37
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN MELDINGEN
NOODGE- VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING MET DE AUTO
❒de plafondverlichting schakelt uit wan-
neer de portieren worden vergrendeld
(zowel met de afstandsbediening als
met de sleutel in het bestuurderspor-
tier).
❒de interieurverlichting wordt na 15 mi-
nuten uitgeschakeld om te voorkomen
dat de accu ontlaadt.
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
Wanneer de achterklep wordt geopend,
gaat de bagageruimteverlichting automa-
tisch branden. Wanneer de achterklep
wordt gesloten, gaat de verlichting auto-
matisch uit.
BEDIENINGS-ELEMENTEN
SPORT-FUNCTIE fig. 33
Wanneer de SPORT-knop A-fig. 33
wordt ingedrukt, wordt de sport-functie
ingeschakeld. Hierdoor wordt de motor
gevoeliger voor de bediening van het gas-
pedaal, wordt er meer motorkoppel ge-
leverd en is er meer kracht benodigd voor
de bediening van het stuur.
Wanneer de functie is ingeschakeld, ver-
schijnt het opschrift SPORT op het ins-
trumentenpaneel. Als opnieuw op de knop
wordt gedrukt, wordt de functie uitge-
schakeld en wordt de normale rij-instel-
ling hersteld. Noodremmen
Bij het remmen in noodsituaties gaan de
alarmknipperlichten automatisch branden,
evenals de controlelampjes
Îen ¥op het
instrumentenpaneel.
De lichten gaan automatisch uit wanneer
het noodremmen ophoudt.
Deze functie voldoet aan de toepasselijke
wetten.
MISTLAMPEN/MISTACHTERLIC
HTEN fig. 33
(voor bepaalde versies/markten)
De mistlampen/mistachterlichten kunnen
als volgt met de knop Cworden inge-
schakeld:
1° impuls: mistlampen voor ingeschakeld
2° impuls: mistachterlichten ingeschakeld
3° impuls: lichten uitgeschakeld
Het lampje
5op het instrumentenpaneel
gaat branden wanneer de mistlampen voor
worden ingeschakeld; het lampje
4op het
instrumentenpaneel gaat branden wanneer
de mistachterlichten worden ingeschakeld.
De mistlampen voor gaan branden wan-
neer het dimlicht is ingeschakeld.
F0S033Abfig. 33
BELANGRIJK Wanneer de SPORT-knop
wordt ingedrukt, is de functie na ongeveer
5 seconden actief.
BELANGRIJK Accelereren kan in de
SPORT-functie abrupt aanvoelen, dit is
normaal voor deze rij-instelling.
ALARMKNIPPERLICHTEN fig. 33
Druk op de knop Bom de alarmknipper-
lichten in te schakelen, ongeacht de stand
van de sleutel in het contactslot.
Wanneer de functie is ingeschakeld, gaan
de controlelampjes
Îand ¥op het ins-
trumentenpaneel branden.
Druk opnieuw op de knop Bom de
alarmknipperlichten uit te schakelen.
Het gebruik van de alarmknipperlichten
wordt geregeld door de wegenverkeers-
wetgeving van het land waar u rijdt.
023-045 ABARTH 500 2ed NL.qxd:023-043 FIAT 500 IT 8-07-2011 16:28 Pag\
ina 37
60
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
INSTALLATIE VAN
ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die na
aanschaf van de auto door de aftersales-
service worden gemonteerd, moeten van
het volgende merkteken zijn voorzien:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage
van zend-/ontvangstapparatuur op voor-
waarde dat deze door een gespecialiseerd
bedrijf op vakkundige wijze en overeen-
komstig de aanwijzingen van de fabrikant
wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van
systemen waarbij de kenmerken van de
auto worden gewijzigd, kan het kenteken-
bewijs door de bevoegde instanties inge-
nomen worden. Dit kan ook de ongeldig-
heid van de garantie met zich meebrengen
voor defecten veroorzaakt door voor-
noemde wijziging of die direct of indirect
hierop terug te voeren zijn.
FIAT Auto S.p.A. wijst elke aansprakelijk-
heid af voor schade die het gevolg is van
montage van accessoires die niet door Fiat
Auto S.p.A. zijn geleverd of aanbevolen en
die niet conform de verschafte aanwijzin-
gen zijn gemonteerd.RADIOZENDERS EN MOBIELE
TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons, CB-
zenders, radioamateurs e.d.) mag alleen in
de auto worden gebruikt met een aparte
antenne die aan de buitenkant is gemon-
teerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze appa-
raten in de auto (zonder buitenantenne)
kan storingen in de elektrische systemen
van de auto veroorzaken. Dit kan de vei-
ligheid van de auto in gevaar brengen en
een potentieel gevaar voor de gezondheid
van de passagiers opleveren.
