaat de dagverlich-
ting automatisch aan; de andere lampen en
de binnenverlichting blijven uit. Het auto-
matisch inschakelen van de dagverlichting
kan in het Setup-menu in-/uitgeschakeld
worden (zie de paragraaf “Multifunctione-
le en herconfigureerbare display” in dit
hoofdstuk). Als de dagverlichting is uitge-
schakeld, blijven de lichten uit wanneer de
ring in de stand Owordt gedraaid.
fig. 30F0S030Abfig. 31F0S031Ab
De dagverlichting is een al-
ternatief voor het dimlicht
wanneer dit tijdens het rijden overdag
verplicht is, en is tevens toegestaan
wanneer dit niet verplicht is.
De dagverlichting is geen alternatief
voor het dimlicht wanneer in tunnels
of ‘s nachts worden gereden.
Het gebruik van de dagverlichting wordt
geregeld door de wegenverkeerswetge-
ving van het land waar u rijdt.
WAARSCHUWING
023-045 ABARTH 500 2ed NL.qxd:023-043 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:10 Pagina 34
35
RUITEN REINIGEN
De rechter hendel fig. 32bedient de rui-
tenwissers/-sproeier en de achterruitwis-
ser en -sproeier.
RUITENWISSERS/-SPROEIER
Het systeem werkt alleen met de con-
tactsleutel in de stand MAR.
De hendel kan in 5 standen worden ge-
zet (4 snelheidsregelingen):
Aruitenwissers uit.
Bwissen met interval.
Clangzaam continu wissen.
Dsnel continu wissen.
Etijdelijk snel wissen (instabiele stand).
De tijdelijke snelle wisstand blijft actief zo-
lang de hendel handmatig in die stand
wordt gehouden. Bij het loslaten keert de
hendel terug naar de stand Aen wordt de
werking van de ruitenwissers automatisch
afgebroken.
Automatische wis-/wasregeling
Trek de hendel naar het stuur (onstabie-
le stand) om de ruitensproeier in te scha-
kelen.Houd de hendel aangetrokken om met
één beweging van de ruitenwissers/-
sproeiers in te schakelen, de ruitenwissers
worden automatisch ingeschakeld als de
hendel langer dan een halve seconde naar
het stuurwiel wordt aangetrokken. Na het
loslaten van de hendel blijven de ruiten-
wissers nog enkele wisslagen werken; na
enkele seconden volgt nog een extra rei-
nigingsslag. “FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte vóór de au-
to een bepaalde periode worden verlicht.
Inschakeling
Trek, met de contactsleutel in de stand
STOPof verwijderd, de hendel binnen
2 minuten na het uitzetten van de motor
naar het stuurwiel.
Telkens als de hendel wordt bediend, blijft
de verlichting 30 seconden langer branden,
tot een maximum van 210 seconden; hier-
na schakelt de verlichting automatisch uit.
Telkens als de hendel wordt bediend, gaat
het
3controlelampje op het instru-
mentenpaneel branden en toont de dis-
play een melding plus de tijd dat de func-
tie actief zal blijven.
Het controlelampje gaat branden wanneer
de hendel voor het eerst wordt bediend
en blijft branden totdat de functie auto-
matisch wordt uitgeschakeld. Telkens als
de hendel wordt bediend, wordt alleen de
inschakeltijd van de verlichting verlengd.
Uitschakeling
Houd de hendel langer dan twee secon-
den naar het stuurwiel getrokken.
F0S032Abfig. 32
Gebruik de ruitenwissers
nooit om opgehoopte sneeuw
of ijs van de voorruit te ver-
wijderen. In dergelijke om-
standigheden wordt bij overbelasting
van de ruitenwissers de beveiliging in-
geschakeld, waardoor de ruitenwissers
enkele seconden worden uitgeschakeld.
Neem, als het probleem aanhoudt,
contact op met het Abarth Servicenet-
werk.
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
023-045 ABARTH 500 2ed NL.qxd:023-043 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:10 Pagina 35
36
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
Als de portieren ontgrendeld worden met
de afstandsbediening, schakelt een tijdre-
geling van 10 seconden in.
