Stuursysteem controleren...............6-28
Controleren van wiellagers .............6-29
Accu ................................................6-29
Zekeringen vervangen ....................6-31
Koplampgloeilamp vervangen ........6-32
Achterlicht/remlichtunit ...................6-33
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ....................................6-34
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ....................................6-34
Parkeerlichtgloeilamp vervangen....6-34
Ondersteunen van de motorfiets ....6-35
Voorwiel ..........................................6-36
Achterwiel .......................................6-37
Problemen oplossen .......................6-38
Storingzoekschema’s......................6-40
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS ...............................7-1
Matkleur, let op .................................7-1
Verzorging .........................................7-1
Stalling ..............................................7-3
SPECIFICATIES...................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE ...............9-1
Identificatienummers ........................9-1
INHOUDSOPGAVE
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 8
DAU13212
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is.
DWA10881
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande
instructies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens
het tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van von-
ken, open vuur of andere ontste-
kingsbronnen zoals de waakvlam-
men van geisers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof
de onderkant van de vulhals heeft
bereikt. Omdat brandstof uitzet als
deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zor-
gen dat brandstof uit de brandstof-
tank stroomt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
3. Veeg uitgestroomde brandstof
onmiddellijk af. LET OP: Veeg
gemorste brandstof onmiddellijk
af met een schone, droge, zachte
doek, aangezien de brandstof de
gelakte oppervlakken en kunststof
delen kan aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
DWA15151
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep
onmiddellijk medische hulp in nadat u
benzine heeft ingeslikt, veel benzine-damp heeft ingeademd of benzine in
uw ogen heeft gekregen. Als benzine
op uw huid terechtkomt, was deze dan
af met water en zeep. Als u benzine op
uw kleding morst, trek dan andere kle-
ding aan.
DAU49460
DCA11400
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
LET OP
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND LOODVRIJE
SUPERBENZINE
Inhoud brandstoftank:
23,0 L (6,08 US gal, 5,06 Imp.gal)
Brandstofreserve:
XT660Z 6,7 L (1,76 US gal, 5,06
Impgal)
XT660ZA 5,8 L (1,53 US gal, 1,28
Imp.gal)
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 32
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te con-
troleren.
DAUB1581
Koplampgloeilamp vervangen
De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorge-
brand.
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplamp-
gloeilamp niet aan zodat dit vetvrij
blijft, anders kan de doorzichtig-
heid van het glas, de lichtintensi-
teit en de levensduur nadelig wor-
den beïnvloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp met
een hoger wattage dan is voorgeschre-
ven.
1. Gloeilampkap
1. Verwijder de gloeilampkap en maak
vervolgens de koplampstekker los.
1. Koplampstekker
2. Gloeilamphouder
3. Koplampgloeilamp
LET OP
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30,0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10,0 A
Zekering signaleringssysteem:
10,0 A
Koplampzekering:
20,0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10,0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10,0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7,5 A
Backup-zekering:
10,0 A
Zekering ABS-motor (voor
modellen met ABS):
30,0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep
(voor modellen met ABS):
20,0 A
Zekering ABS-regeleenheid (voor
modellen met ABS):
5,0 A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 78
1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare produc-
ten uit de buurt van een koplampgloei-
lamp en raak het lampglas niet aan
zolang dit niet is afgekoeld.
3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de
gloeilamphouder.
4. Sluit de koplampstekker aan en
monteer vervolgens de gloeilamp-
kap.
5. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit
Dit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 79
AAandrijfketting, reinigen en smeren .........6-24
ABS (voor modellen met ABS) .................3-12
ABS-waarschuwingslampje (voor
modellen met ABS) ..................................3-5
Accu .........................................................6-29
Achterbrugscharnierpunten, smeren .......6-27
Achterlicht/remlichtunit ............................6-33
Achterwielophanging, smeren .................6-27
Antidiefstal-alarmsysteem (optie)...............3-9
BBanden .....................................................6-17
Bougie, controleren....................................6-9
Brandstof .................................................3-14
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig........................................................5-3
CClaxonschakelaar.....................................3-10
Contactslot/stuurslot .................................3-2
Controle- en waarschuwingslampjes.........3-4
Controlelampje grootlicht...........................3-4
Controlelampje richtingaanwijzers .............3-4
Controlelampje startblokkering ..................3-6
DDimlichtschakelaar ...................................3-10
GGereedschapsset .......................................6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ..............................................6-34
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ..............................................6-34
IIdentificatienummers..................................9-1
Inrijperiode .................................................5-3
KKabels, controleren en smeren ................6-25
Klepspeling ..............................................6-17
Koelvloeistof.............................................6-14
Koplampgloeilamp, vervangen ................6-32
Koppelingshendel ....................................3-11
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen..................................................6-20
LLichtsignaalschakelaar .............................3-10
Luchtfilterelement en aftapslang,
vervangen en reinigen ...........................6-15
MMatkleur, let op ..........................................7-1
Modelinformatiesticker ..............................9-1
Motorolie en oliefilterelement ...................6-11
Multifunctioneel display .............................3-6
NNoodstopschakelaar ................................3-10
OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ........6-3
Ondersteunen van de motorfiets .............6-35
PPanelen, verwijderen en aanbrengen.........6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ............6-34
Parkeren .....................................................5-4
Plaats van de onderdelen ..........................2-1
Problemen oplossen ................................6-38
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ...........................6-25
Remhendel ...............................................3-11
Rempedaal ...............................................3-12
Rempedaal, controleren en smeren.........6-26Remvloeistofniveau, controleren..............6-21
Richtingaanwijzerschakelaar....................3-10
SSchakelaar alarmverlichting .....................3-10
Schakelen ..................................................5-2
Schakelpedaal..........................................3-11
Schokdemperunit, afstellen .....................3-18
Smering en onderhoud, periodiek .............6-4
Spanning aandrijfketting ..........................6-23
Specificaties ...............................................8-1
Stalling .......................................................7-3
Startblokkeersysteem ................................3-1
Starten van de motor .................................5-1
Startknop .................................................3-10
Startspersysteem .....................................3-20
Stationair toerental, controleren ..............6-16
Storingzoekschema’s ...............................6-40
Stuurschakelaars .......................................3-9
Stuursysteem, controleren .......................6-28
TTankbeluchtingsslang/overloopslang .......3-15
Tankdop ...................................................3-13
UUitlaatkatalysatoren .................................3-16
VVeiligheidsinformatie ..................................1-1
Verzorging ..................................................7-1
Voertuigidentificatienummer ......................9-1
Voor- en achterremblokken
controleren .............................................6-21
Voorvork, afstellen ...................................3-17
Voorvork, controleren ...............................6-27
Vrije slag gaskabel, controleren ...............6-17
Vrijstandcontrolelampje..............................3-4
INHOUDSOPGAVE
56P-F819D-D0 30/6/10 15:51 Página 97