Tevens kan de zend- en ontvangstkwali-
teit beperkt worden door het afscher-
mingseffect van de carrosserie. Voor wat
betreft het gebruik van mobiele telefoons
(GSM, GPRS, UMTS) met het officiële EU-
keurmerk, wordt verwezen naar de ge-
bruiksaanwijzingen van de fabrikant van de
mobiele telefoon.OPTIONELE
ACCESSORIES
Als men na aanschaf van de auto accessoi-
res wil monteren die constante elektrische
voeding nodig hebben (diefstalalarm, satel-
lietbewaking via GPS enz.) of veel stroom
verbruiken, dient men contact op te nemen
met het gespecialiseerde personeel van het
Abarth Servicenetwerk. Zij kunnen het to-
tale stroomverbruik beoordelen en con-
troleren of de elektrische installatie hierop
berekend is en of het noodzakelijk is een
accu met een grotere capaciteit te mon-
teren.
046-062 ABARTH 500 2ed NL.qxd:044-062 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:11 Pagina 60
RECHTER
RICHTINGAANWIJZER
(groen – knipperend)
Het lampje gaat branden wanneer de rich-
tingaanwijzerhendel omhoog wordt ver-
plaatst of, samen met de linker richting-
aanwijzer, wanneer de drukknop voor de
alarmknipperlichten wordt ingedrukt.INSCHAKELING
SPORT-FUNCTIE
Het opschrift gaat branden
(multifunctionele display: “SPORT”; her-
configureerbare multifunctionele display:
“S”) wanneer de functie voor de sportie-
ve rijstijl met de betreffende bedienings-
knop wordt ingeschakeld. Als opnieuw op
de knop wordt gedrukt, gaat het opschrift
SPORT uit.
5
GROOTLICHT
(blauw)
Het lampje gaat branden wan-
neer het grootlicht wordt ingeschakeld.F
KANS OP GLAD WEGDEK
Deze aanduiding begint te knipperen wan-
neer de buitentemperatuur onder 3°C
zakt, om de bestuurder op de mogelijke
aanwezigheid van ijs op de weg te atten-
deren.
De display toont een speciale melding.
SNELHEIDSLIMIET
OVERSCHREDEN
De display toont een melding als de inge-
stelde snelheidslimiet wordt overschreden
(zie “Herconfigureerbare multifunctionele
display” in het hoofdstuk “Kennismaking
met de auto”).
D
BEPERKTE ACTIERADIUS
(versies met herconfigureerbare
multifunctionele display)
De display toont een speciale melding om
de bestuurder te waarschuwen dat de ac-
tieradius minder dan 50 km bedraagt.
REMBLOKSLIJTAGE
(geel)
Het lampje op het instrumen-
tenpaneel gaat branden (samen
met een melding op de display) als de rem-
blokken voor versleten zijn; laat ze in dit
geval zo snel mogelijk vervangen.
SPORT
VEILIGHEIDSGORDELS
NIET VASTGEMAAKT
(rood)
Het lampje gaat bij rijdende auto
branden als de veiligheidsgordel van de be-
stuurder niet correct is vastgemaakt. Het
lampje gaat branden en er klinkt een on-
onderbroken geluidssignaal gedurende de
eerste 6 seconden wanneer de voorste vei-
ligheidsgordels bij rijdende auto niet cor-
rect zijn vastgemaakt; de daaropvolgende
96 seconden knippert het lampje en klinkt
er een onderbroken geluidssignaal. De zoe-
mer van het S.B.R.-systeem (Seat Belt Re-
minder) kan alleen door een dealer van het
Abarth Servicenetwerk uitgeschakeld wor-
den. Het systeem kan weer worden inge-
schakeld in het Setup-menu. De display
toont een speciale melding.
1
94
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
LINKER
RICHTINGAANWIJZER
(groen – knipperend)
Het lampje gaat branden wanneer de rich-
tingaanwijzerhendel omlaag wordt ver-
plaatst of, samen met de rechter richting-
aanwijzer, wanneer de drukknop voor de
alarmknipperlichten wordt ingedrukt.MISTLAMPEN VOOR
(groen)
Het lampje gaat branden wan-
neer de mistlampen voor worden inge-
schakeld.d
<
087-094 ABARTH 500 2ed NL.qxd:089-098 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:07 Pagina 94
Waarschuw de andere weg-
gebruikers voor de stilstaan-
de auto conform de plaatselijke
wettelijke voorschriften: alarmknip-
perlichten, gevarendriehoek enz. Al-
le inzittenden moeten de auto verla-
ten, vooral als de auto zwaar beladen
is, en uit de buurt van gevaarlijk
verkeer wachten tot de reparatie is
uitgevoerd. Blokkeer de wielen met
wiggen of ander geschikt materiaal
als de auto op oneffen wegdek of op
een helling staat.