De plafondverlichting schakelt automatisch
uit als de portieren worden vergrendeld
met de afstandsbediening.
Tijdregeling plafondverlichting
(lampenglas in de middelste stand)
De plafondverlichting gaat op de volgen-
de 3 manieren aan:
❒wanneer een portier wordt geopend,
gaat de plafondverlichting drie minuten
branden;
❒wanneer de sleutel uit het contactslot
wordt verwijderd binnen twee minuten
nadat de motor is uitgezet, gaat de pla-
fondverlichting ongeveer 10 seconden
branden;
❒wanneer de portieren worden ont-
grendeld (zowel met de afstandsbedie-
ning als met de sleutel in het bestuur-
dersportier), gaat de plafondverlichting
ongeveer 10 seconden branden.
De plafondverlichting gaat op de volgen-
de 3 manieren uit:
❒bij het sluiten van de portieren, gaat de
plafondverlichting drie minuten bran-
den; De tijdregeling wordt uitgescha-
keld als de sleutel in de stand MAR
wordt gedraaid;
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR
Het lampenglas kan in drie standen wor-
den gezet:
❒rechts ingedrukt: lampje altijd aan
❒links ingedrukt: lampje altijd uit
❒middelste stand (neutraal): het lampje
gaat aan/uit bij het openen/sluiten van
de portieren.
BELANGRIJK Controleer alvorens de au-
to te verlaten of de schakelaar in de mid-
delste stand staat: op deze manier zullen
de lampjes van de plafondverlichting do-
ven bij het sluiten van de portieren, en
voorkomt men dat de accu ontlaadt.
Bij sommige versies, gaat de plafondver-
lichting alleen aan/uit wanneer de portieren
worden geopend/gesloten. ACHTERRUITWISSER/
ACHTERRUITSPROEIER
Het systeem werkt alleen met de con-
tactsleutel in de stand MAR.
Draai de ring naar
'om de achterruit-
wisser in te schakelen.
Draai bij ingeschakelde ruitenwissers de
ring naar de stand
'om de achterruit-
wisser in te schakelen. In dit geval werkt
de achterruitwisser (in de verschillende
standen) gelijktijdig met de ruitenwissers
voor, maar met een lagere wisfrequentie.
Wanneer bij ingeschakelde ruitenwissers
de achteruit wordt ingeschakeld, begint
automatisch ook de achterruitwisser lang-
zaam continu te wissen.
Wanneer de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, stopt de werking van de
achterruitwisser.
Automatische wis-/wasregeling
Door de hendel naar het dashboard te
trekken (onstabiele stand), wordt de ach-
terruitsproeier ingeschakeld.
Houd de hendel aangetrokken om met
één beweging van de achterruitwisser en
-sproeier in te schakelen, de ruitenwisser
wordt automatisch ingeschakeld als de
hendel langer dan een halve seconde
wordt aangetrokken.
Na het loslaten van de hendel blijft de ach-
terruitwisser nog enkele wisslagen wer-
ken; na enkele seconden volgt nog een ex-
tra reinigingsslag.
Gebruik de achterruitwisser
nooit om opgehoopte sneeuw
of ijs van de achterruit te ver-
wijderen. In dergelijke om-
standigheden wordt bij overbelasting
van de achterruitwisser de beveiliging
ingeschakeld, waardoor de achterruit-
wisser enkele seconden wordt uitge-
schakeld. Neem, als het probleem aan-
houdt, contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
023-045 ABARTH 500 2ed NL.qxd:023-043 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:10 Pagina 36
38
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
Als na een botsing een
brandstoflucht wordt gero-
ken of brandstoflekkage wordt ge-
constateerd, dan mag het systeem
niet opnieuw ingeschakeld worden
om brand te voorkomen.
WAARSCHUWING
AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
Deze grijpt bij een botsing in en veroor-
zaakt het volgende:
❒afsluiting van de brandstoftoevoer en
het uitzetten van de motor;
❒automatische portierontgrendeling;
❒inschakeling van de interieurverlichting.