WAARSCHUWING
fig. 2F0S079Ab
98
LAMPJES EN
MELDINGEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
SNELLE
BANDENREPARATIEKIT
FIX&GO automatic
De snelle bandenreparatiekit Fix&Go au-
tomatic is in de bagageruimte geplaatst A-
fig. 2.De kit fig. 11bevat:
❒busje A met afdichtmiddel, voorzien
van:
– vulleiding B;
– sticker Cmet het opschrift “max. 80
km/h”, na de reparatie van de band
aan te brengen op een voor de be-
stuurder zichtbare plaats (op het da-
shboard);
095-122 ABARTH 500 2ed NL.qxd:099-126 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:15 Pagina 98
ONDERHOUDSSCHEMA
De servicebeurten moeten elke 30.000 km worden verricht
km x 1000
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel
op spanning brengen
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte- en interieurverlichting,
lampjes op instrumentenpaneel, enz.) controleren
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig
de sproeiers afstellen
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
voor/achter controleren
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor
en werking van indicator remblokslijtage controleren
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid
van vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren
Spanning van aandrijfriemen hulporganen controleren
en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriemen hulporganen visueel controleren
Aandrijfriemen hulporganen vervangen
Slag van handrem controleren en afstellen
125
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
30 60 90 120 150 180
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●
●●
●
●●●●● ●
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 125
ZWAAR GEBRUIK
VAN DE AUTO
Als de auto voornamelijk in een van de
volgende zware situaties wordt gebruikt:
❒stoffige wegen;
❒talrijke korte ritten (minder dan 7–8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
❒veel langdurig stationair draaiende mo-
tor of lange ritten op lage snelheid of
als de auto langdurig wordt gestald;
❒in de stad;
dan moeten de volgende controles vaker
worden uitgevoerd dan is aangegeven in
het Geprogrammeerd onderhoudssche-
ma:
❒remblokken van schijfremmen voor/
achter op conditie en slijtage contro-
leren;
❒sloten van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
❒visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, aandrijving, lei-
dingen, pijpen en slangen (uitlaat –
brandstoftoevoer – remmen) rubber
delen (stofkappen, hoezen, bussen
enz.);
❒acculading en elektrolytniveau in ac-
cu controleren (zie paragraaf “Accu –
Acculading en elektrolytniveau con-
troleren” in dit hoofdstuk;
❒conditie van aandrijfriemen hulporga-
nen visueel controleren;
❒pollenfilter controleren en eventueel
vervangen; het pollenfilter moet ver-
vangen worden als een verminderde
luchtopbrengst in het interieur wordt
geconstateerd;
❒luchtfilter controleren en eventueel
vervangen.
PERIODIEKE
CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis con-
troleren en eventueel bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof;
❒niveau remvloeistof;
❒niveau ruitensproeiervloeistof;
❒conditie en spanning banden;
❒werking verlichting (koplampen, rich-
tingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen voor /ach-
ter.
Elke 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
Het gebruik van PETRONAS LUBRI-
CANTSproducten wordt aanbevolen,
omdat deze speciaal voor Abarth auto’s
zijn ontworpen en geproduceerd (zie ta-
bel “Inhouden” in het hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”).
127
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 127
133
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
BELANGRIJK Als het ladingsniveau gedu-
rende langere tijd onder 50% blijft, raakt
de accu door sulfatering beschadigd. Hier-
door verminderen de capaciteit en het
startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger voor
bevriezing (dit kan reeds bij temperaturen
van −10°C gebeuren). Als de auto lange-
re tijd niet gebruikt wordt, zie dan “Lang-
durige stilstand van de auto” in het hoofd-
stuk “Starten en rijden”.
Als men na aanschaf van de auto acces-
soires wil monteren die constante elek-
trische voeding nodig hebben (diefstala-
larm, enz.) of veel stroom verbruiken,
dient men contact op te nemen met het
gespecialiseerde personeel van het Abarth
Servicenetwerk. Zij kunnen het totale
stroomverbruik beoordelen en controle-
ren of de elektrische installatie hierop be-
rekend is en of het noodzakelijk is een
accu met een grotere capaciteit te mon-
teren.
Er zijn namelijk ook apparaten die bij af-
gezette motor stroom blijven verbruiken
en op deze manier de accu ontladen. NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om het snel ontladen van de accu te voor-
komen en de levensduur te verlengen:
❒wanneer de auto wordt geparkeerd,
controleer dan of de portieren, de mo-
torkap en de achterklep goed gesloten
zijn;
❒schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met een
systeem voor automatische uitschake-
ling van de interieurverlichting;
❒houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is uit-
gezet;
❒maak voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie worden uitge-
voerd, de kabel van de minpool op de
accu los;
❒de accuklemmen moeten altijd goed zijn
bevestigd. Verkeerde installatie van elek-
trische en elektronische ap-
paratuur kan ernstige schade
aan de auto toebrengen. Als
na aanschaf van de auto accessoires
(alarmsysteem, mobiele telefoon, enz.)
gemonteerd moeten worden, neem dan
contact op met het Abarth Servicenet-
werk, dat de geschiktste apparaten
weet aan te raden en vooral kan be-
oordelen of een accu met een grotere
capaciteit nodig is.
Accu’s bevatten stoffen die
zeer gevaarlijk voor het milieu
zijn. Laat de accu vervangen
door een dealer van een
Abarth Servicenetwerk, waar deze op
milieuvriendelijke wijze en overeen-
komstig de wettelijke voorschriften ver-
werkt wordt.
Als de auto langdurig gestald
moet worden bij zeer lage
temperaturen, verwijder dan de accu
en breng deze naar een verwarmde
plek, om bevriezing te voorkomen.
WAARSCHUWING
Bij werkzaamheden aan de
accu of in de buurt van de
accu, moeten de ogen altijd met een
speciale bril beschermd worden.
WAARSCHUWING
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 133
– knieairbag bestuurderszijde ......... 75
– zijairbags-hoofdairbags ........... 75-76
Alarmknipperlichten .......................... 37
ASR ......................................................... 56
Automatische klimaatregeling .......... 31
Autoradio ............................................. 59
Bagageruimte vergroten .................. 48
Bagageruimte ........................................ 46
– openen ............................................ 46
– sluiten .............................................. 47
– vergroten ....................................... 48
Bagageruimteverlichting .................... 46
– lamp vervangen ............................. 115
Banden .................................................. 148
– bandenspanning ............................. 150
– onderhoud ..................................... 134
– sneeuwbanden ........................84-150
– standaard ........................................150
– velgbescherming ........................... 149
– verklaring velgcodes .................... 148
Bandenspanning ................................... 150
Bedieningselementen ......................... 37
Bekerhouders ...................................... 40
Bougies ................................................... 145
Brandstof .............................................. 154– afsluiter van de
brandstoftoevoer ......................... 38
– brandstofmeter ............................. 11
– brandstofverbruik ......................... 157
– inhouden ........................................ 154
– tankinhoud ..................................... 154
Brandstofbesparing ............................. 82
Brandstofmeter ................................... 11
Brandstoftoevoer ............................... 146
Buitenverlichting ..................................34
Carrosserie ..........................................137
– bescherming .................................. 137
– carrosseriecodes .......................... 144
– garantie ........................................... 138
– onderhoud ..................................... 138
Chassisnummer ................................. 143
CO
2-emissie.......................................... 158
Code-card ............................................ 5
Contactslot .......................................... 8
Controle van vloeistofniveaus ......... 209
Dagverlichting......................................34
– inschakeling .................................... 34
– lamp vervangen ............................. 113
Dak met vast ruitpaneel .................... 41
Dashboard ............................................ 3
ABS ...................................................... 53
Aansteker ............................................. 39
Accu........................................................132
– acculader ........................................ 121
– acculading controleren ................ 132
– nuttig advies ................................... 133
– starten met hulpaccu ................... 96
– vervangen ....................................... 132
Achterklep ........................................... 46
Achterklep in geval van nood
openen ............................................... 47
Achterklep openen ............................ 46
Achterruitsproeier ............................. 36
– inschakeling .................................... 36
– vloeistofniveau .............................. 130
Achterruitverwarming .............28-29-31
Achterruitwisser ................................. 36
– inschakeling .................................... 36
– ruitensproeiers ............................. 137
– wisserbladen .................................. 138
Achteruitrijlicht ................................... 113
Afmetingen ........................................... 151
Afsluiter van de brandstoftoevoer .. 38
Airbag .................................................... 73
– frontairbag bestuurderszijde ....... 74
– frontairbag passagierszijde ........... 74
I I
N N
D D
E E
X X
160
LAMPJES EN
MELDINGEN
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
160-168 ABARTH 500 2ed NL.qxd:160-168 ABARTH 500 IT 7-07-2011 15:29 Pagina 160