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld,
verschijnt op de display de melding “Af-
sluiter van de brandstoftoevoer, zie in-
structieboek”.
Controleer de auto zorgvuldig op brand-
stoflekkage, bijvoorbeeld in de motor-
ruimte, onder de auto of in de buurt van
de tank.
Draai na een botsing de contactsleutel
naar STOPom te voorkomen dat de ac-
cu leegloopt.Ga als volgt te werk om de correcte wer-
king van de auto te herstellen:
❒draai de contactsleutel naar de stand
MAR;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts in;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
❒schakel de richtingaanwijzer links in;
❒schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts in;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
❒schakel de richtingaanwijzer links in;
❒schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒draai de contactsleutel naar de stand
STOP. MISTACHTERLICHTEN fig. 34
Druk op de knop Dom de mistachter-
lichten in te schakelen.
Bij inschakeling gaat ook het lampje 4op
het instrumentenpaneel branden. Druk
opnieuw op de knop om de mistachter-
lichten uit te schakelen.
123456AUD
F0S034Abfig. 34
023-045 ABARTH 500 2ed NL.qxd:023-043 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:10 Pagina 38
41
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
DAK MET VAST
RUITPANEEL
(voor bepaalde versies/markten)
Het dak heeft een groot glazen paneel en
een zonnescherm dat handmatig kan wor-
den bediend Het zonnescherm kan in de
standen “volledig gesloten” en “volledig ge-
opend” worden gebruikt (geen tussenstan-
den mogelijk). Om het zonnescherm te
openen: druk op de sluiting A-fig. 41, maak
het zonnescherm los en breng het in de
stand “volledig geopend”. Om het zonne-
scherm te sluiten: ga in omgekeerde volg-
orde te werk.
SCHUIFDAK
(voor bepaalde versies/markten)
Het schuifdak heeft een groot glazen pa-
neel en een zonnescherm dat handmatig
kan worden bediend. Het zonnescherm
kan in de standen “volledig gesloten” en
“volledig geopend” worden gebruikt (geen
tussenstanden mogelijk). Om het zonne-
scherm te openen: druk op de sluiting A-
fig. 41, maak het zonnescherm los en
breng het in de stand “volledig geopend”.
Om het zonnescherm te sluiten: ga in om-
gekeerde volgorde te werk. Het schuifdak
kan alleen worden bediend met de con-
tactsleutel in de stand MAR. Het schuif-
dak kan worden geopend/gesloten met de
bedieningselementen A-B fig. 40op het
paneel nabij de plafondverlichting voor. STOPCONTACT fig. 39
(voor bepaalde versies/markten)
Het stopcontact is in de tunnelconsole op-
genomen en wordt gevoed wanneer de
contactsleutel in de stand MARstaat.
Open het deksel Aom het stopcontact te
gebruiken.
Om een correcte werking te kunnen ga-
randeren moet de apparatuur die op het
stopcontact wordt aangesloten, voorzien
zijn van goedgekeurde stekkers. Alle on-
derdelen uit het Abarth Lineaccessori-as-
sortiment beschikken over goedgekeurde
stekkers.
BELANGRIJK Wanneer bij stilgezette mo-
tor en de sleutel in de stand MARlang-
durig (bijvoorbeeld langer dan 1 uur) ac-
cessoires gebruikt worden die veel
stroom verbruiken, dan kan de accucapa-
citeit verminderen en voor startproble-
men zorgen.
Het stopcontact is geschikt
voor accessoires met een
maximum vermogen van
180W (maximum stroomver-
bruik 15A).
fig. 40F0S040Ab
Openen
Houd de knop B-fig. 40ingedrukt om het
voorste ruitpaneel in de “spoilerstand” te
brengen. Houd de knop B-fig. 40 nog-
maals langer dan een halve seconde inge-
drukt om het schuifdak automatisch in de
volledig geopende stand te brengen. Druk
op de knop om het schuifdak in een tus-
senstand tot stilstand te brengen.
023-045 ABARTH 500 2ed NL.qxd:023-043 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:10 Pagina 41